INGEZONDEN
HERVORMING. QUO VADIS ?
Uit cijfers, welke bij tijd en wijle in de pers worden gepubliceerd, blijkt, dat de Nederlandse Hervormde Kerk daalt in ledental en het Weekblad Hervormd Nederland in abonnementental. De vraag is, of beide feiten elkaar beïnvloeden. Het zal de opmerkzame lezer van H.N. spoedig opvallen, dat het blad een duidelijk linkse signatuur draagt en niet de brede visie, welke de naam veronderstelt. Vele namen van uitgesproken rechtse theologen mist men er evenals bijdragen van hun hand, naar ervaren wordt, omdat die artikelen worden geweigerd (men spreekt over „terreur van links"). Dit kost vanzelfsprekend vele abonné's.
Voorts staan in het blad vele bijdragen, die men in een kerkelijk blad bepaald niet zoekt zoals: Zeilen, Oude bakkerij wordt eethuisje, Olympische Spelen, Vestdijk 70 jaar, Boerenleenbanken. Gevolg: verlies van abonné’s.
Wanneer de eminente theoloog prof. Haitjema 80 jaar is, wordt er een kort stukje aan hem gewijd, waarin niet tot uiting komt zijn grote betekenis voor de kerk noch wordt gesproken over zijn talrijke boeken en andere publicaties of zijn theologie van het Woord.
Maar in hetzelfde nummer van H.N. wordt in een volle pagina aandacht besteed aan Irma Spruit, mode-ontwerpster. Wie van de kerkelijke belangstellende lezers vraagt om zo'n modeblad-artikel? Aan deze domineesvrouw kan beter aandacht worden besteed, wanneer zij evenals de echtgenote van prof. De Vrijer een boek heeft geschreven over „Dertig jaar Dominese”.
Wanneer H.N. een artikel schrijft over de Dordtse Synode, dan wordt dit uitgerekend gedaan door iemand, die niet achter de beslissingen van Dordt staat . . . Wanneer de 24 bezwaarden een tweede gesprek hebben gevoerd met het breed moderamen van de Ned. Herv. Kerk, dan schrijft de synodale verslaggever dr. Langman, dat men moeilijk een gesprek met elkander kan voeren, omdat de gesprekspartners te dicht bij elkaar stonden (H.N. 26-10-68).
In de Waarheidsvriend (adm. Noordvliet 47, Maassluis) publiceerde ds. Geluk in november en dec. '68 echter een vijftal vervolg-verslagen. De conclusie zou derhalve ook kunnen zijn, dat gezien de geschetste nabije situatie der partners, de bezwaarden op een aantal lange tenen hebben gestaan, mede gelet op het feit, dat bepaalde modaliteiten (lees: richtingen) in onze N. H. Kerk zich reeds spoedig ,,gediscrimineerd" gevoelen. Sommige theologen bedienen zich tegenwoordig gaarne van mode-woorden als: aktuele prediking, nieuwe bewoordingen van de Bijbelse boodschap, (een „discriminatie" van Gods Woord, dat van en voor alle tijden is), uitdaging. Het woord discriminatie wordt vooral gaarne gebruikt, als bepaalde dwalingen aan de hand van de Schrift worden afgewezen. Het wordt gebruikt buiten en (natuurlijk) in de kerk, door de leiding van de kerk, door H.N.
En dan o.a. zeer gaarne, als het gaat over homofielen (in de Kamer werd nog pas gepleit voor Koninklijke goedkeuring van de statuten van hun vereniging; dit geschiedde door woordvoerders van P.S.P. en P.v.d.A., de koers, die men terugvindt in H.N.!)
Op vele plaatsen in de Bijbel wordt de homofilie scherp veroordeeld (men leze o.a. Genesis 18 en 19, Jeremia 23 : 14, 1 Tim. 1 : 3-11, Judas 7). Velen in onze tijd zien niet meer, dat homofielen Gods Woord verachten en discrimineren maar zij draaien de zaak om en zeggen, dat degenen, die homofielen veroordelen, hen discrimineren. Zo schrijft Pater Gottschalk, categorale zielzorger in de Open Deur een artikel „Homofielen zien zich in een minderheidsgroep geplaatst". En in de Typhoon, dagblad van de Zaanstreek, schrijft ds. Brussaard, geref. predikant te Den Haag op 14 juni 1968: ,,dat hoewel de kerk vele eeuwen door onjuiste Bijbeluitlegging heeft bijgedragen tot de algemene afkeer van de homofiele naaste zij thans bezig is deze fout in te zien en te verbeteren". En H.N. schrijft in dezelfde geest over deze zaken.
Zulke uitspraken zijn echter in het licht van Gods Woord verfoeilijk (Rom. 1 : 18-32) en brengen in gedachte het Schriftwoord: wee hen, die het kwade goed noemen en het goede kwaad (Jes. 4 : 20). Wij weten uit de Bijbel, dat er vele dwaalleraren zullen komen, wolven in schaapskleren, die indien mogelijk zelfs de uitverkorenen zullen verleiden en de kudde verstrooien.
Billy Graham schrijft in Christian Economics van 9-7-68: Valse leraren gebruiken schoonklinkende woorden, die de indruk geven het toppunt van logica, geleerdheid en cultuur te bevatten. Zij zijn bijzonder handig in het misleiden van oppervlakkige en eenvoudige lieden (1 Tim. 4:1-2). Doordat de kerk de naturalistische leer aanvaardt, predikt zij steeds meer een humanistisch geloof. Duizenden hunkeren naar een persoonlijk en levendig contact met Jezus Christus. Zij wensen een hartverwarmend en persoonlijk geloof. De kerk put zich uit in het geven van sociale adviezen maar haar eigenlijke taak is het prediken van het Evangelie en bekeren van de mensen tot Christus (Lucas 12 : 13-15). De wortel van alle kwaad is de zonde in de menselijke natuur. Wij moeten zo goed mogelijk naar het Evangelie de christelijke principes toepassen op de heersende sociale toestanden”.
En in het september-nummer 1968 van „Een Nieuw Geluid" lezen wij op blz. 178 over „afval, veroorzaakt door het ondergraven van het geloof in de Heilige Schrift als het door Gods Geest geïnspireerde Woord". „Is het niet opmerkelijk", vraagt schr. vervolgens, „dat juist degenen onder de theologen, die de Bijbelse waarheden niet meer aanvaarden, steeds meer hun blikken naar het Oosten wenden? " Het is duidelijke taal; anderen schreven over de communistische geest, die vele van onze theologen heeft aangegrepen. De geest van het ongeloof openbaart zioh niet alleen in de Hervormde Kerk, ook de Gereformeerden zijn er door aangetast (de afscheidingen blijken geen waarborg om het modernisme, het ongeloof buiten de kerk te houden: we nemen ons eigen zondige hart immers mede!) en ook de kerk van Rome voert zijn strijd tegen het ongeloof (oecumenebedrijvers: ziet ge niet, dat velen aldaar de kerk verlaten, omdat ze alle geloof over boord hebben geworpen, terwijl de anderen vasthouden aan paus, eucharistie, curie en onfeilbaar leergezag met verwerping van iedere andere leer, ook die der Reformatie? )
In het Hervormd Weekblad (uitgave H. Veenman en Zn., Wageningen) van 24-10-68 lezen we, dat een zekere ds. H. van Lunzen te Odoorn in „Kerknieuws" de Drieëenheid onaanvaardbaar vindt, Jezus geen Verlosser maar, zo Hij al geleefd heeft, een voorbeeld noemt en ook Zijn opstanding loochent. Prof. van Itterzon schrijft in dit nummer, dat een provinciaal breed moderamen een duidelijke mededeling ontving over aantasting van de fundamenten der kerk door een „Dienaar des Woords", doch totaal niet hierop reageerde. Artikel 10 van de kerkorde schijnt bepaald niet zo werkzaam te zijn. En als men dan verontrust is, wordt men niet meer „voor vol aangezien". (Dr. Gravemeyer wordt dan plots een seniele oude man, die niet meer weet wat hij zegt, doch hoe anders zou hij zijn beoordeeld, wanneer hij was blijven meegaan met de huidige koers!) En de 24 bezwaarden - hoevele malen 24 maal 24 zou onze kerk er wellicht wel tellen? - worden dan uitgekreten voor een kwade vliegenzwerm, die maar spoedig onschadelijk moet worden gemaakt.
Heeft de uitvinder van dit beeld, ds. Faber, er al eens aan gedacht, dat zo'n grote vliegenzwerm vooral daar te vinden is, waar bederf heerst?
Wij moeten beseffen, dat zij, die de huidige koers voorstaan, van een andere geest zijn dan degenen, die trouw willen blijven aan de aloude grondslagen van onze Vaderlandse Kerk.
Het Zoeklicht, dat ook aan deze problemen is gewijd, schrijft in het niunmer van 19-10-68 o.a. „Zo zien we, dat de geesten steeds meer onderscheiden worden. Dat hier de geest van Satan en niet de Geest van Christus openbaar wordt, is zonder meer duidelijk. Nu moet elk kind van God een bewuste keuze doen. Men kan niet meer neutraal blijven. Het is voor of tegen. Mogen wij met elkaar de goede keuze doen en ons niet laten verleiden terwille van de „algemene opinie" of terwille van een „valse vrede" mede te doen met hen, die in plaats van te buigen voor de autoriteit van God en Zijn Woord de mens en de menselijke mening laten prelaveren.”
Men houdt in sommige kringen van de Herv. Kerk en in het blad H.N. veel van het woord uitdaging, vooral wanneer een bepaalde actie uit die kringen zelf voortkomt. De volgende uitdaging van ondergetekende zal nu wel direct als discriminerend worden gekwalificeerd.
Laten degenen, die de Heilige Schrift niet (meer) wensen te erkennen als Gods onfeilbaar Woord - of alleen geldig oordelen in de tijd, waarin dat Woord werd geschreven - en de Belijdenisgeschriften van de Ned. Herv. Kerk niet (meer) onderschrijven, de waarachtigheid en het christelijk fatsoen opbrengen om op te houden met het onzindelijk zoeken naar dubbelzinnige uitdrukkingen voor het formuleren van geloofszaken of zaken omtrent de kerkorde teneinde daaraan later een geheel andere uitleg te kunnen geven, laten zij onhouden met het de gemeente des Heren afnemen van de mooiste Schriftuurlijke gezangen, welke door menigeen op het sterfbed op de lippen zijn genomen en die behoren tot de schat der kerk (zie o.a. het vervolgartikel: „De nieuwe gezangenbundel" van ds. Steenbeek in het Herv. Weekblad van 21-11-1968); laten zij ophouden van die kerk de grondbeginselen door zovelen nog beleden te ondermijnen met het bewuste of onbewuste doel haar te doen ineenstorten. En indien zij dit alles niet willen, laten zij dan erkennen, dat zij in die kerk geen plaats meer hebben en zeker geen ambt behoren te bekleden en daarnaar handelen.
Hetzelfde geldt, mutatis mutandis, voor de redactie van H.N. Daarna zal dan wellicht de financiële situatie van het blad zo veel gunstiger worden, dat men zijn abonné's niet meer behoeft te dwingen tot een immoreel koppel-abonnement tussen H.N. en het plaatselijk kerkblad.
De grootste nood der Ned. Herv. Kerk is de nood der prediking. (Men leze o.m. in het „Kerkblaadje" - uitgegeven door de Kring van Vrienden van Kohlbrugge, Hessel Mulertstraat 7, Ommen - van 15-12-67 het artikel van ds. Van Harten: „De rechte prediking"). Wanneer die geschiedt naar Schrift en Belijdenis door predikanten, die de naam Verbi Divini Minister met waardigheid dragen, zal God Zijn zegen gewis geven. Zijn Woord keert niet ledig weer. Dat Woord zal het doen ook in deze tijd, die meer en meer wijst op de naderende wederkomst van Christus, Die onze Enige Gerechtigheid en Volkomen Zaligmaker is.
’s-Gravenhage M. Paans
P.S.
Bewijzen van instemming met dit artikel — dat geweigerd werd door de redactie van Hervormd Nederland — worden gaarne ontvangen op het postadres: M. Paans, Postbus 4650, Rijswijk (Z.H.) Landelijke en plaatselijke kerkelijke pers worden verzocht aan een en ander aandacht te schenken.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 februari 1969
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 februari 1969
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's