Financiën.
Het zou mij niet verwonderen wanneer er onder de lezers enkelen waren die voor deze keer voor het eerst de rubriek Financiën opzochten om te zien hoe de penningmeester het op den Zendingsdag heeft gehad.
Nu als het U gegaan is zoo als mij dan hebt ge een aangenaam Zendingsfeest mede gemaakt. Wat een heerlijk weder. Wat een opkomst. Ik vernam dat er wel 5000 geweest zijn, een. getal dat nog nimmer werd bereikt.
Welk een aandacht en rust onder de luisterende schare. Welk een aanblik, die duizenden scharen, schrijft mij een vriend, en met welk een gloed was het woord van de sprekers die ik heb beluisterd. Ik had mij nooit kunnen voorstellen dat er onder. zoo'n geweldige schare zulk een goede en uitstekende orde kon heerschen. Maar nu heb ik het met mijn eigen oogen gezien." Spottende heeft men wel eens gezegd, zoo'n Zendingsfeest is een christelijke kermis, maar van onzen Zendingsdag kon dat gelukkig niet gelden. Geve de Heere dat het zoo blijve.
Alvorens U nu mede te deelen welke financieele ontmoetingen ik had, moet ik het toch nog eerst eens hebben over Veenendaal.
Als ge daar evenals ik den dag te voren zijt geweest en getuige van de dingen die aldaar hebben plaatsgegrepen dan zult ge het moeten uitspreken: het was^ons goed aan deze plaats. Wat is de Heere goed! Welke groote dingen heeft Hij aan ons gedaan. Welk een heerlijke eenstemmigheid heerschte daar. En het oogenblik van de handoplegging toen daar onze jeugdige pionnier voor de Waarheid in onbekende heidenlanden geknield nederlag en 28 dienaren des Heeren hun handen zegenend over hem hadden uitgestrekt waarbij elk zijn bij zonderen zegenwensch over hem uitsprak, dat oogenblik, dien aanblik, deze hoogst plechtige handeling zal ik in mijn leven nooit of nimmer vergeten. Het was aangrijpend en maakte een diepen onuitroeibaren indruk. Geen wonder dan ook dat toen de laatste zegenwensch was uitgesproken en de geheele schare de bede aanhief: dat 's Heeren zegen op U daal, dit velen te machtig was en niet in staat het lied mede aan te heffen.
Maar laat ik oppassen U geen verslag te geven van deze beide dagen. In „Alle den volcke" zult ge het zeker kunnen lezen.
Bovendien de meesten uwer zijn er geweest.
Dit was het dan ook niet wat ge van mij wildet weten, wat U naar Financiën deed zoeken. Neen ge zoudt gaarne van mij willen hooren of de penningmeester nog wat voor het Leerstoelfonds heeft medegebracht, of er nog briefjes van 100 door mij zijn ontvangen. Nu luister ik zal het ü vertellen. Op het Zendingsterrein zag ik een goede vriend, uit den Haag. Wel penningmeester, dat doet mij genoegen, dat ik U nu eens zie en hoeveel briefjes van 100 hebt u al ontvangen?
Dat zal ik U zeggen, maar gij moet het voor U houden. Als U mij nu zulk een briefje geeft dan heb ik er alvast één ...
Hij keek mij eens aan en zei geen ja en geen neen, maar ik geloof als hij het bij zich had gehad dan zou hij het mij vast gegeven hebben.
Dus, waarde lezers het is bij dat eene gebleven, dat ik niet gekregen heb. Maar er is nog meer. Gelukkig! hoor ik U al zeggen want hier schiet ge niet hard mee op. Dat weet ik nu juist nog niet. Wat in het vat ligt zuurt niet en de goede man heeft verstand van vaten. Ik heb ten minste nog altijd hoop dat er voor mij nog wel wat uit zoo'n vaatje komen zal.
Te Veenendaal was het Ds. den Oudste van St. Maartensdijk die mij aan den gemeenschappelijken disch f 2, 50 overhandigde als gecollecteerd in het kerkezakje te St. M; en Ds. de Bruin te Veenendaal had, hoe druk hij het ook had, nog gelegenheid mij f7.50 te overhandigen uit zijn Catechisatiebus.
Op het Zendingsterrein werd mij menig geldstukje in de handen gestopt, toch had dit nog meer kunnen zijn, want ik krijg nu reeds berichten van vrienden die overal naar mij gezocht hebben en mij niet konden vinden, zoo zond Ds, Remme mij nu een postwissel van f2, 50.
Hij schrijft er bij: Hierbij gaat een gift mij op den Zendingsdag door een vriend van onze Bond ter hand gesteld. Het zal dien man gegaan zijn zooals mij, hij heeft den penningmeester niet kunnen vinden. Hoe ik ook zocht, ge waart onvindbaar voor mij. Ook een ander schreef mij: waar hebt ge toch gezeten? Het is mij niét mogen gelukken U te ontmoeten. Ja wat moet je daar nu aan doen? Het beste zal maar wezen dat ik mijn baantje omruil met den Secretaris. Die is toch zeker wel vindbaar. Of weten de lezers er soms iets anders op ?
Maar er zijn er toch die beter geslaagd zijn o.a. een dame die mij de hand gaf en toen zij hem terug trok bleef er een rijksdaalder in de mijne achter. Ik vroeg haar naam en woonplaats. Doet er niets toe, zei ze en verdween.
Vriend Blijleven uit Schoonhoven kwam met een blij gezicht naar mij toe en zei: hier is iemand die U zoekt.
Het was G. uit Lisse, hij gaf mij f 1 en stemde toe dat ik daar jaarlijks over kon beschikken.
J. V. Veen te Oude Rijn overhandigde mij een pakje waarin de inhoud van busje No. 8, toen ik te huis kwam bleek het f 11 te bevatten.
Hij schreef er bij: 't is niet veel maar ik hoop dat gij nog veel ontvangt en dat het onze het kleinste is. Een wensch die bij zulk een bedrag moeielijk vervuld kan worden.
C. V. Walbeek uit Baamhrugge gaf mij een lijstje van de namen van 5 nieuwe leden waarvan een de contributie reeds betaald had ad f 1 en een gift van N. N. ad f 1,
Mej. Remme uit Zeist riep mij van uit de tent van de dameshandwerken, waar ondertusschen mijn vrouw vele Delftsche bekenden zag (altijd onder de handwerken) en overhandigde mij f 15 als geïnd aan jaarlijksche bijdragen te Zeist.
Zij klaagde er over dat er zoovelen hadden bedankt en dat is zoo. Dit bedrag was eenigen tijd geleden meer dan het dubbele. Een verschijnsel dat zich alleen maar te Zeist heeft voorgedaan zonder dat ik er achter kon komen waarom dit geschied. Is er soms iemand van degenen die bedankt hebben die mij dit raadsel zou kunnen oplossen? Wellicht is de reden dan weg te nemen.
Wij gaan verder. J. D. J. te Lexmond gaf mij f 1.
G. V. D. te Oudshoorn den inhoud van busje 149-zijnde f5.71.
M. Huigen penningtn. v.d. Reisvereeniging te Leerdam f 0, 75 en eenige oude koperen munten, waar juffr. Verbeek wel raad mee zal weten en van den Berg van Jutfaas die op het laatst toen alle vloeibare consumptie verkocht was, de vriendelijkheid had de dorstigen te lesschen met glaasjes water waarvoor hij gaarne een som van 5 cts. aannam, had nog gelegenheid mij f2 te geven, den inhoud van het bij hem gedeponeerde busje.
Als ik nu nog mededeel dat Ds. v. Ingen mij in het voorbijgaan zeide dat er in de collecte f20 gecollecteerd was, waarvan de helft voor de Zending en de helft voor het Leerstoelfonds, dan heb ik honp ik niets vergeten van alles wat ik van den Zendingsdag voor het Leerstoelfonds heb medegebracht.
Nu nog een oogenblikje van uw geduld gevergd voor de mededeeling van nog 4 ingekomen postwissels uit:
Poortvliet van Ds. J. E. Klomp uit busje 151 f 3 en uit de catechisatiebus f3, te zamen f6;
Vlaardingen door Ds. N. v. d. Snoek fl 1 van d. R.
Oosternijkerk van Th. A. Faber f 1, 56 uit busje 49 van de maand Juli, en eindelijk
Leerdam van de firma van Mourik en Kool f 13, 18 voor de maanden Juni en Juli waarbij een hartelijk schrijven en waarin zij mede hun spijt uitdrukken mij op het Zendingsfeest gezocht te hebben, maar omdat zij mij niet persoonlijk kenden, niet hebben gevonden. Dat spijt mij ook.
Zoo is ook dit weder voorbij. Het waren aangename dagen ook voor mij als penningmeester. Ik heb veel niet ontvangen. Dat is zoo. Maar ik heb niet weinig wel ontvangen en bovenal heb ik veel goeds gehoord.
Geve de Heere dat de band die ons tezamen bindt ook door dezen dag zij versterkt geworden.
J. C. FLIEHE, Penningm.
Arnhem, Apeldoornsche weg 188.
Oude postz-, Capsules, Zilverpapier.
De vorige week kwam een deel van mijn opgave te laat. Ik laat ze thans bij elkander volgen:
Ie van Adriana Oostlander te IJselmonde een postwissel van f 1, 30 en oen pakje met 1450 postzegels.
2e van Bardelmeijer te Zegveld een partij capsules en postzegels.
3e van mej. B. Tate te Oude-Tonge 2700 postzegels, capsules, zilverpapier,
4e van de Zondagschool Eben-Haëzer te Feijenoord een flinke massa postzegels, capsules en zilverpapier. Hoofdzakelijk verzameld door J, Oorschot, M. v. d. Winden, G. de Bruin en O. v. d. Does.
Ja zeker, oude pennen hebben ook waarde. Ik heb een adres gevonden van iemand die ze van mij koopt.
5e J. I. te Sch, een goede partij postzegels,
6e van den heer de Jong te Krimpen a.d Lek een groote hoeveelheid zilverpapier en capsules.
7e van O. de Br. te 's-Gr. een doosje postzegels, capsules en zilverpapier.
8e van den heer D. Verhoef, hoofd der Christ. School te Bergschenhoek f8 van verkochte poszegels, capsules en zilverpapier verzameld door de kinderen der school. Een bedrag dat de moeite waard is en waarvoor heel wat voor verzameld is moeten worden. Hartelijk dank er voor en mede aan allen die zoo vriendelijk waren mij de pakjes toe te zenden.
Mej. H. H, VERBEEK,
Kanaalweg 14, Scheveningen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 augustus 1913
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 augustus 1913
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's