De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Omslag van rechtvaardiging  naar koninkrijk Gods

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Omslag van rechtvaardiging naar koninkrijk Gods

'Een correctie op de tijd'

10 minuten leestijd

'Het is zeker hoven allen twijfel verheven, dat het Christelijk geloof een schat van bevindingen meebrengt. Gevoel van schuld, bekommering vanwege de zonde, aanklacht der consciëntie, vreeze voor dood en eeuwigheid, behoefte aan verlossing, hope op Christus, vrede in Zijn bloed, verzoening met God, gemeenschap met Hem door den Heiligen Geest, vertroosting des harten, vreugde der ziel, voorsmaak des eeuwigen levens en zoovele andere verootmoedigende en vertroostende ervaringen meer... Eene wereld van aandoeningen, heel de toonladder doorlopende van de taal der diepste verbrijzeling af tot den jubeltoon der zaligste zielsverrukking toe, wordt door het Christelijk geloof in het hart gewekt.'

Aan het woord is in bovenstaand citaat Herman Bavinck in diens boek 'De zekerheid des geloofs'. Dr. W. Aalders haalt dit citaat aan in zijn recent verschenen boekje 'Een correctie op de tijd'. In dit boekje geeft dr. Aalders een terugblik in kort bestek op zijn weg door de kerk. Wie in de loop der jaren de geschriften van dr. Aalders las en wie zijn gang in kerk en theologie volgde, o.a. ook in de artikelen die hij schreef in het Kerkblaadje van de Vrienden van dr. H. F. Kohlbrugge herkent in dit geschrift Aalders ten voeten uit. Sterker nog, hij zal in dit werkje niet direct veel nieuws aantreffen. Het is als bij de apostel: 'dezelfde dingen te zeggen is mij niet verdrietig, het is u zeker'. De dingen worden nog weer eens opnieuw op een rij gezet. Het wezenlijke uit zijn geschriften resumeert dr. Aalders nog eens, zij het dat hij soms het geheel opluistert met het weergeven van enkele hoogstpersoonlijke ervaringen, tot in ontmoetingen met een oudtante en een nicht toe, van wier geestelijk leven hij in zijn jonge jaren reeds onder de indruk was.

Intussen is het citaat van Bavinck zodanig van inhoud en vorm dat men het typerend mag noemen voor wat dr. Aalders nog eens in dit boekje wil verwoorden. En het is als met al zijn werken, wie een orgaan heeft voor de klokkeklank van Aalders woorden wordt er steeds weer door geboeid, om niet te zeggen gepakt. Men wordt niet moede om dan ook te luisteren naar de —ongetwijfeld eenzijdige — tonen die hij aanslaat, samen vormende één melodie, waarin het rij­ke van de genade, van het innerlijke werk van de Geest, van de rechtvaardiging van de goddeloze wordt bezongen.

In dit alles legt dr. Aalders profetisch en geladen de theologische crisis en de geestelijke malaise van onze tijd bloot. Hij (door)schouwt de fundamentele omslag, die de laatste tientallen jaren heeft plaats gevonden, namelijk van rechtvaardiging naar Koninkrijk Gods.

Pijnlijk

Aalders ziet die omslag naar de nadruk op het Koninkrijk Gods in plaats van op de rechtvaardiging van de goddeloze, of op het persoonlijk geloof dat rechtvaardigt voor God, in de Hervormde Kerk in de naooorlogse jaren gestalte krijgen in een geschrift als 'Fundamenten en Perspectieven'; verder in de theologie van Karl Barth, die 'naar ieders mening de doorbraak van de nieuwe tijd in Kerk en theologie (vertegenwoordigt)', in de theologie van Miskotte, van RuIer, Berkhof.

'Niet meer de rechtvaardiging door het geloof, maar de verwachting van het Godsrijk staat centraal. De volle nadruk valt niet meer gelijk voorheen op het persoonlijke, het subjectieve, het innerlijke, maar op het universele, het aardse, het sociale, het politieke.'

In de Gereformeerde Kerken ziet hij dezelfde omslag, daar vooral theologisch ingeleid door prof. dr. H. N. Ridderbos, o.a. in 'Het, Woord, het Rijk en onze verlegenheid'. Ook hier kwamen kerk én theologie in de ban van 'revolutie en gerechtigheid' en zo mogelijk 'nog totaler'.

Het meest 'pijnlijk en smartelijk' heeft dr. W. Aalders, naar zijn zeggen, de geestelijke verarming, die het gevolg is geweest van deze omslag in geloofsbeleving ervaren waar men, om zo te zeggen, 'nog een overlevende is uit de tijd die eraan voorafging'. Dáár dus, waar het geestelijk erfgoed van het Réveil, van de Afscheiding, van de ethische theologie nog niet geheel is opgeteerd'. Men ziet intussen welk een brede accolade hier Aalders toch slaat om geestelijk verschillende stromingen heen, maar wel omdat daar toch juist aandacht voor het innerlijk, voor de geloofservaring kenmerkend was.

Wie een klein beetje de ontwikkelingen van de afgelopen decennia met dr. Aalders heeft meebeleefd weet ervan wat zulk een pijn inhoudt. Afstand te voelen groeien met diegenen, die beter moesten weten, maar die het geloof van de vaderen overgeleverd, ingeruild hebben voor de ontdekking aller tijden, namelijk die van de maatschappijkritische theologie. Een theologie waarvan Van Niftrik eens zei dat men er geen boek uit het verleden meer over behoefde op te slaan zodat de theologische studie wel erg vereenvoudigde.

Aalders herinnert nog weer eens aan de tijd van het Getuigenis (1971) toen met name prof. dr. G. C. van Niftrik geweten heeft wat hij van oude vrienden verwachten moest. Aalders zelf herinnert aan de Open Brief (1968) toen hij eenzelfde ervaring opdeed. 'Vertrouwde vrienden, bloedverwanten, leeftijdgenoten, ze verdwijnen in de mist; ze zijn andere mensen geworden, onherkenbaar, onbereikbaar, onaanspreekbaar; de band die er vroeger was, is koel en formeel geworden. In spaarzamelijke ontmoetingen wordt angstvallig vermeden zaken aan te roeren, waarover een heftig meningsverschil zou ontstaan. Zo voltrekt zich in de levenspraktijk de omslag in geloofsbeleving en in het denken onder invloed van de tijdgeest.' Hij zegt terecht dat in een geestelijke strijd geen feller vijandschap ontmoet wordt dan bij hen, aan wie men een vroeger beleden waarheid voorhoudt, die door hen thans als door de tijd achterhaald en mitsdien als lege huls afgewezen wordt.

In de tijd van het Getuigenis was er enerzijds sprake van heftig verzet, ook van de zijde van diegenen die van huis uit beter wisten maar gevangen waren in de netten van de moderne theologie, maar er was ook het beamen, in die zin: natuurlijk gaat het ook om de rechtvaardiging van de goddeloze; die is onze grote, gezamenlijke vooronderstelling. Maar intussen werd geproefd en gevoeld dat de belijdenis van de rechtvaardiging door het geloof niet de bloedsomloop van de theologie bepaalde. Ik weet niet wat in die tijd erger was, het felle verzet of de vanzelfsprekende be-aming om vervolgens toch over te gaan tot de orde van de moderne theologie.

Al wat met het werk van Christus buiten ons heeft te maken kan alleen door Christus 'in ons' worden geleerd. Aalders citeert Gunning als deze zegt: 'alleen Christus in ons leert ons den Christus buiten en vóór ons verstaan.' En zelf zegt hij: 'slechts het Heil in ons stelt ons in staat het Heil buiten ons te openbaren'.

Vragen

Nooit las ik een boek van dr. Aalders of ik was er sterk door geïmponeerd. Ook geldt dat weer van dit geschrift. Nooit echter las ik ook een boek van hem of er bleven vragen over, hoewel vaak dezelfde. Die te verwoorden is altijd enigszins riskant. Die vragen zouden namelijk ook kunnen afdoen aan het klemmend appèl, dat dr. Aalders niet aflatend doet om het wezenlijke van de Reformatie niet prijs te geven: de rechtvaardiging door het geloof. En toch moet m.i. ook steeds worden gezegd dat er sprake is van een eenzijdigheid. Een legitieme eenzijdigheid maar toch een eenzijdigheid.

Aalders blijkt altijd weer geweldig geïmponeerd te zijn door Luther (méér dan door Calvijn). Maar hij is ook diep onder de indruk van de irreguliere deense 'theoloog' Sören Kierkegaard, die hij niet aarzelt een profeet te noemen. Juist deze theoloog valt voor Aalders onder de titel van zijn boekje: 'een correctie op de tijd'. Kierkegaard was een groot filosoof, die nooit een filosofisch stelsel ontwierp, een groot theoloog, die nooit een dogmatiek heeft geschreven maar intussen 'correctie op de tijd(geest)'.

In de 'Gedachtenwisseling', die ds. G. Boer in 1956, toen hij voorzitter van de Gereformeerde Bond was, had met prof. dr. H. Berkhof wierp Berkhof Boer óók de deense theoloog Kierkegaard voor als één dergenen, die door de Heilige Geest gebruikt waren om hem en anderen de moderne tijd te leren verstaan. Een gang waarin ds. Boer Berkhof toen niet volgde. Men versta mij goed: ook ik weet ervan hoe spannend en meeslepend uren met Kierkegaard kunnen zijn, hoe existentieel hij de dingen verwoordt. Maar hem 'prediker van het authenthiek christelijke en reformatorische geloof' te noemen? En hem op één lijn met Luther te stellen, vertolker van Luther in de negentiende eeuw?

Verder zou ik toch minder dan Aalders beducht willen zijn om te spreken over het koninkrijk Gods. Ik beaam volledig met hem hoe verderfelijk die theologie heeft gewerkt, die alles onder de noemer van het koninkrijk Gods bracht en tenslotte een binnentijdelijke en binnenwereldlijke 'boodschap' overhield, waar de eeuwigheid uit weg was. De ontsporing van de apostolaatstheologie spreekt hier boekdelen. 

Ook Aalders laat — hoe zou het kunnen — het koninkrijk Gods niet vallen. Maar hij brengt het geheel op de noemer van de barmhartigheid en de notie van de gerechtigheid ontbreekt. Ik vind dat jammer. Hier mag meer Calvijns gesproken worden. Wie de rechtvaardiging door het geloof wegneemt uit de christelijke theologie houdt geen theologie meer over. Maar wie de gerechtigheid eruit wegneemt verminkt de theologie ook, of liever stelt delen van het profetische woord ter zijde. De noties van barmhartigheid en gerechtigheid kwamen bij Calvijn beide tot hun volle recht. En heeft Calvijn niet ook voluit willen spreken over de Gloria Dei, die ook in het wereldlijke leven, ook in politiek en maatschappij tot gelding zou komen, omdat Christus Heere en Koning is! Zijn koninkrijk is enerzijds niet van deze wereld, gaat er niet in op. Anderzijds zullen de koningen de eer en heerlijkheid der volkeren in het nieuwe Jeruzalem inbrengen. En op de bellen van de paarden zal toch heilig staan. Ik zou niet weten wat ik nog met art. 36 van de Nederlandse Geloofs Belijdenis aan zou moeten als ook deze noties van het koningschap van Christus en Gods recht op het leven van mens en wereld niet tot volle recht zouden moeten worden gebracht. In de Rijk Gods theologie is de gedachte van Christus als Verlosser vervangen door de gedachte van het koningschap van Christus over deze wereld, zo zegt dr. Aalders. Waar dat zo is is dat kerkontbindend. Maar Christus zal toch als Koning heersen omdat Hij Koning is. Ik begrijp Aalders — en ik val hem bij — wanneer hij grote argwaan uitspreekt en verzet aantekent tegen die theologie, waar woorden als bevrijding, solidariteit en partijganger der armen opgeld maken. Maar mag en moet er dan in het geheel geen sprake zijn van 'directe politieke en sociale betrokkenheid met achtergestelde volken en bevolkingsgroepen?' Het Réveil heeft ons toch ook in dit opzicht anders geleerd, evenals J. C. Sikkel (door Aalders met instemming geciteerd) en ook Calvijn? Deze is bij hem toch een minder gehonoreerd theoloog, althans geen theoloog van wie Kierkegaard een modern vertolker zou kunnen heten.

Te summier

Een enkel artikel over een geladen boekje als wat dr. Aalders ons voorlegde is te weinig. De lezer oordele zelf. Mijn vragen aan dr. Aalders zijn niet van vandaag of gister. Ze zijn in ieder geval gesteld vanuit een sterke affiniteit met wat hem ten diepste beweegt, namelijk om het goud van het geloof in onze tijd niet te laten verdonkeren. Maar dat geloof komt ook hierin tot uitdrukking dat Christus het Heil is tot aan de uitersten der aarde (Jes. 49 : 6). Daarom toch ook de prediking van het koninkrijk Gods, al is de kam waarover het Woord Gods in deze gaat een smalle. Ontsporingen liggen al te gemakkelijk op de loer.

N.a.v. dr. W. Aalders, Een correctie op de tijd; uitgave J. N. Voorhoeve, 's-Gravenhage, 64 pagina's, f 14.90.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 februari 1986

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Omslag van rechtvaardiging  naar koninkrijk Gods

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 februari 1986

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's