Eigentijds
De gemeente
In het vorige artikel kwam de organisatie van het gemeenteleven in verenigingsverband ter sprake. Het probleem, dat nu enige toelichting vraagt, is: 'Hoe eigentijds (moet) mag de gemeente daarin zijn ? '
Deze vraag is voorzichtig gesteld. De één vindt, dat 'eigentijds zijn', nu ja, wel mag... onder bepaalde voorwaarden.., . Maar 'moet' behoeft van hem beslist niet. Een ander zegt: Natuurlijk moét het. Je moet toch met je tijd meegaan ! Ieder kan zo het woordje kiezen, dat hem het beste ligt. Beter dan eindeloos hierover te discussiëren, is het om het accent op het woordje 'hoe' te leggen.
Een lijstje van wat 'mag' of 'niet mag' kan niemand aanleggen. En wanneer dat al gedaan wordt, heeft het meestal tot resultaat, dat de een over de ander gaat heersen en persoonlijke meningen als norm gehanteerd worden. Het gevaar bestaat, dat wij onze mening, onze traditie projecteren op de Bijbel en de Bijbel gaan gebruiken om eigen oordeel te funderen. Dan heeft weer de mens het hoogste en laatste woord. De Bijbel moet integendeel onze mening doorlichten en corrigeren.
Hoé eigentijds zijn we ? D.w.z. welke normen leggen we aan ? Vaak wordt aan het eigentijdse op zichzelf een normerend karakter gegeven. Eigentijdse opvattingen kunnen het resultaat zijn van wetenschappelijk onderzoek op pedagogisch en psychologisch terrein, of van nieuwere theologieën of ideologieën. Aan deze resultaten wordt dan de conclusie verbonden, dat zij dus norm voor ons handelen moeten zijn. Want de wetenschap, die eraan ten grondslag ligt, heeft daar recht op. Dit is principieel onjuist. Norm blijft steeds Gods Woord. Met dit te erkennen zijn natuurlijk niet alle vragen opgelost. Maar als uitgangspunt kunnen en mogen we geen ander standpunt innemen. Wél zullen we moeten nagaan óf er inderdaad door wetenschappelijk onderzoek nieuwe feiten aan het licht gekomen zijn. Zoja (en feiten zijn nu eenmaal niet te loochenen), dan zou het kunnen zijn, dat onze interpretatie van de bijbelse gegevens herzien moet worden. Ook om deze reden is het belangrijk, dat wij bidden om de verlichting van de Heilige Geest, opdat wij de zin van Gods Woord juist leren verstaan.
Het sterk benadrukken van het normatieve karakter van wat als eigentijds aangediend wordt, versterkt hen, die meer behoudend zijn, in hun mening, dat men maar beter bij het 'oude' kan blijven. Dit is, dacht ik, niet de juiste houding. Beter is het om aan dit eigentijdse het normatieve karakter te ontnemen. En wanneer we bepaalde eigenijdse inzichten aanvaarden, dan doen we dit niet omdat zij 'an sich' normatief zijn, maar omdat zij een gave zijn. En zien wij dit als een gave, dan wordt het voor ons een opgave. Wanneer we deze gave gebruiken, dan zijn we ervoor verantwoordelijk, hoe we dit doen. Daarbij moeten we ons alleen laten leiden door de norm van Gods Wet. Dan alleen zijn we bezig tot eer van God en tot heil van de naaste. Die opgave is niet gemakkelijk. We zullen wel eens in heftige conflicten komen. We kunnen vaak in moeilijke situaties geraken. Het leven is echter niet gevaarloos. En de strijd kan niet altijd vermeden worden. Gemakkelijker is het om al het nieuwe, het eigentijdse bij voorbaat af te wijzen, alleen al omdat het nieuw is. Maar dan ontwijken we de plicht om de geesten te beproeven of zij uit God zijn. Ook hier zal moeten blijken, dat Gods kerk op aarde een strijdende kerk is.
Norm en gave (opgave) dienen we dus goed te onderscheiden. Van belang is ook, dat we het onveranderlijke van bijbelse normen erkennen. Ze zijn niet onderworpen aan onze beoordeling en ontlenen hun wetmatigheid niet aan onze instemming of erkenning. Zij eisen onze erkenning, omdat zij uit God zijn, geopenbaard in Zijn Woord, dat actueel is voor alle tijden. Hieruit volgt, dat wij dit onveranderlijk zijn niet mogen overdragen op de vorm, waarin wij kennisoverdracht en toerusting van gemeenteleden realiseren. Dan zouden we aan onze methoden te veel eer bewijzen en normatieve kracht gaan toekennen aan menselijke meningen en menselijk inzicht.
Concluderend kunnen we dus stellen, dat in de organisatie van het verenigingsleven de gemeente eigentijds mag zijn en, waar mogelijk, moét zijn. Daarbij zal ze zich moeten laten leiden door bijbelse normen, die beoordelend en corrigerend ons methodisch en didactisch handelen bepalen.
De praktijk
De praktijk op onze jeugdverenigingen (ik noem deze verenigingen, omdat die in onze gemeenten het meest voorkomen) confronteert ons al direct met eigentijdse vormen. Het is een groot verschil met vroeger; men zou dit verschil zo kunnen aanduiden: vroeger meer de luisterhouding, terwijl nu meer het 'doen' geaccentueerd wordt.
De kritiek op het jeugdwerk komt vaak op uit eigen ervaring van jaren terug. Naarmate men zich scherper stelt tegenover het 'moderne' van nu, gaat men 'vroeger' des te sterker idealiseren. Nu is het niet de bedoeling om alles wat vroeger gedaan werd te minachten en dat wat nu wordt gedaan, te verheerlijken. Maar, en dat lijkt me een logische zaak, jeugd van nu kan men niet zonder meer gelijkstellen met jeugd van vroeger. We behoeven niet te gaan spreken over beter of slechter, maar ze is anders. En een andere jeugd vraagt een andere aanpak.
Het is voor sommigen een bedenkelijke zaak, dat we de bijbelse geschiedenissen op een nieuwe wijze behandelen. Zij twijfelen eraan of het wel goed is hierbij een moderne methode te gebruiken. Eigenlijk vinden zij dit enigszins profaan. De opmerking wordt dan wel gemaakt, dat we de methode te sterk benadrukken en doen alsof het resultaat alleen daarvan afhangt. Wordt het werk van de Heilige Geest dan niet te veel naar de achtergrond geschoven ? Geldt ook hier niet: Niet door kracht of geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden ?
Al gebruiken we de modernste methode, dan nog moeten we alles verwachten van de werking van Gods Geest. Die is primair. Hij opent de oren en de harten. Hij verlicht, wat duister en maakt los, wat gebonden is. Dat kan niet sterk genoeg beklemtoond worden. Nooit zullen we het moeten verwachten van ons kunnen en van onze goede methodes. Maar dit betekent niet, dat wij de aanbieding en verwerking maar op zijn beloop kunnen laten. We zijn verplicht om aan de vorming van mensen, ook van jonge mensen, te werken met het beste, dat wij tot onze beschikking hebben. Zeker, als we werken aan hun godsdienstige vorming. Het is een bijbelse notie, dat vorming en toerusting zich op de gehele mens richten moet in zijn relatie met God, de naaste en de schepping. Een methode, die een bepaalde relatie verabsoluteert is duidelijk onbijbels. Wanneer 'eigentijds' synoniem is met 'de geest van de tijd' dienen we ons ervan te distantiëren. Dan gaat de vorm de inhoud beheersen en wijzigen.
In het praktisch werken op dè vereniging zullen we ervoor moeten waken, dat de inhoud niet door de vorm wordt aangetast. Als we dat goed in het oog houden, kunnen we een verwerkingsvorm kiezen, die aansluit bij de psychische geaardheid van hen, wier vorming wij ter hand genomen hebben.
De methode is eigenlijk de leider (ster) zelf. De methode vormt niet, de leider vormt. De methode is hulpmiddel. Dat legt een zware verantwoordelijkheid op hem of haar, die een vereniging of club leidt. Hij zal zich terdege moeten voorbereiden, biddend om de leiding van die Geest, die in alle waarheid leidt. Dan kunnen we de resultaten van dit zware, maar buitengewoon mooie werk overlaten aan Hem, die alles goed en nieuw zal maken op Zijn tijd.
Gebruiken we een methode slechts als hulpmiddel, dan zullen we ons ook niet slaafs aan een methode overgeven. We moeten nuchter blijven. Ik denk b.v. aan de overdreven betekenis, die aan de discussie gehecht wordt (werd). Alsof we al discussiërend de problemen wel onder de knie kunnen krijgen. Een discussie is slechts dan vruchtbaar, als eerst de nodige kennis is aangebracht. Eerst informatie, daarna het gesprek aan de hand van duidelijke gespreksvragen. Dan kan discussie vruchtbaar zijn. Men leert om open te staan voor de mening van anderen, leert zijn gedachten te formuleren en kan eigen vragen naar voren brengen. Het is nuttig te weten, welke vragen er leven. Het luisteren gaat aan het gesprek vooraf.
Een dankbaar gebruik kan gemaakt worden van audio-visuele middelen (projector, bandrecorder, film, klankbeeld), van dramatische verwerking, rollenspel, collage, handenarbeid, enz. Een bredere toelichting op al deze hulpmiddelen vindt u in verschillende nummers van het kaderblad 'Leiding' uitgegeven door de HGJB. Bovendien is het van belang kennis te nemen van eigentijdse problemen. Bijv. maatschappijkritiek, ontwikkelingshulp, milieuverontreiniging, Europese integratie, abortus, euthanasie, enz.
Over deze vraagstukken zijn 'gangbare meningen', die bijbels gezien niet acceptabel zijn. We mogen hierover niet zwijgen, maar moeten trachten de jeugd, maar ook ouderen, de goede weg te wijzen. De goede weg... Alle leiders en leidsters, bij welk vormingswerk zij ook betrokken zijn, zullen die weg biddend moeten zoeken in het volgen van Jezus Christus, de Weg en de Waarheid.
In een folder van de HGJB ter aankondiging van de actie 'Graag Gedaan' vond ik de volgende doelstelling van het Hervormd Gereformeerd Jeugdwerk. Omdat deze doelstelling altijd actueel is, wil ik die graag nog eens doorgeven.
Deze verenigingen willen:
Gemeenschap door samen te luisteren naar het Woord van God, omdat het Woord van God alleen hun de goede weg wijst ook in de verwarring van deze tijd. Bezinning op de levensvragen aan de hand van de gereformeerde belijdenis, omdat in de belijdenis van onze kerk de kern van het christelijk geloof gevonden wordt.
Vorming van alle facetten van de persoonlijkheid — in groepsverband — om toegerust te worden tot de taak, die hen wacht, omdat zij samen geroepen worden om ieders door God gegeven gaven te ontplooien.
Dienst in navolging van Christus, omdat de Heere hen roept in Zijn dienst tot zegen van anderen.
Rijssen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 oktober 1975
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 oktober 1975
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's