De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Wetenschap en goede werken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wetenschap en goede werken

Een opmerkelijke inaugurele oratie

4 minuten leestijd

Aan de Vrije Universiteit aanvaardde prof. dr. M. J. S. Rudwick (afkomstig uit Cambridge) zijn ambt van hoogleraar in de geschiedenis van de natuurwetenschappen met een rede getiteld: 'De geschiedenis der natuurwetenschappen als culturele geschiedenis'. In deze rede heeft prof. Rudwick belangrijke dingen gezegd (voor de tekst verwijs ik naar 'VU magazine' van juni 1975). Allereerst keert hij zich tegen diegenen, die weinig belangstelling meer hebben voor de geschiedenis van de wetenschap maar in plaats daarvan aandringen op een programma, waarmee de natuurwetenschappers maatschappelijke verantwoordelijkheid zou bijgebracht moeten worden. Hij merkt op, dat zulken het perspectief van de geschiedenis hard nodig hebben om bevrijd te worden uit 'de onkritische modieuze veronderstellingen van hun eigen tijdperk waarin ze leven'.

Intussen — aldus prof. Rudwick — heeft de gesignaleerde tendens in de wetenschap veel weg van een geseculariseerde religie. 'Ik geloof zelfs, dat de huidige discussie over de maatschappelijke verantwoordelijkheid in de wetenschap een wereldlijke vorm is van de 'rechtvaardiging door goede werken'.

Nu citeer ik verder letterlijk: 'Persoonlijk hang ik het meer hervormde geloof aan, dat mannen en vrouwen géén kinderen van God worden, door een gedrag na te streven dat er van buiten moreel verantwoord uitziet en dat verantwoordelijkheidsbesef over een juist gebruik van de wetenschap moet voortkomen uit een innerlijke morele bron die de wetenschapper als mens heeft. Ik wil geen ogenblik ontkennen dat onze op de wetenschap gebouwde industriële samenleving kampt met vele ernstige sociale problemen. En evenmin ontken ik dat wetenschappers, zoals andere burgers, verantwoordelijk moeten handelen binnen de grenzen van hun sociale en politieke mogelijkheden. Maar wanneer ik wetenschappers een speciale verantwoordelijkheid voor zich hoor opeisen op grond van hun specifieke deskundigheid, komen al m'n protestantse gevoelens in opstand tegen deze nieuwe vorm van klerikalisme. Nog onlangs zei prof. Margaret Gowing hier tijdens een college over de ontwikkeling van de atoombom dat de wetenschappers er niet beter dan hun medeburgers in zijn geslaagd de ongewenste bijprodukten te voorzien van de technische exploitatie van hun wetenschappelijke ontdekkingen. Ze zijn niet verstandiger geweest dan hun medeburgers bij het oplossen van deze problemen. De reden daarvoor is, naar mijn mening, dat deze problemen niet van technische maar van morele en politieke aard zijn. Ik betwijfel daarom of wetenschappers in deze zaken meer invloed kunnen en moeten hebben dan andere burgers. We willen zeker niet geregeerd worden door een nieuw, technocratisch priesterschap; zelfs niet door wetenschappers/priesters die zeggen democratisch, namens het volk, op te treden.'

Het tweede interessante punt, dat prof. Rudwick aansnijdt, is dat wetenschappelijke kennis, die in een bepaalde periode ontstaat altijd in verband staat met het culturele klimaat van die tijd, en dat daarom bestudering van de geschiedenis en ontdekking van de betrekkelijkheid van wetenschappelijke uitspraken nodig is. Prof. Rudwick zegt dan over Charles Darwin, de grondlegger van de evolutietheorie: 'Een dergelijke herbezinning is de laatste jaren ook mogelijk geworden ten aanzien van een andere belangrijke figuur in de geschiedenis van de natuurwetenschappen: Charles Darwin. Op latere leeftijd had deze te kennen gegeven dat hij aan de meest creatieve gedeelten van zijn onderzoek had gewerkt (volgens echt baconiaanse principes en — zonder vooropgezette theorie — op grote schaal feiten had verzameld. Een paar jaar geleden echter werden Darwins wetenschappelijke aantekeningen gepubliceerd. Het werd toen duidelijk, dat hij in werkelijkheid met de grootst mogelijke vrijheid had gespeculeerd in die periode. De formulering van een theorie over evolutie door natuurlijke selectie was het resultaat van een ingewikkelde reeks hoogst theoretische invallen die maar zeer losjes te maken hadden met empirische waarnemingen. Door nauwkeurige bestudering van deze aantekeningen en andere manuscripten die de laatste tijd door een aantal historici is verricht, is Darwins theorie geworden tot een van de best gedocumenteerde en best begrepen voorbeelden van het ontstaan van nieuwe opvattingen, waarover de geschiedenis der natuurwetenschappen beschikt.'

Prof. Rudwick wijst er verder op, dat Darwins methode van denken en redeneren niet losstond van beïnvloeding door 'een bepaalde meer algemene stijl van betogen in die dagen, die gebruikelijk was in politieke debatten over armoede en bevolkingscijfers'. Darwins denken werd ook sterk bepaald door metafysische vóóroordelen en prof. Rudwick betwijfelt of dergelijke vooroordelen in het denken van de huidige natuurwetenschappers ontbreken. Hier ligt een les van de geschiedenis.

Het is duidelijk, dat deze oratie van prof. Rudwick (opvolger van prof. dr. R. J. Hooykaas) niet alleen interessante maar ook belangwekkende aspecten heeft. In het huidige denkklimaat, waarin de wetenschap het leven beheerst en stempelt, is het een verkwikking deze wetenschappelijke stem te horen. Het lijkt mij intussen niet uitgesloten, dat een oratie als deze binnen de VU zelf ook wel eens tot fundamentele discussies aanleiding zou kunnen geven, omdat zijn visie ook aan de VU, blijkens publikaties van de laatste jaren en ontwikkelingen van de laatste tijd, bepaald niet meer algemeen aanvaard is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 oktober 1975

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Wetenschap en goede werken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 oktober 1975

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's