Boekbespreking
Abel J. Herzberg, Verzameld werk, 2 delen, 901 en 471 pag., uitgave Querido, Amsterdam, deel I ƒ 75,–, deel II ƒ 55,–.
Op 17 september 1993 was het 100 jaar geleden dat de bekende joodse jurist en auteur mr. Abel J. Herzberg werd geboren. Hij was voorzitter van de Nederlandse Zionistenbond en waarschuwde al ver voor de oorlog voor de gevaren van Nazi-Duitsland. Hij overleefde met zijn vrouw het concentratiekamp Bergen-Belsen, waarna hij zijn 'Kroniek der jodenvervolging' schreef. Herzberg was ook de man die met respect schreef en sprak over een christengezin, dat in de 2e Wereldoorlog joden herbergde, waarbij aan tafel soms werd gelezen 'Troost, troost Mijn volk'. Grote bekendheid verwierf hij door zijn uitgebreide literaire werk, bestaande uit romans, verhalen, brieven. Voor ons liggen nu de eerste twee delen van zijn verzameld werk.
Deel I bevat: De memoires van koning Herodes (roman, 1974); Drie rode rozen (een novelle, 1975); Twee verhalen. De oude man en de enge Azriël-Mordechai (1981); Aartsvaders (het verhaal van Jacob en Jozef, 1986); Mirjam (kinderboek, 1985); De rare geschiedenis van een jas (verhaal voor kinderen, 1984); Vaderland (1934); Herodes (De geschiedenis van een tiran, 1955); Sauls dood (1985).
Deel II bevat het 'autobiografisch' werk: Amor fati. De aanhankelijkheid aan het levenslot (Zeven opstellen over Bergen-Belsen, 1946); Tweestromenland (Dagboek uit Bergen-Belsen, 1950); Om een lepel soep (Over advocaten en hun cliënten, 1972); Brieven aan mijn kleinzoon (De geschiedenis van een joodse emigrantenfamilie, 1964); Brieven aan mijn grootvader (1983).
We hebben hier te maken met een indrukwekkend oeuvre. Herzberg schreef diepzinnig en toch glashelder. Hij had verder een magnifieke kennis van de (joodse) geschiedenis en van het joodse leven. Maar bovendien heeft hij als geen ander uit de joodse gemeenschap geboekstaafd het lijden, dat over de joden kwam in de Tweede Wereldoorlog, waarbij opvallend is hoe ingehouden vaak zijn toonzetting was.
Zijn eigen kampervaringen beschreef hij in 'Amor Fati'. In 'Brieven aan mijn kleinzoon' schreef hij over zijn Russische voorouders. Aan het eind van deel II zijn de 'Brieven aan mijn grootvader' opgenomen, daterend uit 1983 toen Herzberg, die in 1989 op 95-jarige leeftijd overleed, nog eens terugblikte op zijn leven, met name ook inzake Hitler-Duitsland. Bij de beoordeling van Herzbergs werk diene uiteraard bedacht te worden, dat hij jood was.
Dat kleurt zijn omgang met Bijbel en traditie, zijn typeringen van het leven van bijbelse figuren, zoals de aartsvaders, en zijn visie op het leven.
Bovendien valt fundamentele kritiek te leveren op bepaalde opvattingen. Uitvoerig geeft Herzberg b.v. aandacht aan koning Herodes. Afgezien van het feit, dat hij in deze veel historisch wetenswaardigs te berde brengt, achten we het verwerpelijk dat hij de kindermoord te Bethlehem als legende typeert. Hij wil de waarde ervan wel overeind houden omdat dit verhaal de wreedheid typeert van een vorst, die bij alle religieuze groeperingen in een kwade reuk stond. Het verhaal komt, zegt hij, uit de mededelingen van Flavius Josephus inzake de memoires van Herodes, maar zou een apologetisch karakter hebben gehad. Wij houden het er liever op dat dit verhaal onder leiding des Geestes een plaats heeft gekregen in de beschrijving van de evangelisten. Daaraan ontleent het voor ons zijn betrouwbaarheid.
Zo zou meer kritiek te leveren zijn. Dit werk leze men echter zoals het zich aandient: het complete werk van een joods auteur in het Nederlands taalgebied. De delen III en IV zullen dit jaar verschijnen. Als zodanig een document en een monument.
v. d. G.
Greg Officer, Dopen… en dan?, handreiking voor doopcatechese en christelijke opvoeding, 70 blz., prijs ƒ 18,90, uitgeverij Kok Kampen 1993.
Doopcatechese aan ouders na de doop van hun kind vindt steeds meer ingang. Dat is een goede zaak, gezien de behoefte van ouders aan instructie over de taak van de opvoeding die hen wacht. Greg Officer biedt in dit boekje een handleiding voor deze doopcatechese. Ouders, die hun kinderen laten dopen, moeten van 'lotgenoten' 'bondgenoten' worden. Deze 'bondgenoten' komen gedurende twee seizoenen 4 à 6 keer bijeen om in gesprek te zijn over de geloofsopvoeding. Dit boekje is voor zulke bijeenkomsten geschreven. Het bevat 13 hoofdstukken over thema's die voor de opvoedingstaak belangrijk zijn. Zoals: de naam van God en de namen van onze kinderen, bidden thuis, welke kinderbijbel gebruiken we?, kind en kerkgang, kindernevendiensten/zondagsschool, kinderen aan het avondmaal. De schrijver is van dit laatste een voorstander. Het boekje geeft aanwijzingen voor de opzet van de bijeenkomsten en het eindigt met een overzicht te bieden van publikaties, die over de opvoedingstaak geschreven zijn. Het valt me (weer) op dat het materiaal van de HGJB (Kinderen een erfdeel des Heeren, Kind en geloof. Geloven, kom nou) niet wordt genoemd.
W. Verboom, Hierden/Harderwijk
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 januari 1994
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 januari 1994
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's