FINANCIËN

De vorige maand telde 28 dagen. Dit zijn precies 4 weken. Hierdoor wordt het overzicht voor ons niet weinig vereenvoudigd. Wanneer, terwijl ik deze regels schrijf, op den dagkalender naar de juiste datum wordt gezocht, wordt het mij opnieuw duidelijk, dat de maand net vol is, waarop ik mijn laatst gegeven overzicht van de bij mij ingekomen posten schreef. Een korte maand. Uit den aard van de zaak laat zich dus gemakkelijk afleiden, dat de inkomsten ook iets minder zijn en het lijstje iet of wat beknopter is. Toch kan men dit niet altijd weten. In een kort tijdsbestek kunnen er groote dingen gebeuren. Lichtelijk dat met dit laatste zeggen bij u de verwachting wordt gewekt, dat er iets bizonders, iets wat uitreikt boven het gewone, bij ons plaats vond. Neen, eerder het tegenovergestelde, 't Was niet alleen een maand met weinig dagen, maar als ik u zeg : van deze 4 weken ging er ééne week voorbij, waarin de post voor mijn werk niet één enkele post afdroeg. Zoó zuinig was ik tot nu nog niet bedeeld, 't Scheen haast of onze zaak uit de rij van de meest begunstigde fondsen naar de minst gezochte was verwezen.

'k Geloof niet, dat klagen in dezen veel effect zal sorteeren. „Wat klaagt een levend mensch" — want dit wordt in onze dagen ontzaglijk veel gedaan — „een iegelijk mensch", zoo luidt het woord van den Profeet, ,,klage vanwege zijne zonden".

Roemen is ons evenmin oorbaar. Wanneer op iets mag worden gewezen dat in de juiste richting zich beweegt, is 't roemen in Godes onwankelbare trouw, in Zijne onverdiende gunstbewijzen, welke Hij in Zijn wondervolle genade ons nog dagelijks bewijst.

Toch mag niet worden verzwegen dat er oorzaken zich kunnen voordoen, welke aanleiding geven tot de vraag : Waarom staat uw oog zoo donker? Waar wij gerust onder de verwende kinderen mogen worden gerekend vanwege de buitengewone steun gedurende tientallen van jaren ondervonden, is het vanzelfsprekend, dat wanneer dagen achter elkander de post ons zonder om te kijken, passeert, men even teleurgesteld hem nastaart.

'k Denk, dat in de komende dagen, en nu denken wij bizonderlijk aan de Paaschdagen, immers op het Paaschfeest wordt voor onze fondsen toch in de gemeenten, waar ons geregeld steun wordt geboden; een rijkere collecte dan gewoon plaats vindt, gehouden.

'k Vermeen, dat ieder der Dienaren van het Evangelie van den verrezen Kruiskoning, die weet wat het inheeft van de fondsen van den Geref. Bond steeds een niet geringen steun te hebben genoten, een pleit zal voeren in dezen, beter dan ik het vermag. De studeerende jonge mannen komen in dezen tijd evengoed aankloppen als in de meest rijke tijden. Misschien dringt de nood daartoe nóg sterker.

Wat nu de stilte in onze inkomsten betreft, zou ik het liefste zien dat straks als de Paaschdagen achter den rug zijn, de sprake beluisterd wordt: zoo is de gang in het rijk der natuur ook: als een flinke bui zich meldt, is het op 't moment dat vooraf gaat vaak zoo, dat ge zeidet: het is opvallend stil.

Na deze ontboezeming laat ik het overzicht volgen.

'k Ben zoó klaar.

1. De heer O. te N. Tonge zond mij de contributie, zijnde ƒ 1,-

2. De heer D. K. te Alkmaar gireerde voor het Studiefonds .„1.-

3. Onze vriend J. C. P. te Weesp deed evenzoo. Hij zond mij ook voor het studiefonds twee rijksdaalders.., 5.—

4. Het busje van mej. Qualm te Hazerswoude wordt geregeld om de 3 maanden geteld. Waar wij over verschil van voorheen en thans in ons overzicht 'n enkel woord schreven, mag hier op een zich zelve gelijk blijven worden gewezen, dat tot dubbele erkentelijkheid ons stemt. Wij zeggen al de vrienden aldaar zeer hartelijk dank. 't Busje bracht op in dit kwartaal f 24.25

5. Onze collega B. te D. deed ons de maandelijksche bijdrage weer ge worden - f 5.— Onzen warmen dank hiervoor.

6. De Penningmeester van de afd. Alphen a. d. Rijn zond mij de nagekomen contributiegelden, n.l 3.50

7. Door collega v. d. Pol te Den Haag kreeg ik twee giften, n.l. van N. N. ƒ 2.50 en van v. E. 2 gld. voor onze fondsen „ 4.50,

8. Het sluitstuk wordt gevormd door de mij toegezonden post uit Veenendaal. De heer Gaasbeek aldaar had van een herstellende zieke een gift ontvangen van 50 gulden, waarvan 12.50 gld. bestemd was voor onze fondsen, 12.50 Het onderschrift van deze gift luidde: „betaal den Allerhoogste uw geloften".

Wij zeggen geefster en onzen vriend Gaasbeek hartelijk dank en spreken de wensch uit en bede, dat de Almachtige en Getrouwe God in den Zoon Zijner liefde haar moge oprichten en haar nabij zijn in alles. Wij ontvingen in 't geheel de som van

f 56.70

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen