Boekbespreking
Dr. H. van der Linde, Johann Sebastian Bach. Een die de weg wijst. Ten Have, Baarn, 1985, 205 pag., ƒ 27, 50.
Professor H. van der Linde, tot 1981 hoogleraar in de oecumenische theologie aan de R.K. universiteit van Nijmegen, heeft er goed aangedaan een boek gewijd aan Bach te publiceren. Bach heeft hem van zijn jeugd af geboeid en heel zijn leven begeleid en verrijkt. Van der Linde heeft veel naar hem geluisterd en veel over hem gelezen. Men komt bepaald onder de indruk van de Bach-literatuur die hij heeft doorgenomen. Van al die talrijke studies is hem niet veel ontgaan, blijkens het omvangrijke notenapparaat dat dit boek vergezelt. Nu was het kennelijk niet de bedoeling van de auteur om aan die stroom van veelal musicologische studies er nog een toe te voegen (dat gebeurt overigens wel in dit Bachjaar, m.n. in Duitsland!), maar om een Bachboek te bieden dat goed toegankelijk is ook voor niet-musicologen en dat belangwekkende informatie biedt voor mensen die graag naar Bach luisteren en zijn muziek ten gehore brengen en daarbij geïnteresseerd zijn in de geloofsovertuiging die van zijn composities de dragende grond vormt. In dit opzicht voorziet dit boek ongetwijfeld in een leemte, althans voorzover het 't nederlands taalgebied betreft. Aan dit religieuze aspect van Bach besteedt Van der Linde nadrukkelijke aandacht. En dat heeft niets gezochts of gekunstelds. Integendeel, Bach blijft zonder dit veeleer onverstaanbaar, want heel zijn levenswerk is doorademd van zijn godsvrucht. De opzet, om Bach onder deze religieuze belichting te beschrijven is dus te waarderen. Van der Linde is er in geslaagd om een boeiend en bondig overzicht te geven van Bachs levensloop, levenswerk en levensgevoel, vanuit respect en bewondering voor de grote kunstenaar-profeet. Hij doet dat breed en diep. Breed, omdat hij heel Bachs leven - met voorgeschiedenis en latere invloed en betekenis incluis - aan de orde stelt; diep, omdat hij niet nalaat onderweg telkens weer halt te houden om diepteboringen te verrichten die iets van het geheim van de grootmeester aan het licht te brengen. Breed ook daarom, omdat hij aandacht geeft aan heel de wijde armslag van Bachs oeuvre: kerkelijke muziek en wereldlijke composities, orgelmuziek en andere instrumentale muziek, cantates en passionen, missen en motetten. Diep ook daarom, omdat hij telkens wijst op Bachs verworteling in de Lutherse eredienst en geloofsbeleving. Hier valt veel te leren en te waarderen. En toch stelt dit boek juist in zijn hoofdstrekking teleur, is mijn ervaring. In de eerste plaats structureel. Wie een boek over Bach wil schrijven, moet niet de gelegenheid te baat nemen om eigen breedoecumenische opvattingen te exposeren. En dat doet Van der Linde. Dat de auteur deze overtuiging heeft, is voor zijn verantwoording, maar dat hij die hier propageert, vind ik storend en ongepast. In de tweede plaats is ook materieel bezwaar aan te tekenen. Wie over Bach en diens geloof schrijft, moet hem niet annexeren voor eigen moderne visie op religie en cultuur. Bij alle goeds dat Van der Linde over Bach te berde brengt, wil hij tenslotte toch een Bach zonder Luther, althans met aftrek van die Lutherse accenten die voor zowel Luther als Bach van vitaal en kardinaal belang waren. Het grondbezwaar, dat de auteur tegen Luther heeft, is 'dat de mens ook door de genade niet werkelijk in zelfwerkzaamheid wordt hersteld' (blz. 189). En Van der Linde wil Bach nu juist een bevrijdende rol (mee) laten spelen in die grote beweging waarbij 'elke cultuur en religie de gelegenheid krijgt zichzelf zo te ontplooien als nodig is voor die bijdrage tot de geschiedenis, die zich voltooiend zal uitmonden in het Rijk van God' (blz. 51)!
Van der Linde's geliefde 'zelfrealisering' is eenvoudig niet in te kaderen in de Lutherse geloofstraditie waarvan Bach doortrokken was. Anders dan Van der Linde houd ik het erop, dat Bach juist niet voluit te verstaan is als men 'Luther' van hem aftrekt, maar alleen als men naar hem luistert zoals hij is: een muzikaal vertolker van die boodschap die ons met al de vreemdheid én de innigheid die haar eigen zijn, inscherpt dat heil en hoop exclusief buiten ons liggen, in Christus de Gekruiste. Het is deze Weg die Bach ons wijst.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 mei 1985
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 mei 1985
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's