FINANCIËN
Zoo in het voorjaar kunt ge er vast op rekenen is het overal groote schoonmaak. Wat heeft moeder de huisvrouw dan een hoop te beredderen. Naast de zorg voor de gewone huishouding — want deze staat nooit stil — komt dan zich aandienen het opruimen van alle onnoodige dingen, het schoonmaken van elk vertrek apart. Op de vraag, of dit dan niet wekelijks gebeurt, krijgt ge of geen antwoord of u wordt gezegd : natuurlijk wel, maar niet zoo grondig, niet zoo van alle kanten af. Daartoe dient nu de voorjaarsschoonmaak. Kom maar eens mee en help me liever een handje bij het verplaatsen van dat zware meubel of aan het uit elkaar nemen van die kast, dan allerlei op-en aanmerkingen te maken, waarnaar ik toch niet luister. Daarvoor heb ik het veel te druk.
Nu, eerlijk gezegd staat ge een moment beduusd als alles van z'n plaats komt : vanwaar al dat stof en al die rommel ? In stilte zegt ge dan ook : Moeder heeft, zooals haast altijd, schoon gelijk. Het is geen onnutte arbeid, dat eens in het jaar alles een goede beurt krijgt, dat elk meubel eens van z'n plaats komt. Wanneer straks het geheele werk achter den rug is, ademt èn moeder èn ook vader ruimer dan ooit.
Staat het zoo met moeder de vrouw, dat zij de handen meer dan vol heeft in deze dagen, wat mij betreft kon ik — en dat trof niet ongelukkig, omdat ook mijn vertrek 'n goede en ouderwetsche beurt kreeg — heel gemakkelijk mijn werk af.
Daar was dan ook maar ééne gedachte, welke bij me vaststond de laatste dagen, en, deze was : ge schrijft een heel kort stukje of de drukker krijgt het sein : „deze week is de Penningmeester verhinderd".
'k Ben bij het eerste denkbeeld gebleven.
Deze week een heel kort stukje.
De menschen, die u iets zonden, of de gemeenten, waar een collecte werd gehouden, hebben recht daarop. Het getuigt niet van al te groote waardeering, wanneer ge het zonder een geldige reden laat overstaan tot een of twee weken later.
Zoo zal ik dan ook maar dadelijk aanvangen met mijn overzicht.
1. De eerste post kwam uit het Noorden. De heer V. te T. zond me een dubbele contributie, n.l. 2 maal ƒ 1.50, dat is ƒ 3.— 2. De tweede werd me toegezonden door een Jongelingsvereeniging, n.l. te Slikkerveer. De Jongel. Vereen, van de Ned. Herv. Gemeente heeft uit haar kas voor diverse christelijke instellingen voor de fondsen mij een rijksdaalder doen geworden, waarvoor ik zeer erkentelijk ben „ 2.50
3. Ds. Fokkema te Amstelveen zond me een nagift van mej. L. voor het Studiefonds, waar zij verhinderd was bij de spreekbeurt tegenwoordig te zijn „
4. De onbekende gever uit 's-Gravenmoer zond me, zooals hij telkens pleegt te doen, een gulden voor de fondsen „ 1.— Mijn zeer vriendelijke dank.
5. De heer De Kok, onze Penningmeester van de Afd. Rotterdam (Zuid), zond me een rijksdaalder, welke hem was gezonden door bemiddeling van den heer de Kiefte, n.l. 1 gld. voor het Leerstoelfonds en 1.5ü gld. voor het Studiefonds. „ 2.50
Wij danken alle drie, die hieraan hebben meegewerkt, inzonderheid den gever.
6. Uit S. kreeg ik eerst een brief, waarin hij mij aankondigde het bedrag, tezamen gelezen in het busje, dat ik hem vóór een betrekkelijk korten tijd zond. Hij maakte hierbij zijn excuus, dat het niet meer bedroeg. Anderen droegen veel meer bij, dan door hem kon worden afgedragen. .. „ 4.50
Bescheidenheid is altijd een deugd, doch in dezen geldt het woord des Heeren, dat Hij gesproken heeft omtrent de gave, die door een weduwe werd geworpen in de schatkist in den tempel: „Deze, zeg Ik u, heeft meer daarin geworpen dan al de anderen". Ik was er meer dan verblijd mee.
7. Nu nog een drietal collecten, gehouden in onderscheidene gemeenten. De eerste kwam uit den Evangelisatiekring „Rehoboth" te Den Hulst, waar ds. Kruishoop van Ermelo een spreekbeurt hield. Deze bracht op „ 13.34
'k Dank de vrienden zeer.
8. De beide collecten die volgden kwamen van het eiland Goeree en Overflakkee, waarbij ds. Van den Boogert, van Zuid-Beijerland, voorging. In Sommelsdijk bracht dat op niet minder dan „ 49.75 terwijl deze in Oude Tonge daar nog boven uit klom, n.l „ 58.— Voor deze heide collecten hen ik hoogst erkentelijk,
Ook de voorganger heeft mij dankbaar gestemd.
'k Kwam alzoo tot een eindbedrag, dat me waarlijk niet tegen viel, als ik bedenk, dat de laatste weken vóór onze Paaschcollecte zich, in den regel onderscheiden door een zekere stilte. Het eindcijfer was
f 135.59
Wij danken allen die hieraan hebben medegewerkt en bevelen onze belangen bij onze vrienden ten zeerste aan.
Utrecht.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 maart 1935
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 maart 1935
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's