Waar slechts stenen herinneren aan het verleden
De zeven gemeenten van Klein-Azië
Weg is weg, zei Luther, ze hebben het Evangelie gehad, nu hebben ze de Turken. Hij bedoelde ermee, dat de kleinaziatische gemeenten van weleer verdwenen waren en dat de islam ervoor in de plaats was gekomen.
Vaak is te onzent in de loop der tijden in de prediking gewaarschuwd, dat de kandelaar van zijn plaats kan worden weggenomen, waarbij dan de kleinaziatische gemeenten ten voorbeeld werden gesteld.
Vorige week waren we weer op kerkhistorische reis met het gezelschap, dat al vele jaren in de herfstvakantie op pad gaat. Nadat eerst de landen van Europa waren bereisd, die herinneren aan de Reformatie, werd ook twee keer Italië bezocht, waar veel herinnert aan de vroegchristelijke kerk. Nu gingen we naar de plaatsen, waar de eerste christengemeenten ooit te vinden waren. Alle zeven plaatsen, die in het begin van het boek Openbaring worden genoemd, omdat Johannes aan de engel van de gemeenten aldaar vanaf Patmos zijn brieven schreef in naam van Christus, hebben we bezocht. Indrukwekkend is het dan om het woord van Luther bewaarheid te zien: weg is weg. Wat resteert zijn enkele ruïnes, dáár waar de eerste christengemeente samenkwam. Als zodanig gaat van een dergelijk bezoek een hoogst ernstige sprake uit. Waarom zou hier niet kunnen gebeuren wat daar wel geschiedde?
De gemeenten
Laat ik de plaatsen, die we bezochten even op de voet volgen.
In Smyrna rest nog een kerkje, dat genoemd is naar Polycarpus, de leerling van de apostel Johannes, die in het midden van de tweede eeuw bisschop van Smyrna was en daar op 86-jarige leeftijd omwille van het geloof ter dood werd gebracht. Er wonen nu nog duizend rooms katholieken in Smyrna met z'n twee en een half miljoen inwoners. En verder is er een kleine verscholen protestantse huisgemeente.
In Pergamum is nog heel wat te vinden wat herinnert aan heidense tijden, met bijvoorbeeld het altaar van Zeus, opgericht tussen 180 en 160 voor Christus. Verder staan er nog resten van de Rode Kerk, een oud-christelijke basiliek, met twee torens, waarvan de ene was gewijd aan Johannes en de andere aan Antipas, 'de getrouwe getuige.. welke gedood is bij u, waar de satan woont' (Openb. 2 : 13). Bekend is het verhaal, dat Antipas voor het beeld van de keizer werd geleid, waar een ambtenaar hem vroeg: 'Weet je niet dat je de hele wereld tegen hebt, Antipas?' Waarop Antipas zei:' Dan is Antipas tegen de hele wereld'. Hij werd omgebracht in een grote koperen stier, die verhit werd.
In Thyatira, de stad van Lydia de purperverkoopster, liggen nog wat brokstukken van een kerk in het centrum van de plaats, die nu Akhisar heet.
In Sardes, is behalve het oude romeinse sportpaleis (gymnasium) met de daarnaast liggende synagoge, ook de tempel van Artemis blootgelegd. En daar, bij de zuilen van de tempel, staat een klein byzantijns kapelletje, dat tot 1517 in gebruik is geweest. In het jaar, waarin Luther in Duitsland zijn vijf en negentig stellingen aansloeg, vond hier kennelijk de christelijke gemeente een einde.
In Fildelfia vinden we nog enkele brokstukken van de voormalige Johannesbasiliek.
En in Laodicea, vlak bij het hoger gelegen Hierapolis met de warmwaterbronnen, is al helemaal niets meer te vinden. De grote stad is met de grond gelijk gemaakt en ligt verborgen onder de uitgestrekte kale velden. Slechts een paar brokstukken herinneren aan de stàd maar niet meer aan de kèrk. 'Omdat gij lauw zijt en noch koud noch heet, Ik zal u uit Mijn mond spuwen', zegt de verhoogde Christus tot de engel van Filadelfia (Openb. 3 : 16). Een troosteloos klein dorpje is alles wat rest.
Gaande langs de zeven gemeenten krijgen de vermaningen, die Christus gaf aan de gemeenten, een diepe klank. Hier valt niet meer te reformeren. Waar de kerk weg is, is geen reformatie meer mogelijk. Zou de verdwijning van de kerk daar definitief zijn? Maar over de gemeenten van Klein Azië heen zijn de brieven gericht tot alle gemeenten van alle tijden.
Sipke van der Land schreef een boeiend boekje over wat hem inspireerde op reis door bijbelse landen. De titel luidt 'De bronnen van het geloof' (uitgave Kok/Voorhoeve, Kampen). In het hoofdstuk over Thyatira sluit hij als volgt af:
'Als we Akhisar verlaten, en door de vlakten rijden, zeg ik: als het evangelie hier weer eens doordringt, en als dan die oude kerken weer gerestaureerd en herbouwd zullen worden, wat een vreemde gewaarwording zal dat zijn als je dan in de kerk van Thyatira de brief gaat voorlezen aan de kerk van Thyatira…twee duizend jaar later.. en dan preken… de blijde boodschap die indertijd door Lydia de purperverkoopster werd aanvaard!'
En bij Laodicea zegt hij: 'Ik sta op de puinheuvels van Laodicea. Om mij heen is de ruimte en rust van Gods schepping. De vogels zingen. En tussen de ruïnes van de kerk zie ik een herder met zijn kudde. Dat zal me altijd bij blijven van mijn reizen door de wereld van de eerste christenen: de Goede Herder gaat verder. Door de eeuwen heen.'
Efeze
De gemeente van de eerste brief, Efeze, bewaar ik voor het laatst. Daar spreken in ieder geval de stenen een duidelijke taal en komt het verleden tot leven. De oude stad Efeze is voor een belangrijk deel bloot gelegd en wordt nog steeds verder opgegraven. Duizenden toeristen lopen door de 'havenstraat' langs de gebouwen en heiligdommen van weleer.
Twee plaatsen boeien ons daarbij als christenen vooral. Efeze is de stad waar Paulus twee jaar heeft gewoond. Efeze is de stad van de zilversmeden van die dagen. En Efeze is de stad, waar de godin Diana oftewel Artemis werd vereerd, voor wie de zilversmeden kleine zilveren tempels maakten. Van de tempel van Artemis resteert nog één zuil. Die zilversmeden werden echter, zegt Handelingen 19, in hun broodwinning bedreigd. Demetrius zei van Paulus: 'En gij ziet en hoort, dat deze Paulus veel volk, niet alleen van Efeze, maar ook van bijna geheel Azië, overreed en afgekeerd heeft, zeggende dat het geen goden zijn, die met handen gemaakt worden'.
En dan sta je daar, bij de 'schouwplaats' (vers 29) waar het volk samenstroomde. Het machtige theater is ook helemaal bloot gelegd. Daar riep het volk: 'Groot is de Diana der Efeziërs'. En daar stond de kleine maar door God begenadigde en bekrachtigde heidenapostel Paulus toen hij 'tot het volk wilde ingaan'. Even verder is een huis bloot gelegd waar Paulus zou kunnen hebben gewoond. Hier sta je op historische grond. Hier spande het ooit om het getuigenis van Christus.
Wat kwam hier machtig in onze herinnering hoe de heidenapostel als middel in Gods Hand werd gebruikt om het evangelie in Klein Azië ingang te doen vinden. Hij ging met het Evangelie, als getrouwe getuige van de verhoogde Christus, die hij op de weg naar Damascus had ontmoet, in de cultuur van die dagen in. Hij schreef er zijn brieven aan de gemeenten van Efeze en Colosse. En zo ontstond mede het Nieuwe Testament. Paulus brieven werden in de kanon opgenomen. Ze ontstonden door strijden en lijden omwille van het Evangelie van de Gekruisigde en de Opgestane Christus. Hadden de oudtestamentische schrijvers – profeten en psalmisten – om zo te zeggen met hun oor aan de mond Gods gelegen, hier gebruikte de Heilige Geest de mens Paulus rechtstreeks om getuigenis in woord en geschrift te geven aangaande Christus die hij als ontijdig geborene had ontmoet. Hier komt zo de wording van het Nieuwe Testament in een concrete context sterk op de bezoeker af. Hier heeft Paulus alles wat hij had gegeven omwille van de ene Naam tot behoud. Hier heeft hij de tegenstanders in het aangezicht weerstaan.
Concilies
Inmiddels worden we bij een bezoek aan Klein Azië ook herinnerd aan de concilies, die er waren en waar met name de leer aangaande Christus werd vastgesteld.
In Chalcedon – het huidige Kadeköy, een wijk van Istanbul – is niets meer te vinden wat aan het concilie van Chalcedon herinnert. Daar werd vastgesteld: Jezus Christus waarachtig God en waarachtig mens.
Wel waren we ook in Nicea, waar de geloofsbelijdenis van Nicea tot stand kwam. Midden in het plaatsje staan de resten nog van de kerk, waar het concilie werd gehouden. Daar, tussen de muren, die er nog staan, zongen we enkele psalmen en andere liederen. Nieuwsgierig kwamen mensen luisteren. Een journalist was snel ter plekke om een foto voor de krant te maken. Want het jaar 2000 moet in Turkije een jaar worden, waarin het toerisme langs de christelijke plaatsen bevorderd wordt. Elders lazen we een bord met het opschrift 'Jezus twee duizend jaar'.
In Efeze tenslotte stonden we bij de Maria Kapel. Daar waren in 431 twee honderd bisschoppen op het derde oecumenische concilie bijeen om te beraadslagen over de Godheid van Christus en het dogma van de maagdelijke geboorte. Daar gingen de bisschoppen intussen zó ver (te ver), dat ze Maria 'moeder Gods' noemden. De Mariaverering heeft diepe wortels in de kerk.
Ook de concilies bepalen ons bij de oergestalte van de christelijke kerk ofwel de nieuwtestamentische gemeente. Tegenover de dwaalleer moest de leer van Christus worden verdedigd. Daar, op die concilies, kwam de kerk tot eigentijds belijden. Maar ook van de plaatsen waar het gebeurde resteren nog slechts stenen. Weg is weg.
Als tot niet
Is er dan helemaal niets meer over van de kerk in Klein Azië? In Istanbul werd de imponerende Aya Sophia van christelijke kerk een moskee. Enkele christelijke mozaïeken bleven bewaard. In Istanbul zijn nog orthodoxe kerken (assyrisch, armeens, grieks en russisch orthodox). Ze herinneren aan het schisma van 1054, toen de kerk van het oosten en van het westen uiteen gingen.
In Istanbul waren we 's zondags echter te gast in een kleine protestantse gemeente, die geleid wordt door een voorganger, die zelf afkomstig is uit de Assyrisch Orthodoxe kerk. Een gemeente waar 's zondags ongeveer zeventig personen bijeen komen, op een totaal bevolking van Istanbul van elf miljoen. Deze voorganger maakte ons in een speciale ontmoeting deelgenoot van de situatie van de christenen in Turkije. Daar hijzelf in het verleden verschillende malen gearresteerd is geweest, gewaagde hij met grote dankbaarheid, dat er nu vrijheid is. De christenen worden niet meer bemoeilijkt in het beleven en uitdragen van hun godsdienst. Maar het gaat om slechts enkele honderden 'wedergeboren christenen'. Zelf gaat deze voorganger regelmatig naar het nabij gelegen Bulgarije om te evangeliseren onder de daar wonende Turken. Daar zijn de velden wit om te oogsten. Honderden komen luisteren naar het Evangelie op terreinen in de open lucht.
Verder werkt deze voorganger aan een herziening van de Turkse Bijbel. Bewonderenswaardig wat men met kleine kracht nochtans doet in de Naam van Christus.
Reformatie
Ik herhaal wat ik al eerder zei. Een Reformatie is daar in Klein-Azië niet meer mogelijk omdat de kerk bijna overal weg is. Daar zou hoogstens nog van een nieuw begin sprake kunnen zijn. Laten we de christenen, die zich daar met uiterst geringe mogelijkheden stellen in de dienst van het Evangelie, dan ook in onze gebeden gedenken.
In Nederland herdenken we deze week (nog) hier en daar de Reformatie. We doen het met vreze en beven als we zien op de nood der kerk(en). Gode zij dank treffen we in ons land en in Europa nog méér dan stenen als herinnering aan het verleden. Maar het gaat ook hier om de levende stenen, die ingevoegd worden in het gebouw, dat naar Gods bestek verrijst. Dáárom ging het toen Paulus het evangelie bracht in een heidense cultuur. Dáárom ging het, toen in zestiende eeuw de kerk tot Reformatie kwam, toen Luther van de kleinaziatische gemeenten al zei: weg is weg.
Maar Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde.
v. d. G.
Tekst foto: Efeze: De Arcadiane (Havenstraat) en het grote theater
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 oktober 1994
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 oktober 1994
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's