Ouderdom eren - ouderdom weren (2)
Kernprobleem
Het kernprobleem is dat economische wetten de visie op de mens bepalen. En dat zijn wetten die doelen op opbrengst, productiviteit en winst. Maar het leven is geen economisch artikel.
Economische wetten zijn geen levenswetten, eerder plegen ze roofbouw op het leven en de levenden. Gemiddeld leven we langer dan vroeger, maar het wordt niet gewaardeerd. Het lijkt tot zinloosheid gedoemd. Er is geen belofte meer, men is oud en dus af. Wat volwaardig is, wordt waardeloos.
'Wanneer deze economische wetten tot levenswetten worden, geldt de wrede en absurde regel, dat iemand oud is op het moment dat hij volwassen is, tot zijn eigen maat gegroeid en begiftigd met een redelijke kennis van zijn eigen mogelijkheden. Een situatie die geschapen lijkt om een mens gelukkig te maken - want het is beter volwassen te zijn dan jeugdig - wordt geperverteerd tot een crisis in het leven. Het is een vorm van waanzin deze toestand als gezond te aanvaarden of als een onveranderlijk gegeven te beschouwen.'
De ouden worden in het economische als last en hinder ervaren. Men poogt het 'op te lossen' door de ouderen te isoleren. Maar het is geen oplossing, volgens Verhoeven. De afzondering is bepaald door het moderne levensgevoel dat door nut en lust wordt getypeerd.
Het kan haast niet anders, maar het is geen oplossing, het probleem is niet weg en dat is het probleem van de maatschappij. En dan moeten ze nog dankbaar zijn ook, aldus Verhoeven. Ze zijn al afgeschreven, dat moeten ze al ondergaan, en velen komen zover dat ze het voor zichzelf ook zo aanvaarden - als je nergens meer verwacht wordt, als er niets meer van je verwacht wordt, als je alleen maar 'dank u wel' mag zeggen, dan kan het haast niet anders of je wordt suf en duf, en wordt dat niet versterkt door allerlei goed bedoelde vriendelijkheden van lieve mensen in en buiten de kerk?
In dat opzicht vertrouwt Verhoeven de actieve zorg voor de bejaarden ook niet. Het werkt vaak problemen versluierend. Men is er actief mee bezig en wat moet men meer! Worden ze niet netjes in het leven gehouden en kijk es wat er allemaal gedaan wordt! Ze kunnen toch wel dankbaar zijn.
In feite worden ze echter bewaard in een isolement om de mensen van de 'vooruitgang' van deze wereld niet voor de voeten te lopen. En dat brengt een grote machteloosheid aan het licht ten aanzien van het bejaardenprobleem. Alle goede zorg heft het isolement niet op en zolang dat bestaat blijft het probleem. Verhoeven ziet geen oplossing hiervoor, maar wil dan ook opponeren tegen hen die doen alsof het probleem door isolatie niet bestaan. Hij pleit voor het toelaten van het probleem-zonder-oplossing. Maar dat past slecht in onze cultuur waar alles opgelost moet worden.
'Soms lijkt het stellen, het simpele toelaten van een misschien wel onoplosbaar probleem een gezondere houding dan: elk actief ingrijpen. Waarschijnlijk is de ouderdom zo'n probleem. Het is duidelijk dat voor de moderne mens de gedachte aan aftakeling en dood nog weerzinwekkender moet zijn dan voor de antieke. Oud worden is een levensfeit dat moeizaam verwerkt moet worden. De dood is niet te overwinnen, zijn schaduw is door geen enkele activiteit te verdrijven. Een mens die geconfronteerd wordt met de naderende dood en afscheid neemt van het actieve leven, komt voor elementaire levensvragen te staan. In onze cultuur, waarin de activiteit als enige levensvorm wordt erkend, worden die vragen nog moeilijker gemaakt.'
De ouderdom als menselijke levensfase kan nauwelijks ter sprake komen. De ouderdom wordt in feite niet aanvaard.
Wat gebeurt komt hier op neer: Onwillekeurig wordt aan bejaarden een cultuurpatroon voorgeschreven en als norm opgelegd dat waarschijnlijk voor jongeren nog te activistisch en vals dynamisch is. Hun gezondheid wordt getaxeerd op het restant van jeugdigheid dat zij hebben weten te redden of zich menen te herinneren.
'Jeugd' is de enige maatstaf waarnaar zij beoordeeld worden, hun wordt voorgehouden te streven naar wat zij het meest kwijt zijn. De ouderdom wordt echter niet gezond door de kenmerken van de jeugd te cultiveren, hij verdient niet ons respect door wat hij belooft of zich herinnert, maar door wat hij vertegenwoordigt, present stelt in zijn eigen onvervangbare gedaante.
Activiteit
Kenmerkend voor de cultuur waarin wij leven is de overtuiging dat activiteit het enige teken van een gezond leven is: leven is doen, ingrijpen in de wereld en die naar zijn eigen hand zetten. Daarop richt zich de kritiek van Verhoeven. Alsof het leven een produkt is van alleen eigen activiteit!
'De inhoud van een mensenleven is te rijk om het produkt van een planmatige activiteit te kunnen zijn. Wie terugziet op zijn leven hoe actief dat ook geweest mag zijn, zal ontdekken dat daarin de vruchten van zijn activiteit en de uitkomsten van zijn plannen in de minderheid zijn vergeleken bij onverwachte gebeurtenissen in de vorm van geluk of tegenspoed. De belangrijkste dingen doen we niet zelf maar ze worden ons aangedaan, zij zijn meer een geschenk dan een prestatie.'
Op grond hiervan pleit Verhoeven voor een cultivering van een stuk passiviteit ih het leven: hieruit volgt dat het aandeel in ons bestaan waarop de passieve deugden aanspraak kunnen maken, minstens even groot moet zijn als het aandeel van de activiteit. In een sterfelijk leven verdient de passiviteit niet minder gecultiveerd te worden dan de actie.
Maar dit staat op zeer gespannen voet met de cultuur van jeugd en economie van afschrijving. En dat verhevigt de problematiek van de ouderdom.
De ouderdom is de levensfase waarin activiteit en activisme afnemen om plaats te maken voor een grote neiging tot herinneren en beschouwelijkheid.
Dat is niet ongezond te noemen. Het kan juist reinigend en verlossend werken als men bevrijd wordt van valse illusies die door het activisme in sterke mate zijn opgeroepen. En dat kan wijsheid meebrengen voor de weg die nog te gaan is. Juist herinnering en bezinning/overweging kunnen de ware aard van het menselijk bestaan aan de dag brengen. 'De rijpe mens, die zijn rijping niet als een eigen verworvenheid, maar als verrassende gebeurtenis ervaart, is geroepen om in een activistische samenleving die de eigenmachtigheid cultiveert, de onmisbare contemplatie (bezinning) te vertegenwoordigen. Dat is onmisbaar. Door de ouderdom te isoleren maakt de samenleving zich doof voor een stem waarvan zij misschien ten onrechte vreest dat zij haar zou demoraliseren.'
Naar gelang de ouderdom meer geïsoleerd of eigenlijk verworpen en afgewezen wordt, krijgt hij minder kans zijn specifieke bijdrage aan de cultuur te leveren en dreigt het bestaan van de bejaarde eerder tot zinloosheid te vervallen.
Maar hoe is de toestand? De ouderdom heeft een boodschap, maar hij kan die niet kwijt. Het sluit niét aan bij de tijd en hij is bovendien in een sociaal zwakke positie gedrongen. Hij is afgeschreven.
'Afschrijving' is een economische term. Onze houding ten opzichte van bejaarden en als gevolg daarvan de wijze waarop zij hun eigen bestaan interpreteren houdt verband met het gewicht dat in onze samenleving wordt gehecht aan economische wetten en wat daarvoor gehouden wordt. Dat gewicht is zo groot en zo vanzelfsprekend geworden dat economische wetten tot levenswetten dreigen te worden en onze opvattingen over 'onproductieve' leeftijden bepalen.
Ik vind het bovenstaande in hoge mate ontdekkend en verhelderend, vooral ook omdat ik ontdekte dat de bijbel ons leert de oudere te eren, zijn gewicht te geven.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 februari 1986
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 februari 1986
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's