De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

DOOR HET GELOOF

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DOOR HET GELOOF

7 minuten leestijd

„namelijk de rechtvaardigheid Gods, door het geloof van Jezus Christus, tot allen en over allen, die geloven" Romeinen 3 : 22.

Het is een heel ding, die rechtvaardigheid Gods. Paulus is er door gegrepen, hij is er diep van onder de indruk. Hij wil het zijn lezers zo graag duidelijk maken, wat het inhoudt. Daarom vervolgt hij: door het geloof. Want het is in Christus, omdat het buiten ons is, zegt Calvijn. En, voegen wij eraan toe: het is in Christus, omdat het zonder de wet is. Daarom wordt die rechtvaardigheid mijn deel, door het geloof in Jezus Christus. Zonder Hem, bezit ik haar niet; buiten Hem heb ik haar niet. Dan is zij immers niet gegeven. Drong deze eenvoudige waarheid eens tot ons door, wij zouden meer op Christus aangewezen zijn. Het geloof is de band aan Hem; het verenigt ons met Hem, zodat het Zijne het onze wordt, zodat Hij de mijne wordt. Er is geen andere weg, om de rechtvaardigheid Gods deelachtig te worden.

Is het geen goede, geen genadige weg, die weg van het geloof? Hoe inspannend is verdienste, hoe ontspannend genade! Houden wij ons uitsluitend aan Hem, dan worden wij bevrijd van kramp en angst. Wie het met Jezus Christus waagt — hij waagt er zijn eigen gerechtigheid aan — gaat vrijuit in het gericht Gods. Wat hebt u, als u voor God moet verschijnen? Ik heb Hem! Dan hebt u de rechtvaardigheid Gods. Het geloof van Jezus Christus houdt Hem alleen over, en heeft aan Hem genoeg. Dat leert ons het evangelie. Daarin is de rechtvaardigheid Gods geopenbaard, namelijk, die door het geloof in Jezus Christus. Er is trouwens geen andere.

Tot allen en over allen, die geloven. Openbaring is mededeling. Die komt tot allen; Joden en heidenen worden ervan in kennis gesteld. Het evangelie van deze rechtvaardigheid Gods wordt overal verkondigd. Wat duidelijk geworden is, moet bekend gemaakt worden. Dat doen mensen, die het Woord bedienen, dat doet de Heilige Geest, die het Woord de wereld doorstuwt. Daar ligt een opdracht: Predik het evangelie aan alle creaturen. Tot allen.

En over allen, die geloven. Geloven is dit evangelie toevallen, deze rechtvaardigheid ontvangen en in ontvangst nemen. Ook dat is mededeling, openbaring. Dan komt die rechtvaardigheid over ons, zij wordt van kracht, zij krijgt haar beslag. Openbaren is het werk van Vader, Zoon en Heilige Geest! Allen, die geloven. Anders blijven wij er innerlijk vreemd aan, zien we er geen heil in, terwijl alle heil erin gegeven is. Blijven we zonder deze rechtvaardigheid, ter dood veroordeelde zondaren. Wie het gelooft, heeft het. Hij is, zegt Bunyan, door genade bedekt en bekleed met een zo volledige en gezegende gerechtigheid, dat de wet van de Sinai daar geen gebrek in kan ontdekken. Wat een rijkdom.

Een openbaring. Dat was het voor Paulus. Opgevoed in de godsdienst der Hebreeën, greep hij iedere mogelijkheid aan, om de rechtvaardigheid Gods te verkrijgen. Hij was er diep van overtuigd, dat dat moest. Anders zou de weegschaal naar de verkeerde kant doorslaan. Hij bracht het heel ver: naar de rechtvaardigheid, die er in de wet is, zijnde onberispelijk. Wie zegt hem dat na; wie doet hem dat na? En hij was nog niet eens zo oud! Menigeen benijdde hem: was ik maar zo ver als Saulus. Toen kwam Christus hem onderweg tegen; in het licht van Zijn verschijning zag het er helemaal niet zo mooi met hem uit.

Zijn rechtvaardigheid voor God, was geen keurig pak, dat hem onberispelijk zat. Kleermakerswerk! Het was een wegwerpelijk kleed, wat vodden en lompen, meer niet. Dat was de ontdekking die hem tot een ander mens maakte, een mens die een andere rechtvaardigheid zocht, die er om worstelde in de duisternis van zijn binnenkamer. Op deze ontdekking volgde toen een openbaring: De rechtvaardigheid, die uit God is, door het geloof. Paulus geeft hier geen geloofsleer, of het moest zijn, dat hij leert, wat hij gelooft, wat hij geleerd heeft te geloven. Het is hem dwars door zijn ziel gegaan! Maar nu, mag hij zeggen. Hij was tevoren verborgen, ik was er blind voor. Nu weet ik het, nu gaat het er mij om in Hem gevonden te worden.

Een ontdekking en een openbaring. Wij herdenken in deze dagen de kerkhervorming. Zij vond haar oorsprong in deze ontdekking en in deze openbaring. Vandaar, dat Luther zo op Paulus gesteld was en de brief aan de Romeinen hem lief was. Luther zit gevangen in de vraag: Waar haal ik de rechtvaardigheid, die voor God geldt vandaan. Ontvluchten kan hij niet, zijn geweten is verontrust. Wild en verward, noemde hij het eens. Hij liet geen gelegenheid om eruit te komen, onbenut. Hij koos zich een en twintig heiligen, drie voor elke dag van de week, die hem zouden helpen uit de gevangenis te ontsnappen. Maar deze hemelse helpers weigerden hem hun dienst. Met beide handen greep hij de gelegenheid aan, om naar Rome te reizen, de heilige plaatsen te bezoeken, zijn zonden te biechten. Teleurgesteld keerde hij huiswaarts. Hij vocht om de bevrijding met een verbeten ernst. Hij daalde neer in de diepten van de godgeleerdheid, hij steeg tot de toppen van de godsnabijheid. De scholastiek en de mystiek deden voor hem de deur niet open; uitgeput kwam hij terug. Hij had God niet gevonden.

Hij zat tenslotte vast op dat éne woord: De rechtvaardigheid Gods. Een sleutelwoord! „Ik stond maar en klopte, maar er was niemand die open deed." De benauwdheid voor de verdoemende rechtvaardigheid Gods nam toe. „Ik haatte dat woord rechtvaardigheid, het vervloekte mij. Ik zei tegen God: Houdt Gij dan nooit op mij te plagen met Uw toorn? Ik hield echter niet op te bonzen tegen dat woord van Paulus: De rechtvaardige zal door het geloof leven. En ineens zag ik het: wij leven, wij léven niet door ons doen, maar door Gods schenkende gerechtigheid in Christus. Toen werd die tekst van Paulus mij tot een deur van het paradijs.”

Wanneer een monnik in Hemmingen, die door geestelijke en goede werken met God in het reine tracht te komen, hem zijn bittere nood klaagt antwoordt hij: „Ik heb zelf ook aan die waan, ik mag wel zeggen waanzin geleden; ook nu heb ik de strijd nog niet uitgestreden. Daarom mijn lieve broeder, wend

u tot Christus de gekruisigde. Leer Hem lofzingen en aan uzelf vertwijfelend tot Hem zeggen: Gij, Heere Jezus zijt mijn rechtvaardigheid; ik ben Uw zonde. Gij hebt het mijne als het Uwe aangenomen en mij het Uwe gegeven. Gij hebt aangenomen, dat wat Gij niet waart en mij gegeven, dat wat ik niet was.”

Zijn wij nog hervormd? Wanneer de reine leer van het evangelie onder ons en door ons bewaard wordt, zullen wij God danken voor de hervorming. Hervormd is niet: elk wat wils. Hervormd is dit woord van de rechtvaardigheid Gods, toevallen en uitdragen. Maar nu is de rechtvaardigheid Gods geopenbaard geworden tot allen en over allen, die geloven. Gelooft u, mijn lezer? Wat is geloof? Aan zichzelf vertwijfelen en Christus lofzingen. Wordt dat nog onder ons gehoord. Hoe schaars ook in onze zogenaamde rechtzinnige kringen. Die er prat op gaan, de oude waarheid voor te staan, heffen een ander lied aan, het klinkt vals! Hebt u deze rechtvaardigheid echt nodig? Waar zijn de verontruste gewetens, voor wie dit evangelie balsem voor de wonden is?

Hebben wij deze rechtvaardigheid toch weer verdonkeremaand? Zoeken wij het bij onszelf? Hebben we de mond Vol van voorwaarden en voornemens, van gevoelens, van ervaringen, van bevindingen. Alsof er een andere bevinding was dan de bevinding des geloofs, en een andere ervaring, dan de ervaring van de waarheid der openbaring! Klagen we over wat er moet zijn en er niet is? Hebben wij het over vorderingen en tekortkomingen, en zoeken we daaruit tot de rechtvaardigheid Gods te geraken?

Moet u zwijgen? Het wordt ons immers gepredikt, opdat alle mond gestopt worde en blijve. En wij leren roemen in de geopenbaarde, door Woord en Geest geopenbaarde rechtvaardigheid Gods. De ogen wijd open van verwondering, omdat ze niemand zien, dan Jezus alleen, nu en morgen en in het uur van onze dood. Wie Hem ziet, ziet de rechtvaardigheid Gods, de enige troost beide in leven en sterven. Wordt dan hervormd. Gelooft dit evangelie en leeft in vrede.

 

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 november 1967

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

DOOR HET GELOOF

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 november 1967

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's