Boekbespreking

Dr. R. Hooykaas: Geschiedenis der Natuurwetenschappen; Uitgave A. Oosthoek's Uitgeversmaatschappij N.V., Utrecht; 287 pagina's; ƒ 22, 50.

Jarenlang heeft prof. dr. R. Hooykaas aan de V.U. gedoceerd in de geschiedenis der Natuurwetenschappen. Thans doceert hij aan de Rijks Universiteit te Utrecht, waar hij prof. Dijksterhuis in deze tak van wetenschap opvolgde. In de loop van de jaren heeft prof. Hooykaas menigmaal lezingen gehouden voor de kring van studenten uit de Gereformeerde Gezindte, die in de C.S.F.R. verenigd waren. In die lezingen gaf hij blijk van een duidelijk omlijnde visie op de verhouding tussen geloof en wetenschap, zodat velen, waaronder ondergetekende, met dankbaarheid terug denken aan wat prof. Hooykaas in deze meegaf. Sterke nadruk legde prof. Hooykaas op het strict empirische karakter van de moderne natuurwetenschappen. De empirie, het experiment is de enige legitieme basis waarop de natuurwetenschap steunen mag. Zo hebben de grote natuurwetenschapsbeoefenaars in het verleden ook onbevangen wetenschap kunnen bedrijven zonder hier een tegenstelling te ervaren met hun geloof. Met klem wees Hooykaas allerlei ideologieën of menselijke meningen af, die zich in de plaats stelden van de echte basis van de natuurwetenschappen. Veel publicaties verschenen daarover van zijn hand, met name in het Engels. Thans ligt voor ons een overzicht van Hooykaas' colleges in boekvorm in het Nederlands. De ondertitel is 'Van Babel tot Bohr', waarmee aangeduid wordt dat de geschiedenis van de natuurwetenschappen van zeer vroege tijden tot onze tijd toe behandeld wordt. Met dankbaarheid kondig ik dit boek hier aan. Menig student zal het willen bezitten, maar het is voor ieder die in de geschiedenis van de natuurwetenschappen belangstelt een boeiend boek. Allerlei stromingen en grote natuurwetenschapsbeoefenaars passeren de revue. Ik zou het toegejuicht hebben als Hooykaas in een apart hoofdstuk zijn visie op de verhouding van geloof en wetenschap zou hebben gegeven, juist ook naar aanleiding van de beginperiode van de huidige natuurwetenschap, die in hoofdzaak door de inbreng van christenen gestempeld is. Dat doet prof. Hooykaas in dit boek niet. Het blijft een strict historisch boek, al komt toch wel op verschillende plaatsen de waardering van de schrijver voor bepaalde zaken duidelijk aan het licht, b.v. wanneer hij zegt: 'Hoe paradoxaal het ook lijken moge: de secularisatie van de natuurwetenschap was in zeker opzicht ook haar kerstening.' Dat is een voor hem typerende opmerking.

Voor 'ingewijden', zeer aanbevolen!

J. van der Graaf

H. J. Hoek, e.a.. Feestdagen van de kerk, 111 blz., ƒ 8, 90, J. H. Kok N.V., Kampen, 1971.

Dit boek bevat een bundel feeststoffen voor de bijzondere christelijke feestdagen. Daaronder worden dan verstaan de kerkelijke feesten als Kerst, e.d., maar ook de voorbereiding op en de viering van het Heilig Avondmaal. De bedoeling van deze uitgave is om die gemeenten te helpen, waar men in de zondagse dienst nog aangewezen is op het lezen van een preek. Maar ook de persoonlijke lectuur beoogt men. Het is toe te juichen, dat zo'n bundel verschijnt. De markt wordt overspoeld met theologisch-wetenschappelijke lectuur. Maar de stichtelijke lectuur is schaars. En die kan toch ook niet worden gemist. Wat de preken zelf betreft, trof mij vooral het actuele accent. Men gaat in op de vragen, die er nu in de gemeente leven. Tegelijkertijd geeft dit echter ook een wat rationeel karakter aan deze preken. Wat wij het bevindelijk element noemen, gericht op het persoonlijk geloofsleven in zijn verticale relatie, wordt vrij sterk gemist.

C. Graafland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen