Het talenwonder
En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen te spreken met andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken. Hand. 2 : 4
Het Pinksterfeest verplaatst ons in de Geest naar de zaal te Jeruzalem, waar de discipelen vergaderd waren en waarschijnlijk met hen de schare van 120 personen, waarvan in Handelingen 1 sprake is.
Het was een gezegend samenzijn. Gods Woord zegt ons, dat ze eendrachtig bijeen waren en wat meer nog zegt, ze waren ook volhardende in het bidden en smeken. Dat was uit de Heilige Geest. Want van nature is de mens gebedloos. Alleen wanneer de Heilige Geest zijn werking in het hart doet gevoelen, wordt de ware eenheid onder de broeders van hetzelfde huis gevonden en worden de harten geneigd tot ootmoedig smeekgebed. Dan mag er wel eens gevonden worden het bidden door de Geest om de Geest. Zo kunnen we ons indenken, dat de schare op de Pinksterdag bijeen was, biddende door de Geest om de Geest. Maar nu paarde zich aan de bede der jongeren het machtig pleiten van Hem, die gezegd had: 'Ik zal u een andere Trooster zenden.' En die andere Trooster is gegeven op de Pinksterdag.
Onder geweldige tekenen werd de Heilige Geest uitgestort op de discipelen.
Er geschiedde uit de hemel haastiglijk een geluid als van een geweldig gedreven wind. Neen, er was geen wind. Maar wel was er het geluid als van een geweldig gedreven wind. Hiermede wordt aangeduid de komst van de Heilige Geest. Wie niet geheel en al vreemdeling is in het Woord Gods, weet, dat op vele plaatsen de Heilige Geest wordt getekend onder het beeld van de wind.
Ook werden van hen gezien verdeelde tongen als van vuur en het zat op een iegelijk van hen. Ook dat waren geen tongen van werkelijk vuur. Het was meer. Het was de vlam des Geestes. Hiermede werd in de eerste plaats aangewezen de verlichting van de Geest Gods. Immers de tongen werden niet gevoeld maar gezien. Daarom wordt hier niet zozeer bedoeld de louterende kracht of het verwarmend vermogen van de Geest, als wel de verlichting des Geestes. En welk een verlichting! Het licht van de zon verbleekt bij de straling van de vlam des Geestes!
Onder deze geweldige tekenen werd de Heilige Geest uitgestort. Op dergelijke wijze komt de Geest zich nu niet meer openbaren aan Gods kind. Nu werkt de Geest des Heeren meer in de stilte van het heiligdom. Het is als met de bergstroom, die eerst klaterend en schuimend van de rotsen naar beneden schiet, maar dan, in de vlakte aangekomen, rustig kabbelend voortvloeit en aan zijn oevers een ongekende vruchtbaarheid schept.
Daarop werden de discipelen vervuld met de Heilige Geest en begonnen met andere talen te spreken, zoals de Geest hun gaf uit te spreken.
Hier hebben wij wel degelijk te denken aan een zeer bijzondere werking van de Geest des Allerhoogsten, die het taalvermogen de mens eenmaal gegeven heeft. Aan een gehoorwonder hebben we hier niet te denken, zoals men wel eens heeft gemeend. Evenmin moeten we hier denken aan het spreken in een tongentaai, zoals dat in de apostolische tijd te Corinthe en elders wel voor kwam. Naar het Woord der Schrift hebben we hier werkelijk te denken aan verschillende talen, die destijds in de verschillende landen gesproken werden. Waarschijnlijk hebben we het ons zo in te denken, dat deze discipel in de ene en gene discipel weer in een andere taal heeft gesproken. Wanneer nu straks een grote menigte samenstroomt op het geluid, is elke groep daarheen gegaan, waar hij zijn eigen taal hoorde spreken. Maar welke taal de discipelen ook gesproken hebben, de inhoud van aller rede was, de vermelding van de grote werken Gods. De werken van schepping, maar niet minder van herschepping, mochten ze met vurige, door de Geest bezielde tong vermelden.
Voor de discipelen zelf zal het wel in meer dan één opzicht een onvergetelijke ure zijn geweest. Welk een uitnemend voorrecht te mogen spreken van Gods grote werken in de redding van zondaren. Maar heerlijker nog is dat voorrecht, als men zich zelf mag insluiten bij de vermelding van Gods grote daden: Dan behoeft men, anderen het brood uitdelend, zelf niet te hongeren.
Onvergetelijk zal ook deze ure geweest zijn voor Jezus' jongeren, als ze dachten aan het werk, dat de Heiland voor Zijn hemelvaart hun had opgedragen. Hij had hun immers geboden: 'Gaat dan henen, onderwijst alle volkeren, dezelve dopende in de Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes, lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb'. Ook had Hij hen tevens de belofte gegeven: 'Ziet, Ik ben met ulieden alle de dagen tot de voleinding der wereld'. Nu zullen de discipelen wel meermalen werkzaam zijn geweest met dit bevel en met deze belofte. En dan is het niet anders te verwachten, dan dat ze onder dat bevel wel eens hebben gezucht en zich hebben afgevraagd: 'Maar hoe zullen wij, eenvoudige mannen, nu aan die opdracht kunnen voldoen? ' Ook zullen ze zich wel eens hebben mogen verlaten op de belofte Gods. Hoe rijk vertroostend moet het nu voor hen dan wel geweest zijn, te mogen bemerken, dat er wel voor hen onoverkomelijke bezwaren zijn, maar niet voor Hem, die tot hen gezegd had: 'Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde'. Gelukkig het hart, dat in dagen van zorg en moeite eens door de Geest Gods mag worden onderwezen in de wondere leiding des Allerhoogsten.
Ook voor de Kerk in haar geheel heeft het Pinksterwonder een rijke betekenis. Duidelijker dan ergens anders wordt ons hier geleerd de katholiciteit der Kerk. De middelmuur des afscheidsels tussen Jood en heiden is nu geheel weggevallen. Hier wordt het duidelijk, dat uit alle volkeren der aarde er zullen komen om de Naam des Heeren aan te roepen. Ook lezen we in het boek der Openbaringen, dat het Nieuw Jeruzalem aan iedere zijde vier poorten heeft. Daardoor zullen ze komen van noord en zuid, van oost en west om met Abram en Izak en Jacob aan te zitten aan de bruiloft des Lams. Geve God, dat ook de kerk hare zendingsroeping moge verstaan om het Woord der waarheid aan alle volkeren der aarde te brengen. En als dan de Geest des Heeren werkzaam mag zijn in het midden der heidenwereld, dan zal ook in deze bedeling gezien worden, dat God Zijn volk heeft onder alle natiën der aarde.
Vragen we ons nu eens af, wat de uitwerking van het Pinksterwonder is.
Dan willen we allereerst opmerken, dat het Woord des Heeren nooit ledig wederkeert. Het is voor velen 'n reuke des levens ten leven, maar voor anderen weer een reuke des doods ten dode. Zo is het ook met Christus zelf. Simeon zong reeds van Hem: 'Deze wordt gezet tot een val en opstanding van velen in Israël en tot een teken dat wedersproken zal worden'. Welnu, zo is het ook met het Woord van de Verheerlijkte Middelaar Gods en der mensen. Ook de vermelding van de grote werken Gods door de discipelen zou een scheiding brengen in de schare, die op het geluid van de geweldig gedreven wind was samengekomen.
Beroering grijpt de schare aan nu zij deze eenvoudige Galileeërs horen spreken in hun eigen taal. Het is een mysterie om van te duizelen. Het is goed als er eens beroering mag komen onder de prediking van het Woord Gods. Maar aan beroering alleen hebben we niet genoeg. Denk maar eens aan het bekende visioen, waarin Ezechiël werd gevoerd in het midden van een dodenvallei. Toen hij daar het Woord Gods gepredikt had in het midden van de vallei, ontstond er ook een beroering. Er werden zelfs lichamen gevormd. Maar daar was geen geest in hen. Het ware leven ontbrak nog in de dodenvallei. Zeker, beroering kan niet gemist worden. Wee de gerusten in Zion en de zekeren op de berg van Samaria. Beroering is menigmaal het begin van de bekeringsweg. Maar ook kan het alleen een roering des gemoeds zijn, die verder voor het geestelijk leven niets uitwerkt. Denk maar eens aan zovele ziekbedbekeringen. Daar is nog wel enig verschil tussen gevoelswerk en Geesteswerk!
Nu bemerken we al spoedig, dat zich onder de schare een scheiding gaat voltrekken. Er zijn er, die twijfelmoedig vragen: Wat wil toch dit zijn? Verwerpen durven ze blijkbaar dit wondere teken niet. Ze gevoelen: Hier is de werking van de Heere God. Maar het aannemen? Ook dat kunnen ze niet. Het gaat zo tegen alle menselijke berekening in. Nooit hebben ze zo iets ondervonden. Ze weten er geen weg mee. Vandaar dat ze elkander vragen: 'Wat wil toch dit zijn? ' De geesten moeten beproefd worden om te weten óf ze uit God zijn. Immers ook Satan komt meermalen in de gedaante van een engel des lichts om de mens te verleiden. De beste weg tot onderzoek is, het Woord Gods te raadplegen onder biddend opzien tot Hem, die hét licht in de ziel kan doen opgaan. Ook Petrus verklaart straks het Pinksterwonder uit de profetie van Joel. Maar voorts moeten we er ook op letten, waar we gebracht worden door de leiding of de belofte, die we hebben ontvangen.
Als het een werk uit God is, komen we er mede tot de Heere en als het werk uit de mens is, gaan we er mede van God af.
Niet alleen vinden we op de Pinksterdag te Jeruzalem een schare, die zich ernstig afvraagt: 'Wat wil toch dit zijn', maar ook treffen we aan een groep spotters, die uitroept: 'Ze zijn vol zoeten wijns'. Dat behoeft ons niet te verwonderen. Waar de Heere werkt, zit Satan ook niet stil. Waar God Zijn kerk bouwt, richt Satan een kapel op. Alle werk Gods wordt bestreden. Gelukkig is het evenwel, dat God Zijn werk in stand houdt en dat de poorten der hel Gods gemeente niet overweldigen kunnen. Het genadeleven laat zich niet wegspotten. Daar zorgt de Heere wel voor. Dat blijkt ook straks na de rede van Petrus, als er 3000 zielen worden toegedaan tot de gemeente, die zalig wordt.
Het Woord Gods werd u op het Pinksterfeest weer gebracht. Nu komt het er op aan of dat Woord u is een reuke des levens ten leven en niet een reuke des doods ten dode. Spottend zult ge wel niet staan tegenover het Pinksterwonder, maar ach, als we geen ernst maken met de roepstemmen, die ook op deze dag zo duidelijk worden gehoord, spotten we dan in zekere zin niet met ons eeuwig zieleheil.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 mei 1972
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 mei 1972
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's