De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Bidden in en met de Psalmen (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bidden in en met de Psalmen (1)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Zoals een schoenmaker een schoen maakt en een kleermaker een jas, zo moet een christen bidden. Bidden is het handwerk van een christen.' Plastischer dan met deze beeldspraak van Maarten Luther kan het essentiële belang van het gebedsleven amper onder woorden worden gebracht. De Wittenbergse reformator was zich bij het neerschrijven van deze woorden vermoedelijk niet bewust van het feit, dat zijn vergelijking reeds lang geleden al eerder was gemaakt door een joodse geleerde. Ook in de Mechilta, het oudste joodse commentaar (Midrasj) op Exodus wordt het gebed als 'handwerk' betiteld. Het gebed wordt in deze uitleg van het tweede bijbelboek het handwerk van de vaders van Israël, van Abraham, Izak en Jakob genoemd. Daarin zijn Jodendom en christendom het kennelijk met elkaar eens: dat het gebed als een onmisbaar onderdeel van het godsdienstige leven moet worden beschouwd. De beroemde middeleeuwse joodse geleerde Maimonides legt uit waarom het gebed voor het Jodendom zo wezenlijk is. Hij beschouwt het bidden als een van de belangrijkste opdrachten (mitswoth), die de religieuze Jood heeft te vervullen. Letterlijk schrijft hij: Het is een mitswa om elke dag te bidden, want er is gezegd: 'Jullie zullen de Heere, jullie God dienen (Ex. 23, 25). Uit de traditie weten we dat met dat dienen (speciaal) het gebed wordt bedoeld. Want er is gezegd: 'Hem dienen met geheel jullie hart' (Deut. 11 : 13). De wijzen zeiden: Wat is dienen met het hart? Dat is het gebed'.

Slagader
In het geestelijke leven van een christen speelt het gebed een niet minder belangrijke rol. John Bunyan drukte zich in dit opzicht wel heel kras uit. De ketellapper van Elstow schroomde niet te beweren dat wie geen bidder is, ook geen christen kan zijn. Het gebed is de slagader van het christelijk geloof, het kenmerk bij uitstek waaraan je de ware christen kunt herkennen. Wie de biografieën van de grote mannen en vrouwen in de kerkgeschiedenis leest, valt het dan ook meteen op wat een grote plaats zij inruimden voor de omgang met God.
Eén ding is daarbij bijzonder opmerkelijk. Het treft mij telkens weer hoezeer de Psalmen het gebedsleven door de eeuwen heen gestempeld en gedragen hebben. De kerkvader Augustinus getuigt in zijn Belijdenissen (Confessiones) van de wonderlijke invloed, die het lezen van het Psalter op hem heeft gemaakt in de tijd dat hij catechumeen was. Samen met Alypius, zijn boezemvriend bracht hij met andere doopkandidaten een vakantie door op het landgoed Cassiciacum. Overdag werd er intensief gestudeerd en gediscussieerd. De nachtelijke uren gebruikte Augustinus dikwijls voor gebed en voor het lezen van de Psalmen. 'Wat een kreten, mijn God', horen we hem uitroepen, 'heb ik tot u doen opgaan bij het lezen van de Psalmen van David, die gelovige Mederen, die klanken van vroomheid, waar een opgeblazen geest door afgestoten wordt ik, nog onervaren in de echte liefde tot U, ik de catechumeen… Wat een kreten deed ik tot u opgaan bij het lezen van de Psalmen en hoe heftig vlamde ik door hen op naar u en brandde ik van verlangen om ze, als ik gekund had over heel de wereld te laten horen, tegen de hoogmoed van het menselijk geslacht'. In het licht van deze exclamatie verbaast het niet dat het citeren van de Psalmen in de Confessiones, in feite één lang, indringend gebed, schering en inslag is.

Kleine biblia
Voor Maarten Luther stonden de Psalmen minstens zo hoog genoteerd. In zijn voorrede op het Psalter van 1531 noemt hij dit bijbelboek een kleine Biblia. Hier kan een christen bidden leren, want hier mag hij meeluisteren hoe de heiligen met God spreken. Het Psalter is een kostbaar 'handboek' voor alle bidders, want 'daar ziet men alle heiligen in het hart. Men is er in een prachtige, vrolijke tuin, ja in de hemel zelf. Waar vindt men dieper, treuriger, erbarmelijker woorden dan de klaagpsalmen bieden? Men ziet er alle heiligen in het hart, als in de dood, ja, als in de hel'. Juist daardoor komt het dat het Psalter het gebedsboekje bij uitstek voor alle gelovigen is, want ieder herkent hierin zijn eigen leven, in welke omstandigheden hij zich ook bevindt. In de Psalmen vindt men de woorden die vertolken wat er leeft in het hart. Luther pleit ervoor zich de Psalmen eigen te maken, die uit het hoofd te leren. Alles wat wij willen bidden, vinden we in de Psalmen reeds verwoord en voorgebeden. En dat op een manier, dat geen mens op aarde het zelf beter zou kunnen bedenken. In de Psalmen en in het Onze Vader vindt de reformator de beste voorbeelden van hoe wij bidden moeten. Wie deze gebeden heeft leren naspreken, heeft op de goede manier leren bidden. Alle middeleeuwse gebedsboekjes dienen verboden en weggegooid te worden. Het Psalter en het Onze Vader zijn veruit het beste. Ook voor Maarten Luther persoonlijk vormden die twee – de Psalmen en het gebed dat Jezus ons geleerd heeft – de 'gebedsparadigma's' bij uitstek. Hieraan las hij af hoe hij moest bidden, hieruit putte hij de woorden en de gedachten voor zijn eigen omgang met God.

Gouden Gids
Naast Augustinus en Luther zijn er tal van andere figuren uit de kerkgeschiedenis te noemen, voor wie het psalmboek de gouden gids voor hun gebedsleven is geweest. Overigens hebben al die 'grote bidders' uit het verleden deze betrokkenheid op het Psalter van geen vreemde. Niemand minder dat onze Meester is ons voorgegaan op dit spoor. Het gebed van Jezus is doorademd van de Psalmen, die Hij als joodse jongen thuis en in de synagoge heeft geleerd. Zelfs aan het kruis, als Jezus zich in uiterste doodsnood wendt tot Zijn hemelse Vader, gebruikt hij daarvoor Psalmwoorden: 'Mijn God, mijn God! Waarom hebt Gij mij verlaten?' (Matth. 27 : 46; vgl. Ps. 22 : 2). En korte tijd later, als de grote strijd gestreden is, geeft de Heiland Zich over in de hoede van God met het avondgebed uit Psalm 31 : 'Vader, in Uw handen beveel ik mijn geest' (Lukas 23 : 46; vgl. Ps. 31 : 6). Hetzelfde valt op te merken van de gebedspraktijk van de eerste christenen. In Handelingen 4 wordt ons een blik vergund in de binnenkamer van de gemeente van Jeruzalem. Er is spanning en zorg, vanwege de weerstand die ze ondervinden van de kant van de joodse leiders. Petrus en Johannes zijn opgepakt en voor het Sanhedrin geleid. De gemeente reageert op deze bedreiging door een bidstond te houden, waarin expliciet wordt teruggegrepen op het Psalter (Hand. 4 : 24, 25; vgl Ps. 2 : 1). Hetzelfde geldt voor de lofprijzing die we in Openbaring 15 : 3 tegenkomen. Het ene Psalmcitaat buitelt hier als het ware over het andere (Ps. 111 : 2; 139 : 14; 145 : 17).

Unieke verbondenlieid
Ook in dit opzicht staan christendom en Jodendom dicht bij elkaar. Bij alle onderscheid in beleving van het gebed is de waardering voor het Psalter gemeenschappelijk. Ik aarzel niet te stellen dat de unieke verbondenheid tussen kerk en synagoge nergens zo duidelijk manifest wordt dan in de omgang met het Psalter als gebedsboek. En als ergens de vervangingstheologie bij de wortel wordt afgesneden, dan wel hier. Wij hebben de Psalmen niet overgenomen van Israël, wij mogen ze, dankzij kruis en opstanding met Israël meelezen en meebidden. Als mede-erfgenamen (Ef. 3.) beseffen we permanent dat er nog altijd een eerste erfgenaam is. Niet alleen in de kerk, maar ook in de synagoge is het Psalter het gebedsvademecum bij uitstek.
Wie de Siddoer, het joodse gebedenboek voor persoonlijke en synagogale gebeden raadpleegt, ontdekt tot zijn verrassing dat hierin het ene Psalmcitaat aan het andere geregen wordt. De voorliefde voor de Psalmen in het joodse gebed blijkt wel heel duidelijk uit het feit, dat bijna de helft van de 150 Psalmen een plaats heeft gekregen in de joodse liturgie. De motivatie daarvan roept verrassende herkenning op met die van Maarten Luther. In zijn 'Woord vooraf' op de Nederlandse vertaling van de Siddoer schrijft I. Dasberg: 'In de Psalmen kan men voor alle gebeurtenissen in het menselijk leven een weerklank vinden, uitingen van Godsvertrouwen, van vreugde en van leed en van berusting daarin. Hiervan is veel in de Siddoer opgenomen'. Zowel in het ochtendals middag- als avondgebed klinken herhaaldelijk Psalmwoorden. Het verwijt dat het telkens weer reciteren van dezelfde woorden onvermijdelijk tot ritualisme leidt, wordt door joodse geleerden weersproken. Het gevaar van veruiterlijking wordt erkend, de spanning tussen het spontane en voorgeschreven gebed wordt terdege beseft, maar dat doet de grote waarde van de aangereikte psalmwoorden op geen enkele wijze te niet. Integendeel, God komt de mens daarin vergaand tegemoet. De joodse mysticus Abraham Joshua Heschel merkt ergens op, dat juist waar de mens niet krampachtig hoeft te zoeken naar woorden om tot God te spreken en hem in het gebed eenvoudig de woorden in de mond gelegd worden, dat juist dan kan gebeuren wat we in Psalm 62 aantreffen, namelijk dat onze ziel stil wordt tot God. Het gaat niet om het klakkeloos herhalen van de woorden, maar om de 'service of the heart', om de persoonlijke bewustwording en doorleving van wat in de Psalmwoorden wordt voorgezegd. Om nogmaals te spreken met Heschel, het gaat om de empathie met de ideeën waarvan de woorden zwanger zijn. Het woord komt hier eerst, het gevoel, de ervaring volgt.

Verrijking
Het komt me voor, dat we van deze joodse en reformatorische gewoonte om de Psalmen een grote plaats te geven in ons gebedsleven iets kunnen leren. Het kan ons bidden enorm verrijken. Waar de Heilige Geest ons de Psalmwoorden indachtig maakt en tot leven wekt, woorden die we als kind misschien al geleerd hebben, wint ons gebed aan diepte en kracht. Net als voor het zingen geldt voor het bidden: wat kunnen we beter doen dan God Zijn eigen Woord naspreken!

M. van Campen, Waddinxveen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 maart 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bidden in en met de Psalmen (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 maart 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's