De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

De wedergeboorte IV

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De wedergeboorte IV

Pastorale overwegingen

6 minuten leestijd

In ons vierde en (voorlopig) laatste artikel willen wij het hebben over de wedergeboorte in eschatologische zin, de wedergeboorte, die tot stand komt bij de voleinding aller dingen, de wedergeboorte van hemel en aarde.

Uitgangspunt is daarbij Matth. 19 : 28: Voorwaar zeg ik u, dat gij, die Mij gevolgd zijt, in de wedergeboorte, wanneer de Zoon des mensen zal gezeten zijn op de troon Zijner heerlijkheid, dat gij óók zult zitten op twaalf tronen, oordelende de twaalf geslachten Israels'. Hier betekent wedergeboorte: de wederoprichting aller dingen, bij de wederkomst van Christus. Er zal dan een nieuwe mensheid wonen op een nieuwe aarde, onder een nieuwe hemel. Alle dingen zullen dan nieuw zijn. Het Koninkrijk Gods zal er dan zijn in volmaakte zin. Al het leed van de éérste aarde zal vergeten zijn. De duivel zal niet meer kunnen woeden en verleiden. Al het oude zal voorbij zijn en God zal zijn alles in allen. Hij zal op nieuwe, heerlijke wijze volmaakt gediend worden. Reeds door de mond van de oudtestamentische profeten had de Heere beloofd: Want ziet, Ik schep nieuwe hemelen en een nieuwe aarde en aan de vorige dingen zal niet meer gedacht worden, en zij zullen in het hart niet opkomen' (Jes. 65 : 17). Niet de mens zal de nieuwe aarde doen komen, nee GOD zelf doet het. Het volk Israël kon dit weten. De apostel Petrus haakt daar op in in Hand. 3 : 21, als hij zich verantwoordt tegenover het Joodse volk, na genezing van de kreupele aan de schone poort van de tempel. Hij zegt, dat dit wonder geschied is in de naam van Jezus. Maar het gaat er om, dat de Joden tot God zich bekeren en geloven in Christus. Er zal immers een tijd komen, dat zij in Zijn handen zullen vallen. Jezus komt terug. Hij moest in de hemel opgenomen worden (zegt Petrus), 'maar dit gebeurt tot de tijd van de wederoprichting aller dingen, waarvan God gesproken heeft door de mond van al Zijn heilige profeten, van alle eeuw'. Er komt dus een eind aan deze bedeling. Paulus zegt in 1 Kor. 7 : 31: De gedaante (het schema) van deze wereld gaat voorbij'. Daarom moeten we (volgens hem) ook niet onze zinnen zo op deze wereld zetten. Deze wereld gaat voorbij, met al haar begeerlijkheden, ook met al haar ellende en verdriet. Er vindt een wederkomst van de Heere Jezus Christus plaats, waardoor alle dingen geheel anders worden. Hij zal verschijnen als Rechter, omstraald met heerlijkheid.

Al het boze (de ergernissen) zullen door Hem weggenomen worden, opdat er de verschuldigde ruimte voor God komt. Dat betekent tegelijkertijd: ruimte voor Zijn kinderen, die hier in déze bedeling (op deze zondige aarde) niet in tel geweest zijn, maar vaak veracht en bespot. Tegen de tijd van de wederkomst van Christus zal er steeds minder ruimte voor God en de gelovigen op aarde zijn. Er komt immers een tijd, waarin de anti-christ woeden zal. Aangeblazen door de satan zal hij het vóór alles gemunt hebben op de schapen van Jezus' kudde. Tegelijkertijd zal de zonde der wereld afschuwwekkend rijp worden. Zoals druiven in de oogsttijd tot berstens toe vol kunnen zijn, zo zal ook de zonde een ongekende rijpheid kermen. Maar de engel (door God gezonden) zal z'n sikkel in de aarde slaan. Hij zal de druiven van de wijngaard der aarde afsnijden en ze werpen in de grote wijnpersbak van Gods toorn (Openb. 14 : 19).

Daar gaat het dus heen, alvorens de we­dergeboorte aller dingen plaats heeft. De nieuwe aarde is dus niet iets, wat in de weg van evolutie tot stand komt. Nog minder is het het werk van mensen. In de moderne theologie wil men dat wel, maar het is radicaal in strijd met de duidelijke taal van de Heilige Schrift. Petrus zegt: Wij verwachten, naar Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waarop gerechtigheid woont' (2 Petr. 3 : 13). De klemtoon valt hier op: verwachten en: Zijn belofte! Met deze oude aarde wil God het niet doen. Die wordt helemaal afgeschreven. Johannes zegt: Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde was voorbijgegaan, en de zee was niet meer. En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, nederdalende van God uit de hemel, toebereid als een bruid, die voor haar man versierd is. En ik hoorde een grote stem uit de hemel, zeggende: Zie de tabernakel Gods is bij de mensen, en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen en hun God zijn' (Openb. 21 : 1 tot 3).

Alles komt van God, niet van de mens. Naar die nieuwe situatie behoort iedere gelovige met verlangen uit te zien. Waar de wedergeboorte in het hart heeft plaats gehad, zal er af en toe ook een heimwee zijn naar de eeuwigheid, waar God zal zijn alles in allen. Dan zullen de treurenden vertroost worden, de zachtmoedigen het aardrijk beërven, de honger zal gestild worden, de reinen van hart zullen God zien en die vervolgd worden zullen het Koninkrijk Gods beërven. Is het wonder, dat de vervolgde en ter dood Veroordeelde Guido de Brés z'n geloofsbelijdenis besloot met de woorden: 'Daarom verwachten wij die grote dag met een groot verlangen, om ten volle te genieten de beloften Gods, in Jezus Christus, onze Heere' (art. 37). Wat beschamend voor vele christenen van onze tijd. Wij leven in de laatste phase van de geschiedenis. Er was de tijd vóór Christus, het is nu de tijd na Christus en na deze tijd zal er géén tijd meer zijn; dan is er alleen nog de eeuwigheid. In elke klokslag, die wij horen, is reeds de toon van de eeuwigheid te beluisteren. Hele stukken uit de Bijbel leren ons, dat aan de Laatste Dag verschrikkelijke dagen zullen voorafgaan. Leest u maar eens Matth. 24. De afval en verleiding zullen adembenemende afmetingen aannemen. Toch zullen — naar het Woord van Christus — de uitverkorenen (wedergeborenen) niet verleid worden. Wél zullen zij roepen: Maranatha! Kom, Heere! Uw komst is 't, die ons heil volmaakt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 september 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

De wedergeboorte IV

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 september 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's