Seneca, een liberaal filosoof en onze tijd (1)
1. Aanleiding
In de kolommen van dit blad is herhaalde malen sprake geweest van de kloof, die heerst tussen de prediking in de kerk, door een gewoon predikant gehouden, en het kerkpubliek dat gewoonlijk de banken vult. Collega Maasland uit Barneveld heeft daarover een paar aangrijpende artikelen geschreven. Naar zijn oordeel bedient de gemiddelde prediker zich van een taalgebruik, dat niet meer landt bij de gemeente. Ja, wij moeten naar zijn mening, zeggen dat de evangelieprediking met woorden als genade, gerechtigheid, heiligmaking en verzoening eenvoudig boven de gemeente blijft zweven. De gemeente leeft in een gehele andere levenscultuur dan de prediker. Ze is sneller dan menig predikant denkt aan het Evangelie ontzonken.
Wij moeten collega Maasland in veel opzichten gelijk geven. De moderne levenssfeer is niet meer doordrenkt van het Evangelie zoals het eeuwenlang het geval is geweest. Nieuwe heidense beseffen maakten zich op en vulden de lege hoofden en harten. En waar nu de prediking voortging zich te bedienen van het oude taalkleed en de oude waarden, daar kwam een gapend gat.
Wel vragen wij ons af: zit de verwijdering nu alleen aan de kant van de gemeente, die wegdreef van het Evangelie? Is er niet ook een andere oorzaak? Hierbij denken wij aan de verwaarlozing van het trouwe gebruik van de catechese. Het gaat niet zonder de hantering van bijbelse termen als zonde en genade. Maar wanneer de catechese slordig wordt bijgewoond en in een gesprekscultuur ontaardt zonder einde, is het wonder dat daar een geslacht opgroeit dat vreemd is aan de eerste begrippen van de Heilige Schrift? Evenzo is het met de catechismusprediking. Waar die om allerlei redenen wordt nagelaten door predikant en gemeente, daar kunnen wij niet meer een gemeente verwachten die doorkneed is in de leer.
Zouden wij de gedachtenwisseling kunnen verstaan van een aantal ingenieurs, die in een gebouw vlakbij een bouwproject van een grote brug bijeenkomen, zonder enige kennis van de vaktaal? In alle terreinen is er het onderricht in de taal van beroep en bedrijf. Er is geen wetenschap of u moet weten welke grondbegrippen worden gebruikt. Er is een medische taal, een laboratoriumtaal, een muziektaal. Wij hebben daarin onderricht nodig. Toelichting op het niveau van het vak.
Juist daar schort bet alom aan. Geen wonder, dat Wilhelmus à Brakel, één van onze oudvaders, dan ook al van mening was, dat het geven van catechisatie één van de eerste vereisten was van een bekwaam predikant. Wij moeten het kostbare pand van het Evangelie overdragen aan het jonge en oudere geslacht. Zolang dat maar gebrekkig gebeurt, met allerlei leemten, zolang dragen wij die grote schat van het Woord niet over. Dan komt er in de toekomst een gemeente, die halfwas voort vegeteert. Er zijn gelukkig alom tekenen te bespeuren die deze leemte willen opvullen. Zij verdienen onze aandacht en steun. Trouw moet er zijn in de catechese, hoge eisen moeten wij daaraan stellen. Steeds opnieuw. Van de zijde van de predikant en van de gemeente.
Maar de verstaanskloof ligt niet alleen in de ontrouw ten aanzien van de catechese. Het natuurlijk hart wil het Evangelie niet en nooit. En deze onwil is er geweest door alle tijden heen. Ook zelfs ten tijde van de bloei van onze kerk in de zestiende en zeventiende eeuw. Op de ondergrond van ieder mensenhart, maar ook van iedere gemeente, hebben wij te maken met het logge onverstand, met de doorsnee godsdienst van de gemiddelde mens. Deze wil nu eenmaal niet het uiterste gevraagd zien van zijn leven. Hij wil niet de volledige overgave van zijn leven aan Christus, maar aan de andere kant evenmin de pure goddeloosheid. Hij verkiest te blijven wonen in het schemergebied tussen al te goddeloos en al te vroom. Daarbij hangt hij nogal eens dikwijls naar het lijdelijke over. Wij geven de voorkeur er aan te blijven leven in een wazig middenterrein, zonder al te uitgesproken keuzes. Maar dat is nu precies datgene wat de Schrift niet wenst. Daar geldt het: Kiest u heden wien gij dienen zult!
Het is onze roeping het uiterste te doen om in de Evangeliebediening te worden verstaan. Maar daarnaast moeten wij ook van dat schemergebied weten. En weet u, juist dat schemergebied bestaat in een zekere liberale filosofie. Daarvan hebben wij in tal van onze gemeenten vele voorbeelden. Niet al te zwaar, niet al te licht. Zo tussen beide. Hoe kwamen wij op deze gedachten, zult u zeggen? Wel, door het verschijnen van een beknopte levensbeschrijving van Seneca, van de hand van mr. dr. H. G. van der Werf. Deze auteur is sinds 1988 vice-president bij de rechtbank te Den Bosch. De tendenzen, die in de levensfilosofie van Seneca zo'n belangrijke rol spelen weet hij uitnemend onder woorden te brengen. En dat zijn nu juist die tendenzen, die in onze tijd zulk een overheersende rol spelen. Het leek ons goed een en ander daarvan mee te delen. Hopelijk tot verdieping van onze zelfkennis, maar ook om de kloof te overbruggen. Als wij de ander willen verstaan, moeten wij ook weten waar hij huist.
Welnu, wie is Seneca? Voluit heet hij Lucius Annaeus Seneca. Hij stamde uit een rijke en begaafde familie in de klassieke Oudheid. Ongeveer 4 voor Christus werd bij geboren in Cordoba in Spanje uit een geslacht, dat tot de elite van het Romeinse keizerrijk behoorde. Als klein kind werd hij naar Rome gebracht om voor hoge ambten te worden opgevoed. Hij kreeg een grondige opleiding in de welsprekendheid, rechtsgeleerdheid en wijsbegeerte. Voor zijn latere politieke activiteiten vormde dit een uitstekende basis. Zijn vader had een natuurlijke aanleg voor puntige en toegankelijke traditionele vertolking van snedige levenswijsheid. Moeder was eveneens uit een aristocratische familie. Zij had een veel bredere belangstelling, maar vader gaf de voorkeur er aan dat zijn vrouw zich tot haar huis beperkte.
Seneca had twee broers van wie de oudste bekend werd als de Romeinse staatsman Gallio. Volgens Handelingen 18 : 12-17 weigerde deze tijdens zijn proconsulaat over Achaie omstreeks 52 na Christus als rechter een aanklacht van de plaatselijke joden in behandeling te nemen. Hun beschuldiging kwam hierop neer, dat de apostel Paulus mensen probeerde over te halen tot onwettige Godsverering. Gallio achtte de kwestie van onvoldoende gewicht en joeg geïrriteerd de joden van zijn rechterstoel weg. Seneca genoot reeds tijdens zijn leven grote bekendheid, hoewel het meeste ons is overgeleverd uit zijn later leven. Het Romeinse Rijk neigde in die jaren zo omstreeks de eerste eeuw na Christus al naar de ondergang. Seneca begon in Rome als advocaat, maar koos uiteindelijk voor een ambtenarencarrière. Hij werd in de jaren dertig na Christus zoiets als minister van financiën en tevens senator. Door zijn debatteerkunst wekte hij de afkeer van keizer Caligula op. Een volgend keizer, Claudius, verbande hem naar het eiland Corsica. In die bewogen tijden spande het herhaaldelijk rondom het keizerlijk huis en de hoogste staatsambtenaren. Zij waren hun leven nooit zeker. Hoe dan ook, later werd Seneca opvoeder van de jonge keizer Nero en in die positie kon hij grote invloed op de staatszaken uitoefenen.
Als peadagoog van de jonge keizer heeft Seneca een geschrift vervaardigd, waarin hij Nero mildheid aanbeval. Seneca erkende steeds meer wat een bandeloze eigenschappen Nero openbaarde. Hij werd namelijk ronduit een gewetenloos misdadiger. Dat leidde tot ontslag van zijn leermeester en adviseur. Seneca gruwde van de praktijken van Nero. Het einde van Seneca kwam op bevel van zijn leerling. Beschuldigd van medeplichtigheid aan een samenzwering tegen Nero, gaf deze hem bevel zelfmoord te plegen. De laatste ogenblikken van Seneca zijn door de Romeinse geschiedschrijver Tacitus beschreven. In stoïcijnse zelfbeheersing voldeed Seneca aan dit wrede bevel. Als zodanig was zijn levenseinde overeenkomstig zijn levensbeginsel.
A. vasn Brummelen, Huizen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 1999
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 1999
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's