KERKELIJKE RONDSCHOUW
DE WERKLOOSHEID.
De mensch schreeuwt om werk, en het is er niet! Niet zelden is het werk, toen het er was, vervloekt. Maar nu zoekt men het, en men vindt het niet. „Malaise ! Het groote bange woord, dat thans alles en iedereen in zijn banden houdt, het woord, dat de mokerslagen van den arbeid overstemt, doet verminderen, tot zij tenslotte niet meer worden gehoord en er een beklemmende stilte voor in de plaats treedt". Ja — alles is zoo stil, zoo angstig stil. Op de rivier, in de fabriek, op het kantoor, overal. Een beangstigende stilte.
Geen werk, met als noodwendig gevolg : geen geld, geen brood. De armoede sluipt rond onder de schippers, onder de landlieden, onder de fabrieksarbeiders, in den timmermanswinkel en overal. Maatschappelijke inzinking is er en komt er meer nog. Ook al is er maatschappelijk hulpbetoon, al is er steunverleening, hulp en bijstand in Kerk en maatschappij.
Hoe moet het straks ook, als de winter komt ? Stempelen, steun trekken. Gelukkig dat „de steun" er is. Daarvoor moeten we allen, als het maar eenigszins kan, meebetalen. En we doen het gaarne. Want het is vreeselijk, héél vreeselijk om werkloos te zijn: vader, zoon, dochter — allemaal tegelijk, of althans 't grootste deel van 't gezin. Gelukkig dat „de steun" er is !
Maar, hier dreigen groote gevaren. Die gevaren zijn er al lang, maar ze dreigen nóg grooter te worden. En het is goed dat zulks onder de oogen gezien wordt. Neen, niet om zelf dan minder te behoeven te betalen, of er wellicht zelf nog voordeel van te hebben —dat gevaar dreigt zeker van den anderen kant! — maar om hen, die werkloos zijn, beter te helpen en te dienen en de gemeenschap daarbij óók beter te helpen en te dienen !
Ds. H. Janssen, leger-en vlootpredikant in algemeenen dienst, heeft bij de opening van twee nieuwe werkloozen-tehuizen in het Noorden over de werkloosheid en de schadelijke gevolgen van verleenen van steun in geld, zonder meer, gesproken. En wij willen van dat gesprokene hier een en ander overnemen, als is het niet letterlijk, maar dan toch zakelijk :
„De werkloosheid is het allermoeilijkste probleem waarvoor God ons plaatst en het grijpt diep in in het leven van het individu als in dat van de gemeenschap. Er is niets vreeselijker voor een mensch, hij zij gehuwd of ongehuwd, dan dat hij niet kan arbeiden. Er is niets dat zijn leven geestelijk en zedelijk zóó ontwricht als de werkloosheid. En niemand kan zich tegen de gevolgen op den duur verweren. De sterkste karakters worden er de slachtoffers van ; werkloosheid is een geestelijke en zedelijke slooping van datgene, wat ons juist tot „menschen" maakt. Duizenden werkloozen beseffen dit helaas niet. Duizenden vinden het fijn, dat zij niet behoeven te arbeiden en toch leven. Duizenden hebben zich al zóó met de werkloosheid verzoend, dat zij den arbeid schuwen en door het te baat nemen van allerlei toevluchten er zich aan zoeken te onttrekken.
Duizenden verlangen, dat deze toestand nog maar een onafzienbaren tijd voortduurt. Maar zij bemerken en weten niet hoe zij degenereeren, hoe zij geestelijk en zedelijk verslappen, ontaarden, afstompen, hoe de mensch in hen langzaam afsterft en zij volslagen ongeschikt worden voor het werk en het leven.
Spreker weet niet, of de oogen wel voldoende open zijn voor deze gevaren en of men wel genoegzaam van dit alles doordrongen is, met het oog op de toekomst van ons volk. Spreker gelooft ook niet, dat wij met de tegenwoordige steunregeling op den goeden weg zijn en dat het dringend noodzakelijk is dat v/ij dit vraagstuk aan een nauwkeurig onderzoek onderwerpen.
Want de tegenwoordige steunregeling houdt, practisch gesproken, de werkloosheid in stand. Wij geven immers millioenen uit zonder dat daardoor de werkloosheid vermindert, en spreker heeft den moed te vragen : of dat de juiste weg is ? / Wij moeten beginnen om met deze millioenen tevens de werkloosheid te bestrijden en wij zullen dit kunnen doen, wanneer wij een deel van de millioenen, die wij thans uitgeven aan steun, besteden om een werkgelegenheid te openen. Onze werkloozen moeten met het oog op hun eigen, belang en met het oog op hun eigen toekomst en die van hun geslacht, niet voortdurend stempelen, maar zoo veel mogelijk arbeiden. Zij moeten in dé gelegenheid worden gesteld om óf geheel öf gedeeltelijk te verdienen wat zij voor hun levensonderhoud noodig hebben. Stempelen is de gemakkelijkste weg én voor de menschen én voor de Regeering, maar de gemakkelijkste weg zal hier blijken niet de beste te zijn geweest.
Het is sprekers stellige overtuiging, dat de millioenen, die thans verstempeld worden, nuttiger kunnen en moeten worden, aangewend. Er zijn nog tal van objecten in ons land die voor dit groote doel „Nationale Werkverschaffing" in aanmerking kunnen worden gebracht. De steunnormen zullen moeilijk kunnen worden verlaagd, wanneer wij geen werkgelegenheid openen, waarin productieve arbeid kan worden verricht, waarvan het volgende geslacht de vruchten zal kunnen plukken.
Wat wij van de Regeering zouden willen vragen is : laat dit vraagstuk eens door eenige deskundigen worden onderzocht ; persoonlijk zijn wij er van overtuigd, dat in deze richting nog heel veel kan worden gedaan om de werkloosheid in ons Vaderland te bestrijden".
Tot zoover de beschouwingen van ds. Janssen, waarvan we het relaas vonden in „De Standaard".
Wij kunnen ons zoo van harte aansluiten by deze gedachten. De millioenen aan steunverleening moeten o.i. niet verminderen. Allen, die werkloos zijn, moeten door ons saam geholpen worden. Maar het geld kan o. i. aan twee doeleinden dienstbaar gemaakt worden : allereerst aan degenen die nu werkloos zijn ; maar ook kan, wat de gemeenten en het Rijk betreft, het geld dienstbaar gemaakt worden aan allerlei werk dat noodzakelijk, nuttig en noodig is. Dan worden met hetzelfde geld de werklooze gezinnen geholpen en tegelijk wordt: er allerlei arbeid in uitvoering genomen.
Dat er moeilijkheden, vele en groote moeilijkheden aan verbonden zijn, weten we. Toch moet men trachten in deze benauwende tijden hier een beteren weg te; vinden, dan den weg van het stempelen en steun ontvangen in geld.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 september 1932
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 september 1932
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's