VERSLAG VAN DE JAARVERGADERING
van de Geref. Bond op 23 April 1952, in het gebouw voor en Wetenschappen te Utrecht Kunsten
De voorzitter, prof. dr. J. Severijn, opende de vergadering en liet Psalm 138 vs. 1 -zingen. Daarna las hij voor 1 Joh. 2 vs. 18 tot het einde, waarop hij voorging in gemeenschappelijk gebed.
De morgenvergadering was goed bezet. In de namiddag was de grote zaal van het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen geheel vol.
De vergadering stond in het teken van hartelijke samenbinding en eensgezindheid. Van groepsvorming in onze Geref. Bond was ook in deze vergadering geen enkel spoor te vinden. We wijzen hier gaarne op, omdat er door buitenstanders telkens wordt beweerd, dat de Gereform. Bond ook al geen eenheid meer vormt, maar in drie groepen uiteen dreigt te vallen.
De voorzitter, prof. dr. J. Severijn, hield een kort openingswoord, waarin hij melding maakte van velerlei arbeid, die in het afgelopen jaar door het Hoofdbestuur is verricht. Verder nam hij zijn openingswoord te baat om enige misstanden aangaande de nieuw gereed gekomen Bijbelvertaling recht te zetten. Hij waarschuwde er voor het zó voor te stellen, dat alleen de Statenvertalers door de Heilige Geest geleid zouden zijn. Dit is beslist onjuist. Calvijn al wees er op, dat God ook zondige mensen aan Zijn doel dienstbaar wil maken en hun krachten en gaven daartoe gebruiken. Dit is ook thans van kracht. Wat de invoering Van de nieuwe vertaling aangaat, zou de hoogleraar het liefste zien dat de Statenvertaling op de kansel bleef en hij hoopte op een Synode-uitspraak in deze geest. Daarnaast zouden de belangrijkste verbeteringen van de nieuwe vertaling in de vorm van kanttekeningen steeds benut kunnen worden.
Hierna gaf hij het woord aan
ds. J. J. Timmer,
om zijn jaarverslag te houden.
Verslag van de Secretaris.
Op mij rust de aangename plicht om de vergadering op de hoogte te stellen van de handelingen van het Hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond in het afgelopen verenigingsjaar.
Velerlei werkzaamheden moesten door het Hoofdbestuur worden verricht. De agenda's van de verschillende vergaderingen waren meestal overladen met punten. Geen wonder, als we letten op de moeilijke tijden, die onze kerk meemaakt. Van een binding aan de Heilige Schrift en aan de Belijdenis onzer vaderen is in onze kerk helaas nog geen sprake. Het is daarom, dat we ook in het afgelopen jaar telkens weer hebben moeten oproepen om terug te keren tot Schrift en Belijdenis.
Beware de Heere ons voor de zonde van de zelfgenoegzaamheid, opdat we er ons voor zullen wachten om ons te beroemen op al hetgeen door ons gedaan is.
Vervulle Hij ons veel meer met dezelfde Geest, die mannen als Daniël en Ezra heeft doen uitroepen : Wij hebben gezondigd, wij en onze vaders, en wij hebben gedaan, wat kwaad is in Uw ogen.
Indien we al onze daden, woorden en gedachten in ons persoonlijk leven en in ons Bondsleven bezien mogen in het licht van de gerechtigheid Gods, dan past alleen maar deze bede, dat de Heere niet met ons in het gericht zal treden, maar dat Hij genadig al onze zonde en schuld moge wegnemen door het dierbaar bloed van de Heere Jezus Christus.
Indien ons werk op enig terrein in onze kerk mocht gezegend zijn, dan past het ons daarvoor alleen aan de Heere de eer te geven.
In het Hoofdbestuur kwamen weinig veranderingen. De vacature wijlen ds. Remme werd vervuld door ds. G. Boer te Gouda, in wien we een flinke medewerker gevonden hebben.
Verscheidene nieuwe leden werden in het afgelopen jaar gewonnen. Ook predikanten !
Een drietal predikanten gaven ons de scheidbrief. Het waren ds. Ambrosius, ds. Beens en ds. Kolkert te Vlaardingen.
Het aantal contribuanten voor het Studiefonds is aanzienlijk vermeerderd. Ongeveer een jaar geleden ben ik met die nieuwe actie begonnen. Wat hebben tientallen mensen gehoor gegeven aan de oproep. Ze zijn er op uit getrokken om contribuanten te winnen. En het heeft goede resultaten afgeworpen. Dat zult u straks wel van de Penningmeester horen. Ook zeer veel kwam binnen aan giften voor het Studiefonds.
Ik dank al degenen, die hun tijd en hun kracht aan dit werk hebben willen geven. Het mag natuurlijk hier niet bij blijven. Er zijn helaas gemeenten, waar veel méér gedaan had kunnen worden. Ik hoop, dat men in die gemeenten door het lezen van dit voor hen beschamende verslag moge geprikkeld worden om het werk ook eens ter hand te nemen.
Wij hebben meer predikanten nodig! U wilt toch niet, dat we tegen jonge mensen, die lust hebben om zich te bek vamen tot dat wondervolle ambt, zullen moeten zeggen, dat er geen geld meer is om te studeren.
Geachte Vergadering, ik wacht in de komende maanden D.V. op uw antwoord.
Nieuwe afdelingen werden opgericht in Zwolle, Zoetermeer, Wassenaar, Krimpen a/d IJssel, Oldebroek, Zwijndrecht en Pijnacker. En vanavond hoop ik in Schiedam een afdeling te kunnen oprichten. De afdelingen Rotterdam-Feijenoord en Strijen kwamen tot vernieuwde activiteit.
Mag ik bij deze de gelegenheid aangrijpen om de secretarissen van al de afdelingen vriendelijk te verzoeken om, voorzover ze dit nog niet gedaan hebben, mij ten spoedigste een afschrift van de namen en adressen der leden van de afdelingen te doen toekomen? Wacht er toch niet mee ; Dit zou mijn bijgehouden kaartensysteem danig in de war brengen.
Met vele afdelingen werd er geconfereerd. Door sommige afdelingen werd grote activiteit aan de dag gelegd. De afdeling Den Haag mag in dit opzicht met ere worden genoemd.
In Oudshoorn onderhandelt de afdeling nog steeds met de kerkeraad over de vestiging van een 2de predikantsplaats, die door een predikant van de Geref. Bond zal worden bezet.
De afdeling Stolwijk kwam tot een zeer bevredigende oplossing met kerkeraad en evangelisatie.
De afdeling Terbregge zal de weekdiensten, waarin in de week predikanten van de Geref. Bond voorgingen, beëindigen, nu ds. Stelwagen het beroep naar Hillegersberg tot onze blijdschap heeft aangenomen.
In Soest moest helaas weer begonnen worden met evangeliseren.
In Capelle a/d IJssel, buurtschap Keten, werd de evangelisatie door de kerkeraad in kerkelijk verband opgenomen. Zij, die ± 40 jaar geleden hun lidmaatschap verloren, hebben dit nu weer teruggekregen. Ook daar kwam het dus tot een bevredigende oplossing.
Twee godsdienstonderwijzers, de heren Hoogendoorn en Wakker, verlieten onze kerk, met degenen, die achter hen stonden. Die weg moeten we niet op !
De kerkeraad van Huizen vroeg voorlichting in de practijk van de Heilige Doop. Door het Hoofdbestuur werd een commissie gevormd, die deze dingen onder de ogen zou zien. Het waren ds. Kievit, ds. Vreugdenhil, ds. Van Dop en ds. Van Sliedregt, die over deze zaak een rapport hebben samengesteld, wat reeds in ,,De Waarheidsvriend" gepubliceerd is.
We danken deze predikanten voor het werk, wat in deze door hen gedaan is.
Een andere studiecommissie gaf zich aan de bestudering van het dienstboek. Het waren ds. Kievit, ds. Vreugdenhil, ds. L. Vroegindeweij, ds. Bouw, dr. Bout, ds. Vermaas en ds. Van Galen, die ons tot onze blijdschap in deze van advies wilden dienen. Ook onze hartelijke dank aan hen.
De gemeente Hasselt, die nimmer heeft voldaan aan de Raad van Beheer, kon nu niet beroepen. Het zit nu nog vast op de achterstand van =t ƒ 30.000.—, die nog te betalen zijn aan de Commissie voor predikantstractementen. Door de Secretaris zijn reeds verscheidene bemiddelingspogingen voorgesteld. De zaak is helaas nog niet in kannen en kruiken.
Het Hoofdbestuur van de Geref. Bond vergaderde ook met ds. Hooykaas en diens rechtskundig adviseur mr. Floor. Hoewel ds. Hooykaas dankbaar was voor de pogingen, die we in het werk wilden stellen om voor hem de mogelijkheid te openen om weer in het ambt te worden hersteld, meende ds. Hooykaas die voorgestelde weg niet te moeten inslaan, maar te moeten wachten op volkoméne rehabilitatie door de Geref. Bond.
Het Hoofdbestuur van de Geref. Bond hield een samenspreking te Utrecht met de Deputaten van de Generale Synode vaii de Chr. Gereformeerde Kerk, benoemd voor de eenheid onder de Gereformeerde belijders.
Ook met de Deputaten van de Gereformeerde Kerken werd te Utrecht apart vergaderd.
Binnenkort zullen D.V. meer vergaderingen volgen, waarin de zaken van de gereformeerde gezindheid zullen besproken worden.
Op voorstel van ds. Abma van Delfshaven werd ook nog een vergadering belegd van stadspredikanten, die tot de Geref. Bond behoren. Op deze vergadering werden de problemen van de wijikkerkeraden in de grote steden onder de ogen gezien.
De leerstoel blijft steeds onze aandacht houden. Van H.M. de Koningin ontving onze voorzitter de toestemming om tegelijk met het ambt van hoogleraar aan de Universiteit te Utrecht, dat van bijzonder hoogleraar in de gereformeerde dogmatiek te mogen bekleden.
Het is een blijdschap geweest voor het Hoofdbestuur van de Geref. Bond, dat onze voorzitter dit jaar rector magnificus van de Utrechtse Hogeschool mocht wezen. Wanneer zal het weer eens gebeuren, dat op de plaats, waar eens Voetius stond, een hoogleraar van gereformeerde beginselen gelijk prof. Severijn, de rede zal uitspreken op de diesnatalis van de Hogeschool? Onze voorzitter gaat September a.s. D.V. zijn laatste jaar als gewoon hoogleraar in. Dit alles vervult ons met zorg voor de toekomst. Eén ding staat echter onomstotelijk vast : de Heere regeert. Zij het voor ons een zaak van gebed, dat er meer mannen zullen komen van gereformeerde beginselen, maar ook van gedegen wetenschappelijke kennis.
Het is ons een vreugde, dat in dit verenigingsjaar ons Hoofdbestuurslid dr Bout promoveerde tot doctor in de godgeleerdheid.
Ds. Vermaas, dr. Bout en ds. Boer vertegenwoordigden onze Bond op een samenkomst van visitatoren-generaal te Woudschoten. Ds. Kievit en dr. Schroten waren daar door de visitatoren uitgenodigd om lezingen te houden.
In buitengewoon aangename herinnering ligt nog de conferentie op Woudschoten van 8 Januari j.l. Twee dagen waren we daar bij elkaar. Ds. Kievit en ds. Van Sliedregt hielden aldaar lezingen voor ± 90 predikanten van de Geref. Bond. Wat heerste daar een prettige toon en wat een grote eensgezindheid is daar aan de dag getreden. Er was dan ook maar één verlangen bij allen, en wel dit : Spoedig moet er nog eens zulk een samenkomst worden bijeengeroepen. Zal de arbeid van de Geref. Bond ook in de toekomst gezegend worden, dan zal het nodig zijn, dat de eenheid, die op Woudschoten tot manifestatie kwam, in ons midden moge blijven.
Kort geleden kwamen in vergadering bijeen de leden van ons Hoofdbestuur met afgevaardigden van al onze gereformeerde bonden. Ook daar heerste grote samenbinding en werd er grote belangstelling aan de dag gelegd om de federatieve mogelijkheden onder de ogen te zien. Meerdere vergaderingen zullen D. V. volgen.
Ik ben er van overtuigd, dat mijn verslag langzamerhand een lappendeken is geworden met lapjes van verschillende kleuren. Dit kan ook haast niet anders, als we in een kort verslag als dit, u op de hoogte moeten stellen van het werk van de Geref. Bond, wat zich uitstrekt naar alle kanten.
Nog enkele lapjes moeten er bij. Het Studiefonds van de Geref. Bond stond natuurlijk in het middelpunt van de belangstelling. Nog nimmer werd aan steun zulk een groot bedrag uitgekeerd als in 1951. Met spanning zien we uit naar de girobiljetten met de Paascollecten.
Dr. Bout en ds. Vermaas belegden kort geleden een samenkomst met onze studenten. Herinnert ge u nog, dat ik vorig jaar een actie op touw gezet heb om boeken te verzamelen voor de studenten? Ook deze poging is niet tevergeefs geweest. In de loop van het jaar werden honderden boeken mij toegezonden. Een 25-tal studenten konden worden verblijd met een pakket boeken. Een 7-tal studenten zit nog te wachten. Die denken misschien, dat de Secretaris hen vergeten heeft.
Neen, vrienden, ik vergeet u niet, maar ik zit op boeken te wachten.
Ik spreek de wens uit, dat vélen, die deze vergadering bezochten, hun boekenkast nog eens zullen nazien of er ook wat te missen is. U zult er de Secretaris mee verblijden, maar de studenten nog meer.
Hartelijk dank aan allen, die ook deze actie deden slagen.
Ik haast mij nu, om te komen aan het einde van mijn verslag. Het zou te ver voeren, als ik u op de hoogte moest stellen van al wat ter tafel van het Hoofdbestuur kwam en van al de vragen, die schriftelijk door mij beantwoord moesten worden. Ik kreeg brieven met scherpe, vijandige critiek, maar daarnaast óok heel veel brieven, die mij te midden van ontelbare moeilijkheden toch hebben bemoedigd.
O, geachte leden van onze Gereformeerde Bond, draagt dit werk op de vleugelen des gebeds en laat de bede opklimmen tot de Koning der kerk: Uw werk, o Heere, houdt dat over in het midden van de jaren !
Ik heb gezegd.
Timmer.
Nadat dit verslag gehouden was, kreeg de vergadering gelegenheid om de Secretaris vragen te stellen.
Ds. Enkelaar van Hasselt sprak zijn dank uit voor de vele arbeid, die door voorzitter en secretaris ten behoeve van de Geref. Bond is verricht.
De heer Leonard, van Dordrecht, vraagt waarom er door het Hoofdbestuur nog geen vergaderingen voor ouderlingen en diakenen zijn belegd.
De secretaris was van mening, dat het beter was om dit werk classicaal te doen. Ds. Blok van Kampen meende, dat het nog beter was om streek-vergaderingen met ouderlingen en diakenen te organiseren.
De heer Van Vliet, van Alblasserdam, vraagt waarom nog geen circulaires door het Hoofdbestuur werden verstrekt om daarmee te werken voor het Studiefonds in die gemeenten, waar het niet mogelijk is om een collecte te houden. De voorzitter zegt toe om dit punt in de vergadering van het Hoofdbestuur in behandeling te zullen nemen.
Ds. Roelofsen, van Zeist, vraagt of er inderdaad reeds studenten zijn afgewezen omdat er geen geld was. De voorzitter antwoordt, dat er alleen maar studenten zijn afgewezen, die het vertrouwen van het Hoofdbestuur niet hadden. Wel kwam de penningmeester sommige jaren heel wat tekort, waardoor het kapitaal is ingekort. Dat mag op de duur niét zo blijven. De uitgaven moeten door de inkomsten worden gedekt.
De voorzitter bracht zijn hartelijke dank aan de secretaris voor al zijn arbeid, inzonderheid voor zijn pogingen om het aantal contribuanten te doen stijgen.
Het bestuur van de afdeling had midderwijl een stembureau gevormd.
Het resultaat was als volgt :
In totaal waren 359 stemmen uitgebracht. Hiervan verkreeg prof. Severijn 355 stemmen en ds. G. Boer 357 stemmen. In de vacature ds. J. Goslinga werden 117 stemmen uitgebracht op ds. L. Blok en 235 stemmen op ds. Tukker, zodat ds. Tukker gekozen is.
De voorzitter en ds. Boer namen de herbenoeming aan. Aan ds. Tukker zou door de secretaris schriftelijk mededeling worden gedaan van zijn benoeming.
De voorzitter stelde aan de vergadering voor om ds. Goslinga als erelid toe te voegen aan het Hoofdbestuur vanwege zijn vele verdiensten jegens de Geref. Bond. Dit voorstel werd bij acclamatie aangenomen.
De voorzitter dankt het stembureau.
Nu kreeg ds. Jac. Vermaas, de penningmeester, gelegenheid om verslag te doen van zijn financieel beleid. We kregen cijfers te horen, die nog nimmer werden bereikt. De financiën gaven reden tot grote dankbaarheid.
De voorzitter dankte de penningmeester voor de uitnemende wijze, waarop hij zich van zijn taak had gekweten, nadat eerst het rapport van de commissie tot het nazien van de boeken was voorgelezen. In dat rapport verklaarden ds. Ottevanger van Leiden en de heer In 't Veld uit Gouda, dat ze alles keurig in orde hadden bevonden.
De voorzitter dankt de commissie voor het nazien van de boeken van de penningmeester.
De heer Knetsch, van Leiden, is van mening, dat het aantal lezers van De Waarheidsvriend, hetwelk door de actie van de secretaris is verdubbeld, toch nog wel eens opnieuw verdubbeld kon worden. Daarmede waren allen het eens. De voorzitter deed een beroep op de medewerking van allen, om lezers voor De Waarheidsvriend te winnen.
De heer Vermooten, uit Utrecht, wil een betere opmaak van De Waarheidsvriend en actie voor meerdere advertenties. Hij zou gaarne de meditaties wat korter zien.
De voorzitter stelt voor om het volgende telegram aan H.M. de Koningin te zenden:
,, De Geref. Bond tot verbreiding en verdediging van de Waarheid in de Ned. Herv. Kerk, te Utrecht heden in jaarvergadering bijeen, betuigt Uwe Majesteit trouw en aanhankelijkheid en bidt U Godes heilige bescherming toe.
Aldus is geschied.
De morgenvergadering werd besloten, nadat eerst Psalm 84 vs. 6 gezongen was.
De middagvergadering werd om 2 uur heropend. Men zong Psalm 81 vs. 12.
Daarna kreeg ds. Boer gelegenheid tot het houden van zijn referaat over : ,,De crisis in de Midden-orthodoxie". Aan de bespreking van het referaat werd deelgenomen door de heren Knetsch, Blijleven, Sleijser, Jongeneel en ds. Vermaas, dr. Schroten, ds. Bousema, ds. Willemsen, ds. Enkelaar en ds. Taverne.
De voorzitter dankte ds. Boer voor het voortreffelijke referaat, hetwelk met grote aandacht werd gevolgd, maar tevens ook voor de uitnemende beantwoording van de vragen, die werden gesteld.
Ds. Boer wilde voldoen aan het verlangen van de vergadering, om het referaat in druk te laten verschijnen.
Na het zingen van Psalm 25 vs. 10 werd deze aangename jaarvergadering door de voorzitter gesloten.
Ds. Boer ging voor in dankgebed.
De Secretaris, J. J. Timmer
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 1952
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 1952
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's