Geestelijke opbouw
Satan is gebonden. Hij kan niet voortgaan met liet voortdurend afhouden en afleiden der volkeren, opdat ze niet zouden komen tot Christus. Hij moet het aan zien, dat het Evangelie voortgaat van land tot land, van werelddeel tot werelddeel. De Heere heeft den tijd beschikt voor het werk der Zending, dat immers is : de uitplanting van Christus' Kerk (Voetius schreef een boekje : De Plantatione Ecclesiarum, waarvan een vertaling is verschenen in 1910, uitgegeven bij Bouwman & Venema, te Groningen).
't Is nu de tijd van de gebondenheid van Satan en van de Koninklijke heerschappij Gods, van de macht in hemel en op aarde van Jezus Christus. Wordt het Evangelie 't eene land uitgejaagd — denk aan Rusland — dan gaat Gods werk toch voort — denk aan 't zelfde Rusland ! — en het verjaagde Evangelie breekt zich elders baan, tot aan de uiterste einden der aarde. In weerwil van alle satanische machten — gebondene machten — is het de eeuw van Zending, de eeuw van de uitbreiding van Gods Koninkrijk.
Tronen zijn opgericht in den hemel. Laat Satan woeden — maar in den hemel is heerlijkheid en macht, wat op aarde uitstraalt en hier beneden wordt geopenbaard, De zielen dergenen, die onthalsd zijn, omdat zij het getuigenis van Jezus en het woord Gods brachten in de wereld en zich in geen enkel opzicht aan het Beest wilden onderwerpen — leven, ! Verloren hebben ze 't, wreed zijn ze gedood — maar ze hebben overwonnenen zullen overwinnen ; ze leven en zijn bekleed met koninklijke heerschappij met Christus, al de jaren van de gebondenheid van satan. De overigen die gestorven zijn leven niet, maar de getrouwe getuigen van Jezus Christus, die als martelaren gestorven zijn, leven wel ! Dat is de tegenstelling. Dat is tegelijk de ellende voor allen, die buiten Christus sterven, en de heerlijkheid van allen, die om den naam en voor de zaak van Jezus Christus hebben geleden, zijn vervolgd en gedood.
Zóó wordt de werkelijke toestand gedurende de duizend jaren ons geteekend. Satan gebonden, de belijders van den Naam van Christus gedood, het Evangelie vordert, die buiten Christus sterven zijn dood, die om Christus' wil zijn gedood, leven ! En dan volgt in vers 11—14 wat n a de periode van duizend jaar zal gebeuren. Dan komt de vuurpoel", dan komt „de eeuwige dood", het „eeuwig verderf", het eeuwig geworpen worden onder „den toorn Gods". Dat is de tweede dood.
Maar nu is het zoo : dat de martelaren, die gestorven zijn, nu priesters van God en den Christus zijn, en dus voor het aangezicht Gods verkeeren in toewijding van hun leven, en dat zij deelen in de heerschappij van Christus, gedurende de duizend jaren, die nu zijn.
Die zóó Christus toebehoort, gaat over uit den dood in het leven ; die, wordt van den vang des doods verlost en wordt ingeleid in het eeuwige leven ; die is de eerste opstanding doorgegaan, die is door de eerste opstanding ingeleid in het Godsleven en zal straks, in het oordeel, door den dood niet meer gegrepen worden, maar in den dag der dagen andermaal, en dan voor eeuwig, van den dood verlost in het leven worden ingeleid. De tweede dood zal geen macht over dezulken hebben.
Hier is geen sprake van een duizendjarig vrederijk in den zin van de Chiliasten, die droomen van een vrederijk op 't eind van deze bedeeling hier op aarde. Neen, 't zij dat we leven, 't zij dat we sterven, maar die in Christus Jezus zijn, zijn van den dood overgegaan in het leven en zullen den dood niet zien, ze zullen deelen in, de heerlijkheid van Christus, ze zijn van den eersten dood verlost, ze zijn door de eerste opstanding heengegaan, ze zijn ingeleid in de gemeenschap van den Levensvorst. Satans macht is over hen gebroken, de Overste des doods is in zijn macht gebonden en ze leven met Christus om ook met Hem te heerschen — al is hun gang over den brandstapel, of al moeten ze hun leven enden in den muil van de wilde beesten. Satan is verslagen, Christus is Overwinnaar en al Gods kinderen deelen met Hem in de heerlijkheid van de zaligheid.
En dan komt aan de periode van gebondenheid van Satan ook een eind ten laatste (vers 7). Hij wordt eenmaal losgelaten uit zijn gevangenis, zoodat hij weer met volle kracht kan werken. Dan gaat hij er weer op uit — als God de teugels over hem vieren laat en hem weer meer vrijheid zal geven — om de volkeren te verleiden, waar bij hij geholpen zal worden door allerlei satanische beroeringen onder de volkeren en Gode-vijandige volkeren zullen uitbreken in God-onteerende lasteringen en zullen een gruwelijk geweld openbaren, waarbij de wereld zal verleid worden tot allerlei ongerechtigheid.
Dat zal zijn tegen het eind van deze periode, van deze bedeeling, die God, naar Zijn eeuwigen Raad, nu over ons beschikt heeft, om deze straks te veranderen, tot velerlei Godslasterlijke gruwelen onder de natiën.
Maar dat zal de laatste rit zijn van den Menschenmoorder. Dat zal de laatste slag zijn van den Overste der wereld, van den Duivel, van Satanas, die God altijd wederstaat, maar ten slotte ook door God ingetoomd en bedwongen wordt, om echter straks met losse teugels weer voor een tijd te kunnen rondgaan, om te verleiden en te verderven.
Dat zal het eind van deze periode, van deze bedeeling zijn — de duizend jaren — die in u is, maar straks zal verdonkeren door satanisch geweld en helsche aanslagen. !
Doch — met den Duivel zelf loopt het dan slecht af.
Hij wordt geworpe in den vuurpoel, die met zwavel brandend! gehouden wordt, waar het Beest en de valsche profeet óók zullen zijn. Daar worden ze met elkander gepijnigd, als de helsche vrucht voldragen is, als voorwerpen van Gods toorn in eeuwigheid.
Wat is dus de korte inhoud van Openb. 20 vers I—10, wanneer we Schrift met Schrift vergelijken ?
Is het niet dit: dat de Duivel nu door God aan banden is gelegd, dat Gods Koninkrijk zal komen onder de volkeren ; dat de discipelen van Jezus Christus leven, ook al moeten ze sterven ; dat ze van de eerste opstanding mogen genieten en deelen in de heerlijkheid van Christus, 't zij zij leven, 't zij ze reeds gestorven zijn ; dat een periode wacht, waarin de Heere de teugels zal vieren en de, Duivel naar Gods wonderen Raad zal stijgen tot het toppunt van zijn kracht; de Boze zal z'n handen meer vrij krijgen en van alle kanten geholpen worden tot ellende der volkeren ; Christus' Kerk zal in de grootste moeite komen ; Christus' gemeente zal bedreigd worden met algemene vernietiging : -bange tijden zijn aanstaande, maar dan zal de Heere ingrijpen en Hij zal komen ten oordeel ; dan zal Satan 't verliezen, en nu voor eeuwig ; dan zal de oude slang uitgeworpen worden voor eeuwig en 't einde zal een eeuwige overwinning brengen voor Gods Koninkrijk, door Jezus Christus' offerande, tot vreugd van geheel Sion, 't zij ze gestorven zijn, 't zij ze bij de wederkomst van Christus nog leven en in een punt des tijds zullen veranderd worden tot heerlijkheid en zaligheid, waarvan geen oor ooit heeft gehoord, 't welk geen oog ooit heeft gezien, wat in des menschen hart nooit is opgeklommen, maar wat God weggelegd heeft voor Zijn kinderen.
(Wordt voortgezet).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 februari 1930
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 februari 1930
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's