De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Samenwerking van Hervormden  met Gereformeerden.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Samenwerking van Hervormden met Gereformeerden.

6 minuten leestijd

Met de samenwerking van Hervormden en Gereformeerden botert het op 't oogenblik op velerlei levensterrein niet. 
We zouden al kunnen beginnen met de samenwerking op het terrein van het Chr. Onderwijs. Vaak zien we twee schooltjes van beide partijen op een klein dorp. Wat was het niet voordeeliger en gewenschter, indien de partijen waren gekomen tot overeenstemming en het met één school hadden willen doen. Maar meestal stuit dit af op gebrek aan samenwerking en op het feit dat een van beide partijen zijn haan toch eigenlijk koning wil laten kraaien. 
Op het politiek terrein is het helaas ook al niet anders. Hoewel 40% van de Antirevolutionaire stemmen wordt uitgebracht door Hervormden, kunnen we niet zeggen dat het getal van de zittende Antirevolutionaire Kamerleden hiermede in overeenstemming gebracht is. En nu weet ik wel dat men onmiddellijk zal zeggen dat dit de schuld van de Hervormden zelf is, om de doodeenvoudige reden, dat de Hervormden de vergaderingen der kiesvereenigingen zoo slecht bezoeken en daarom ook zoo weinig invloed op de stemmingen uitoefenen; maar daarmee is toch 't raadsel nog niet heelemaal opgelost.
Op het terrein van de Gereformeerde Ziekenverzorging is 't al niet veel beter. Noem maar de namen van „Bethesda" te Hoogeveen, „Salem" te Ermelo, „Sonnevanck" te Harderwijk, „Veldwijk" te Ermelo, „'s Heerenloo", „Groot-Emaus" en „Lozenoord" te Ermelo, enz. enz., en van al die besturen dier stichtingen geldt dat ze in doorsnee Gereformeerd zijn. In sommige besturen zit niet één Hervormde. In andere wordt er één enkele voor den vorm geduld, dien men eigenlijk gebruikt als het vijfde wiel aan den wagen.
Hoe komt dat toch, dat het met die samenwerking zoo ellendig gesteld is?
En wat is er aan te doen om het te verbeteren?
We moeten erkennen, dat er van Gereformeerde zijde op het terrein der barmhartigheid meer gedaan is dan van Hervormde zijde. Het zijn de Gereformeerden geweest die den stoot hebben gegeven tot den bouw van krankzinnigengestichten en inrichtingen voor idiote kinderen. En dat in een tijd, toen men van Hervormde zijde er nog niets voor voelde, laat staan, dat men er wat voor deed.
Die tijden zijn echter gelukkig veranderd. Zijn er in de Gereformeerde Kerken ongeveer zeven honderd predikanten, ook de Hervormde Kerk telt ongeveer zeven honderd Bonds- en Confessioneele predikanten. En dan nog honderden Ethischen, die ook verbazend veel kracht beginnen te ontplooien en reeds veel hebben gedaam voor de Diaconessenhuizen.
We begrijpen, dat de Gereformeerden er niet gemakkelijk toe te bewegen zijn om bestuursplaatsen af te staan aan Hervormden. Men maakt er zich gemakkelijk mee af, dat de Hervormden er immers nooit iets voor deden. Er is nu eenmaal een kloof tusschen Hervormden en Gereformeerden, die nog al diep door 't leven van ons volk snijdt.
Het is te begrijpen, dat de liefde verkoeld is jegens hen, die niet meer mee wilden strijden met ons, die slechts begeeren om de Kerk in de Kerk te herstellen. Het is ook te begrijpen, dat de Gereformeerden van onze dagen er maar moeilijk toe komen kunnen om toch nog iets goeds te zien in een Kerk die veertig jaar geleden slechts als een huis Baals gold. Ik weet wel, dat dr. Kuyper aan het einde van zijn leven met zijn leer van de pluriformiteit der Kerken er een mouw aan wist te passen, maar veel practische resultaten heeft het toch eigenlijk niet afgeworpen, of het moest wezen dat er tegenwoordig in de meeste Gereformeerde Kerkboden niet meer van de Genootschapskerk, maar kortweg weer van de Hervormde Kerk gesproken wordt. Men begrijpt toch inderdaad van Gereformeerde zijde haast niet, hoe het weer tot zulk een machtige opleving gekomen is, terwijl ze in eigen kring — denk maar aan dr. Geelkerken — beginnen te zien dat elke Kerk perioden doormaakt van bloei en van verval en dat de geschiedenis zich telkenmale repeteert. 
Zoo blijft men tegenover elkander staan. En bleef het nog maar daarbij. Maar wat zien we nu gebeuren? De Hervormden, ziende dat men bij de Gereformeerden niet of weinig van tel meer is, zeggen nu op hun beurt: We zullen het dan alleen maar eens probeeren. Immers het meerendeel der betalende patiënten bestaat uit Hervormden, die als vanzelf meer voor een Hervormde stichting gevoelen.
Zoo verrees te Soestduinen het Hervormde Gesticht „Zonnegloren" om t.b.c.-lijders te verplegen. Het mag zich aanvankelijk verblijden in grooten bloei. Het zat in weinige maanden vol. Maar „Sonnevanck" te Harderwijk, een Gereformeerde Stichting, waar enkele jaren geleden nog een kostbaar paviljoen verrees, moest een groot paviljoen sluiten wegens gebrek aan patienten. Dit zit natuurlijk in de concurrentie van „Zonnegloren", de Hervormde Stichting te Soestduinen.
Andere vooraanstaanden onder de Hervormden, die ook met de bestaande toestanden op het terrein der krankzinnigenverpleging zich onmogelijk konden vereenigen, kochten reeds een uitgestrekt terrein te Amersfoort aan om daar D.V. volgend jaar een Hervormde Stichting te doen verrijzen. En indien we ons niet bedriegen, ziet het er naar uit dat de bestaande Gereformeerde Stichtingen ook daarvan de nadeelen zullen ondervinden.
En nu mogen we ons als Hervormden in dit alles venblijden, het heeft toch tenslotte iets pijnlijks in, als we op allerlei levensterrein in de toekomst deze scheidingslijn zien doortrekken.
Zoo zien we ons volk in verschillende groepen uiteenvallen. Elke groep heeft reeds zijn eigen school voor de opleiding zijner dienaren. De Hervormd Gereformeerden in Utrecht; de Gereformeerden in Amsterdam en Kampen; de Christelijk Gereformeerden in Apeldoorn; de groep Kersten in Rotterdam, en waar zal tenslotte het einde wezen? Straks ieder ook zijn eigen Christelijke Scholen en zijne eigene Stichtingen van barmhartigheid. Zoo valt ons volk uiteen, terwijl al die groepen als om strijd roepen dat het gaat om de eere Gods. Geen wonder, dat dit alles een droeven indruk maakt op de spotters dezer eeuw, die lachen om al deze verbrokkelingen.
Waar het schisma nog geen voldongen feit is, is misschien nog te redden. Maar dan wordt het hoog tijd dat de Gereformeerden hunne enghartigheid afleggen. Indien ze het niet zouden gevoelen als een kwestie van eerlijkheid, laat men het dan nog doen uit utiliteitsoogpunt.
Laten ook de Hervormden nog samenwerking zoeken, waar het nog mogelijk is. Wat 't bovenal moeilijk maakt is 't feit, dat onder 't woord Gereformeerd niet meer hetzelfde wordt verstaan. De Hervormd Gereformeerden gevoelen de geloofswaarhe­den vaak weer geheel anders aan dan de Gereformeerden.
Aangrijpende dogmatische verschillen doen zich voor tusschen beide partijen, die maken dat de onderlinge verstandhouding er niet op verbeterd is. Wie brengt nog te zamen, wat bezig is om hoe langer hoe meer zich van elkaar te vervreemden?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 september 1928

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Samenwerking van Hervormden  met Gereformeerden.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 september 1928

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's