De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

4 minuten leestijd

Karel Deurloo, Wilken Veen, red., De gezegende temidden van zijn broeders. Jozef en Juda in Genesis 37-50, uitgeverij Ten Have BV, Baarn 1995, 220 blz., ƒ 44, 90.

Dit boek bevat de vertaling en uitleg voor vijftien preken over Jozef. De schrijvers weten zich 'schatplichtig aan het werk van Frans Breukelman' (8) en staan dus in de traditie van de Amsterdamse school. Het blijkt ook uit de inleiding. Daarin wordt een heel andere structuur van het boek Genesis gegeven dan de klassieke indeling van de geschiedenis van de Godsopenbaring zoals ons altijd geleerd wordt: schepping van de mens in de staat der rechtheid, de zondeval, de moederbelofte, enzo voort. Deze inleiding wordt bepaald door de inhoud van het boek Genesis. Daarentegen wordt volgens de Amsterdamse school dit bijbelboek gestructureerd door een reeks opschriften. Met het eerste wordt het verhaal over de schepping van de mens geopend: dit zijn de geboorten van de hemel en de aarde, als zij geschapen werden (2:4a), met het tweede, 'de geboorten van Adam', de geschiedenis van Adam tot Noach (5:1), met het derde, 'de geboorten van Noach' (6 : 9), het zondvloedverhaal, met het vierde, 'de geboorten van Terah' (11:27), de verhalen van Abraham, met het vijfde, 'de geboorten van Izak, de zoon van Abraham' (25 : 19), de verhalen van Izak en Jakob, en met het zesde, 'de geboorten van Jakob' (37 : 2), de verhalen van Jozef (10). Overigens wordt het Hebreeuwse woord toledot niet met 'geboorten' vertaald zoals in de Staten-Vertaling maar met 'verwekkingen'. In dit bijbelboek wordt onze blik immers op de toekomst gericht, niet op het verleden (12).

Het is m.i. echter zeer de vraag of de structuur van Genesis uit deze opschriften kan worden afgeleid. Daartegen is een groot aantal argumenten aan te voeren. Wat had dan - in de eerste plaats - meer voor de hand gelegen dat dit bijbelboek ook met een dergelijk opschrift zou zijn geopend? In de tweede plaats dekken de opschriften niet altijd de inhoud. Het is niet duidelijk te maken dat de verhalen van Abraham vallen onder de 'verwekkingen' van Terah en de geschiedenis van Juda en Tamar onder de 'verwekkingen' van Jakob. In de derde plaats kunnen de opschriften in sommige gevallen op niets anders betrekking hebben dan op geslachtsregisters (Gen. 11 : 10-25 en 36:1-43). In de vierde plaats maakt het verschil in betekenis het ons eenvoudig onmogelijk toledot altijd en overal concordant te vertalen. Soms is de beste weergave 'geschiedenis' {toledot als een pluralis intensitatis, een meervoud van intensiteit), soms 'de geslachten'. Dat moet ons in de vijfde plaats bijzonder voorzichtig maken uit deze opschriften zulke belangrijke bijbels-theologische consequenties te trekken. Tenslotte kunnen we in de zesde plaats niet zomaar uit de etymologie (de oorspronkelijke betekenis) van een woord een hele theologie afleiden.

Het is m.i. goed om deze exegetische bezwaren op te sommen omdat het omgaan met de tekst van de Heilige Schrift door de Amsterdamse school velen boeit. Dat is ook te begrijpen. Hier treffen we tenminste het verlangen aan de tekst voor zichzelf te laten spreken. Ook wij van onze kant willen niets liever. Toch zijn er diepgaande verschillen. De vraag is of wij bereid zijn elke bijbeltekst te zien tegen de achtergrond van het geheel van de Heilige Schrift. Al weet men ervan en al is men er soms heel dichtbij, toch ademt dit boek een andere geest. Ter illustratie het volgende citaat: 'De oude kerk zag in Jozef een "type" van Christus en de afbeelding van de scène waarin Jozef uit de put werd getrokken was een aanduiding van de opstanding, die zelf eerbiedig niet in beeld werd gebracht' (25).

Wanneer we dit in aanmerking nemen kunnen we niettemin met dit boek ons nut doen bij de voorbereiding van een bijbelstudie of bijbellezingen over Jozef. Waardevol is de bijdrage van M. van Loopik over Jozef in de rabbijnse bijbeluitleg (179-205).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 september 1995

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 september 1995

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's