Geen ander Evangelie
Ik verwonder mij, dat gij zo haast wijkende van degene, die u in de genade van Christus geroepen heeft, overgebracht wordt tot een ander Evangelie. Daar er geen ander is... (Gal. 1 : 6, 7a)
Paulus, de grote apostel is in zorg. Over de gemeenten van Galatië. Het gaat daar bepaald niet goed. Wat is er aan de hand? Ze lieten zich afleiden van de zuiverheid van de leer. Er waren in de gemeenten valse apostelen gekomen. Ingekropen valse broederen. Zij leerden dat een mens niet alleen door de genade gerechtvaardigd wordt, maar door de genade plus de onderhouding van de wet. Anders gezegd: niet alleen door het geloof, maar ook door de werken van de wet. Hier vindt dus plaats een vermenging van Wet en Evangelie, van genade en werk, die ongehoord is en verwoestende gevolgen heeft. En als er één is die daarvan mee kan praten, is het Paulus wel. Hij toornt dan ook. Hij legt heel zijn gewicht in de schaal. Het is bepaald niet gering wat hij de dwaalleren toevoegt. Maar ook de gemeenten ontziet hij niet. Ik verwonder mij. Paulus is verwonderd over de snelle verwording van de gemeente. Wij zouden zeggen: Hoe is het in de wereld mogelijk. Paulus' verwondering is bepaald afkeurend. Hij is ontstemd. Hij is er ook verdrietig over. Ze zijn bezig af te wijken van God. Van Christus. Van Zijn Woord. God heeft ze geroepen. God doet dat middels de evangelieprediking. Toen was het Paulus die het Evangelie daar mocht verkondigen. Hoe lang het geleden is, weten we niet. Maar Paulus herinnert ze eraan. Het was de roeping van God Zelf. De roeping tot het leven. Tot het geloof in Jezus Christus, de Gekruisigde. Hij had ze geroepen: Laat u met God verzoenen. En de roeping was gehoord. Zó dat ze hoorden de stem van de Zoon van God. En door de Geest het Woord geloofden. Ze gaven acht op hetgeen door Paulus van de Heere werd gezegd. Geroepen in de genade van Christus. Maar dan begrijpen we ook dat Paulus zo fel is. Hij wil met alle hem ten dienste staande middelen het proces van afwijking dat nog aan de gang is, tegen gaan. Dat ze, zo korte tijd, nadat ze het Evangelie hadden ontvangen, afwijken. Dat ze overgebracht worden tot een ander Evangelie. Paulus' hart is ontzet. Laten de Galaten zich zó gemakkelijk meevoeren? Afvoeren van de levende Fontein, waar alleen maar genade en vrede, leven en gerechtigheid uit opwelt? Laten ze zich afvoeren tot het tegengestelde, een leven in harde dienstbaarheid? Een leven uit het Evangelie plus wetswerken als zijnde noodzakelijk tot het behoud? De apostel heeft maar één oogmerk: omkeer. Wederkeer. Dat wil hij voorkomen, dat ze meegaan met hen die de gemeenten verleiden. En die de schijn wekten het echte en volle Evangelie te verkondigen. Hier was de schijn van te verbeteren. Van op te bouwen. Maar het was een ander Evangelie. Het was de ene waarheid na de andere, maar het zicht op Hem, Die de Waarheid is, ontbrak. Het is de bedoeling van de vorst der duisternis - en zijn methoden zijn allerminst origineel - onder het mom van de volle waarheid, bij Christus vandaan te trekken en vandaan te houden. Over te brengen tot een ander Evangelie. Maar dat is er niet. Het Evangelie zoals Paulus dat verkondigde, was enig. Hij had de moed om te zeggen: er is geen ander Evangelie. Met andere woorden: datgene wat de dwaalleraars te berde brachten, was niet een Evangelie naast dat wat Paulus verkondigde, waarbij het er allemaal niet zo bar veel toe deed, nee, het gaat hier op het scherp van de snede. Het is hier geen én-én, maar het is hier óf-óf. Van tweeën één. Het zuivere Woord der waarheid, het Evangehe in al de verbanden van het Woord van God óf het is helemaal geen Evangelie. Het gaat om het Evangelie van Jezus Christus en Dien gekruisigd. Het Evangelie van Gods vrije en souvereine welbehagen, in Christus, door de Heilige Geest. Waarbij niets van ons in aanmerking komt of meedoet. Het Evangelie wat een kracht Gods is, tot zaligheid voor een ieder die gelooft. Het Evangelie dat de doodsteek is voor alle eigengerechtigheid en bestdoenerij. Het Evangelie, het levenwekkende Evangelie voor mensen, die liggen midden in de dood. Het Evangelie dat verwelkomd wordt door het verbroken hart. Het Evangelie dat de mens geen andere roem doet overhouden, dan in het Kruis van Jezus Christus. Want in het Evangelie gaat het om Hem. En het Evangelie dringt tot de vraag: Wat dunkt u van de Christus? Met en in Christus is de genade in het geding. Welgelukzalig, wie er voor valt, er door wordt meegenomen.
Gerechtvaardigd, als een goddeloze. Door het geloof in Jezus Christus. In de benauwende en verstikkende atmosfeer van zonde en eigengerechtigheid, van eigendunk en zelfzucht nochtans helemaal bevrijd, te mogen ademen in de ruimte van de vrije genade. En het kan niet anders, dat sluit alle werk uit! Dit snijdt iedere mogelijkheid om de hoogte in te gaan en wat te worden af. Met dit Evangelie gaat de zondaar de diepte in. Hopelijk weet u dat uit uw eigen leven. Misschien zijn we bezig, terwijl we deze regels lezen en de Heilige Geest met ons twist, het geding te ontlopen. Middels onze beschouwingen, inzichten, overtuigingen. Ontwijken we de kardinale vraag: mijn ziel, hoe zult gij rechtvaardig verschijnen voor God? Want we kunnen dan proberen - al dan niet krampachtig - het levenstempo van vandaag bij te benen, met al de vragen die zich aan ons voordoen, het gaat er wel om dat de zielsdoorborende vraag blijft haken. Gods vragen aan ons! Dat eerst en dat vooral. Opdat wij ons zouden verootmoedigen. Opdat we leven zouden bij en uit het Evangelie. Bij het Woord van God. Ten diepste en ten principale heeft de mens van vandaag dan ook geen ander Evangelie nodig dan de mens in Paulus' dagen. En hebben we ook vandaag de ergernis niet uit het Evangelie te halen. Laat staan het Evangelie te leggen op de snijtafel van de moderne inzichten. Ik weet wel, wij behoeven het Evangelie niet te verdedigen. Maar is het gevaar nu zo denkbeeldig dat er ook vandaag gemeenten meegevoerd en omgevoerd worden? Zijn de gemeenten daar vandaag te goed voor? Ik meen van niet. Het luistert hier bepaald nauw. Het gaat er maar om dat genade genade is. In de gemeenten van Galatië waren niet de heilsfeiten in het geding. Toch werden ze van Christus afgevoerd. Daarmee wil gezegd zijn dat vragen aangaande de toepassing van het heil niet van de tweede orde zijn. Het gaat er maar om door de Heilige Geest in het Evangelie te staan.
Dan zijn we echt vrij, in de gebondenheid aan Christus en aan Zijn woord. Dan zijn we welgetroost. In leven en in sterven. Door de kracht van het Evangelie. Het is het eeuwig Evangelie, waarvan de banier wappert boven alle beoordelingen en theorieën boven alle stelsels en methoden. Hét Evangelie voor de mens van 1985. Zalig is hij die het Evangelie geloofd heeft. Dan roemt u in God en prijst u Zijn Evangelie. Dan weet u: een ander Evangelie is er niet.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 juni 1985
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 juni 1985
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's