De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

8 minuten leestijd

Dr. J. van Bruggen: De toekomst van de Bijbelvertaling; 116 pag.; prijs ƒ12, 90. Bolland-Amsterdam 1975.

Nu vertalingen van allerlei snit, soort en formaat op de boekenmarkt verschijnen is het goed de principes die aan alle vertaalarbeid ten grondslag liggen te toetsen en op hun merites te beoordelen. De Kamper hoogleraar, dr. J. van Bruggen, gaat in hoofdstuk 1 in op de verdeeldheid rondom de vertalingen, en noemt vooral de discussies rondom de zg. idiolekte vertalers (zij die een vertaling voorstaan die naar vorm en idioom volkomen gelijkwaardig aan de grondtalen is) en de voorstanders van de dynamisch-equivalente vertalers, die pleiten voor vertalingen in hedendaags Nederlands. Hoofdstuk 2 geeft in vogelvlucht de geschiedenis van de bijbelvertalingen weer (Septuaginta, Hieronymus-Augustinus, Erasmus, Luther, Statenvertaling, kwestie van de apocriefe boeken) en bevat veel interessant materiaal, maar laat bovendien zien dat we in de bezinning op de vertaalarbeid de geschiedenis niet kunnen verwaarlozen.

In hoofdstuk 3 signaleert Van Bruggen de arbeid va de bijbelgenootschappen en hun houding tot de kerken, alsmede de gewijzigde taakomschrijving.

Hoofdstuk 4 laat de theologische achtergronden zien van het principe van de dynamische gelijkwaardigheid inzake het vertalen. We stuiten dan op een openbaringsbegrip en een visie op de vleeswording van het Woord die afwijkt van het klassieke belijden inzake Jezus Christus en meer doet denken aan de moderne visie op partnerschap en communicatie.

Hoofdstuk 5 geeft thetisch een aantal kriteria waaraan een bijbelvertaling moet voldoen: vormgetrouw, duidelijk, compleet, tekstgebonden, geestelijk, gezaghebbend, kerkelijk. In hoofdstuk 6 bepleit de schrijver het ernst maken met de verantwoordelijkheid der kerk.

Van dit boekje valt veel goeds te zeggen. Van Bruggen weet waarover hij schrijft, is ten aanzien van b.v. de Nieuwe Vertaling genuanceerd in zijn oordeel en staat bij alle waardering voor de waarde van de Statenvertaling toch kritisch ten aanzien van de wijze waarop de Geref. Bijbelstichting te werk gaat.

Waardevol vind ik zijn boek voor de achtergronden van de vertaalarbeid. Op dit punt kunnen we niet waakzaam genoeg zijn. Juist nu vertalingen of delen van vertalingen 'marktwaar' gaan worden. Eveneens zou ik hem willen bijvallen als het gaat om de relatie van Bijbel en kerk. Ik meen dat zijn boekje goede diensten kan bewijzen als het gaat om een gesprek over de vraag: Welke richting we kiest het Ned. Bijbelgenootschap ? Dat is een aangelegen zaak, waarbij alle vragen inzake het gezag van de Schrift naar voren komen. Met name voor het openleggen van de theologische achtergronden verdient dit boek alle aandacht.

Er blijven wel vragen over. Zo b.v. over de vraag naar de tekst van de Bijbel, de handschriften. Is de schrijver hier niet wat negatief ten aanzien van het wetenschappelijk onderzoek inzake de handschriften ? Voorts heb ik wat moeite met het begrip 'confessionele taal'. Kan men dit in de huidige verhoudingen zo argeloos gebruiken ? Is er niet het gevaar dat de Bijbel aan de ketting van een traditie of belijdenis komt te liggen ? En wat de binding Bijbel—Kerk betreft, zitten we toch met het vraagstuk van de verdeeldheid der kerken. Ik heb de indruk dat dat gezien de kerkelijke achtergrond van dr. Van Bruggen voor hem minder een probleem is dan voor degenen die niet vrijgemaakt zijn. Ook had ik graag wat meer gehoord over de vertaalarbeid in verband met de zending. Loopt de schrijver in zijn pleidooi voor de éne vertaling ook voor het zendingsveld en zijn afwijzen van vertalingen in de stamtalen niet over een aantal concrete problemen heen ? De schrijver bepleit vormgetrouwheid en duidelijkheid. Terecht. Even terecht is zijn afwijzing van een gemakkelijk gebruik van de omgangstaal.

Wat ik gemist heb is een peiling van de motieyen die aan de vertaling van het Hebreeuwse O.T. in het Grieks ten grondslag liggen. De Septuaginta wijkt op allerlei punten beduidend af van het Hebreeuws. Toch wordt deze Griekse vertalingen op allerlei plaatsen in het Nieuwe Testament geciteerd. Hoe zit het met dit bijbelgebruik, ook met betrekking tot de vertaalkant, in het Nieuwe Testament ? Wordt daar niet op een voor ons gevoel erg vrije manier geciteerd ? Welk gezag had deze op menig plaats bepaald niet letterlijk vertaling in het Grieks ? Zit in een zinnetje als de Griekse vertaling die wij tegenwoordig kortweg aanduiden met het woord Septuagint, werd geëerd als de Bijbel zelf toch niet een bepaald probleem, dat in de discussie tussen Hieronymus en Augustinus om de hoek komt kijken en waaraan de schrijver m.i. te gemakkelijk voorbij gaat ? Moet juist het Targumkarakter van de Septuagint, die niettemin ook voor de eerste christenen zo'n groot gezag had, ons niet wat voorzichtig maken inzake het hanteren van vertaalprincipes ?

En kan men de problematiek rondom Bijbel en evangelisatie-arbeid afdoen met alleen maar te zeggen dat er geen dubbele waarheid is, één voor de kerk en één voor de wereld ? Dat is natuurlijk aar. Even waar als het is om de relatie evange­ lisatiewerk—kerk vast ge houden. Maar dat behoeft de noodzaak van een bijbels ABC toch niet uit te sluiten. Ik ben het volledig met Van Bruggen eens dat we er niet zijn met een al maar doorgaande popularisering. We zullen de buitenkerkelijke moeten binnenleiden in de woorden van de Schriften. Maar de weg om binnen te leiden is minder rechtlijnig dan de auteur m.i. voor ogen staat.

De gemaakte vragen en opmerkingen mogen bewijzen met hoe grote belangstelling ik dit boekje gelezen heb. Het voorziet in een duidelijke behoefte. Ik hoop van harte dat zijn publikatie vele lezers mag vinden en dat de deskundige auteur zo zijn bijdrage zal kunnen leveren aan het gesprek inzake de bijbelvertaling zoals dat in ons land al enkele jaren aan de gang is.

A. Noordegraaf

Al de werken van Ralph en Ebenezer Erskine. Vereniging Gisbertus Voetius te 's Gravenpolder. Deel 1. Gebonden uitgave van G. Kool, Veenendaal 197S. Gebonden uitgave 150 blz. ƒ11, 90.

Wie zou Erskine nog moeten aanbevelen? Wie eenmaal de smaak te pakken heeft van deze gebroeders wil steeds meer hebben en lezen.

Aan de preek die in de bundel is opgenomen gaat vooraf een levensschets van Ralph en Ebenezer Erskine van de hand van J. F. Schimsheimer. Daarin vindt men o.a. een aantal kernachtige uitspraken van deze zo begaafde predikanten en zielzorgers. Wat een rake opmerkingen!

De hoofdinhoud van het boekje is een preek over 'Gal. 2 : 19'. Want ik ben door de wet der wet gestorven, opdat ik Gode leven zou'.

Deze preek is van Ralph. Men vindt er de héle Erskine in. Het anti-wettische, het voluit evangelische. En tegelijk diep bevindelijke. Dank zij dit laatste aspect heeft Erskine nog altijd toegang ook daar waar anders wellicht de deur voor hem gesloten zou blijven. Men moet toch wel heel erg 'afgesloten' leven wil men niet naar de Erskine's willen horen. Of er dan geen bezwaren mogen zijn? Dat is wat anders. Maar in ieder geval niets tegen hun ruime evangelieverkondiging, want die is bijbels en reformatorisch. Men leze zelf.

K. Exalto

K. H. Miskotte: De weg der verwachting. Ten Have, Baarn 1975, 90 blz. ƒ9, 75.

De titel van het boekje is ontleend aan de door prof. dr. K. H. Miskotte laatstgehouden preek op 20 december 1970, in de Willem de Zwijgerkerk te Amsterdam.

Het boekje bevat echter meer dan alleen deze preek. Ook een paar opstellen van leerlingen, geschreven naar aanleiding van Miskotte's 80ste verjaardag in 1974. Deze leerlingen zijn K. A. Deurloo, R. Zuurmond, F. H. Breukelman en G. H. ter Schegget.

Dat deze leerlingen uiting hebben willen geven aan gevoelens van eerbied jegens de meester kunnen wij plaatsen, maar hun vleitaal heeft ons verbaasd; wij dachten dat zulke moderne theologen als zij zijn daar niet van hielden.

De preek van Miskotte heeft veel weg van een theologische beschouwing. Miskotte herhaalt hier nog eens wat hij geleerd heeft van Barth, Rozenzweig en Buber. Naar ik vermoed zullen maar weinige lezers van ons blad als zij deze preek onder ogen krijgen zich er door aangesproken gevoelen.

Ter Schegget neemt in een van zijn bijdragen de gelegenheid te baat om van achter de rug van Miskotte wat te schermutselen met Berkhof die critiek heeft uitgebracht op zijn proefschrift. Om jezelf nu zó te verdedigen

Het meest zinvolle stuk vond ik dat van drs. Breukelman, getiteld: Miskotte's inspiratie: Tenach en Dogmatiek, al moet ik er dadelijk aan toevoegen het er geheel niet mee eens te zijn.

Ettelijke keren wordt in deze paar bladzijden gezegd, dat het met de Reformatie in de 16e eeuw is misgegaan; en steeds weer wordt herhaald (wat Breukelman ook al elders heeft gedaan) dat de Reformatie verzand is in een natuurlijke theologie; waaruit Barth haar dan zou hebben gered.

Dan denk je bij jezelf: En hoe vaak is nu al niet gezegd en aangetoond dat de leer van een algemene openbaring iets heel anders is dan een natuurlijke theologie. Waarom dan toch op dat stokpaardje blijven zitten? De Reformatie is ook hier een andere weg gegaan dan Rome.

Breukelman zegt: Exegese! Accoord; maar in heel zijn opstel kwam ik zelfs niet één bijbeltekst tegen. Er zijn toch ook nog steeds de eerste hoofdstukken van de Romeinenbrief.

Tot slot, het moge velen verrast hebben dat indertijd Miskotte een Voorwoord schreef in het proefschrift van Ter Schegget; wie dit boekje heeft gelezen verwondert zich daar niet meer over. De leerlingen die hier aan het woord komen zijn inderdaad en waarlijk leerlingen van Miskotte.

K. Exalto

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 februari 1976

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 februari 1976

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's