HET AVONDMAALSFORMULIER
VERVOLGARTIKEL NUMMER 5
Samenstelling en inhoud.
Nu dus het tweede punt van het zelfnderzoek.
We beginnen met erop te wijzen, dat ook daarin de Avondmaalganger verschijnt als zondaar. Hij komt daar niet als een mens, die naast al zijn schuld toch wel iets op zijn creditzijde kan aantonen. Ook het geloof, waarnaar in dit gedeelte onderzoek wordt gedaan, is niet een creditpost, die wij meebrengen. D.w.z. de Avondmaalganger komt niet met zijn geloof, maar in geloof. De bedoeling van de opsteller van ons formulier is ook niet, dat de mens naar zijn eigen geloof verwezen wordt, opdat hij in zijn geloof zal geloven en van zijn gelovig-zijn zal verzekerd zijn. Maar hem wordt gevraagd naar zijn verhouding tot de beloften Gods. Of hij die betrouwbaar genoeg acht om daar „Amen" op te zeggen.
Het woordje „gewis" in de zin: „ten andere onderzoeke een iegelijk zijn hart, of hij ook deze gewisse belofte Gods gelooft", moet dan ook uitdrukkelijk verbonden worden met het woord „belofte". De belofte Gods, die hier bedoeld wordt, is de belofte des Evangelies; een uitdrukking, die we o.a. tegenkomen in Zondag 31 van de Catechismus over de sleutelmacht. Daarin wordt gezegd, dat de functie der prediking daarin bestaat dat, volgens het bevel van Christus, aan de gelovigen, allen en een iegelijk, verkondigd en openlijk betuigd wordt, dat hun, zo dikwijls zij de beloftenis des Evangelies met een waar geloof aannemen, waarachtig al hun zonden van God, om de verdiensten van Christus wil, vergeven zijn.
De rijke inhoud, die aan het geloof verzekerd wordt, ligt dus in de belofte des Evangelies besloten, wordt daarin voorgesteld en gepredikt. Het is het vredesaanbod van de Koning der koningen aan de zondaar. We denken aan een woord als dat uit 1 Joh. 1 : 9: indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve en ons reinige van alle ongerechtigheid".
Daarin is de belijdenis van zonden niet bedoeld als een soort verdienste, als een oorzaak, waarom God vergeeft, maar als - de weg, waarlangs deze rijkdom alleen begeerd en geschonken kan worden. De oprecht schuldbelijdende zondaar mag niet uit Gods eigen Evangelie, uit Zijn eigen boodschap, weten, dat God in Christus, zo mild is in het schuld vergeven.
Dit is groot. Zo groot, dat menigeen moeite heeft, om dit te geloven. Juist ook door de toevoeging in 't formulier: „zo volkomen, alsof hij zelf in eigen persoon voor al zijn zonde betaald en alle gerechtigheid volbracht had".
Het is er mede, als wanneer iemand in het gewone leven diep in de schuld geraakt is. Hij durft zijn schuldeisers misschien niet eens meer in de ogen te zien. Maar nu komt er ongedacht en onverwacht uitkomst. Er daagt hulp. Er is iemand, die op zich genomen heeft al zijn schulden te betalen en hem zelfs opnieuw in staat te stellen om te leven. Dat kan iemand ongelofelijk voorkomen. Hij vraagt misschien nog eens en nog eens, of hij zich nu werkelijk nergens meer bezorgd over heeft te maken en of hij dat allemaal zomaar mag aanvaarden.
Dat aanvaarden zal dan sterk bepaald worden door de betrouwbaarheid van hem, die dit alles aan de schuldenaar laat weten. En dan zal hij misschien nog wel eens vragen: is dat allemaal nu werkelijk waar? Behoef ik me nu nergens meer ongerust over te maken? Het zal hem nog-en nogmaals verzekerd moeten worden, zoals God ook Zijn Evangelie niet éénmaal, maar telkens weer doet verkondigen.
Zo is het nu ook met de zaak van Gods vergevende zondaarsliefde. Het gaat niet bij stukjes en beetjes, dat God vergeeft als bij een mens, die maar moeizaam zijn eindje loslaat. God is de Koning der koningen. En hij vergeeft Koninklijk. „Door goedheid aangedreven, is Hij mild in het schuldvergeven."
Alleen wij mensen met ons arme en onbetrouwbare hart, opgegroeid in en omgeven door een verleugende wereld, wij hebben daar moeite mee.
En nu is het Avondmaal niet bestemd om het nog een beetje moeilijker te maken. Maar integendeel om ons de beloftevolle inhoud van het Evangelie op een zicht- en tastbare wijze te verzegelen. Tevens is dit genademiddel zo ingericht, dat het ons laat zien, waar de basis ligt van deze volkomen schuldvergeving, n.l. alleen in het verzoenend lijden en stengen van Jezus Christus. Dat is de enige grond onzer zaligheid. Daar gaat het formulier nu niet breed op in. Dat zal geschieden in het gedeelte, dat handelt over de gedachtenis des Heren. Hier gaat het er alleen om, dat al Gods beloften daarin verankerd zijn en vast liggen. Dat zij in Christus (niet in ons) ja en amen zijn. Voor honderd procent. God zou daarom ook recht hebben honderd procent geloof te eisen. Maar Hij kent onze harten. Hij weet van de strijd des geloofs. Hij weet van de stormen, die er van binnen kunnen zijn (het ène hart is ook wat dit betreft beweeglijker en bewogener dan het andere). Hij verstaat de wankelende discipel die bidt: „Here, help mij"; al voegt Hij hem (liefderijk) bestraffend toe: „Gij kleingelovige, waarom hebt gij gewankeld? ". Ook een mens die roept: „Ik geloof, kom mijn ongelovigheid te hulp" zal Hij niet verstoten. De zekerheid ligt in Hem, niet in ons, al zit in alle geloof (ook in het kleingeloof) het element der zekerheid, omdat het, ofschoon soms door nevelen heen, ziet op Hem, Wiens werk volkomen en Wiens Woord waarachtig is.
Hij zegt Zelf, dat Hij alle schuld bedekt. Bovendien schenkt Hij het nieuwe kapitaal in de volkomen gerechtigheid van Christus. En dat alles door de zondaar dit alles toe te rekenen en te schenken.
De aanneming van dat alles kan met veel strijd gepaard gaan. Maar het geslingerde schip gaat voor anker in de diepe zeebodem van Gods woord en werk. Vanzelf spelen hier allerlei factoren een rol. Karakteraanleg, opvoeding, voorbeeld van anderen, meer of minder duidelijk bijbels onderricht, het meer of minder geoefend zijn in de strijd des geloofs.
Maar het komt er op aan om van alle afleidende en bijkomstige factoren af te zien en het oog te richten op de hoofdzaken, die God in het licht van Zijn Evangelie laat zien, waar Hij machtig is meer dan overvloedig te doen boven al wat wij bidden of denken.
(Wordt vervolgd).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 april 1968
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 april 1968
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's