De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Hier woonde Jezus Christus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hier woonde Jezus Christus

6 minuten leestijd

’En Nazareth verlaten hebbende is Hij komen wonen te Kapernaüm, gelegen aan de zee, in het gebied van Zabulon en Nephtalim, opdat vervuld zou worden, hetgeen gesproken is door Jesaja de profeet, zeggende: Het land Zabulon en het land Nephtalim, aan de weg der zee, over de Jordaan, Galïlea der volkeren, het volk, dat in duisternis zat, heeft een gr opt licht gezien; en degenen, die zaten in het land en schaduw des doods, hun is een licht opgegaan.' Matth. 4: 13—16

Er zijn in onze tijd talloze woningzoekenden. Duizenden wachten heel lang tevergeefs op een huis. De wereld telt duizenden, zelfs miljoenen mensen, die geen eigen vertrouwd plekje hebben. Het kan een heel getob zijn een woning te vinden. Sommigen dragen jarenlang de last van de woningnood, een last, die diep kan neerdrukken.

Laat het voor ons tot een troost zijn, dat ook de Here Jezus Christus een woningzoekende is geweest. Hij zocht een woning in Kapernaüm en ook Hij moest een vestigingsvergunning hebben... Hij vond iets, dat is waar. Maar wij weten uit het Evangelie, dat Jezus geen eigen woning had. Bij wie Hij inwoonde, weten we niet. Wel horen we hier, hoe de Heiland zich vestigde, ging wonen.

Zijn geboorteplaats was Bethlehem. Een stal. Zijn jeugd bracht Hij door in Nazareth, in de timmermanswinkel van Jozef. Als man gaat Hij wonen in Kapernaüm. Dit gaan-wonen in Kapernaüm wordt in verband gebracht met de gevangenneming van Johannes de Doper. De Here Jezus trekt Zich voorlopig terug op Kapernaüm en op Galilea. Voor Hem was dat kennelijk veiliger gebied dan Jeruzalem en Judea in het zuiden.

Kapernaüm was een druk vissersplaatsje aan de noordwestrand van het Meer van Galilea. Mattheüs noemt het plaatsje 'de eigen stad' van Jezus. Het ligt centraler dan Nazareth. Later zal Christus expres uit Nazareth worden.verdreven. Maar zover is het hier nog niet.

Jezus gaat wonen in Kapernaüm. Waarom staat dat met zoveel woorden in de Bijbel? Met een bedoeling. Het wonen van de Zoon van God is niet 'zomaar' een 'toevallige' vestiging. We willen er verschillende aspecten van overdenken.

Dit wonen is een genade

Wet is menselijker dan wonen? Wij zoeken allen een woonplaats, een plekje, dat van onszelf is, waar we vertrouwd zijn en ons thuis — te huis — voelen. Wij zijn geen zwervers, maar burgers. We zoeken rust en bescherming. We overwinnen de natuur en bouwen aan de cultuur. We vinden een eigen huis één van de aantrekkelijkste bezittingen op aarde. Dieren wonen niet. Zij hebben wel een verblijf, maar geen woning. Mensen wonen. Zijn gevestigd. In huizen en kamers. Nu lezen we, hoe de Zoon van God een woning vindt onder de mensen. De Here, de eeuwige Zoon, uit de hemel vandaan, wordt zo geheel en al mens-onder-de-mensen. Waarlijk mens, waarlijk vlees! Met een verraste verbazing roept de apostel Johannes uit in zijn evangelie: 'Het Woord is vlees geworden en ... heeft onder ons gewoond'. Hoe is de Zoon Gods volledig ingedaald in ons bestaan. Eén van de meest menselijke gewoonten, het wonen, heeft Hij gezocht. Hoe vokomen was Zijn menswording. Zijn indaling in ons leven. In dat wonen vindt Zijn profetische Naam, Immanuel, ten volle haar uitdrukking: 'God met ons'. Dit is een genade! Want wij hebben het bepaald niet verdiend, dat deze Mens onder ons wonen zou. In Gods Woord lezen wij, hoe God in het paradijs bij de mens woonde, maar hoe de mens het bedierf door de zonde der ongehoorzaamheid. De mens rebelleerde en God trok toen de vestigingsvergunning in. U mag niet meer bij Mij wonen, u kunt niet meer in Mijn heilige nabijheid vertoeven. Ga weg! Zo is er een enorme afstand tussen God en ons.

Later heeft de Here altaren gegeven, een tabernakel, de tempel, de offerdienst. Hij wilde weer wonen onder het volk van Zijn verbond, Israël, maar ... op een afstand, heilig, onzichtbaar, goddelijk. Voelt u, lezer, welk een genade het is, als nu de Zoon van God Zelf gaat wonen onder ons, mensen? De afstand wordt hier overbrugd. God wordt mens. Jezus maakt woning onder zondaars. Hij maakt kwartier onder onheiligen. Past dat dan? Nooit past dat bij elkaar! En toch, Hij doet het. Hij heeft onder ons gewoond. Ons, dat is de zonde. Hij, dat is de genade.

Maar dan hoeven we nooit meer te zeggen: God trekt Zich niets van ons aan. Niets van ons aan? Hij werd onzer één, mens onder de mensen. Wat een genade. Zomaar een rijtje huizen. Geen villa's of herenhuizen, geen tempel of kathedraal. Zomaar een straatje, een naamloos rijtje en een onbekend nummer. Daar woonde Jezus Christus. Zo dicht kwam Hij bij ons. Tot verbazing der beschouwers: Hij heeft onder ons gewoond! Wat een genade.

Dit wonen is een verkiezing

Waarom gaat de Heiland van zondaren in Galilea wonen, in dat achterafland, in dat achteraf plaats je Kapernaüm? Waarom niet in Rome, Athene, Jeruzalem, respectievelijk de symbolen van de macht, de wetenschap en de godsdienst? Waarom hier? U moet zich van Galilea niets voorstellen. Het had niets in zich, waarom daar nu juist Gods woonplaats zou zijn. Niets! 't Was nauwelijks Joods. Er was daar vanouds veel heidendom gegroeid. De mensen waren er geïnfecteerd door een heidense geest. Er woonden veel geestelijke vrijbuiters in Galilea. Het was ver van de tempel. Ver van Jeruzalem. De echte Joden, van het zuiden, vonden het maar niks. Galilea. Raar volkje, raar taaltje, — dialect — rare gewoonten. Kortom: een vreemde streek. En wie ter wereld had ooit van Kapernaüm gehoord? Bestond dat? In de Schriften van het Oude Verbond werd geen enkele heilsbelofte verbonden met de naam 'Kapernaüm' ... Het was er niet mooi, niet vroom, niet rijk, niet sterk, niet interessant. 't Was niets.

Daarom is dat willen-wonen in Kapernaüm door de Here Jezus een verkiezing. Dat betekent: deze keus is vrijmachtig. In die machtige vrijheid kiest de Here Zich woning in een, menselijk gesproken, uiterst onaanzienlijk stadje. Bovendien is de keerzijde van deze verkiezing een verwerping. Hij gaat Nazareth uit, aan Nazareth voorbij. En in deze keuze voor Kapernaüm valt ons op, dat er niets in Kapernaüm is, dat het voor Hem edel of goed maakt. Maar is dat niet altijd kenmerkend bij Gods verkiezing? Daarin werkt zich uit Gods vrijmachtig welbehagen! Daar is n.l. niets van de mens bij, zoals er niets van Kapernaüm bij was.

Zo werkt God. Hij wil u hebben, kiezen, inwinnen. Dat is, lezer, de taal van Zijn verbond. Maar die keus is niet om iets in u. Wij mogen nooit denken, dat God het verkiest bij ons te wonen, omdat wij zo vroom zijn, omdat we zoveel baden, omdat we het zo ernstig meenden of omdat we ons zo rechtzinnig opstelden. Gods verkiezing is vrij, ook vrij van enige afhankelijkheid van menselijke verdienste.

Zoals Jezus Kapernaüm kiest, zo, op die manier, verkiest Hij steeds: vrij en souverein. En toch, vrijmachtige verkiezing betekent geen willekeur. O nee. God bindt Zich, — en ook dat is Zijn vrije keuze! — aan Zijn beloften. Die houdt Hij. Hij komt niet in het wilde weg. Hij komt overeenkomstig zijn Woord, langs de uitgestippelde lijnen van Zijn profetie. Jezus gaat wonen in Galilea, in Kapernaüm. Dat is ook een vervulling. Daarover volgende week.

 

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 juni 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Hier woonde Jezus Christus

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 juni 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's