Financiën.
„Alle verandering is nog geen verbetering." Een bekend spreekwoord, dat mij ditmaal in de gedachte kwam bij mijn ervaringen in de laatste dagen met den Postcheque-en Girodienst.
Ik leg de klemtoon op het woordje „nog", want wat nog niet is, dat kan toch later wel een verbetering blijken. Dat moeten wij dan afwachten. Of het mogelijk zal blijken om alles op één centraal kantoor te administreeren, alles wat nu op elk postkantoor locaal gebeurt, daar kan ik geen oordeel over vormen en daartoe acht ik mijzelf allerminst bevoegd.
Dit weet ik wèl, dat ik voorloopig nog geen groote bewonderaar ben van deze verandering, gezien den last dien ik in de laatste dagen met mijn girorekening heb.
Ik heb dan ook mijn gironummer bovenaan mijn verantwoording op de bekende plaats rnaar "Weggelaten en "verzoek aan mijn vrienden en begunstigers mij voorloopig geen geld per giro of stortingsbewijs over te maken. Het zal wel weer in orde komen, daar twijfel ik niet aan. Maar laten wij het die menschen daar op dat centraal kantoor niet drukker maken als noodig is en even wachten tot alles loopt, zooals men zich voorgesteld heeft dat het loopen moét.
Ik verzoek dus vriendelijk aan allen die mij iets te zenden hebben vooreerst maar gebruik te maken van onze ouderwetsche postwisseltjes en bij groote bedragen het te sluiten in een aangeteekenden brief. Dus vooral niet nalaten, want ik heb veel te veel noodig. Houdt desnoods de onkosten van het overmaken per postwissel of aangeteekenden brief maar van het bedrag af. Neen, niet wachten met sturen, want ik heb juist in September zooveel noodig ; nu de vacantie om is en langzamerhand de scholen weer beginnen, kan ik ook niet wachten met het sturen aan hen, die daarop rekenen.
Nu wat anders.
Ge weet nog wel, dat ik de vorige week schreef, dat Arnhem zoo'n mooie stad was en als er van onze vrienden soms eens hier een kijkje kwamen nemen, of ze dan wel wisten dat de penningmeester ook in Arnhem woont. Dat 't mij verwonderde dat er zoo weinigen waren die mij een bezoek brachten, enz.
Nu moet ge weten, dat ik juist klaar was met mijn geschrijf, alles in een couvert gedaan en eventjes gauw op de post gebracht. Ik zit nog nauwelijks weer achter mijn lessenaar om nog enkele zaken van den Bond in mijn boeken in orde te brengen, of daar wordt gebeld. Ik doe zelf open.
Goeden middag. Ben u de Penningmeester ?
Jawel.
0. dan ben ik terecht.
Kom binnen man en neem een stoel. Wat hadt u ?
Ik kom uit Gouda en ben eenige dagen van mijn vacantie hier in Arnhem en nu kom ik u wat brengen voor het Studiefonds.
Zoo ; wel, dat vind ik heel aardig. (Ik dacht daarbij natuurlijk aan hetgeen ik juist geschreven en op de post gedaan had).
Ja, zegt hij, ik ben verleden jaar hier óok geweest en toen had ik het mij vast voorgenomen, maar toen is er niets van gekomen. Maar nu heb ik gezegd : Eerst naar den penningmeester, anders gebeurt het weer niet.
Hij legt een briefje van ƒ 10.— voor mij neer en zegt : daar, dat is voor het Studiefonds.
Ik stond er van verbaasd, want hij vertelde, dat hij een werkman was op een fabriek, waar hij al meer dan 40 jaar aan verbonden was.
Lezers, als een werkman mij dit kon overhandigen van z'n uitgaanskas, waar blijven dan al de anderen ? Hebben die niets over gehouden ? Alles opgemaakt? Stuur mij nu eens spoedig een postwissel en zeg dan : dit zal ik nu maar rekenen bij de uitgaven van mijn vacantiereis. Doet nu niet onder voor dezen werkman, maar handel even nobel.
Weer wat anders. Een brief.
Meerkerk. 3 Sept. 1923,
Waarde Penningmeester!
In de Waarheidsvriend van j.l. Vrijdag las ik in de rubriek „Financiën" een brief van 'n Bondsvriend hier ter plaatse. Het voorstel van onzen vriend wensch ik te steunen door u hierbij ƒ 1 te zenden voor het Studiefonds, een dankoffertje ter gelegenheid van het 25-jarig regeeringsjubileum onzer zeergeliefde Vorstin. Hopende, dat u vele giften ook hier van Meerkerk moogt ontvangen, daar wij onze gemeente helaas nog geen Gereformeerde gemeente kunnen noemen, en dus ook op geen collecte behoeven te rekenen.
Met Bondsgroete en heilbede.
Een lid van de-afd. „Meerkerk".
Wij gaan verder.
Rotterdam, van de Zondagsschoolvereeniging „Tuindorp" ƒ5.60 uit.busje 216 welk busje is overgegaan aan de Meisjesvereeniging „Martha."
Met dankbaarheid nam ik kennis dat de twee vereenigde Zondagsscholen besloten hebben een jaarlijksche bijdrage te geven voor het Leerstoel-en het Studiefonds.
Oldebroek door ds. J. E. Klomp ƒ3.— als gevonden in de collecte voor het Studiefonds,
Leiden. Geachte heer,
Hierbij ƒ 10.—, mij ter hand gesteld door tusschenkomst van ds. Hartwigsen, bestemd voor den Gereformeerden Bond. En laat het aan u over, welk van de magere beestjes het 't hardst noodig heeft.
Met vriendelijke groete,
J. MONTENBERG.
Soest, door G. van Esch, penningm. der afdeeling aan contributie na aftrek der 25 pet. ƒ28.13. Benevens den naam van een nieuwe abonné ; van een nieuw lid en een adres voor proefnummers.
En hiermede zijn wij weder voor deze week klaar. Het is niet onmogelijk dat er zijn, die per giro iets gezonden hebheb en het niet verantwoord zien. Ik weet het zelfs van enkelen,
„Even geduld", zei men op het postkantoor, „het komt alles wel terecht, "
Afwachten dus.
Hartelijk dank voor deze gaven. Moge de Heere er Zijnen zegen niet aan onthouden.
De Penningmeester,
J. C. FLIEHE.
Arnhem, Parkstraat 6.
Postzegels, capsules en zilverpapier. Ontvangen van :
1. mej. W. Luiten, Bleiswijk, een groote partij zilverpapier ;
2. N. N. te Utrecht, een pak theelood. Met hartelijken dank.
Mej. J. DEN HARTOG.
Maliebaan 70a, Utrecht.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 september 1923
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 september 1923
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's