Geen ander Evangelie
De Frankfurter voorjaarsconferentie
Op 5 en 6 maart jl. hebben een viertal predikanten op uitnodiging van het zg. Frankfurter Konvent o.l.v. prof. P. Beyerhaus de voorjaarsconferentie bezocht van dit Konvent te Frankfurt. Het waren de predikanten R. J. van de Hoef, L. Kievit, I. Wisse en C. den Boer. Naast verschillende andere . vertegenwoordigers uit het kerkelijk leven van Nederland, hebben zij deelgenomen aan de conferentie, omdat een meeleven met de belijdenisbeweging 'Kein anderes Evangelium' in Duitsland zelf op prijs werd gesteld en omdat dat meeleven in onze critieke tijd tot wederzijdse verrijking dienen kan. Hiernaast vindt de lezer een verslag van hun bevindingen.
Het waren slechts enkele tientallen vrouwen, die zich verenigden in een godsdienstoefening in de Rooms-Katholieke Frankfurter Dom, een keurig gerestaureerd bouwwerk temidden van restanten uit Romeinse eeuwen en van bombardementen uit de tijd van de tweede wereldoorlog. We schreven de vijfde maart 1975. Enkele honderden meters daar vandaan het Dominikaner Klooster, niet, zoals de lezer zou vermoeden, ook een monument uit lang vervlogen Rooms-Katholieke tijden, maar het ontmoetingscentrum voor evangelisch-lutherse christenen uit Frankfurt en omgeving. Van een kort bezoek aan de Domkerk haastten wij ons op de morgen van die vijfde maart naar dit klooster om de voorjaarsconferentie mee te maken van het Theologisch Konvent en van het Frankfurter Missionskonvent, een samentreffen van theologen en kerkelijke leiders van verschillende kerkelijke achtergrond, vooral echter van de Evangelische Kerken in Duitsland. We zouden het de motor kunnen noemen van de belijdenisbeweging in de Duitse kerken: 'Kein anderes Evangelium'. Brengt deze belijdenisbeweging soms duizenden kerkleden op de been in 'kerkedagen', waarvoor een stadion gehuurd moet worden, nu was het slechts een schare van ruim honderd personen, maar, naar we bemerkten, grotendeels theologisch zeer geïnteresseerde kerkelijke leiders, die allen ondanks vele verschillen, één wensten te zijn in hun goed gedokumenteerd verzet tegen de geest vart de tijd, de geest van het modernisme in kerk en theologie, de geest van de ideologisering van het Evangelie.
Evangelie en ideologie
In dat teken stond dan ook heel deze conferentie, onder de energieke en onvermoeibare voorzitter van de beide Konventen, prof. dr. Peter Beyerhaus. Evangelie en ideologie. De conferentie werd geopend met een 'gründliche', warme en enthousiaste toespraak in de 'Heilige Geist Kirche' van het Dominikaner klooster, die gehouden werd door prof. dr. D. O. Michel over het laatste vers van Psalm 73. Waar christendom begint altijd met iets positiefs. Wij moeten weten, waar God staat in ons leven. Door de worsteling en aanvechting heen, mag hét dan aan het einde van Gods weg met ons komen tot een vreugdevolle belijdenis. Hoe kostelijk is Uw nabijheid, o God. Daarna de boeiende en diepgravende uiteenzettingen van de bekende geëmiriteerde prof. dr. W. Kunneth, een systematicus, die sprak over Evangelie en ideologie. Daarin werden de geestelijke achtergronden en typerende trekken van een ideologie naar voren gehaald: een humanisme zonder God, waarbij een 'globale', totale wereldverandering onder de harde zweep van het wetticisme afgeperst wordt. Een ideologie treedt op met absoluutsheidsaanspraken. Ze is universeel (alles omspannend). Op elk levensterrein moet bewustzijnsverandering plaatsvinden. En die moet opgedrongen worden met de macht van een moderne vervanging van de godsdienst. Het is deze tijdgeest, die de verkondiging van het Evangelie wil opslorpen. Wij staan onder de macht van een ideologische inbreuk op theologie en kerk, die Bijbelse grondbegrippen (zoals gerechtigheid, vrede, verzoening, vrijheid, enz.) van hun Bijbelse wortel en achtergrond losweekt en ze laat opdraven als themata voor de verdere omvorming van het denken en bewustzijn. Op velerlei manier (prediking, kerkelijke pers, moderne media, enz.) wordt deze van de levende God en Zijn openbaring losgerukte ideologie de gemeenten ingedragen. En de arme gemeenteleden laten zich meevoeren. In deze apocalitische tijd dragen de demonische machten de maskers van de ideologie. Hier is geen compromis mogelijk. Hier is harde polarisering geboden. Onderscheidt de geesten...! En dan niet vanuit een getto, maar staande midden in deze wereld van atheïsme. En dan ook niet op de manier van de dialoog, maar met de eis van absolute bekering. In de middagbijeenkomst van de eerste conferentiedag was het prof. dr. A. Hudak (een niet theoloog), die op een eminente wijze en duidelijk ook als een groot kenner de idee van de ideologie in het Marxisme belichtte: een nieuwe, religieloze en klassenloze maatschappij, waarvoor na K. Barth in theologie en kerk vele aanhangers zijn gezocht en gevonden. De sociale weerbaarheid van het Evangelie is dan de enige noemer voor theologische en kerkelijke arbeid. Het zijn de beroeps-revolutionairen (ideologen), die nog maar steeds de oude beginselen van Marx, ondanks alle nieuwe wegen, die bewandeld worden, moeten doorzetten. En daarmee zou de kerk arm in arm moeten gaan, herinnerd door dit Marxisme aan haar eigenlijke sociale taak in de wereld. Uiteraard een radicale verbastering van het Evangelie.'
Een harde en eenzame strijd
Door deze enkele regels, die een ietwat samengedrongen indruk geven van twee zwaargeladen lezingen op de eerste Frankfurter conferentiedag, proeft de lezer iets van het gehalte van deze conferentie. Ook op de tweede dag werd dit thema aangeslagen door prof. dr. Bodo Volkmann (Christelijk geloof en ideologie in het heden en dr. W. Schilling: 'Het raadsel van de oekumenische mao-fascinatie'). Het was zwaargeladen, inderdaad, al hadden wij graag het Bijbels-theologische verweer nog wat meer uitgediept gezien. Maar dat betekent toch niet, dat we de referaten en discussies ervaren zouden hebben als studeerkamergeleerdheid. Integendeel, voortdurend hebben we gevoeld, hoe hier, zo dicht bij de Oostzone, een conflictsituatie midden in de practijk van het maatschappelijke, politieke en kerkelijke leven aan de orde was. Iemand uit West-Berlijn vertelde, dat zeventig predikanten (van de vijfhonderd) publiek bereid bleken met communisten samen te werken. Een gemeentelid uit Hamburg vertelde me aan tafel van zijn dominee, dat hij vanaf de kansel gezegd had niet meer te geloven in de persoon van God. En wat doet de bisschop? Niets. Wat kunnen belijdenisgetrouwe kernen van gemeenteleden in de Evangelische kerken van Duitsland anders doen dan zich proberen te organiseren in Bijbelkringen e.d., waarin zij deelnemen aan een geestelijke en morele bewapening tegen het modernisme en het marxisme? Schapen zonder herder vaak. Inmiddels hebben in 1974 ruim 210.000 leden interesseloos de Evangelische Kerk van Duitsland verlaten. De ontkerkelijking neemt schrikbarende vormen aan.
'Kein anderes Evangelium' voert een harde en eenzame strijd. Hier en daar aan de theologische faculteiten een enkele Bijbelgetrouwe professor. Hier en daar een kleine kudde van Bijbelgetrouwe christenen, die bovendien niet accoord wensen te gaan met de koers, die in Lausanne is uitgestippeld, mede op instigatie van Billy Graham en waarin naar het oordeel van de Frankfurters toch teveel de Wereldraad van Kerken de handen boven het hoofd gehouden wordt.
Samen op weg met het oude Rome?
Is het zo verwonderlijk, dat men in deze zeer eenzame strijd aanknopingspunten meent te kunnen vinden bij de Roomskatholieke Kerk? Een fel discussiepunt (waarbij de stukken eraf vlogen) was dan ook tijdens deze conferentie het zg. Regensburger gesprek, waarin mannen als Beyerhaus, Künneth en Bergmann contakten gelegd hebben met R.K. prominente figuren eind 1974. Ook onder Roomskatholieken, die de klassieke leer wensen vast te houden, is grote verontrusting over de ideologisering en politisering van het Evangelie. Of dan opeens dit gezamenlijke front de confessionele en dogmatische verschillen tussen Rome en de kerken van de reformatie doet verdwijnen? Of is de haast geruïneerde Rooms-katholieke kerk in onze apocalyptische tijd toch de aangewezen gesprekspartner, voorzover ze nog niet in de ban van het (neo)marxisme is? Moeten wij onder de bombardementen van de tijdgeest niet samen in de schuilkelder om daar elkaar te vinden in de belijdenis van de éne en drieënige levende God en van Zijn God-menselijke Zoon Jezus Christus? Samen sterk rondom het oudkatholieke belijden van Nicea? Dat was de mening van prof. Beyerhaus o.a. Maar hij heeft die mening wel hard moeten verdedigen tegen ernstig waarschuwende stemmen, die niet konden inzien, dat het om dezelfde Christus gaat en dat een eenparig geloofsgetuigenis tegen de tijdgeest voor de buitenwacht een geweldig teken zou kunnen zijn zoals de evangelisator Bergmann het onder woorden bracht. Sommigen van het Konvent zagen reeds het einde naderen van 'Kein anderes Evangelium', wanneer deze weg zou worden ingeslagen. Een was er zelfs, die de Rooms-katholieke kerk de grootste en vijandigste secte noemde. Het zou wel eens kunnen zijn dat deze verbreding van het front een innerlijke tweespalt in de Duitse belijdenis-beweging gaat betekenen. De vraag blijft urgent, wat belijdenisgetrouwe protestantse christenen kunnen doen voor hun Rooms-katholieke medemensen, die theologisch en kerkelijk op dezelfde puinhopen zitten. Daarom is, dunkt ons, een gesprek in deze doodernstige situatie niet te ontgaan, maar dan een gesprek, waarbij alle stukken op tafel komen. Anders wordt het een oneerlijke dialoog. Het blijft immers toch de vraag, of deze manier van oecumeniseren niet hetzelfde gevaar met zich meebrengt als dat van de oecumenisten aan de linker kant, die vanwege de gemeenschappelijke doelstelling de confessionele kloof tussen Rome en de Reformatie weinig actueel meer vinden. Het 'neen' tegen de verhumaniseerde en geïdeologiseerde theologie kan ook voortkomen uit onedele motieven, nl. politieke. Men zal er in elk geval de ogen voor open moeten hebben, dat handhaving van de status, quo (de huidige stand van zaken) in leer en leven in verzwagering met Rooms-katholieke kerkleden uitgelegd zal worden als een politieke stellingname. En als dat laatste al verdedigbaar zou zijn, dan komt toch de vraag, hoever de kerk hierin mag gaan. De magistrale Frankfurter Dom staat haast op een steenworp afstands van het evangelische Dominiklooster. Wordt deze afstand overbrugd door Beyerhaus en de zijnen? Of zullen de jongeren het doen, die bij tientallen de conferentie bijwoonden, onder meer van de Bijbelschool van Bazel? Of zullen die jongeren het voorbeeld volgen van vele gemeenteleden, die de staatskerken van Duitsland verlaten en de vrije kerken verkiezen? Dr. Bergmann gaf in ieder geval te kennen, dat men het gesprek met Rome niet verder zou voeren, als de Frankfurter Konventleden hier het veto zouden laten horen.
Frankfurt-Leicester
Een vergelijking met de Leicester-conferentie, die jaarlijks in Engeland gehouden wordt, ligt voor ons voor de hand. Het verschil is duidelijk. In Engeland vele geestelijke leiders, die in Leicester elkaar de hand reiken en proberen te bemoedigen, puriteins, pastoraal. Zij staan op eenzame posten in de veelal zelfstandige vrije kerken. Slechts 'n enkele vertegenwoordiger uit de Staatskerk. Gedegen Calvinistisch, hoewel weinig open naar de kant van de confrontatie met de tijdgeest binnen de grote kerken en in het politieke maatschappelijke leven. In Duitsland juist dat laatste. In beide gevallen grote eenzaamheid en een poging om elkaar de broederband toe te steken. Moeten we kiezen? We danken God, dat Hij grote geestelijke leiders, die Bijbelgetrouw en belijdenis-getrouw willen leven, midden op de puinhopen van de ineenstortende kathedralen en paleizen zet om daar de Naam van Christus te noemen als de enige Redder. Maar we bidden tegelijk, dat God ze bewaren moge voor de verzoeking om Christus en Zijn genoegzaam plaatsbekledend lijden te verloochenen of te verhullen terwille van 'n machtsconcentratie, waarin het gezamenlijk 'nein' tegen de geest van de Antichrist kan worden gehoord. Het laatste kan niet achtewege blijven. Maar het eerste is het meest positieve, waarmee elk waar christendom moet beginnen. Onze kracht ligt nooit in ons 'neen', maar alleen in ons 'ja' tegen 'solus Christus' (Christus alleen), of liever in Zijn 'ja' aan het kruis tegen goddelozen en wederhorigen, die op één hoop liggen met de grootste revolutionairen der wereld. En dat is een register, dat in Leicester bepaald duidelijker wordt opengetrokken.
Wageningen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 maart 1975
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 maart 1975
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's