lets over den Evangelisatiepost URETERP en OUDE PEKELA

R. Timmermans, Evang.- Godsdienstonderwijzer aldaar.
Ureterp is bekend door de wijze, waarop men daar onlangs een predikant beroepen heeft — „De Waarheidsvriend" schreef er over. Nu, hier is een post, gesteund door de Evangelisatie-Commissie van den Gereformeerden Bond.
Deze Evangelisatie is wel bijzonder noodig te midden van een omgeving als hier, waar modernisme en socialisme welig tieren. Allen, die in de Hervormde Kerk begeeren het Woord Gods recht te hooren en de waarheid van dat Woord lief hebben, mogen overtuigd zijn, dat in Ureterp behoefte is aan dat Woord. Immers hier heerscht werkelijk de grootste onkunde op dit terrein. Velen zijn er helaas, die doen alsof er geen God in den hemel is. Men bemerkt het zoo goed, wanneer men zich als Evangelist ook bezighoudt met lectuurverspreiding. Ach, het groote wel of wee laat de velen koud. Ze bekommeren zich niet om een leven na dit leven. En al vinden we dit verschijnsel overal, toch valt 't op, wanneer de groote massa zoo maar doorgaat en er maar enkelen te vinden zijn die nog in onze Hervormde Kerk hier rekening houden met God en Zijn Woord.
Wanneer wij des Zondags in ons poover houten gebouwtje ten getale van omstreeks 30 personen samenkomen, dan zijn we eenerzijds bedroefd, omdat van een gemeente met enkele duizenden zoo heel weinig belangstelling en begeerte is ; anderzijds zijn we dankbaar, omdat er toch nog zijn.
Evangelisatiewerk is zoo moeilijk, en vooral in een arme omgeving, en het modernisme in Friesland is wel bekend: een harde grond. Maar ten slotte is toch het Evangelie een kracht Gods tot zaligheid overal waar het komt. De Heere doet Zijn werk en Hij is machtig de harde harten te verbrijzelen. Al was het dan maar, dat één enkel zondaar tot behoudenis mocht komen door ons nederig en eenvoudig werk En wie zal zeggen, wat de Heere naar Zijn welbehagen nog onder dit volk wil doen?
Vrienden, er is hier een groot en zwaar werk te verrichten en de nood dringt. Gij, die u verheugen moogt in de heerlijke rijke prediking van Gods dierbaar Woord, gedenkt onzer in den gebede en met uwe gaven. We staan hier zoo eenzaam en hebben zeer behoefte aan medeleven. Steunt de Evangelisatie-Commissie van den Gereformeerden Bond, die toch in uw naam ons helpt. Laat ons doorgeven, wat we ontvingen.
Moge de Heere deze eenvoudige mededeelingen gebruiken tot zegen voor ons werk. Uw dw.,
Ureterp (Fr.)
R. TIMMERMANS.
P.S. Gaarne voeg ik hierbij de beleefde vraag aan heeren Predikanten en Kerkeraden of het niet mogelijk zou zijn, dat ik in de maanden October of November een spreekbeurt vervul ten bate van onze Evangelisatie op een avond in de week. Indien mogelijk, dan gaarne opgave van den door U gewenschten avond.

Iets over den Evangelisatiearbeid te OUDE PEKELA, door H. van der Veen, Evangelist-Godsdienstonderwijzer aldaar.
Gaarne willen wij een en ander omtrent onze woonplaats en ons werk onder de aandacht brengen van de lezers van „De Waarheidsvriend", opdat, kon 't zijn, daardoor de liefde tot dit werk steeds grooter mag worden en de Evangelisatiearbeid een ruimere plaats in het hart van ons Ned. Hervormd (Geref.) volk mag innemen.
Oude-Pekela is, gelijk velen wel zullen weten, een fabrieksplaats. Niet minder dan zeven stroocartonfabrieken werken dag en nacht. Deze fabrieken verschaffen aan veel menschen werk. Verder zijn er nog verschillende fabrieken van allerlei aard, waarom we gerust kunnen zeggen: Oude-Pekela is een fabrieksplaats.
Genoemde plaats telt ongeveer 8000 inwoners, verdeeld over ongeveer 1600 huisgezinnen. Diep beklagenswaardig is 't echter, dat in dit groote dorp de verwoestende macht der zonde zoo hoog is geklommen, dat we soms geneigd zijn te denken aan de dagen van Lot. De menschen leven liefst bij brood en spelen. Een voorjaars-en najaarskermis, een paar maal volksfeest, turnfeest, korfbal-en voetbalfeesten, behalve de verschillende festiviteiten, die georganiseerd worden door de S.D.A.P. En al die feestelijkheden vinden plaats op den dag des Heeren, omdat men dan tijd heeft.
Het modernisme heeft de menschen godsdienstloos gemaakt en de S.D.A.P. heeft met schoonklinkende leuzen het volk tot zich getrokken en groote macht verkregen.
Van het modernisme is niet veel gevaar meer te duchten, de kerk is zoo goed als leeg gepreekt, al wil ik niet ontkennen, dat de Vereeniging „Vrij en Vroom", die een 200 leden telt, er nog wel zijn kan als het noodig is.
Het grootste gevaar is m.i. nu de roode macht, die niets ontziet om het volk te doen vervreemden van God en Zijn Woord. De lezers begrijpen nu, dat het in ons dorp niet zoo heel rooskleurig is gesteld. Gelukkig, dat vóór ongeveer 25 jaren hier een Evangelisatie is opgericht en de menschen iederen Zondag konden hooren de verkondiging van een levenden en een levendmakenden Christus, gestorven om onze zonden en opgewekt tot onze rechtvaardigmaking. Deze Evangelisatiearbeid is voor velen tot een eeuwigen zegen geweest; ik zou er uit ervaring van kunnen vertellen. God de Heere heeft dit werk willen zegenen en grooter maken.
Er wordt onder de jeugd gewerkt en getracht om door catechisatie en op andere wijze de jeugd weder bekend te maken met Gods Woord. De catechisaties worden goed bezocht. In de vijf jaren van onzen arbeid hier, zijn er 46, meest gehuwden, op belijdenis des geloofs aangenomen.
We hebben een Jongelingsvereeniging, twee Meisjesvereenigingen, een Vrouwenvereeniging en een Zondagsschool, die allen een flink ledental hebben. Er zijn ook leden bij van buiten onze Evangelisatie, doch we krijgen daardoor meer contact met menschen, die, zooals zij zeggen, aan geen godsdienst meer doen.
Op allerlei wijze tracht een Evangelist in aanraking te komen met hen, die van den Heere vervreemd zijn, om ze den weg der zaligheid te prediken; om ze voor te stellen een rijken Christus voor een armen zondaar.
De lezers begrijpen, dat er heel veel teleurstellingen zijn, evenzoo goed als bij onze Zendelingen in de heidenwereld. Ons werk kan ook terecht Zendingswerk genoemd worden. Maar de Heere laat ons niet ongezegend arbeiden. Ook door dezen arbeid werkt Hij Zijn ondoorgrondelijken en aanbiddelijken Raad uit.
We mogen verzekeren, dat uwe gaven voor ons Evangelisatiewerk niet te vergeefs geschonken worden. We zouden u van groote dingen kunnen vertellen, maar dan zouden we persoonlijk worden en dat gaat niet in een blad als „De Waarheidsvriend", dat ook hier gelezen wordt.
Doch gaarne hebben we willen voldoen aan het tot ons gericht verzoek om eens iets over onze woonplaats en werk te schrijven. Binde de Heere onzen Evangelisatiearbeid U op het hart, lezer en lezeres, opdat voor U en ons allen gelden mag: ,,Uwe gebeden en uwe aalmoezen zijn tot gedachtenis opgekomen voor God"'.
We hopen dat onze Evangelisatie-Commissie deelen mag in aller belangstelling. Vergeten wij haar niet ; moge ze een voorwerp van liefde en gebed zijn.
H. VAN DER VEEN.
P.S. Wij danken, mede namens ons Bestuur, allen, die hun gaven zonden aan ds. Lans, die ons met Uwe gaven al meermalen kostelijk heeft verkwikt en bemoedigd.
R. Timmermans, Evang.- Godsdienstonderwijzer aldaar.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen