De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Uit het kerkelijk leven.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit het kerkelijk leven.

20 minuten leestijd

De a, s. Synode.

De Synode, die, als naar gewoonte den derden woensdag in Juli bijeenkomt, zal Woensdag 20 juli a.s. te 's-Gravenhage met haar vergaderingen beginnen. Zij zal als volgt zijn samengesteld :

Hoogleeraren-praeadviseurs : dr. H. v. Nes, te Leiden, (secr. dr. L. Knappert te Leiden ; ) dr. W. .Aalders te Groningen, (sec dr. .A. van Veldhuizen te Groningen ; ) adviseerende leden : L. W. Bakhuizen van den Brink, secretaris te 's-Gravenhage, en voor de financiëele aangelegenheden : mr. S. J. ! Hogerzeil, Quaestor-generaal te 's-Gravenhage.

Afgevaardigden der Provinciale Kerkbesturen en der Waalsche Commissie : dr. W. van der Beke Callenfels, pred. te Wansveld,  (sec. J. C Prins,  pred. te-Geldermalsen) ; W.'Stoel, pred. te Bemmel, (sec. G. Th. van Beusekom, pred. te Ochten) ; J. J. van der Grient, pred. te .Maassluis, (sec. dr. D. Plooy, pred. te Leiden : ) A. Sneep, ouderling te Numansdorp, (sec. G. A. van der Wilde, ouderl. te Delfshaven) ; G. J. van Paassen, pred. te Haarlem, (sec. dr. M. J. A. de Vrijer, pred. te Bloemendaal) ; G. D. Bom H.Gzn., ouderl. te .Amsterdam, (sec. H. Bijkerk, ouderi. te Haarlem) : dr. G. J. Weyland, pred. te Veere, (sec. P. van der Linden, pred. te Nieuwkerk (Sch.) : F. Bongers. pred. te Kamerik. (sec. j. Quast Hzn.. pred. te Utrecht) ; P. Flieringa. pred. te Schamegoutum, (sec. D. van Lonkhuyzen, pred. te Hoomsterzwaag) ; H. M. Tromp, oud-ouderl. te Sneek. (sec. A. van der Ploeg ouderL te Echten) : .A. de Haan, pred. te Zwolle, (sec. F. .A. van Schalk, pred. te Kam pen) : B. Ruys, ouderl. te Dedemsvaart. (sec. Joh. Weener, ouderl. te Enschede) ; F. Tammens, pred. te Zuidbroek, (sec. R. Cremer, pred. te Veendam) ; P. J. Franke, pred. te Hoogezand, (sec. I. Bosch Keiser. prgd. te Bedum) : Dr. C. F. M. Doeleman. pred. te Grevenbicht, (sec. Dr. W. Meindersma, pred. te 's-Hertogenbosch) ; mr. K. M. Phaff, oud-ouderl. te 's-Hertogenbosch, (sec. mr. R. W. J. de Menthou Bake, ouderL te 's-Hertogenbosch) ; .A. J. A. Scholte. pred. te Borger, (sec. dr. G. Visser, pred. te Assen) ; H. C. C. Frank, oud. te Veenhuizen, (sec. N. j. Rijnaardt, ouderl. te Schoonoord) ; G. E. - M. Picard, Waalsch pred. te - Arnhem, (sec. O. A. Gencuy, Waalsch pred. te Utrecht).

Van deze leden worden 12 tot de rechtzinnigen en 7 tot de vrijzinnigen gerekend.

Het oudste lid in dienstjaren, dat de vergadering opent, is ds. P. Flieringa, pred. te Schamegoutum.

De 45 Classes.

Onze Kerk is verdeeld in 45 Classes. En wel op deze wijze :

Gelderland met de 6 Classes : Arnhem, Nijmegen, Zutphen, Tiel, Bommel en Harderwijk.

Zuid-Holland met de 6 Classes : 's Gravenhage. Rotterdam. Leiden, Dordrecht. Gouda en Brielle.

Noord-Holland met de 5 Classes : Amsterdam, Haarlem, .Alkmaar Hoorn en Edam.

Zeeland met de 4 Classes : Middelburg, Zïerikzee. Goes en IJzendijke.

Utrecht met de 3 Classes : Utrecht, Amers foort en Wijk.

Friesland met de 5 Classes : Leeuwarden, Sneek. Franeker, Dokkum en Heerenveen.

Overijsel met de 3 Classes : Zwolle, Deventer en KampeiL

Groningen met de 4 Classes : Groningen, Winschoten, .Appingedam en Winsum.

Noord-Brabant met de 4 Classes : 's Hertogenbosch. Breda, Heusden en Eindhoven.

Limburg met l Classis : Maastricht.

Drenthe met 3 Classes : .Assen, .Meppel, en Emmen.

Waalsche Kerken met 1 Classis,

Deze 45 Classes zullen dus straks, als de Groote Synode komt de 45 leden dier Synode hebben te benoemen en af te vaardigen.

Gelderland zal dus door 6 leden, Zuid-Holland door 6, Noord-Holland door 5, Zeeland door 4, Utrecht door 3, Friesland door 5, Overijsel door 3, Groningen door 4, Noord-Brabant door 4, Limburg door 1, Drenthe door 3 en de Waalsche Kerken door  afgevaardigde(n) worden vertegenwoordigd.

Hoe de partijverhoudingen zullen zijn. valt natuurlijk niet met zekerheid te zeggen. Vooral in deze dagen van veel vacatures kan in bepaalde Classes de verhouding niet precies berekend worden. Denk maar aan de Classis Groningen, waar 5 orthodoxen en 5 vrijziimigen in het Classicaal Bestuur zitten, terwijl uit de Classis Heerenveen bericht werd. dat op de laatste Classicale ! Vergadering telkens op de candidaten van rechts en links een gelijk aantal stemmen werd uitgebracht — n.l. 45 — zoo dat tenslotte het lot moest beslissen, waarbij in 5 •van de 6 vacaturen de vrijzinnigen de gelukkigen waren. Zoo gespannen zijn daar de verhoudingen, dat, wanneer een predikant of ouderling van rechts vertrekken wilde, er een predikant van links meeging en ook omgekeerd.

Precies valt het dus niet te zeggen hoe de keuze van de 45 Synodeleden in de 45 Classes zal uitvallen. .Maar ongeveer kunnen we toch den uitslag, wat rechts en links betreft, wel bepalen.

.Achter .Alkmaar, Hoorn, Leeuwarden, Deventer, Winschoten, Winsum, 's Hertogenbosch, Eindhoven, Maastricht, Assen, Emmen en de Waalsche Kerken kunnen we wel zetten : modern. Dat is dus 12.

.Achter Heerenveen en Groningen zetten we een vraagteeken : modern óf orthodox. Ook Edam is niet zoo vast. En dus kan het wel worden 13 of 14 — misschien 15 modernen ; hoewel dat laatste niet waarschijnlijk is.

Nemen we 15 modernen dan blijven er 30 orthodoxe Synodeleden over : en wel voor : Arnhem, Nijmegen. Zutphen, Tiel, Bommel, Harderwijk, 's-Gravenhage, Rotterdam, Lei den. Dordrecht, Gouda, Brielle, .Amsterdam, Haarlem, Middelburg, Zierikzee, Goes, Ijzendijke, Utrecht, Amersfoort, Wijk, Sneek, Franeker, Dokkum, Zwolle, Kampen, .Appingedam, Breda. Heusden en Meppel.

Van deze 30 orthodo.xe classes zullen er wel niet veel zijn, die een man van den Geref. Bond zullen afvaardigen ; 't zou Harderwijk moeten zijn: misschien dat ook Wijk het wel eens in overweging kan nemen ; maar veel verder zullen we wel niet komen.

De Confessioneelen verkeeren wat dat betreft in gunstiger conditie. Den Haag. Rotterdam, Leiden, Dordrecht, .Amsterdam, om niet meer te noemen, kunnen wel eens besluiten een confessioneel man af te vaardigen, terwijl ook Friesland en Brabant nog wat doen kunnen als ze willen.

Verder zijn de Ethischen aan 't woord.

Voor de Evangelischen zal waarschijnlijk wel geen plaatsje zijn.

Een bonte rij van HoogEerwaarde mannen zal 't dus zijn. Een staalkaart van de partijverhoudingen in de Kerk.

Gelukkig dat vooral in de laatste jaren een ernstig streven is openbaar geworden, om saam in den ordelijken en wettigen weg zooveel, als mogelijk is, te doen, om het kerkelijk leven te versterken en het belijdend karakter der Kerk te bevestigen.

Als men daar elkander nu maar vinden mag.

Opdat m.en eikander leert zoeken om saam op te bouwen, opdat we vooruit kunnen.

Het is nu het oogenblik, dat de positie van onze Herv. Kerk in het midden van het ' volksleven sterker moet worden gemaakt ' Tegenover Rome is dat noodig. Niet minder tegenover allerlei geesten die door ruwe ontkenningen ons protestantsch-christelijk geloof afbreken en ondergraven.

Daartegenover moet positie worden ingenomen, door allen die den-Christus Gods belijden en verkondigen, als den Zaligmaker van zondaren, in den zin van onze belijdenis.

Zouden we voor onze Herv. Kerk een nieuwe periode tegemoet gaan ? Zou zij weer waardig haar plaats kunnen gaan innemen in het midden van het volksleven ? Zal zij werkelijk weer wat gaan beteekenen tegenover de wereld, tegenover Rome, tegen over de gescheidene kerken, tegenover allerlei secten en kerkjes ?

O ! dat er een ernstig streven bij allen die op den bodem der belijdenis staan openbaar mocht worden en dat de Heere Zich genadiglijk ontferme, om over dit alles Zijr. zegen te geven, opdat het voorspoedig mag voortgaan, tot eere Zijns Naams en to heil voor ons volk !

Wat zal de Synode nu doen ?

Dr. Niemeyer, de hoofdman van de vrijzinnigen in onze Kerk, is niet erg ingenomen met een groote Synode, gekozen door de classicale vergaderingen. Dat steekt hij onder geen stoelen of banken.

Nu zijn de class, vergaderingen overal gehouden. Overal is het voorstel van de Groote Synode van 45 leden, te kiezen door de class, vergaderingen, behandeld, met resultaat „dat, zooals kon worden verwacht" het voorstel „over 't algemeen zich in den bijval van de onderscheidene groepen der orthodoxie mocht verheugen."

Zoo constateert dr. Niemeyer zelf in het Weekblad voor de Vrijz. Hervormden van 7 Juli j.l.

We zouden zoo zeggen : nu kan de Synode moeilijk anders doen, dan het voorstel naar die beginselen vaststellen.

Dus : een Synode van 45 leden. , ^

En : de leden der Synode gekozen door de class, vergaderingen. Ingaande Juni— Juli 1922.

Dr. Niemeyer ziet evenwel een lichtstraal.

„Maar er zijn toch enkele orthodoxen geweest, die in de zaak geen heil zagen". Zoo iets van : een stroohalm

En dan volgt : „En velen hebben verklaard, dat zij tegen belangrijke onderdeelen van de voorgestelde regeling ernstige bezwaren hadden en met ongewijzigde aanneming ervan maar matig zouden zijn ingenomen". Weer zoo iets als : een stroohalm. Jammer, dat twee stroohalmen nog geen kabeltouw vormen.

Toch is er nog een hoopje bij ds. Niemeyer. Want zoo schrijft hij : „Het schijnt ons daarom nog niet onmogelijk, dat de regeling ten slotte de definitieve vaststelling niet haalt".

Nu — wat zoo al niet onmogelijk is bij de tegenwoordige Synode, is niet zoo maar met een paar woorden te zeggen.

Allerzonderlingste ervaringen hebben we daarvan.

En daarom kunnen we ons ook voorstellen, dat degenen die bezwaren hebben tegen het Synodale voorstel van de Groote Synode toch nog „matig ingenomen" zullen zijn, als de tegenwoordige Synode verdwijnt en de nieuwe komt.

Maar nu achten we het dan toch bijna — we willen voorzichtig zijn en denken aan den slinger van de klok die geregeld rechts en links zich heen en weder beweegt — bijna onmogelijk, dat de tegenwoordige Synode weigert de nu voorgestelde reglements wijziging definitief vast te stellen.

Verleden jaar hebben de class, vergaderingen gesproken. En ook de prov. kerkbesturen. Waarbij duidelijk en klaar was vast te stellen hoe men over de aanhangige zaak dacht. Nu hebben de class, vergaderingen wéér gesproken. En het geluid was niet onzeker. Daarom achten we het bijna onmogelijk — we zeggen bijna — dat de Synode nu de definitieve vaststelling weigert. Dat zou een al te brutaal stukje zijn.

En het zou ten slotte toch meewerken tot den val van de Synode, die, dunkt ons, nu toch wel gevoelt, dat het geen tijd is om met de Kerk te spelen !

Wil men er nog iets van terecht brengen, van 't geen er in onze Kerk te doen is, dan moet men-niet als een despoot den voet dwars zetten bij 't geen de Kerk begeert.

We kunnen ons niet voorstellen, dat er iemand is, óok dr. Niemeyer niet, die de Synode zou durven adviseeren : leg het voor stel van de Groote Synode maar op zij.

Men moet niet met de Kerk spelen.

Want kon dat misschien vroeger nog, nu kan dat zeer zeker niet.

Die het zou willen doen, zal er geen plezier van beleven !

Dat men tenslotte probeert, om verbeteringen in het voorstel aan te brengen bij de vaststelling, dat kunnen we begrijpen.

Want al dogrzien we het best wat die enkelen bedoelen, die zoo schelden op den maker van dit voorstel en wat ze trachten te bewerken, als ze zoo zeggen, dat er geen haar goed aan is, (een goed verstaander heeft maar een half woord noodig, dan begrijpt hij alles) toch voelen we best, dat er over een en ander valt te praten.

Wij, voor ons, zouden het 't liefst, nu het langs dezen weg gaat, met het voorstel, zooals het daar ligt, wagen.

We achten het een voorzichtig gesteld voorstel, dat aansluit bij het bestaande en tegelijk heel iets nieuws komt brengen, met mogelijkheid van geleidelijke ontwikkeling der nieuwe toestanden.

Maar ja, of de Synodale Commissie uit 15 of uit 9 leden bestaan moet — daar kan nog eens over gepraat worden.

Of deze kwestie op de Classicale Vergaderingen evenwel sterk naar voren gekomen is, betwijfelen we. Er is nauwelijks (classis Edam b.v.) over gesproken.

Evenzoo is er weinig of niet gesproken over de vraag of de bepaling van 30 predikanten en 15 ouderlingen niet noodzakelijk moet worden gewijzigd.

Een kwestie is er niet van gemaakt. Veelszins heeft men gevoeld : niet alle: in eens !

Zoo ook is bijna niet gesproken over de schrapping van de woorden „binnen het ressort."

Ook is niet gewichtig overal geconditioneerd, dat binnen een bepaalden termijn „een zoodanige wijziging van de classicale grenzen moet zijn tot stand gekomen, dat elke classis uit ongeveer evenveel predikantsplaatsen bestaat."

Gelukkig is er ook weinig gesproken over de kosten.

En heelemaal niet over de kwestie, dat er in Den Haag geen localiteit is om 45 Synodeleden te doen vergaderen.

Wie dan ook zou willen probeeren om straks in de Synode zich op deze en dergelijke dingen te werpen, om zoo het voorstel als zoodanig te doen stranden, zou ai een heel poover figuur slaan en zou een ijdel werk beginnen.

De Synodeleden zitten er niet om de wenschen uit het midden der Kerk opkomend te vermoorden. Ze zitten er om de Kerk mee te besturen en te helpen.

Wil men spreken over de kwestie Art. 63 en art. 60, en wil men wijziging brengen in de werkzaamheden van de Synode en de Synodale Commissie, fiat !

Dat is althans een onderwerp van ernstige discussie geweest.

Wij voor ons, zouden aanvankelijk hei liefst willen blijven bij het voorstel, zooals het daar ligt, ook wat Art. 63 en 60 betreft. Maar we kunnen ons indenken, dat er zijn, die daarin wijziging wenschen. Laat de Synode daar straks maar eens over boomen

Maar nog eens, laat nu in den jare 1921 niemand, óók dr. Niemeyer niet, ook maar eenigszins den indruk willen gaan wekken, dat de Synode met het nu in de Classicale Vergaderingen besproken voorstel doen kan wat zij wil ; dat zij óók definitieve vaststelling van dit voorstel weigeren kan.

Want dat kan de Synode niet. Wil ze althans niet spelen met de Kerk.

En wil ze het niet op haar geweten hebben, dat mee door haar eigenzinnig en ongeoorloofd optreden, de boel straks barst.

We denken hier onwillekeurig aan de geschiedenis van Rehabeam en zijn raadslieden ; en aan de gevolgen van het optreden van den koning, die op de stem des volks geen acht gaf.

*

Geen vergaderplaats ? Er is niet eens een plaats waar een Synode van 45 leden vergaderen kan — wordt hier en daar gezegd. In het gebouw Javastraat 100 misschien niet. Maar moet nu heel de kerkelijke organisatie ingekleed worden naar de eischen van dat huis in de Javastraat ?

Dat zou toch al te mal zijn ! Maar wat nog gekker is, in Den Haag heeft de Herv. Gemeente niet eens een kerkeraadskamer, waar predikanten, ouderlingen en diakenen vergaderen kunnen. Zijn er daarom geen predikanten.  Natuurlijk wel. En ze komen óók in vergadering, als kerkeraad, saam. Maar dan in een gehuurd lokaal, in het gebouw der Chr. Jongemannen Vereeniging op de Prinsengracht, wat we ééns hebben meegemaakt bij gelegenheid van de Kerkvisitatie.

Zoo moet nu ook de Synode van 45 maar een onderdak zoeken in Den Haag. Er 'v wel een lokaliteit. Anders maar in de Kloosterkerk of in de Duinoordkerk.

Of anders komen de heeren maar naar Utrecht, daar is een prachtig kerkeraadsgebouw, met schitterende vergaderzaal. Ook kan Rotterdam de heeren nog wel ontvangen.

Waar een wil is, is ook wel een weg te vinden. Ook in Den Haag wel.

*

Maar de kosten dan? Hóóg, héél hoog heeft men opgegeven van de enorme kosten die de Groote Synode meebrengen zal.

Dat zal niemand kunnen betalen ! Ds. Van den Berg van Ermelo, heeft op de Classicale Vergadering van Harderwijk een aardig voorstel gedaan in deze : , En wel dit: „Elke classis draagt de kosten van haar afgevaardigde. Jaarlijks zendt de secretaris der Synode aan den scriba van elke Classis eene opgave van reis-en verblijfkosten voor haar afgevaardigde. De scriba deelt dit bedrag door het getal predikanlsplaatsen der classis en zorgt voor de inning der gelden."

Klaar is Kees ! Zou het met 30 dagen vergaderen niet gemakkelijk kunnen afloopen ? En dan voor eiken afgevaardigde 10 gulden per dag ?

Dan zou elke classis ƒ 300.— hebben te betalen, verdeeld over de gemeenten, die elk weer betalen naar evenredigheid van het aantal predikantsplaatsen.

Dat zou voor de classis Rotterdam met 58 predikantsplaatsen voor elke predikantsplaats één-acht en vijftigste van | 300.— zijn, of ruim ƒ 5.—.

Natuurlijk moet in de classis Kampen dan elke-gemeente méér betalen, omdat daar minder predikantsplaatsen zijn, n.l. 26. Daar wordt het dus per predikantsplaats éénzesentwintigste van ƒ 300. Maar dat is toch óók nog wel te betalen, is 't niet ? Die classis die de weelde heeft voor een veel m i n-d e r aantal gemeenten een afgevaardigde te zenden, moet dan ook maar iets meer afschuiven ; waarbij het bedrag voor elke gemeente met één predikantsplaats niet veel meer dan ƒ 10.— zal zijn.

Als men dan niet al te lang vergadert en men is niet al te veel eischend bij dat vergaderen, dan is het nog wel te betalen. Ook als de Synodale Commissie er bij gerekend wordt. Want nu kost de Synode toch zeker ook geld? En dus moet men, zal men eerlijk zijn, de oude rekening van de nieuwe aftrekken en vragen : waar moet vandaan komen wat de nieuwe Synode méér kosten zal dan de oude ? Welnu — dat bedrag is door een omslag over de gemeenten, per predikantsplaats, nog wel bij elkaar te brengen. Ook dien boeman kan men dus begraven.

Nog eens : De Volkskerk.

We hadden dr. Locher te Leiden, den redacteur van „Ons Kerkblaadje" gevraagd, naar aanleiding van zijn artikel over „De Volkskerk", eens te willen zeggen, welken weg we nu uit moeten om uit de moeilijkheden te geraken, waarin onze Herv. Kerk, vooral.sinds 1816, weggezonken is.

Dr. Locher is zoo vriendelijk geweest aan ons verzoek aanstonds te voldoen en schrijft nu : 

We zijn het dus eens met de „Waarheidsvriend", dat we niet eene Volkskerk willen ten koste van de Waarheid Gods. We zijn het ook daarin eens, dat we niet tot een belijdende Kerk moeten komen in den weg van separatie. Het verschil schijnt ons hierin gelegen, dat wij de schuld van de ellende niet willen zoeken in het idee van de Volkskerk op zichzelf, maar daarin, dat men die gedachte wil doorzetten ten koste van God en Zijn Woord. Wij vinden in het begrip , , Volkskerk" iets, wat we niet mogen loslaten, en dat ons niet in strijd hoeft te brengen met het handhaven der belijdenis, maar veeleer juist ligt in de verbondsgedachte, die mede tot de belijdenis behoort. We zijn niet vóór toelaten of vasthouden van het volk hoofd voor hoofd, zooals het reilt en zeilt ; maar we eischen in den Naam des Heeren ons volk voor Gods Waarheid op, en elke ziel, die we moeten loslaten, betreuren we. Wanneer we spreken van „Volkskerk", dan zien we vooral op de historische lijn. Er leeft in ons volk iets, wat bijzonder belichaamd is in onze Hervormde Kerk.

Welken kant we nu uit moeten tot oplossing van de moeilijkheden ? Daar zitten we al lang over te peinzen, en het is gemakkelijker te critiseeren dan voor te stellen. We gaven ook geen critiek op een bepaalde oplossing, behalve dan op die, waar de „Waarheidsvriend" toch ook niet aan wil, het uiteen laten vallen van onze Kerk in allerlei groepjes en clubjes. Hoe het zal komen, weet ik niet. Misschien, dat God het ons laat vinden. Straks komt onze Kerk in eene vertegenwoordigende, wetgevende vergadering bijeen. Misschien wordt dan vanzel onder Gods leiding de weg gevonden. Dat zij ons voortdurend gebed.

Maar dit wilde ik op den voorgrond zetten : Niet in het beginsel „Volkskerk" op zichzelf is de fout, maar in het niet-handhaven van Gods Woord. En dat is vooral in de eerste helft van de vorige eeuw niet zoozeer geschied terwille van het volk, als terwille van enkele predikanten en anderen uit de hooge kringen, die meer verlicht wilden zijn. Het volk hongerde naar brood, dat niet gegeven werd. Langzamerhand zijn groote deelen van ons volk, mede daardoor, afgevallen, ze behooren nog slechts ten dee Ie in naam tot de Kerk. Hoe staan we nu met hen ? Hier is de wijsheid des Geestes noodig. Men late ze niet zoo snel los. Maar er zijn ook oogenblikken, waarop losgela­ ten moet worden.

Wij kunnen ons met dit „voorzichtige" antwoord wel vereenigen. Alleen maar, verdient het nu toch geen aanbeveling, juist omdat we de historie niet willen loslaten, om onder ons te spreken van de Gereformeerde Kerk liever dan van de Volkskerk ?

We willen geen secte zijn — maar Kerk. We willen dat de Kerk van Christus zich zuiver naar het Woord openbaart, rondom de prediking, bij de rechte bediening der sacramenten van Doop en Avondmaal, met oefening van de christelijke tucht.

En die Gereformeerde Kerk belijdt naar het Woord en bij de sacramenten, dat de Heere de God des eeds en des verbonds is, die den mensch verbondsgewijze regeert en een God der geslachten is.

Dat heeft de Gereformeerde Kerk door alle tijden heen beleden — terwijl men nu juist door het Woord te verslappen en de sacramenten uit de heilige sfeer uit te rukken alles bedorven heeft.

Men is den mensch eere gaan brengen boven den Heere. Men is het vleesch komen streelen met dooding van de waarachtige zielsbehoeften. En in die sfeer is men gaan spreken van heel de Keik en heel het volk.

Natuurlijk ligt er iets aantrekkelijks in, in de gedachte: heel het volk in één Kerk en één Kerk over heel 't volk.

Maar die mag bukken voor het Woord en steunen op onze belijdenis, voelt die tegelijk niet, dat vooral in onze dagen de zonde der Kerk hierin uitkomt, dat zij het Woord verslapt en de sacramenten ontheiligt.

Mag de Kerk weer gaan leven uit en bij het Woord, als een Gereformeerde Kerk dan zal zij misschien — ja, zeker ! — wel  kleiner worden dan ze nu is. Maar dat is 't ergste niet.

De Gereformeerde Kerk heeft zich van ouds in het midden des volks gewapend tegen Rome, maar evengoed tegen Pelagius en Arminius ; tegen vrijdenkers en tegen drijvers der algemeene genade — maar klein zijnde en de grenzen afbakenend tegen over ongeloof en bijgeloof, is zij door 's Heeren goedheid en onder de regeering van haar Koning Jezus Christus, als het zout der aarde, als een stad op een berg, als een pilaar en vastigheid der waarheid geweest.

Dat is zij geweest, toen zij binnen de om heining van Gods Waarheid, zich sterkte in haar God en de massa, die weigerde te bukken voor het Woord, op een eerbiedigen afstand hield.

En dat heeft zij verloren te zijn, toen zij het met de omheining naar het Woord en de belijdenis der goddelijke waarheid niet zoo nauw meer nam en de massa des volks, zonder keur, opnam en zonder heilig opzicht in haar midden deed v/onen.

Daarom zeggen we : heel d.i. genees de Kerk — en het volk zal zij dan mogen heelen d.i. genezen, naar luid van Gods belofte.

Dat wij-meer gehoorzaam bevonden mogen worden door Gods genade, naar uitwijzen van Zijn Woord, dan zal de Heere zelf wel zorgen voor Zijn beloften en de vervulling ervan.

Maar helaas ! zijn. wij dikwijls meer bezorgd over die beloften en willen zelf dan een handje mee helpen, terwiji we intusschen vergeten om eenvoudig gehoorzaam te zijn.

En dan is hier van toepassing, wat ons beschreven staat in 2 Samuel 6 aangaande Uzza, die — 't o zoo goed bedoelend en zoo zorgzaam zijnde ! — zijne hand uitstrekte aan de Ark Gods, dewijl de runderen struikelden en toen door God in toorn gedood werd bij de Ark Gods.

Laten we toch onze Herv. of Geref. Kerk niet met allerlei op de been willen houden afwijkende van het Woord. De Heere kan en zal er beter voor zorgen dan wij 't ooit vermogen.

Zwenking naar rechts.

Voor 't eerst zal Noord-Holland door twee orthodoxe leden in dé Synode vertegenwoordigd zijn. De vrijzinnigen als ds. Eilerts de Haan c.s. komen er niet meer in. Te meer niet, waar de classis Edam - -zie bericht onder Kerknieuws — ook rechts is geworden. Dr. Niemeyer zegt daarvan in het Weekblad voor de Vrijz. Herv. : , , En dientengevolge mag de provincie Noord-Holland, die behalve Edam nog de orthodoxe classes Amsterdam en Haarlem en de vrijzinnige Alkmaar en Hoorn telt, ook niet meer vrijzinnig heeten. Een jaar geleden was dit eigenlijk al zoo, maar nu is het nog duidelijker aan het licht gekomen." Waarop hij dan laat volgen : „In de classis Groningen, waar de partijen ongeveer even sterk zijn, zijn in het Classicaal Bestuur orthodoxe leden gekozen, zoodat de provincie Groningen, waarover al lang niet valt te roemen,weer in zorgwekkender toestand is gekomen".

Waarbij dan verder nog gemeld kan worden, dat 1 Juli j.l. de laatste vrijzinnige leden uit het Kiescollege te Middelburg zijn verdwenen. Ze zijn door orthodoxen vervangen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 juli 1921

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Uit het kerkelijk leven.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 juli 1921

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's