De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Interpretatie van Luthers visie op de Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Interpretatie van Luthers visie op de Staat

Luthers leer van de twee regimenten

7 minuten leestijd

Uit het kort overzicht dat in de vorige artikelen over Luthers politieke opvattingen over de Staat gegeven werd, blijkt wel welk een grote waarde Luther aan de overheid toekent en ook op welke basis hij dit deed. Volgens prof. Kooyman heeft Luther zelf eens gezegd: 'sedert de tijd der apostelen heeft niemand zo goed en nuttig over de overheid geschreven als ik'. De vraag welke vorm het staatsieven moet aannemen, is voor hem een vraag van de tweede orde. Niemand kan hem tot bepleiter der monarchie bestempelen. Er is volgens prof. Kooyman niemand die hem in zijn tirades tegen de vorsten nabij komt. Aan Hendrik van Brunswijk schreef hij b.v. een open brief getiteld: tegen Hans Worst. Aan Karel V schreef hij: bedenk wel dat gij ook maar een arme, stoffelijke madenzak zijt. In 1521 had hij in een preek over de goede werken een stuk opgenomen getiteld: Als de koetsier dronken is. Hij zegt dan: 'Wanneer een vorst regeert volgens zijn eigen dwaze wil en eigen mening doordrijft is hij als een krankzinnige koetsier. die met paard en wagen recht toe recht aan rijdt, door struiken en doornen, sloten en stromen, heuvel op heuvel af. Zonder te letten op wegen en bruggen. Hij zal niet langer koetsier zijn maar ondergaan in een catastrofe.’

In 1941 werd dit stuk van Luther in duizenden exemplaren uitgegeven door een Luthers bisschop in Noorwegen, als antwoord aan allen die de stelling verkondigden dat Luther een voorloper van Hitler was en het staatsabsolutisme bepleitte. Karl Barth schreef namelijk in 1939 aan de Franse predikant Westphal, over het Duitse volk: 'Het lijdt aan de erfenis van de grootste christelijke Duitser; aan de dwaling van Maarten Luther met betrekking tot de verhouding van wet en evangelie, van wereldlijke en geestelijke orde en macht, door wie zijn natuurlijk heidendom niet zowel begrensd als beperkt is, als veeleer ideologisch verklaard, bevestigd en versterkt is geworden'. En over Luthers boek 'Von weltlicher Obrigkeit' zegt hij: 'Luther in von weltlicher Obrigkeit, van 1523, en Calvijn in het magistrale slothoofdstuk van zijn Institutie niet uitgesloten, is ons hier schuldig gebleven'. Hij bedoelt dit als het gaat om de relatie tussen de opdracht van de Kerk en de opdracht van de Staat. Wel blijkt hier uit dus hoe er in Luthers opvattingen over de Staat argumenten zouden kunnen schuilen, die het nationaal socialisme in de kaart speelden. Barth zag deze gevaren met name. Vandaar dat in 1941 genoemde Lutheraanse bisschop Berggrav allerwege in Noorwegen lezingen hield en tegen Barth in stelde: 'Het is tijd om vast te stellen dat er voor Luther zowel als voor ons slechts één regiment is, dat is het regiment Gods'. Hij voegt er verder aan toe, dat de gedachte als zou de leer der twee regimenten bedoelen aan te duiden dat wij tot twee Heren behoren en twee wijzen van gehoorzaamheid hebben, de meest grove vervalsing van Luther betekent. Deze stelling van Berggrav noemt dr. Van den Berg in zijn inauguratie aan de V.U. (Twee Regimenten, één Heer; uitgave Kok, Kampen) een versimpeling van de werkelijkheid. Maar is er dan een oplossing voor de spanning tussen de leer der twee regimenten en de gehoorzaamheid aan de éne Heere, zo vraagt hij. Op deze vraag tracht hij in zijn inaugurele rede een antwoord te vinden. Dr. v. d. Berg betoogt dan: in de gehele periode van de eerste Kerk had de spanning tussen de twee regimenten bestaan, de Christen behoorde tot het rijk van God, maar tevens tot het rijk der wereld. Deze spanning verdween slechts gedeeltelijk in de nieuwe eenheid die door Constantijn was geschapen en die het hele leven onder het Corpus Christianum bracht, waarbij Kerk en Staat zo heel nauw verbonden werden.

In beide Rijken Gods heerschappij

Augustinus, hoewel hij de idee van het Corpus christianum aanvaardt, grijpt toch weer terug naar de tijd vóór Constantijn en ziet weer méér de spanning tussen de twee regimenten. Met Luther brak het Corpus Christianum stuk omdat hij, méér nog dan Augustinus, de spanning tussen het rijk Gods en het rijk der wereld aanvoerde. Dr. v. d. Berg komt echter tot de conclusie dat als Luther over de twee regimenten spreekt dit iets anders is dan wanneer hij in de lijn van Augustinus over twee rijken spreekt al gebruikt hij beide benamingen door elkaar. In de leer der regimenten laat Luther dan volgens hem zien dat de levende God in heide rijken zijn heerschappij uitoefent in het geestelijke door Woord en Geest, en in het wereldlijke door het recht en de wet van de overheid. Met zijn leer der regimenten zou Luther dan alleen maar de middeleeuwse opvatting van het door de Kerk beheerste leven bestrijden. Maar er is toch bij Luther wel sprake van een zekere gespletenheid. De Christen handelt in het Rijk Gods anders dan in het wereldrijk. Maar de laatste tijd wordt door moderne Lutheronderzoekers toch een grotere eenheid van de beide regimenten bij Luther aangewezen dan vele anderen hebben gedaan. De beide regimenten hebben slechts hun bestand in het éne regiment Gods. Het wereldlijk regiment dient voor de ontplooiing van het menselijk leven en ook voor de voortgang van de verkondiging van het Evangelie. Zo dient het wereldlijk regiment het regiment van Christus. En in deze zaak treft men bij Melanchton en Calvijn dezelfde gedachte aan; aldus dr. v. d. Berg.

Een bespreking van de verhouding van Luther tot het Humanisme in staatkundig opzicht kan kort zijn. Het Humanisme wenst een autonome staat, die in zijn eigen doeleinden en niet als scheppingsordonnantie zijn bestaan rechtvaardigt. Critiek van de zijde der religie op de staat moet worden geneutraliseerd. Luther daarentegen stelt deze critiek als een gebiedende eis. Het Humanisme zegt: Religie wordt geduld voorzover zij de kracht van de staat niet aantast doch vermeerdert. Luther daarentegen perkt het gebied van Kerk en staat zo nauwkeurig af dat van beide zijden overheersing mogelijk is. Het Humanisme wil de religie ondergeschikt maken aan de staat. Luther stelt beide onder de tucht van Gods Woord.

Tenslotte moet gezegd worden dat Luthers leer der twee regimenten hem zelf veel teleurstelling heeft gebracht. Op een bepaald moment zegt hij: 'Twintig jaar heb ik nu al gezegd dat men goed moet onderscheiden tussen geestelijk en wereldlijk regiment, maar het schijnt wel dat die twee steeds weer met elkaar worden verward’.

Tenslotte

Nog één opmerking tenslotte. Luther was veel minder een systematisch denker dan Calvijn. Hij was vaak ook kras en grillig in zijn bewoordingen. Dit alles maakt dat je met Luther nogal verschillende kanten uit kan, wat dan ook herhaaldelijk gebeurd is. Het is in ieder geval niet zo gemakkelijk een duidelijk omlijnde visie op de verhouding van religie en politiek bij Luther te vinden. Bij Calvijn, de theocraat bij uitnemendheid, lag dat veel duidelijker. Een visie op de taak van de Kerk en ook van de individuele christen inzake het staatkundig leven kwam toch bij Calvijn veel beter uit de verf. Of men echter zover kan gaan dat men lijnen trekken mag vanuit Luthers visie naar het Duitse derde Rijk van de tweede wereldoorlog, betwijfel ik ten zeerste. Daarom vond ik het gewenst in deze artikelen wat dieper op Luthers denkbeelden in te gaan, en ze de revue te laten passeren, al kon dit lang niet volledig gebeuren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 juni 1972

De Waarheidsvriend | 14 Pagina's

Interpretatie van Luthers visie op de Staat

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 juni 1972

De Waarheidsvriend | 14 Pagina's