De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Uit de pers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de pers

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

De reformatie in 1975

Het aantal herdenkingsbijeenkomsten rondom 31 oktober is bepaald niet groot te noemen. Daar zijn verschillende oorzaken voor aan te geven. Om te beginnen is het historisch besef in onze tijd beslist niet indrukwekkend. Niet alleen de kerkhervorming, maar ook allerlei gebeurtenissen uit de geschiedenis van het jongste verleden krijgen soms nauwelijks aandacht. Hoe vaak kun je het niet horen: We leven nu! Wat hebben we te maken met gebeurtenissen die we alleen van horen zeggen hebben?

Het behoeft geen lang betoog dat een dergelijke redenering grenzeloos oppervlakkig is en verwaarloost dat we ons nooit los kunnen maken van het verleden, hoe graag men dat soms ook wil. Beslissingen uit het verleden werken nu eenmaal door in het heden. De politiek is daar vol van. Denk b.v. aan wat er nu gebeurt in Portugal of in Spanje.

Voorts is het oecumenisch klimaat niet gunstig voor herdenkingen van de kerkhervorming. Of liever: een bepaalde oecumenische visie die in feite neerkomt op een betrekkelijk-stellen van alle verschillen. Je zou ook — en m.i. met meer reden — kunnen zeggen: Het echte oecumenische gesprek omzeilt de waarheidsvraag niet. En dus heeft juist ieder die de oecumene ter harte gaat, te maken met wat er in 1517 en volgende jaren gebeurde. Het heeft alle zin om op enigerlei wijze ook in 1975 het gebeuren uit de zestiende eeuw aan de orde te stellen, hetzij in een aparte samenkomst, hetzij in de prediking op de zondagen rondom 31 oktober. Niet als hetze, maar wel als bezinning op onze eigen positie. Herdenken is immers ook: een appèl vanuit het Woord Gods aan onszelf.

In 'Woord en Dienst' van 18 oktober schrijft drs. S. Gerssen over de hervorming en onze tijd het volgende, dat we graag ter overweging aan u doorgeven:

De herdenking van de kerkhervorming op 31 oktober handhaaft zich de laatste jaren ternauwernood. Velen vinden het wat gênant om zo ver in de geschiedenis terug te blikken: de kerk is toch immers onderweg naar de toekomst en staat open voor elke verandering, die deze gerichtheid met zich mee kan brengen. Bovendien is het wat pijnlijk voor onze rooms-katholieke broeders als wij elk jaar blijven gedenken eens uit het diensthuis te zijn uitgeleid. Het zou wel in overeenstemming zijn met de tijdgeest als wij ons met enige vertedering over het verleden zouden buigen; maar deze nostalgie reikt amper tot 1917, laat staan tot 1517.

Het is goed te beseffen, dat de reformatie een verandering heeft geproclameerd die ingrijpender is dan die waarvan de meest stoutmoedigen durven dromen, 't Is de verandering, die op naam staat, niet van enig mens, maar van Jezus Christus. Zijn heerschappij is over deze wereld uitgeroepen en wie daarvan weet begint anders te spreken over • God en over de mens, over de kerk en over de toekomst. De reformatie wilde niet anders zijn dan het uitspellen van deze ene Naam: dat is een ontspannen en vrolijk makende bezigheid. Het staat haaks op alle pogingen om zelf of met vereende krachten iets heiligs tot stand te brengen. Het ondergraaft ook alle idealisme, dat meent een energieke poging tot wereldverbetering te moeten ondernemen. Het ziet alle dingen in het licht van de opstanding en ziet daarom ook in alle dingen het licht van zijn toekomst. Wij doen onszelf schade als wij vergeten, dat deze proclamatie in onze landen is geschied. Wij zouden in onze gesprekken met Rome de zaak verarmen als wij dit licht niet laten schijnen, want Rome heeft hieraan meer behoefte dan aan een handelbare bisschop van Utrecht. Wij zouden ook deze onze wereld schade doen als wij deze verandering niet opnieuw zouden proclameren. Want deze wereld weet niet van opstanding, zij weet hoogstens iets van opstand. De reformatie is in wezen het protest tegen alle krampachtigheid, tegen elke Atlasachtige houding.

Wie meent dat dit te zeggen in 1975 niet meer actueel zou zijn kent de kerk niet noch de wereld. Men wordt ziek van alle krampachtigheid en jaagt elkaar op tot een steeds diepere ernst. De keerzijde van het idealisme is dat men gebukt gaat onder de schuldcomplexen: men praat elkaar het menselijk falen aan in plaats van het verlossende Woord. Wat wij allemaal nodig hebben: Rome en reformatie, kerk en wereld is een vernieuwing van het getuigenis aangaande datgene wat er gezegd is en wat blijft gelden en niet een verzwaring van lasten, die geen mens kan dragen. Die vernieuwing zou zijn: de reformatie in 1975.

Spreken in tongen

In 1 Cor. 12-14 spreekt Paulus over de gave van de tongentaal, de glossolatie. Prof. dr. J. P. Versteeg heeft in het blad 'De Wekker' in een aantal artikelen laten zien hoe de apostel kritisch-positief over deze gave spreekt. Paulus waarschuwt voor verabsolutering van een bepaalde gave, legt er de nadruk op, dat de gaven dienen tot opbouw van de gehele gemeente, laat zien dat de tongentaal in de gemeente er nooit kan zijn zonder vertolking, en dat deze gave eerder een gave voor de 'binnenkamer' is, n.l. vorm van lofprijzing. Paulus brengt dus nogal wat beperkingen aan, en remt het spreken in tongen eerder af, dan dat hij het aanmoedigt

Het is goed dat we ons juist in onze tijd met deze hoofdstukken bezig houden nu de charismatische werkgroepen en bewegingen in allerlei kerken nogal aandacht vragen voor de tongentaal. In plaats van die tongentaal in te voegen in het geheel van de genadegaven, zet men deze gave bovenaan de lijst en beoordeelt men er christenen aan. Men is pas volwaardig christen, als men in tongen spreekt, volgens sommigen.

In het nummer van 19 september waarschuwt de heer L. Pieper die met grote waardering de artikelenserie van Prof. Versteeg aanhaalt, voor 'n ongenuanceerd spreken over de glossolalié.

Het spreken in tongen, de zg. glossolalié als gave van de Heilige Geest is dus een vorm van gebed, tot lofprijzing van de Heere in onweerstaanbare klanken of in een totaal vreemde taal (1 Cor. 14 : 28). Voor een goed begrip van dit merkwaardig verschijnsel is het echter nodig duidelijk te maken dat niet ieder die in tongen spreekt een bijzondere gave (een charisma) van de Heilige Geest ontvangen heeft.

Het is nodig erop te wijzen dat ook in heidense godsdiensten de glossolalié geen onbekende zaak is. Heidense priesters spreken soms in trance ook in vreemde, onverstaanbare klanken. In een toestand van extase, soms veroorzaakt door opwindende muziek of bij heidense feesten heeft men het spreken in tongen waargenomen, 'k Geloof dat daar duidelijk van een demonisch verschijnsel sprake is. Men dient dus te bedenken, als er van tongentaal sprake is dat die ook uit een totaal verkeerde bron kan voorkomen. Ook hierin is, om met Luther te spreken, Satan de aap van God. Hij weet op een bedrieglijke wijze na te bootsen wat God op een bijzondere wijze soms aan Zijn kinderen als gave schenkt.

In de tweede plaats zou ik erop willen wijzen dat de bijbelse tongentaal metterdaad een gave is, een bijzondere gave van de Heilige Geest die 'ieder in het bijzonder toedeelt gelijk Hij wil' (1 Cor. 12 : 11). Het is dan ook wel heel merkwaardig dat men in charismatische kringen cursussen organiseert waar het spreken in tongen sterk op de voorgrond staat. Soms wordt nadrukkelijk aangeraden om het maar eens te 'proberen' door bepaalde geluiden steeds weer te herhalen en op den duur 'komt het dan soms'. In elk geval wordt het streven ernaar dikwijls sterk aangemoedigd terwijl de Bijbel alleen spreekt van het 'niet belemmeren' (1 Cor. 14:39). Wel wordt gesproken over het streven naar profetie in datzelfde vers. Dit alles heeft tot gevolg dat er een onbijbels streven is bij velen om ook de tongentaai te verkrijgen. Men laat zich dan ook de handen opleggen om 'gedoopt te worden in de Heilige Geest' waarbij men dan meestal de gave van de tongentaal ontvangt.

Denkend aan de hierboven genoemde beperkingen moeten we ons afvragen of men hier nog op de bijbelse weg is. Hebben de broeders of zusters die het spreken in tongen hebben Ieren 'beoefenen' zich ooit afgevraagd of ze inderdaad deze gave als gave van de Heilige Geest ontvangen hebben en hebben ze de geesten beproefd aan de hand van het Woord van God? Het moet toch een ontstellende gedachte zijn dat men ook kan spreken in tongen vanuit een verkeerde bron. Lees in dit verband eens 1 Cor. 12 : 3. Blijkbaar is het mogelijk Jezus te vervloeken als een uiting des 'geestes'.

De schrijver van dit artikel heeft er bezwaar tegen dat door allerlei theologen een uitbreiding aan de tongentaal gegeven wordt (b.v. in de richting van demonen-uitdrijving, genezend handelen Gods enz.), in plaats dat zij op het spoor van Paulus de aandacht voor deze gave inperken.

Het is eveneens onbijbels om via de tongentaal allerlei boodschappen van God door te geven. Herhaaldelijk kan men dit de laatste tijd tegenkomen, soms in de vorm van 'Ik, Jezus spreek tot u...' enz. Wanneer men deze vertolking tegenkomt is men toch wel ver buiten de strakke exegese over de tongentaal zoals door Prof. Versteeg gegeven, en moet men zich afvragen op welke bijbelse grond men staat. Tongentaal in bijbelse zin is spreken tot God (1 Cor. 14 : 2a).

Wanneer bovendien de tongentaal steeds meer naar voren geschoven vvordt als het 'hart' van een oecumenisch streven, zoals dat in katholieke-, charismatische-en pinksterkring voorkomt, wordt er weer een nieuwe, onbijbelse dimensie aan toegevoegd.

Niet het elkaar erkennen en aanvaarden op basis van het gezamenlijk spreken in tongen betekent een werkelijke eenheid, maar het samen aanvaarden en buigen voor het enige Woord van God. Niet de uitingen van tongen maar het kruis van Jezus Christus is de eenheid waarom de ware christenheid zich zal moeten groeperen. Daar is voor ons de schuld gedelgd en het samen gelovig aanvaarden van dat offer betekent de ware gemeenschap der heiligen. Wie de verslagen leest van het onlangs gehouden charismatische congres in Rome, dat zelfs door de Paus werd toegesproken, constateert duidelijk dat men van Rooms Katholieke zijde bezig is deze beweging binnen de muren der Roomse kerk op te gaan vangen.

Tenslotte wil ik nog opmerken dat telkens gesproken wordt over de tongentaai die vernieuwend en/of bevrijdend zou werken. Men zou daardoor grotere kracht, blijdschap, vrijmoedigheid en een overwinnend leven over de zonde aanvaarden, (zie o.a. Vuur van sept. 1973 pag. 17).

In verbinding met de sterk geaccentueerde, wonderbaarlijk genezingen en van allerlei uitingen van 'profetie' lezen we van nieuwe pinksterervaringen die tot vernieuwing van de kerken zouden leiden. Zeer velen beoordelen al deze ontwikkelingen zondermeer positief of aarzelen om er een oordeel over uit te spreken.

Toch zijn we als kerken en als individuele leden geroepen de geesten te toetsen of ze werkelijk uit God zijn (1 Joh. 4 : 1). Wanneer we Mattheus 24 er nog eens op nalezen weten we dat in de laatste tijden veel verleidingen zullen komen, zodat Jezus waarschuwt voor grote tekenen en wonderen waardoor ware het mogelijk, ook de uitverkorenen verleid zouden worden'.

We mogen natuurlijk niet zeggen: 'Wat in het NT staat over de tongetaal is een afgesloten hoofdstuk. Dat kan nu niet meer'. God is vrij gaven te geven aan wie Hij wil. We mogen ons ook van deze gave niet afmaken.

Maar wel is het goed om deze nuchtere kritiek op verabsolutering van de tongentaal ernstig te nemen. We hebben juist in onze tijd de geesten te beproeven of ze uit God zijn. En we moeten tegelijk er op bedacht zijn dat we de Geest Gods niet uitblussen. Beide kanten zijn even ernstig te nemen. Leven door de Geest is leven bij het Woord van zonde en genade, opdat Christus in ons leven verheerlijkt worde. Daar komt het op aan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 november 1975

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Uit de pers

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 november 1975

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's