De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

FEUILLETON

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

FEUILLETON

Kleine Luijden SCHETSEN UIT HET FRIESCHE DORPSLEVEN

5 minuten leestijd

Kleine Luijden SCHETSEN UIT HET FRIESCHE DORPSLEVEN
door IDSARDI.
29)
Maar dan kwam ook weer de begeerte des vleesches boven, als gezien werd op dat verweesde kind, zoo hulpeloos en teer, nog onbewust van den zwaren slag, dien het reeds in de wieg getroffen had — de zwaarste die een kind kan treffen, 't Was zoo aangrijpend, en toen alles voorbij was, en die zwarte koets voor de deur had gestaan om uit te dragen naar buiten onder de treurwilgen, wat hem eens op aarde het dierbaarste was geweest, toen was het in de pastorie zoo akelig leeg en stil. 
Toen kreeg hij het heimwee. Toen liep hij soms van de eene kamer in de andere om nergens te vinden wat hij zocht. Overal was het uitgestorven. Onder en boven; achter en voor, tot in het studeervertrek, waar zij soms heele avonden rustig bij hem zat met haar werk, als hij bezig was met de preek. Nooit weer haar vroolijk gelaat. Nimmermeer haar hoog-op klinkende stem, die soms van uit den tuin tot hem doordrong, als zij een vroolijk lied zong. De pastorie leek wel een graf. Af en toe dwaalde hij tusschen de bloemperken waar zij zoo mee dweepte, of zette zich in diepe mijmering in den koepel, achter in den hof, maar als van zelf werd hij dan weer heengetrokken naar het slaapvertrek, waar de kleine sluimerde, in wiens beeltenis hij de moeder schouwde.
Gelukkig dat in die zware dagen moeder Randwijk bij kon staan. O, hoe droeg zij het leed van haar zoon mee, en trachtte hem op allerlei wijs te troosten. Waren de baren en golven Gods ook niet over haar hoofd gegaan? En ging het niet als een zwaard door haar moederhart als zij haren Egbert zoo zag lijden? Maar niettemin was het voor hem van onschatbare waarde haar bij zich in huis te hebben. In den beginne scheen het wel eens eenige moeilijkheden op te leveren. Zij was zulk een eenvoudige vrouw in kleeding en manieren, en deftige gemeenteleden vonden dat dominé wel wat een ordinaire familie had, maar gelukkig had hij zich nooit over zijn afkomst geschaamd. Elk mocht het weten dat zijn vader gevallen was als slachtoffer van zijn plicht, te midden van den arbeid, en dat zijn moeder met hare handen, voor zich en de haren het brood verdienen moest, en wie dat schande vond, deed maar goed met de pastorie te mijden. Liever de verachting van het deftige publiek gedragen, dan den zegen van een moeder te moeten derven.
Zoo kwam het, dat moeder Randwijk zoowel hier als in de vorige gemeente af en toe in de pastorie gezien werd, waar zelfs de meesten eerbied voor haar hadden, al droeg zij dan ook een eenvoudige neepjesmuts. Maar zoo was het óók een van-zelfheid dat in deze droeve dagen haar steun en hulp was ingeroepen.
Niettemin zag de gemeente dat dominé leed. De reeds magere gestalte droeg de diepe sporen van rouw. Wél bleef hij zijn arbeid doen, maar 't was niet meer als voorheen. Daar haperde iets. Daar was iets in hem gebroken. De zenuw zijner kracht was aangeraakt.
Toch was zijn arbeid, vooral in deze dagen, niet onvruchtbaar. Toen men zag hoe voorbeeldig hij zijn lijden droeg, won hij de harten. Meer dan hij zelf wist, werd het woord des Heeren tot Paulus ook aan hem vervuld: Mijne kracht wordt in zwakheid volbracht. De uitwerking van zijn eenvoudig getuigen was grooter dan hij dacht, vooral bij diegenen, die voorheen geheel van God en Zijn dienst vervreemd waren. Hier en daar hadden merkbare veranderingen plaats. Woeste kerels werden voorbeelden van zedigheid. Dronkaards werden geheelonthouders. Vloekers werden kerkgangers. Slonzige vrouwen kregen lust in orde en netheid. Straatwijven wenden nijvere huismoeders. Daar waren heele huisgezinnen die een merkbare verandering ondergingen, en waar de vreeze Gods thans woonde. Eens werden een vijftal kinderen gedoopt uit één gezin, nadat man en vrouw belijdenis des geloofs hadden afgelegd, en die voorheen bekend stonden als de schrik voor de buurt
„'t Is alles het werk van ds. Randwijk" — zeiden de menschen, als gesproken werd over de geestelijke en zedelijke hervormingen, die in de volksbuurten plaats hadden, maar hij zelf getuigde er van: ,,het is Gods werk".
Zoo is het echter te verstaan, welk een ontroering er door de gemeente ging toen ruim een jaar later de roeping naar Zorgvliet werd aangenomen. Met volle vrijmoedigheid had ds. Randwijk zoo beslist, omdat hij met het oog op eigen gezondheid vooral den tijd van heengaan gekomen achtte. Het hier door hem begonnen werk had zulke afmetingen gekregen, dat het zeker niet wederom te niet zou kunnen worden gedaan, doch te zwaar werd voor zijn schouders.
Hier waren sterkere lichamen voor noodig. En toen daarop uit het meer rustige, kalme Zorgvliet, ver van de rookende fabrieken en stampende machines, te midden van een bevolking, die evenals in zijn geboorteplaats hoofdzakelijk van den landbouw en de veeteelt leven moest, de roeping kwam om deze gemeente te dienen, meende hij hierin een wenk Gods te zien en was de beslissing spoedig gevallen.
Ook de gemeente, hoewel velen hem noode zagen vertrekken, had vrede met dit besluit. Daar lagen hier te veel smartelijke herinneringen, dan dat hij hier ooit weer tot groote krachtsontplooiïng kon komen, wat wellicht in een geheel nieuwe omgeving, met andere toestanden en andere menschen, beter zou gaan.
't Afscheid was zwaar geweest Reeds ver voor het aangekondigd uur was de kerk tot in de uiterste hoeken bezet, en wat opviel was, dat tal van menschen, die anders nooit een kerkgebouw binnen kwamen, die blijkbaar hier in meer dan een opzicht met hun houding verlegen waren, getuigen wenschten te zijn van het heengaan van een man, dien men om zijns werks wil had lee­ren liefkrijgen.
(Wordt vervolgd).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 september 1928

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

FEUILLETON

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 september 1928

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's