De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Tertullianus over lerende en dopende vrouwen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tertullianus over lerende en dopende vrouwen

8 minuten leestijd

Zwijgteksten

De zogenaamde 'zwijgteksten', 1 Corinthe 14 : 3 35 en 1 Timotheus 21 : 11-12, waarin de apostel Paulus het spreken en leren van de vrouwen in de samenkomsten der gemeenten verbiedt, hebben het in onze tijd zwaar te verduren. Er zijn al wat een kunstgrepen uitgevoerd om deze teksten ofwel te ontkrachten of ze een geheel andere zin te geven dan zij in werkelijkheid hebben. In de maalstroom van het moderne streven naar emancipatie van de vrouw, lijken deze teksten soms helemaal onder te zijn gegaan. De een houdt Paulus voor een antiek man, die ten aanzien van de positie van de vrouw, met name haar positie in de gemeente, nog niet de consequenties zou hebben durven trekken uit de 'vrijmaking' en de 'gelijkstelling' van de vrouw aan de man, welke beide zouden behoren tot het eigenlijke wezen van het christendom. In dat geval zou Paulus, zo stelt men het voor, inconsequent hebben gehandeld, door enerzijds te betuigen dat in Christus noch man noch vrouw is en anderzijds vast te houden aan een vóórchristelijk verleden. Een ander, langs een andere weg strevend naar hetzelfde doel, probeert aan de woorden van Paulus in de genoemde 'zwijgteksten' een heel andere zin te geven dan in de christelijke traditie steeds gedaan is. Paulus zou eigenlijk helemaal niet bedoeld hebben dat de vrouw in de gemeente moest zwijgen en niet mocht leren. In dat geval zouden deze teksten dus steeds verkeerd gelezen zijn.

Oud geluid

Temidden van dit alles — want de discussie gaat nog steeds voort — is het zinvol om eens een ogenblik te luisteren naar de stem van de kerkvader Tertullianus, een man die wat de tijd van zijn leven betreft vrij dicht bij Paulus heeft gestaan; immers, Paulus was nog niet sinds een eeuw overleden toen Tertullianus werd geboren. Heel veel van hetgeen de apostelen hadden gedaan en gezegd was nog in de gemeenten levend. Ergens getuigt Tertullianus dat zelfs hun eigenhandig geschreven brieven nog in de gemeenten werden gelezen.

Het was in Tertullianus' tijd al net als in de tijd van de apostelen zelf: er waren vrouwen in de gemeente die zich trachtten te emanciperen. Zij waren er in de gemeente te Corinthe, anders had Paulus niet in zijn brief, in 1 Corinthe 14, behoeven te schrijven zoals hij gedaan heeft. En zij waren in de tijd van Paulus ook elders, getuige zijn woorden aan Timotheüs: 'Doch ik laat de vrouw niet toe dat zij leert, noch over de man heerst, maar wil dat zij in stilheid is'.

Hetzelfde verschijnsel nu was er ook een eeuw later, vandaar dat ook Tertullianus erover geschreven heeft. Hij heeft dat gedaan in een boekje over de doop.

De doop

In dat boekje komen wij tegen een brede beschouwing over de waarde van de christelijke doop. De doop markeerde voor velen in die tijd de overgang van het heidendom tot het christendom. Regelmatig kwam het voor dat er mensen moesten worden ge­doopt. Waar reeds een gemeente bestond kon de doop plaatsvinden naar kerkelijke regels. Maar er waren ook plaatsen waar nauwelijks christenen woonden en het kerkelijke leven nog niet geordend was. Wanneer wij nu gaan horen wat Tertullianus over de doopsbediening gaat zeggen, zullen wij deze toestanden moeten verdisconteren.

In het slot van zijn boekje gaat Tertullianus zijn aandacht wijden aan de regels die moeten gelden voor het bedienen van de doop. Op de vraag, bij wie de bevoegdheid rust om mensen te dopen, is zijn antwoord: De bisschop! Tertullianus noemt hem de 'hoogste priester' (summus sacerdos). Het eigenlijk recht om de doop te bedienen, en ook om het avondmaal te bedienen (maar dat is hier niet zozeer aan de orde) ligt bij hem! Hij kan dit recht evenwel delegeren. Aan wie? Aan andere ambtsdragers, te weten de presbyters (priesters) en de diakenen. Maar: nooit zonder goedkeuring van de bisschop zullen zij mogen dopen. De bisschop moet hen er machtiging toe hebben verleend. De eer (honor) die men de kerk verschuldigd is, moet in acht worden genomen. Tertullianus bedoelt daarmee: de kerkelijke inrichting, het ambt, en de regels die gegeven zijn.

Ambt

Staan de 'leken' hier dan helemaal buiten? Neen, zegt Tertullianus. Er is — al gebruikt hij dat woord niet — een algemeen priesterschap der gelovigen. En toch: leken mogen niet dopen, want dopen behoort tot het 'ambt' (officium) van de bisschop. Er is op deze regel slechts één uitzondering, namelijk wanneer sprake is van een 'noodgeval'. En nu roepen wij in herinnering wat wij boven hebben vermeld, te weten dat er plaatsen waren waar nog geen geregeld kerkelijk leven bestond. In zo'n noodgeval mogen 'leken' ingrijpen en dopen.

In dit verband nu brengt Tertullianus ook ter sprake de kerkelijke positie van de vrouw. Met een zekere verontwaardiging roept hij uit, dat hij vernomen heeft dat er vrouwen zijn die niet alleen het 'leren' zich willen toeëigenen, maar ook zich meester willen maken van het recht van 'dopen'. Het antwoord dat Tertullianus deze vrouwen wil geven is kort: Paulus zegt dat de vrouwen in de gemeente moeten zwijgen! 'Zwijgen' heeft hier bij Tertullianus de betekenis van 'niet leren', zij mogen niet léren, en als gevolg daarvan óók niet dopen! Kortom, alle ambtelijke bezigheid is hen verboden.

Emancipatie

Ook al in die tijd, de tijd van Tertullianus, hebben bepaalde vrouwen geklopt op de deur van de kerk om tot het bijzondere ambt te worden toegelaten, om te mogen leren en te mogen dopen. Zij stonden onder invloed van het streven naar emancipatie dat onder hun heidense zusters in die tijd steeds sterker werd. Waren er niet ook heidense 'priesteressen'? Christelijke priesteressen bestonden niet, en vrouwelijke bisschoppen evenmin. De Katholieke Kerk wist van de woorden van Paulus en eerbiedigde ze.

Sectarisch

En toch hadden deze vrouwen een zeker handvat. Maar dan wel buiten de Kathoheke Kerk, in de secten. Tertullianus verwijt hen brutaliteit, zij beriepen zich namelijk op het boek Handelingen van Paulus (Acti Pauli). In dat boek zou hen, naar zij beweerden, het recht tot het bedienen van de doop zijn gegeven.

Tertullianus heeft dat niet ontkend. Evenwel, het gezag van dat boek wordt door hem wel ontkend. Het is geschreven zegt hij door een in (Klein-)Azië levende priester, maar... die is uit zijn ambt ontzet, nadat zijn bedrog aan het licht was gekomen. Met anderen woorden: zijn boek deugt niet.

Tertullianus heeft gelijk gehad. De 'Handelingen van Paulus' is een van de vele apocriefe boeken van die tijd geweest, bovendien een boek met allerlei ketterse inzichten, en het is dan ook nooit opgenomen geweest in de rij der canonieke boeken van het Nieuwe Testament. Dit boek heeft dan ook geen enkele zeggingskracht gehad. De zich emanciperende vrouwen in de Katholieke Kerk hebben zich er niet op kunnen beroepen.

Geen tucht

Ter aanvulling van dit alles verwijs ik tenslotte nog op een ander boek van Tertullianus, een boek dat hij schreef tegen de ketters (De praescriptione heareticorum). In dit boek (cap. 41) beschrijft Tertullianus aan het slot, hoe het er in de samenkomsten van de ketters in die tijd aan toe ging. Alles even onordelijk! Gezag ontbreekt, tucht ontbreekt. Ieder doet maar wat goed is in eigen oog. Het is alles zo menselijk en zo werelds. De vaste regel van het Woord Gods ontbreekt. Men kan niet uitmaken wie 'gelovige' is en wie nog maar 'catechisant' is. Allen komen gelijk binnen, en beginnen dan gelijk te bidden. De een wil boven de ander uitsteken, allen zijn ze opgeblazen. En dan de woorden: En hoe brutaal zijn bij hen zelfs de vrouwen. Zij matigen zich alles aan wat hun verboden is: zij geven onderricht, zij discussiëren, en misschien dopen ze ook wel.

Tertullianus heeft hier het oog gehad op samenkomsten van gnostisch gezinde groepen. En de gnostici, al heetten zij christenen, waren dé ketters van die tijd. Bij hen nu constateerde Tertullianus dat zij, gelijk op met de mannen, leerden en mogelijk zelfs doopten, in de samenkomsten van hun gemeenten.

Scherp heeft Tertullianus getrokken, ook in dit opzicht, de scheidslijn tussen de Katholieke Kerk enerzijds en de secten anderzijds. In de Katholieke Kerk had de vrouw ook haar rechten, zij kon diaconaal bezig zijn, en zij kon als weduwe bepaalde werkzaamheden verrichten, maar zij stond buiten het bijzondere ambt; zij was geen bisschop, zij was geen priesteres; het was haar niet toe te staan te 'leren' en te 'dopen'. Dat vond men in de secten.

Feiten

Tertullianus' berichten zijn opmerkelijk en nog steeds van betekenis. Ik heb ontdekt dat moderne pleitbezorgers voor de vrouw in het ambt er maar al te graag aan voorbij gaan. Maar de feiten liegen niet.

In de Kerk heeft men ontzag gehad voor het Woord Gods, ook voor de woorden Gods in de 'zwijgteksten' en men heeft niet die woorden een zin gegeven die afwijkt van de meest eenvoudige. De Kerk heeft deze teksten waarlijk niet misverstaan. Oude getuigen als Tertullianus bewijzen het.

Het gaat er allerminst om de vrouw haar plaats en haar rechten in de kerk te ontzeggen. Maar zij mag, om een woord van Tertullianus te gebruiken, niet 'brutaal' zijn, door voor zich op te eisen wat God in Zijn Woord haar verboden heeft. Het komt uit een verkeerde hoek, net als in de tijd van Tertullianus, wanneer het ambt en de ambtsbezigheden door de vrouw worden opgeëist. Dan bevindt zij zich in feite buiten de kerk en niet meer binnen in haar. Dan is zij sectarisch en niet kerks. Mocht nog weer eens in onze tijd, met alle eerbied, naar het getuigenis van de Schrift geluisterd worden!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 juni 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Tertullianus over lerende en dopende vrouwen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 juni 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's