Een koninklijk priesterdom
Pastorale overwegingen
6
Hoe weet men geroepen te zijn ?
De Heere roept tot Zijn dienst. Hij heeft niemand nodig, maar wil mensen gebruiken. Wat een wonder. Dat geldt van de Openbare Belijdenis. Hoe ouder men wordt, hoe meer men er tegen op ziet. Maar is de Heere het niet waard, Die alles weet ? Waarom wel te belijden bij de doop van onze kinderen en niet zelf het ja-woord aan de Heere te geven ? Zeker zo teer ligt de roeping tot een ambtelijk werk. Men make er wel ernst mee, wanneer Gods aangezicht over een verkiezing tot ouderling/diaken gekend is, en deze roeping komt tot ons. De Heere leidt alle dingen naar Zijn wil. We pleiten niet voor automatisch opvolgen van een verkiezen, maar men zal wel heel gegronde redenen moeten hebben om tegen de gemeente en de Heere der gemeente neen te zeggen. Mij dunkt, hoe moeilijk het ook kan zijn, bedanken is vaak onmogelijker dan aannemen. Wat heeft men over voor de 4ienst des Heeren ? Wat heeft men op met de gemeente en de bearbeiding van haar in de weg van het Woord ? Middellijkerwijze hangt zoveel van een kerkeraad af, ook voor de toekomst. Niet als zouden wij het doen, reformeren, omzetten, ombuigen. Dat is allemaal vlees. Men zij voorzichtig met 'waarheden voor dit en voor dat'. Ik ontken niet, dat Gods soms op een krachtige wijze met een bepaald woord kan onderwijzen. Maar de Bijbel is geen grabbelton. We mogen de Heere niet binden. We mogen niet meer afwachten, of er itog een bepaald woord of ee belofte komt, een teken geschiedt. Daar zijn er al wat mee verongelukt. Daar zijn al wat onheilen mee aangericht. Het ergste is, dat de naam des Heeren met een en ander zo naar beneden gehaald wordt. Als gulden regel mag toch wel gesteld worden, dat wie de Heere begeert te dienen, ook de kerk liefheeft. Zijn er bezwaren tegen aanvaarding van het ambt, waartoe men gekozen wordt, dan dele men deze ook eerlijk mee, mede ter beoordeling van de kerkeraad. Niet dan om zeer gewichtige redenen zal bedanken plaats vinden.
Verstaat de gemeente haar roeping ?
Nog te veel heerst de gedachte: voor het werk in Gods koninkrijk hebben we 'onze' dominees, ouderlingen en diakenen. Maar is de gemeente zelf ook gemeente ? Strijdt zij mee, bidt zij mee en leeft zij mee ? Wat betreft de voorgangers en dinaren des Woords mag hier de vraag komen: 'de gemeenten ontvangen dan wel graag predikanten, die het Woord recht snijden en zuiver bedienen, maar geven zij ook aan de Kerk mannen, die God vrezen' ? Waarom komen er uit bepaalde gemeenten in de loop der tijden zo weinig jonge mannen met de begeerte het evangelie te verkondigen ? Laat dat voor de gemeente biddende zorg zijn, laat men er elkaar op wijzen. En als er zijn met gaven van hoofd en hart, moedigt hen aan. En als er zijn, die studeren, vergeet ze niet! En dan het verenigingswerk ! Hoeveel mannenverenigingen gaven niet een kader aan de gemeente ! Onderzoekt samen de Schriften, en hoeveel hebben onze ambtsdragers niet aan vorming op mannenverenigingen te danken. Ik denk aan onze vrouwen. Niet zo eenvoudig en gemakkelijk is het vrouw van een ambtsdrager te zijn. Kostelijk als ze een steun zijn, in hun biddend meeleven, als we er op uitgaan; in hun aandacht en liefde voor de dingen van Gods Koninkrijk, ook in hun 'te kunnen zwijgen'. Wel eens is gezegd: een man kan met een vrouw staan of vallen. Dat geldt zeker in het ambtelijk werk. Laten we hen eren, de vrouwen en moeders, gezegend met liefde tot God en Zijn dienst, en de Heere prijzen in en om wat' zij voor ons door Gods genade mogen betekenen. En heerlijk, als ook onze kinderen bij deze dingen betrokken zijn. Smartelijk wanneer opgroeiende kinderen in dominees-en ambtsdragersgezinnen zeggen: 'ik later nooit van mijn leven dominee ! Als ik trouw, dan geef ik nooit toestemming dat mijn man in de banken vooraan zit, onder kerkeraadsleden'. Denken we om onze kinderen, denken de jongens en de meisjes om vader, in dienst van de grote Koning ?
En dan, delen onze gemeenten met ons in de zorg voor het rijk van Christus ? ! Daar zijn wijkbroeders, daar is lektuurverspreiding onder onkerkelijke en randkerkelijke gezinnen en personen, daar is het eenvoudig getuigenis op het werk tot hen, die van God niet weten. Daar is de levenswandel voor onze buren en naasten, het voorbeeld van jonge mensen als leerlingen op school. Och, daar is allicht wat te doen in de dienst van de Koning, waarvoor we gebruikt kunnen worden. Ik ken ouderen en ook jongeren, die elke week trouw met de bandrecorder op stap gaan voor zieken, thuiszittenden, ouderen, daar het Woord brengen, soms ook fijne contacten hebben, en... op hun beurt ook ontvangen ! Dat is dan ook een stukje werk. En dan zou nog te wijzen zijn op praktische dingen, hulpvaardigheid, bijspringen in een gezin waar het moeder te veel wordt. In een van de gesprekken van Wulfert Floor met de vromen, zegt hij: 'een christen moet toch ook herkenbaar zijn aan zijn bescheidenheid, vriendelijkheid in de omgang, hulpvaardigheid in de dingen van het leven'. Ja, dat is dan ook een stukje vervulling van de levensroeping als gemeente.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 mei 1976
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 mei 1976
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's