BOEKBESPREKING

Dr. J. van der Hoeven e.a.: MARXISME EN REVOLUTIE 312 blz., ƒ 12, —. Buijten en Schipperheijn, Amsterdam, 1967, (deel XII van de serie Christelijk Perspectief, red. dr. J. Stellingwerff).

Het was een goede gedachte om ter gelegenheid van de oktober-revolutie in Rusland een reeks artikelen te publiceren waarin de vragen rondom Marxisme en Revolutie worden bezien, en wel door een filosoof, twee historici, twee economen en een jurist.

Dr. J. van der Hoeven tekent in Revolutie en filosofie Marx in zijn strijdbaar, zelfbewust, humanistisch nationalisme. De kritiek der religie is voor hem vooronderstelling van alle kritiek. Breed schrijft hij over het Franse linkse existentialisme van Merleau-Ponty en dat van Sartre.

Drs. G. H. Lech schrijft over De ideologische oorsprong van de Russische revolutie. Als wezenstrekken van de moderne revolutie noemt hij: zij is anti-historisch, ideologisch, in haar toekomstverwachting utopistisch; naast een principiële intolerantie vertoont zij een “messianistisch" karakter. Het thema van dit artikel is feitelijk de onvermijdelijkheid van de Russische revolutie; achteraf gezien is het een wonder, dat het oude gebouw zo lange tijd is blijven staan. De oorsprongen van deze revolutie liggen in de 19de eeuw. Beginnende bij Tsaar Nicolaas I laat hij zien, hoe de idee van de revolutie zich sinds heeft doorgezet.

Het artikel van drs. S. van Popta handelt over Rusland en het Westen: het vraagstuk van de eigen weg in het verleden (b.v. Tsaar Peter) en het heden. Er is geen plaats voor oppervlakkig optimisme, maar ar is een liberaliseringsproces aan de gang.

De bijdrage van R. Willems: Totalitaire samenleving, gaat in op de invloed van het totalitarisme op de samenleving: het heeft de neiging alle sociale verbanden gelijk te schakelen en samen te voegen. Ook het gezinsleven wordt geïntegreerd in het collectief. Ook hier wordt gewezen op een bepaalde ontwikkeling, die in deze aan de gang is. De rechtszekerheid wordt groter; de invloed van de propaganda daalt enz.

De titel van het artikel van prof. mr. P. H. Kooijmans: Communistisch volkenrecht: van non-existent recht tot recht van co-existentie zegt duidelijk, wat de schrijver betoogt: Grondbeginsel van het volkenrecht is: vreedzame co-existentie.

De laatste bijdrage is van de hand van drs. J. D. Thijs over Achtergronden en ontstaan van het Chinese communisme.

Op verantwoorde wijze wordt hier voor een breder publiek over de principia van het Marxisme en over de uitwerking en de toepassing daarvan in het heden geschreven.

Gaarne aanbevolen.

R. Wurmbrand: De ondergrondse Kerk gemarteld om Christus' wil, 130 blz., ƒ 4,90, Uitg. De Banier, Utrecht, 19G7.

Dit boek sust de lezer niet in slaap; bepaald prettige lectuur is het niet. Het is een werk, dat aanklaagt en dat verootmoedigt.

„Achter de muren van het ijzeren gordijn herhaalt zich nu, in deze tijd, heel het drama, de dapperheid, en het martelaarschap van de eerste kerk, maar de kerk in vrijheid slaapt."

De schrijver heeft veertien jaar doorgebracht in communistische gevangenissen in zijn vaderland Roemenië. In 1964 werd hij vrijgelaten onder de algemene amnestie. Hij mocht later het land verlaten, vrijgekocht door christelijke organisaties voor zevenduizend dollar.

Hij brengt in dit boek een boodschap van de ondergrondse kerk achter het ijzeren gordijn. Deze kerk moet worden geholpen. In Rusland zijn geen lauwe christenen; of men is christen met zijn gehele hart öf men is helemaal geen christen. De ondergrondse kerk heeft vele vrienden, zelfs onder de mannen van de geheime politie. Wij lezen hier van onmenselijke en niet te beschrijven martelingen en vernederingen. Tracht u eens in te denken, zegt de schrijver, wat een christen in een Chinese gevangenis overkomt, waar niemand het ziet. Hij laat iets zien van de kracht van het geloof, dat het uithouden kan in de zwaarste kwellingen en aanvechtingen. „Ik had mensen om mij heen als de arme Lazarus, hongerig en vol zweren waar niets aan gedaan werd. Maar ik wist, dat de engelen hen allen zouden dragen in Abrahams schoot. In de armoedige vervuilde, verzwakte martelaar in mijn omgeving zag ik de met heerlijkheid gekroonde heilige van de toekomst."

Giften voor dit werk kunnen worden overgemaakt aan het secretariaat van het I.C.C.C., Singel 386, Amsterdam.

Ds. C. Vonk: DE VOORZEIDE LEER, Deel Ic, blz. 161-330. Uitg. Drukkerij Barendrecht, Barendrecht.

In deze tweede en derde aflevering van het derde deel over de Heilige Schrift gaat ds. Vonk verder met de bespreking van het boek Numeri. Meer dan eens komen daarbij dogmatische vragen aan de orde. In het hoofdstuk „Op de tocht met de dood gestraft" schrijft hij over de weg des heils. Hij waarschuwt voor het gevaar om de grond van het geloof te verleggen van de belofte des Evangelies - naar de vruchten des geloofs. Uitdrukkelijk stelt hij daarbij, dat hij geen kwaad woord wil zeggen van „gezonde bevinding". Hij waarschuwt voor genade als iets substantieels; dat is gnostisch. En het eeuwige leven is zaak van de toekomst. Hij wijst de opvatting van dr. A. Kuyper Jr. ten aanzien van de wedergeboorte af.

De schrijver geeft dus geen verklaring van het Bijbelboek vers tot vers, maar uiteenzettingen en brede besprekingen van de geschiedenis. In het hoofdstuk „Tot beëindiging van de tocht verwaardigd" o.a. over de slang in de woestijn en over de geschiedenis van Bileam.

Al zal de lezer wel eens dogmatisch een andere klemtoon willen leggen — de schrijver wil de dingen soms nogal apodictisch stellen — en al blijft hier en daar de mogelijkheid voor andere uitleg, dat neemt niet weg, dat ik met grote belangstelling deze uitvoerige Sohriftstudie volg.

Utrecht  H. Bout.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen