Boekbespreking

Dr. K. J. Kraan: Genezing en Bevrijding, Dl. II, Spanningen in de dienst der genezing, uitgave Kok, Kampen 1984, 168 blz., ƒ 35, —.

Deze uitgave is een vervolg op deel I dat uitkwam met de ondertitel: De Dienst der Genezing. Het derde deel dat nog zal verschijnen zal 'Bevrijding en innerlijke Genezing' behandelen. Reeds bij het verschijnen van deel I was dr. K. Kraan overleden. Het nagelaten manuscript van hem bleek zoveel materiaal te bevatten dat ook dit deel en het volgende kan verschijnen. In dit boek gaat het vooral over de spanningen die er altijd geweest zijn rond de dienst der genezing. In het eerste gedeelte van het boek gaat het achtereenvolgens over: De medische wetenchap; Dwalingen en Wil God nu allen genezen. Evenals in deel I laat de auteur vaak anderen aan het woord komen zonder daarbij duidelijk te maken of hij deze uitspraken met instemming overneemt. Toch heeft hij zeker een eigen meing over de verschillende onderwerpen. Hij ziet het christendom als bron van medische zorg. Overal waar het christendom kwam werd direct aandacht gegeven aan de zieken. De schat der kerk die diaken Laurentius in 258 aan de keizer te Rome toonde was een menigte van lammen en blinden. Alleen al te Rome waren in die tijd 100 mensen uit de christelijke gemeente bezig met allerlei dienend werk. Volgens Kraan staat de arts in dienst van Christus. Daarom moet elke arts het op prijs stellen als zijn patiënten hem niet zien als heer over leven en dood. Dat betekent tegelijk dat de arts moet kunnen rekenen op de voorbede van zijn patiënten. Een goede gedachte die wij gaarne van hem overnemen. Kraan wil ziekte en lijden niet vereenzelvigen. Ziekte is altijd onvrijwillig. Ze komt over je tegen je wil. Het ligt niet aan je vrije wil of je ervan genezen wordt. Lijden is een kruis, dat je vrij kunt aanvaarden, als het op je weg wordt gebracht. Je kunt er gemakkelijk vanaf door Jezus en Zijn zaak los te laten. Je neemt het vrijwillig op je omdat je je leven aan Jezus geeft. Ziekte is een aspekt van de oude mens, terwijl lijden een aspekt is van de nieuwe mens. Lijden is altijd delen in het lijden van Christus. Zo is er wel vreugde in ziekte maar niet om ziekte. Welbehagen in ziekte is een geestelijke afwijking. Maar het lijden om Christus' wil wordt, als het goed is, met vreugde gedragen. Kraan wijst het 'verlossend mede-lijden met Christus' af. Liever spreekt hij van 'bevrijdend met Christus samen lijden', niet als een verdienstelijk lijden maar dienend lijden. Een christen wordt genezen om zich beter te kunnen opofferen voor anderen. Dit is m.i. de achtergrond van Kraans gedachte dat God ieder wil genezen die tot Hem komt. De wonderen der genezing en bevrijding zijn de wonderen van het Godsrijk dat in Jezus gekomen is en komt. Bedoelt Kraan dat elkeen die genezen wordt en zich in dienst van de naaste stelt tegelijk de bevrijding van de boze manifesteert? In ieder geval ziet hij dit als een vervulling van Jesaja 61. 'Het jaar van het welbehagen des Heeren' is nu aangebroken. Dit jaar loopt vanaf de komst van Jezus Christus op aarde tot aan Zijn wederkomst. God wil zonder enige reserve de heilstijd en dus ook de genezing. Kraan voelt zelf wel aan dat hij, door dit zo stellig te poneren, gelovigen die niet genezen worden in moeilijkheden brengt. Hij verwerpt met overtuiging de gedachte van Osborn 'Wie in Christus gelooft, ontvangt zowel verlossing als gezondheid. Wie ziek is, bewijst daarmee nog onder Satans macht te zijn'. Kraan 'lost dit op' door te zeggen dat er in de tijd tot de wederkomst van Christus duidelijk beperkingen in de volmaking van het heil zijn. Wij geloven, zo zegt hij, in een 'zich realiserende eschatologie'. Het kan haast niet anders dan dat Kraan hier op aansluit met de gedachte over het duizendjarige rijk. Hij gaat niet mee met de chiliasten. Dat zijn meest 'dispensationalisten', mensen die de geschiedenis na Christus' komst op aarde verdelen in 'bedelingen'. Kraan gelooft dat wij nu inderdaad in het duizendjarig rijk leven. Het is voor hem wel de vraag of men onze historie er op aankijkt dat dus het heil van Christus onze hele geschiedenis fundamenteel aan het veranderen is. De gemeenten van de Heer moeten proefvelden zijn van het duizendjarig rijk.

Kraan draagt in dit eerste gedeelte van dit boek heel veel aan dat stof geeft tot nadenken. Hij zegt hier veel waardevolle dingen in. Toch blijft de vraag over: Wat verstaat hij onder de bevrijding door het geloof in Jezus Christus? Moet alles gezet worden onder de noemer van de dienst der genezing? Maar daar zal het derde deel een antwoord op moeten geven. We zien dat dan ook met belangstelling tegemoet. Het tweede deel van dit boek is een historisch overzicht van de dienst der genezing van de tweede tot de twintigste eeuw en in de twintigste eeuw. Alleen daarom al is deze uitgave waardevol omdat, zoals de auteur zelf zegt, er nog maar weinig systematische studie op dit gebied gepleegd is. Juist hieruit blijkt dat er de eeuwen door spanningen geweest zijn rond de dienst der genezing. Goed om daar ook in onze tijd kennis van te nemen. Omdat ieder op zijn tijd met zieken en ziekte te maken krijgt, en daardoor ook met vragen over verschillende geneeswijzen, is het goed dit boek te lezen, zonder daarbij alles over te nemen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen