De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Globaal bekeken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Globaal bekeken

7 minuten leestijd

In het blad Op weg met de ander, orgaan van de hervormd gereformeerde vereniging voor gehandicapten, het volgende gedicht Gelukkig de dovenvrienden, overgenomen uit de Elisabethbode.

'Gelukkig die vóór al zijn tempo bewaakt
en zó mij het liplezen mogelijk maakt.

Gelukkig die rekent met misverstand,
dus houdt hij het schrijfgerei bij de hand.

Gelukkig die weet hoezeer ik verlang
naar een wereld van stemmen, muziek en zang.

Gelukkig die oplet: "hoe valt het licht
is het voldoende op de lippen gericht?"

Gelukkig, hij zet nooit een dove voor gek,
betrekt mij attent bij een meer-mans-gesprek.

Gelukkig die mij missen noch gissen laat
en eens even zegt waar 't over ging of over gaat.

Gelukkig die geen haast toont noch ongeduld,
mij op mijn gemak stelt, met vreugde vervult.

Gelukkig die meedraagt die loodzware last
en door gebaar of andere vondsten verrast.

Gelukkig die weet van vriendentrouw:
jij kunt niet, ik wèl, dus ik luister voor jou.

Gelukkig mijn vriend! Ik vergeet mijn gemis
op weg naar de Stad waar geen dove meer is.'

***

Joodse 'chassidische verhalen' zijn altijd de moeite van het lezen waard, vanwege de diepe levenswijsheid of ook de dubbele bodems. In Kerk overzee, Kontaktbrief van de Nederlandse Zendingsraad het volgende verhaal over 'een ware vrome'.

'Rabbi Chaim stond bij het raam van zijn studeerkamer en keek naar de mensen, die op straat voorbij liepen. Hij maakte het raam open en vroeg aan een chassied (een vrome jood) die net voorbij wandelde, of hij even binnen wilde komen.

De rebbe stelde de chassied de volgende - verrassende - vraag: "Stel dat u tijdens uw wandeling een buidel geld vond, wat zou u dan doen?".

De chassied antwoordde meteen: "Ik zou met de buidel geld in mijn hand gaan staan zwaaien totdat de eigenaar zijn verloren geld kwam opeisen".

Rabbi Chaim bedankte de chassied voor zijn antwoord. En nadat deze was vertrokken mompelde hij voor zich uit: "Wat een leugenaar! Wat een huichelaar!".

Rabbi Chaim ging weer bij het raam staan, keek opnieuw naar de voorbijgangers en nodigde nogmaals een chassied uit om binnen te komen. Hij stelde hem dezelfde vraag: "Vertel me eens - maar wees eerlijk - wat zou u doen als u op straat een buidel vol geld zou vinden?". De chassied was door de vraag van zijn stuk gebracht, maar na een moment antwoordde hij: "Rebbe, ik wil eerlijk tegenover u zijn. U weet hoe arm ik ben en hoe moeilijk het voor me is om mijn brood te verdienen. Als ik zo 'n buidel zou vinden, dan zou ik me meteen naar huis haasten om mijn vrouw het goede nieuws te vertellen."

Rabbi Chaim bedankte hem, maar nadat hij de kamer had verlaten, mompelde hij: "Wat een dief! Wat een dief!".

Nogmaals keerde hij terug naar het raam, nodigde een chassied in zijn studeerkamer uit en stelde hem dezelfde vraag. De chassied raakte in verwarring en kon de vraag niet beantwoorden. Tenslotte zei hij: "Rebbe, hoe kan ik weten wat ik zou doen? Ik weet het werkelijk niet. Misschien zou ik de eigenaar van de buidel zoeken, maar misschien zou ik hem zelf houden. Hoe kan ik weten welke gedachten in me zullen opkomen als zoiets werkelijk gebeuren zou?" . Toen de chassied de kamer verliet, mompelde rabbi Chaim tevreden: "Dat is een ware chassied. Dat is een mens die de waarheid liefheeft!".'

***

Enkele weken geleden namen we een ingezonden stuk op van dr. J. Haitsma, emeritus predikant, laatstelijk te Woerden. Hij reageerde op het dubbelinterview met prof. J. Kamphuis en ondergetekende. Nu reageerde A. Mulder te Oosterzee daarop met een stukje 'op grond van Schrift en belijdenis'. Omdat het niet duidelijk als ingezonden stuk was aangeboden nemen we zijn schrijven hierop, ook nu zonder commentaar.

'Ds. J. Haitsma uit Boskoop vroeg zich af: Mogen wij een kerk zijn met als accoord van gemeenschap de drie formulieren van enigheid.

Mijn antwoord is hierop volmondig ja.

De door u genoemde groepen, die buitengesloten zouden worden zijn veelal kleinere groepen met een grote mate van eenstemmigheid, die de volwassenheid bezitten om opgebouwd te blijven in het allerheiligst geloof

Maar in de grote volkskerken is dit wel even wat anders. Ik weet niet hoe het bij u is, misschien is daar het verval nog niet zo groot. Och, wat heet verval. Laat ik het voor alle duidelijkheid zeggen, dat ik het nu over de objectieve kenmerken heb, waaraan de ware kerk zou moeten voldoen. Ik heb het dus niet over de subjectieve invulling van een ieder door ons. Het spreekt uiteraard voor zich, dat dit zo goed mogelijk moet gebeuren.

Bijvoorbeeld als een vereniging nog vrij klein is dan kan alles nog in gemoedelijkheid, maar als die vereniging groter wordt dan moeten er statuten komen. Zo is het ook met de kerken als de groep nog vrij klein is zal men Gods heilig en onfeilbaar woord nog wel als het hoogste gezag willen aanvaarden, maar in de grote volkskerken is er een hecht fundament nodig. De drie formulieren zijn zo hard nodig, daarvoor moet gestreden worden, zodat de kerk uitspreekt wat zij voor de waarheid houdt. Zodat er een basis is, waarop men elkaar kan aanspreken. We weten allemaal wat er met het huis gebeurt waar die basis ontbreekt, het brokkelt af.

Verder haalt u het begrip van de katholiciteit of de algemeenheid der kerk aan. De katholiciteit of de algemeenheid der kerk blijkt zowel naar binnen als naar buiten.

Ten eerste naar binnen. Dit blijkt o.a. uit het volgende. Om even op het voorbeeld van de vereniging terug te komen. Bij een vereniging moet contributie betaald worden. Doet men dit niet dan wordt men voor de keus gesteld: betalen of bedanken.

In de kerk zijn er ook veel mensen, die nog wel ingeschreven staan, maar dat is dan ook alles. Zo sprak ik eens iemand, die het systeem van de verenigingen ook in de kerk wilde toepassen.

Ik denk, de één misschien wel sneller dan de ander wel aanvoelt, dat er wat deze vergelijkenis betreft een essentieel verschil is. De kerk is een instituut voor de eeuwigheid en ik denk, dat we ons er dan wel voor zullen wachten om mensen af te schrijven voor de eeuwigheid. Dat is aan God. Hieruit blijkt dus de algemeenheid der kerk bij uitnemendheid. Ik ben dan ook altijd weer getroffen als de predikant zegt: Ik heet u allen van harte welkom voor het eerst of opnieuw.

Ten tweede de katholiciteit naar buiten. Die blijkt hieruit, dat wij gereformeerden zeggen, dat men om zalig te worden niet beslist gereformeerd hoeft te zijn. Dit in tegenstelling tot de Rooms-Katholieke Kerk, die zegt dat men om zalig te worden beslist Rooms-Katholiek moet zijn. Daarom laten we in het vervolg ook niet meer van de Rooms-Katholieke Kerk spreken of nog erger van de Katholieke Kerk, maar van de Roomse Kerk. Roomsen worden ook liever met de naam katholiek dan met rooms aangesproken, maar juist de naam katholiek is de enige naam die hen niet toekomt.

Ditzelfde geldt voor de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) al sieren zij zich in ieder geval niet met de naam katholiek.

Daarom zijn wij die zoveel waarde hechten aan de katholiciteit der kerk niet alleen goed gereformeerd, maar tevens goed katholiek.'

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 april 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Globaal bekeken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 april 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's