De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

‘Nederland maakt Hilversum oppervlakkig’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Nederland maakt Hilversum oppervlakkig’

Omroep en verkondiging

12 minuten leestijd

Niet zó vaak besteden we in ons blad specifiek aandacht aan de problematiek van de omroep in Nederland. Toch is het zo dat de omroepen voor een belangrijk deel bepalend zijn voor de zaken waar de mensen in dit land mee bezig zijn. Wat avond aan avond op de buis wordt gebracht beïnvloedt de mensen. Er zijn bijvoorbeeld onderzoekingen gedaan naar de invloed van geweld op de televisie op jeugdige kijkers. Het blijkt dan zo te zijn dat er een onmiskenbaar verband is tussen geweld, gepleegd door jongeren, en de geweldprogramma's die ze zagen. Er is zoveel geweld dagelijks in televisieprogramma's dat er sprake is van een zekere gewenning bij de kijkers, die dagelijks voor de buis zitten. En er zijn onthutsende cijfers als het gaat om het aantal uren dat een kind gemiddeld in Nederland voor de televisie zit. In Amerika, waar het 'aanbod' nog veel groter is dan in Nederland zijn de cijfers nog sprekender. Als het nu zo ligt ten aanzien van geweld kan hetzelfde gezegd worden over allerlei ethische zaken. Er treedt gewenning op bij de kijkers als het gaat om huwelijksmoraal, sexuele moraal, eerlijkheid, drank. Er is sprake van onmiskenbare beïnvloeding van de mensen door de media. Ook de selectie van het nieuws, in handen van programmamakers, die ook hun eigen voorkeur hebben, werkt beïnvloedend op de opinievorming in. Mensen mogen nóg zo mondig zijn, althans willen zijn, er zit veel verborgen verleiding — om de titel van een boek van Vance Pakhardt over de invloed van reclame aan te halen — in de programma's, die de mensen zien. Maar niet minder in de progamma's die de mensen via de radio horen. We denken vaak dat de televisie meer dwingend op de mensen afkomt dan de radio, omdat het visuele meer direct aanspreekt dan wat gehoord wordt. Anderzijds is het toch echter zo dat televisieprogramma's altijd oppervlakkiger zijn. Voor de radio kunnen in lange praatprogramma's de meest omstreden onderwerpen veel duidelijker en uitgebreider uit de doeken worden gedaan. Daarom zou ik willen zeggen dat we de radio, die bij huisvrouwen vaak hele dagen aan staat of onder handbereik van automobilisten is, niet moeten onderschatten als het gaat om de beïnvloeding van de menselijke geest. Media hebben macht, of het nu de krant, de radio of de televisie is.

De vraag is nu hoe de christelijke omroepen op dit alles inspelen. Het blad Reveil, onafhankelijk christelijk maandblad, onder redactie van drs. E. W. van der Poll en H. F. Dickhof (evangelicalen) gaf in Februari een nummer uit met een 'Reveil-media gesprek'. 'Hoe verkondigend zijn NCRV, IKON, EO en KRO?' luidt de ondertitel. Welnu, in dat mediagesprek zegt mr. J. F. van Maanen van de NCRV: 'Nederland maakt Hilversum oppervlakkig' en niet omgekeerd. Daarop wil ik nu nader ingaan. Daarbij ga ik voorbij aan de vraag naar het (nut van) het bezit van de media en ook aan de vraag hoe de verschillende omroepen het doen. Het gaat me om een algemeen beeld.

Opdracht

Het is duidelijk wat de heer van Maanen bedoelt. Nederland is, zoals dat heet, vertrost. Hij zegt zelf: 'de belangstelling voor een moeilijk programma is in tien jaar afgenomen.' Het volk zoekt verstrooiing voor de buis en hoe minder inspanning dat kost, hoe liever de mensen het hebben. De kijkcijfers wijzen uit welke radio- en tv-programma's het hoogst scoren. Dat zijn bijvoorbeeld bepaalde 'series', oppervlakkige programma's met veel 'achtervolging, sex of geweld'. Het grote gevaar, de grote verzoeking is nu dat omroepen, met welke christelijke identiteit dan ook, door de knieën gaan voor de macht oftewel het dwingende van de kijk- en luistercijfers. Amusement van een bepaald genre moet dan de concurrentieslag met de zogeheten neutrale omroepen doen winnen. De vraag is óf en in hoeverre dan de boodschap waarom het gaat nog wel adequaat doorkomt.

Spreken we over de boodschap dan kunnen we ons natuurlijk afvragen hóé die doorkomen moet. Het betreffende Reveilnummer brengt die boodschap onder de noemer van de verkondiging. Nu moeten we daarmee dunkt me erg voorzichtig zijn. Verkondiging is toch wel een heel specifieke uiting van en binnen de christelijke gemeente. Verkondiging is ambtelijk, vindt plaats met ambtelijke volmacht, vindt plaats ten aanhore van de gemeente, vindt plaats in de Naam des Heeren. Als zodanig moeten we wat voor radio en televisie wordt gebracht, hoe stichtelijk ook, maar niet te gemakkelijk onder de noemer van verkondiging brengen. Natuurlijk zijn er programma's, die daar dicht bij in de buurt komen. Maar echte verkondiging via de media is spaarzaam. In het Reveilnummer geven de verschillen; de gesprekspartners definities van verkondiging. Voor ds. W. Koole (IKON) is het verhelderen, dingen aan het licht brengen met als motivatie 'animo voor de Schrift'. Voor drs. J. F. van Maanen (NCRV) is verkondiging 'getuigen in woord en daad' en dat kan ook 'spelenderwijs' gebeuren in media programma's. Voor drs. L. P. Dorenbos (EO) is het 'communicatie van de Blijde Boodschap', maar dus kennelijk ook verbonden met de media. Maar A. Langebent (KRO) verstaat onder de verkondiging: 'een predikant of dominee, een priester of een pater die de kansel beklimt en het woord tot mij richt'.

Ik voel me bij de definitie van Langebent het best thuis, al weet ik niet welk onderscheid hij nog maakt tussen de dominee en de predikant. Verkondigen doe je echter niet zó maar via de media.

Getuigenis

Intussen mag en moet het getuigenis in woord en daad er wel zijn. Wil een omroep de C (van christelijk), de E (van evangelisch) of de K (van kerkelijk) met recht in de naam hebben dan zal toch het getuigeniselement tot zijn recht moeten komen. En dan mag waar zijn wat de heer van Maanen zegt, namelijk dat Nederland Hilversum oppervlakkig maakt, de vraag is echter maar in hoeverre Hilversum (ook mét C, E of K) het getuigenis laat doorkomen of door de knieën gaat voor de vertrossing. Want natuurlijk is het omgekeerde ook waar en zeker niet minder waar: Hilversum maakt (mede) Nederland oppervlakkig, om het maar zacht uit te drukken. De gestage drup holt de steen. Wat avond aan avond voor de media geboden wordt infiltreert de menselijke geest, stompt die af. De zedeloosheid en redeloosheid onder het volk worden toch ook in hoge mate gevoed door wat Hilversum brengt. En moet niet gezegd worden dat uit een zekere vrees om bij de tijd(geest) te blijven, om derhalve ook bij te blijven in de concurrentieslag tussen de verschillende omroepen, het gevaar bestaat dat grote concessies gedaan worden aan het uitgangspunt?

Het is als bij het christelijk onderwijs. Er zijn jaren geweest dat de scholen, de christelijke scholen ook vooral moesten groeien. En vandaag gaat het er om hoe de (christelijke) scholen zich zoveel mogelijk zullen handhaven. Het is dan uiterst moeilijk om het beginsel niet op te offeren aan het getal. Wie heeft de moed om terwille van het beginsel dan eens een stapje terug te treden? Geldt dat ook niet in de omroepwereld? Er kan een zodanige drang zijn om toch vooral groot te worden ofte blijven dat het principe aan het getal, aan de luister-en kijkdichtheid wordt opgeofferd; zó, dat het getuigenis nog slechts uiterst verdund aanwezig is.

Totaalprogramma

Nu wordt van elke omroep vandaag een totaalprogramma gevraagd, met een variatie tussen het inspannende en het ontspannende. Op zichzelf is dat niet verkeerd. Geen mens zit 24 uur van een dag of in de tijd dat hij niet slaapt alleen maar ernstige dingen te doen; waarmee ik bedoel: niemand leest de gehele dag in de Bijbel, of leest alleen maar stichtelijke lectuur. Zo wordt ook van geen enkele omroep verwacht en gevraagd dat men de hele dag door geestelijke programma's brengt. Bovendien blijkt het helaas nog wel eens zo te zijn dat veel kijkers of luisteraars, die dit wel willen en die voor een 'principiële' omroep kiezen, ook de eigen omroep laten voor wat het is als er op een andere zender iets is dat meer trekt. In het betreffende Reveilnummer staat enkele malen te lezen dat bijvoorbeeld de EO soms programma's brengt, waarbij men minder kijkers of luisteraars dan leden heeft. Laten we ons vooral niet vergissen in het principiële van het luisteren en kijken zélf. De vertrossing werkt breder door dan we willen toegeven. Dat geldt overigens ook voor breder terrein dan de omroep. Men zou eens het leesgedrag kunnen nagaan daar waar voor de meest principiële krant wordt gekozen.

Maar goed, het gaat wat de 'boodschap' betreft niet alleen om het directe getuigenis. Eén van de belangrijkste aspecten van de omroepen is dunkt me — en dan gebruik ik toch maar de uitdrukking van ds. W. Koole — het doorlichten. De identiteit van een omroep komt niet in het minst tot uitdrukking in de wijze waarop men de actualiteit naar voren brengt en doorlicht. Elke omroep blijkt in de onderwerpen die men brengt selectief bezig te zijn. De identiteit van de omroeporganisaties ten opzichte van elkaar komt niet in het minst tot uitdrukking in de wijze, waarop men de eigentijdse gebeurtenissen en verschijnselen doorlicht. Want juist daarin beïnvloeden de media heel sterk, méér nog dan in geestelijke programma's. Geestelijke programma's werken in het algemeen bevestigend. Mensen voelen zich aangesproken of wenden zich af. Al is er uiteraard de mogelijkheid van bekering en zal een christelijke omroep ook gekenmerkt zijn door het aandringen op bekering, op levensverandering. Maar actualiteitenrubrieken lichten dóór en lichten vóór. Het getuigenis zit ook niet in het minst als het goed is in de actuele berichtgeving en doorlichting van de eigentijdse verschijnselen.

Impopulair

Hier moet een omroep zich ook impopulair durven maken. Groen van Prinsterer heeft eens gezegd: 'voor de waarheid uitkomen is altijd plicht, zelfs als men haar miskent. De uitkomst gaat de mens niet aan wanneer zijn plicht hem voorgetekend is'. Zou vandaag, in een steeds meer seculariserende tijd, waarin christelijke waarden één voor één worden afgebroken, een omroep met de C, de E of de K in de naam niet geroepen zijn om front te maken tegen wat in de wereld communis opinio is, tegen alles wat zich niet verdraagt met de normen en waarden van het Evangelie?

De IKON hoeft zich wat dit betreft niets van kijk- of luistercijfers aan te trekken, omdat die een opdracht van de kerken heeft. Maar de IKON trekt zich van de kerken intussen weinig of niets aan. Ze gaat haar eigen elitaire weg. De IKON doet geen concessies aan haar uitgangspunt: 'dé menswording van de mens, dat is de boodschap' (Koole). Alsof dit het kerkelijk, liever nog het bijbels uitgangspunt kan en mag zijn. De IKON staat intussen wél voor haar boodschap. Maar elke omroeporganisatie, die het christelijk getuigenis wil dienen, zou geen krimp mogen geven aan wat kijkend en luisterend Nederland vraagt maar in gehoorzaamheid aan het gebod Gods moeten vooriichten als het om onopgeefbare waarden en normen gaat. In het betreffende artikel zegt één der gesprekspartners dat de mensen het vandaag niet meer pikken als een omroep zegt: 'dit is goed en dat is fout'. Alsof dat zou betekenen dat de omroep dan maar zou moeten zwijgen als het gaat om de vraag wat goed of fout, wat waarheid of leugen is. Het uitangspunt van de moderne mens is dat in twijfel de grootste zekerheid schuilt. Welnu, zo is het met het christelijk getuigenis toch niet. We hebben het profetische Woord dat zeer vast is en dat schijnt in duistere tijden en op duistere plaatsen. Dat Woord wil ook in de actualiteit van vandaag bij- en voorlichten. En hoeveel twijfel is nu juist al niet in veler harten gestrooid doordat alles ter discussie werd gesteld?

Recent hebben we gehoord van het aborteren van een levensvatbare vrucht, een foetus van meer dan zes maanden. Toen de justitie ingreep stortten zich de media op het geval en werd alles zó genuanceerd dat de politie de schuldige was en de aborteurs de onnozelen. Laat een omroep dan maar impopulair zijn als ze op zo'n punt duidelijk kiest en onomwonden voorlichting geeft. We zullen niet alle dingen op een rij zetten waarvoor dat geldt. Maar juist in een tijd, waarin de geboden Gods steeds minder in tel raken, mag van een christelijke of kerkelijke omroep, zoals van elk christelijk medium verwacht worden dat duidelijkheid wordt betracht.

In twijfelachtige dingen: neem afstand; in niet-twijfelachtige dingen: beslistheid; in alle dingen de liefde.

En als het dan ook gaat en gaan mag om ontspanning en verstrooiing dan geldt toch wel het apostolisch vermaan: al wat rein is, al wat liefelijk is, al wat wel luidt... bedenkt dat'. (Fil. 4 : 8).

Van Ruler zei eens dat de christen de beste burger is. Zo kan men van christelijk onderwijs zeggen dat het christelijke juist ook daarin tot uitdrukking komt dat het kwalitatief-goed onderwijs is. Zo mag van een christelijke omroep ook worden gevraagd een goed product. Daarin mag ze best op waarderingscijfers letten. Kwaliteit is óók kenmerk van het ware. Maar als men de inhoud van de boodschap dan niet pikt dan verkieze men de impopulariteit. Liever een eerlijk geweten dan de volksgunst. Alleen zo kan Hilversum ertoe bijdragen dat Nederland niet nóg meer oppervlakkig wordt. En als dan toch in Hilversum het woord 'verkondiging' mag vallen, dan voluit bijbelse verkondiging.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 april 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

‘Nederland maakt Hilversum oppervlakkig’

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 april 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's