Overheidsbemoeienis
De Chinese kerk heeft het moeilijk sinds president Xi Jinping aan de macht is. Dat schrijft dr. Tjeerd de Boer in Christelijk Weekblad. In China haalt men graag het gezegde aan: een christen meer, een Chinees minder.
Christelijk Weekblad
Sinds vorig jaar is de wet- en regelgeving voor niet-gouvernementele organisaties in het algemeen – en religieuze in het bijzonder – verscherpt. De wet zelf maakt het fundamenteel onderscheid tussen ‘goede’ en ‘slechte’ godsdienst, de goede is dat wat door de staat wordt goedgekeurd, al het andere is daarmee automatisch slecht. Dat verscherpte toezicht en onderscheid krijgt nu ook vorm in een ‘sinificatie’-campagne die het Chinese karakter van de samenleving in alle opzichten, en het religieuze in het bijzonder, moet versterken. Alle officieel erkende religieuze organisaties, waaronder de Driezelf Patriottische Beweging, de officieel geregistreerde protestantse kerk in China, hebben inmiddels en vijfjarenplan opgesteld waarin wordt aangegeven hoe de Chinese tradities verweven (moeten) gaan worden in de godsdienstige praktijk.
Dat betreft de liturgie, de tekst en muziek van liederen, de kleding van de voorgangers en de inrichting van kerkgebouwen. Het betreft ook aandacht voor het traditionele schoonschrijven en de schilderkunst. Het zou in de Driezelfkerk zelfs om een nieuwe, meer contextuele, vertaling van de Bijbel kunnen gaan. Ds. Xu Xiaohong, die vorig jaar benoemd werd tot voorzitter van de Driezelf-kerk, benadrukte onlangs dat zijn kerk een Chinese kerk wil zijn. Hij legt uit dat dat betekent dat de kerk van Westerse invloeden moet worden vrijgemaakt, vooral als die voor maatschappelijke onrust zouden zorgen.(...)
De Chinese christelijke kerk (rooms-katholieken en protestanten) telt naar schatting honderd miljoen gelovigen (ongeveer zeven procent van de totale bevolking). Het overgrote deel van hen is lid van een van de talloze protestantse huiskerken. Deze zijn bijna zonder uitzondering niet-geregistreerde kerken.
Zo nadrukkelijk als ds. Xu de ‘sinificatie’-campagne ondersteunt, zo uitgesproken stellen de leiders van de huiskerken zich op tegen alle overheidsbemoeienis. Sinds september vorig jaar zijn daarom meerdere huiskerkgebouwen gesloten en zijn predikanten en gemeenteleden van de grootste en bekendste huisgemeenten, in met name de steden Beijing, Chengdu en Guangzhou, gearresteerd en vastgezet. Ds. Wang Yi van de Vroege Regen Verbondskerk in Chengdu sprak van gelovige ongehoorzaamheid en wordt beschuldigd van subversief gedrag, opruiing en verstoring van de openbare orde.
Het bovenstaande spreekt voor zichzelf. Moeilijke tijden zijn voor de kerk in China aangebroken. De gedwongen aanpassing van de kerk aan de Chinese cultuur herinnert ons aan wat er voor de oorlog in Duitsland gebeurde. Onder leiding van bisschop Müller werd de kerk ‘aangepast’. Het overgrote deel van de Duitse christenen, namelijk de Deutsche Christen, ging daarin mee. Zelfs zover dat al voor de oorlog (in 1939) een instituut in het leven werd geroepen waar bekende en gerespecteerde Duitse bijbelgeleerden grondig te werk gingen. Hun ‘wetenschappelijke’ programma had tot doel om het christendom om te zetten in een Germaanse religie. Zij presenteerden een Arische Bijbel. Dat was niet voldoende. Er werd ook een aangepast gezangenboek gepubliceerd en daarna werd een Duitse Catechismus opgesteld waarin het woord christendom niet voorkwam. Of in China de aanpassing van de kerk naast antichristelijke ook antisemitische trekken heeft, vermeldt het artikel van De Boer niet.
Reformatorisch Dagblad
Het volgende onderwerp is van geheel andere aard. Het is niet te vergelijken met wat in China op dit moment speelt. Toch is er ook enige overeenkomst, namelijk overheidsbemoeienis met zaken die kerk en geloof aangaan. Onze overheid maakt werk van emancipatie. Emancipatie wordt gedragen door de leuze: vrijheid, gelijkheid en solidariteit. Dat is de oude leuze van de Franse Revolutie die weer opgepoetst is en nu een tweede leven heeft gekregen in de vorm van emancipatie. In het Reformatorisch Dagblad wordt uit de doeken gedaan wat dat concreet inhoudt.
Het nieuwe modewoord in het emancipatiedossier luidt ‘genderdiversiteit’. Dat is een breed begrip en moet uiteindelijk leiden tot een samenleving waarin verschillen tussen man en vrouw en stereotypen die daarbij horen, niet meer voorkomen. Stereotypen zijn bijvoorbeeld dat mannen de kost verdienen en vrouwen voor kinderen zorgen. Maar ook dat voetbal en auto’s vooral iets voor jongens en mannen zijn en dat paardrijden en koken het meest passen bij meisjes en vrouwen. Minister Van Engelshoven van Onderwijs, die ook verantwoordelijk is voor het emancipatiebeleid, zit ook helemaal op die lijn. Wat is er gaande? (...) ‘Gender’ is (daarbij) het toverwoord. Sekse duidt op de biologische verschillen tussen mannen en vrouwen.
Gender is de term voor hetgeen mensen zich in de praktijk voelen. Het biologisch geslacht heeft geen betekenis voor de identiteit. Man, vrouw, huwelijk, gezin, vader, moeder; dat zijn allemaal sociale constructies die aanleiding zijn voor overheersing van de vrouw door de man. Daar moet een eind aan komen, vinden de genderideologen. (...)
In Het Parool voegde ze (minister van Engelshoven) eraan toe: ‘We moeten af van het stereotype dat een gezin een man, een vrouw en kinderen is. Een gezin kan ook uit twee mannen of twee vrouwen bestaan, of een eenoudergezin zijn. Het stereotype denken maakt mij boos, omdat ik mee kan voelen met de pijn die dat teweegbrengt in gezinnen met een andere samenstelling.’
Maar een minister kan toch niet voorschrijven aan scholen welke leermiddelen ze moeten nemen?
Dat klopt, maar daarvoor heeft de overheid eigen methodes. Dat heet: in gesprek gaan met. Van Engelshoven stuurt prof. dr. Judi Mesman langs bij de uitgeverijen. Mesman is een specialist in genderstudies en bekleedt de leerstoel diversiteit in opvoeding aan de Universiteit Leiden. Voor de groepen 1 en 2 van de basisschool financiert de overheid een aantal modellessen over stereotypen. Die zijn overigens niet verplicht, maar laten wel zien wat de overheid wenselijk vindt. Kinderen moeten een verpleegkundige en een straaljagerpiloot tekenen. De eerste wordt meestal een vrouw en de tweede een man. Daarna komen dan in de les een mannelijke verpleegkundige en een vrouwelijke piloot binnen. De verschillende verwachtingspatronen van mannen en vrouwen moeten verdwijnen. Het lesprogramma heet niet voor niets: Beeldbrekers. (...)
Iemand die publiek verzet aantekent tegen het streven naar genderneutraliteit en -diversiteit is Esther van Fenema (48). Zij is psychiater en opiniemaker en als zodanig regelmatig te gast bij praatprogramma’s. Verder schrijft ze
onder meer columns, opinieartikelen en boeken. Ze schreef Het ontstemde brein en is nu ook bezig met een boek over gender.
Hoe komt het dat we worden overspoeld met pleidooien voor genderneutraliteit?
‘Het doorgeschoten maakbaarheidsdenken heeft nu ook haar pijlen op onze geslachtelijkheid gericht. In de genderideologie, die sekse problematiseert, worden traditionele opvattingen van sekse opgevat als onderdrukkend. Net zoals de hele werkelijkheid, zijn mannelijkheid en vrouwelijkheid in deze opvatting sociaal geconstrueerd en kunnen ze, naar postmoderne snit, ‘gedeconstrueerd’ worden. Sommige activisten beschouwen mannelijkheid en vrouwelijkheid zelfs als geheel achterhaald, zodat alleen gender als sociaal construct overblijft. En dat construct kun je naar eigen inzicht inkleuren om ‘helemaal jezelf te kunnen zijn’, de ultieme maakbaarheidsgedachte. Het diversiteitsstreven van de genderbeweging heeft een onverbloemde politieke agenda: seksuele minderheden worden onderdrukt en moeten worden bevrijd.’
Het biologisch geslacht heeft geen betekenis voor de identiteit, zeggen de genderideologen. Klopt dat?
‘Nee, natuurlijk niet. De complexe interactie tussen biologische aanleg, opvoeding en omgeving resulteert uiteindelijk in de beleving van de geslachtelijke identiteit. Het is flauwekul om de biologie te negeren.’
Het is een bedenkelijke ontwikkeling dat de overheid zich steeds meer en steeds nadrukkelijker gaat bemoeien met opvattingen over gezin, huwelijk en seksualiteit. Er is toch scheiding van kerk en staat? Ooit was die scheiding bedoeld om de kerken te behoeden voor staatsinmenging in de zaken van de kerk, zodat christenen ook in het onderwijs vrij zouden zijn in het belijden van hun geloof. Nu wordt dit principe uitgehold en worden de scholen langzamerhand een verlengstuk van de seculiere filosofie van de overheid.
Ondanks dit alles blijft het in de christelijke wereld stil. In de kerkelijke pers lees ik er weinig of niets over. Nu moet (de minister is boos volgens Het Parool) het onderwijs zich aanpassen, over enige tijd misschien de kerk. Ik denk niet dat China onze toekomst is. Als de minister de druk nog een beetje opvoert, is de kans groot dat we meebewegen en meebuigen, want westerse christenen zijn behoorlijk onzeker geworden.
Dr. A.A.A. Prosman uit Amersfoort is emeritus predikant.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 mei 2019
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 mei 2019
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's