De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Predikant, eventueel 'even' voor het léven!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Predikant, eventueel 'even' voor het léven!

9 minuten leestijd

Het was voor donderdag 1 februari jl. niet gepland dat de ontmoetingsdag 'late roepingen' in Hydeparkte Doorn, georganiseerd door de Gereformeerde Bond, samenviel met de verschijning van een speciale uitgave van het tijdschrift Michsjol over flexibilisering van het predikantswerk. De titel van die uitgave is 'Predikant, voor even of voor het leven?'. Veel predikanten willen een andere baan, omdat ze ontevreden zijn over hun werk. Dat is de uitkomst van een onderzoek uitgevoerd onder 110 hervormde en gereformeerde predikanten. En onlangs bleek ook al uit een onderzoek dat een op de tien predikanten zou lijden aan burn-out. Het is dan heel opmerkelijk op zo'n dag heel wat oudere studenten (sommigen met hun echtgenotes) te ontmoeten die alsnog predikant willen worden. Zij bereiden zich er in hun vrije tijd op voor de overstap te maken vanuit het leger, het bankwezen, de bouw, het politieapparaat, de techniek, het onderwijs, de agrarische sector naar het ambt van predikant. Veel van wat men tijdens de kennismakingsronde naar voren bracht, herkende ik, want ik behoor zelf ook min of meer tot deze categorie 'late roepingen'. U begrijpt dat ik extra betrokken was bij deze dag.

Van verschillende kanten uit het land, door de mist, soms ook over gladde wegen en gehinderd door files was men naar Doorn gekomen. De voorzitter van deze dag, ds. A. Baas, zinspeelde daarop in zijn welkomstwoord. De aanwezigen hadden ook verschillende achtergronden. Het was ook wel eens mistig in hun leven. De wegen waren soms lang en ook niet altijd even goed begaanbaar. En het is ook niet ondenkbaar dat men in een file komt te staan, denkend aan de vele kandidaten zonder beroep. Toch mocht ook de zon wel eens schijnen.

De voorzitter mediteerde vervolgens over Judas : 20 en 21a. Een brief geschreven in een tijd waarin het economisch goed ging met het Romeinse rijk, maar waarin de christelijke gemeente ogenschijnlijk niet veel in te brengen had. Toch roept de apostel op om te werken in de 'bouw': 'Bouwt gij uzelf op in het allerheiligst geloof.' We hebben vast te houden wat ons toevertrouwd is. En voorts te bidden niet alleen om, of door, of met de Heilige Geest, maar zoals in de tekst staat in de Heilige Geest en ons te bewaren in de liefde Gods.

Levensverhaal
Ds. P. van Duyvenbode uit Den Bommel vertelde zijn levensverhaal. Steeds meer had hij het verlangen gekregen om de Heere te dienen. En dat kon volgens velen ook wel op de plaats waar God hem in het leger gesteld had. Dat was hem vanaf zijn jeugd voorgehouden. Toch bleef die sterke drang om het Woord te gaan verkondigen. Nadat hij eerst 12 jaar als beroepsmilitair had gediend, is hij via een hbo-opleiding tot godsdienstleraar aan de Universiteit in Amsterdam gaan studeren. Tijdens zijn studie heeft hij gewerkt bij het NPV. Het was een lange en moeilijke route, ds. Van Duyvenbode en zijn vrouw mochten merkbaar steun ontvangen van de gemeente en de kerkenraad. In de discussie bleek dat niet iedere student er op deze wijze over kon spreken. Misschien is dat wel iets om op ons in te laten werken. Hoe gaan wij met de studenten om? Is er ook een luisterend oor voor de strijd en aanvechtingen tijdens hun studie? En zeker voor deze studenten met een 'late roeping', omdat zij geen lid kunnen worden van een dispuut.
De combinatie studie-werk-gezin vond ds. Van Duyvenbode zwaar. Op den duur trad toch ook wel chronische vermoeidheid op. En niet alleen bij hem, maar ook bij zijn vrouw en misschien was dat ook wel bij de kinderen het geval. Op zo'n moment werd de roeping weer beproefd, maar de Heere gaf steeds weer de kracht om voort te gaan en opende ook nieuwe wegen. De studie heeft in 1999 uit mogen lopen op de bevestiging in het ambt en het dienen van God in het midden van de gemeente. En als we het aan hem zouden vragen of hij even zou willen dienen of voor het leven, ben ik er zonder meer van overtuigd het antwoord van hem te horen: 'Ik heb even (12 jaar) mogen dienen in het leger, maar ik hoop nu voor het léven te mogen dienen in het Leger des Heils!'

Omgang
Met welke rang dienen we in dat Leger des Heils? Als kapitein? Maar twee kapiteins op één schip? U weet wel wat er dan komt.
In de middagvergadering hebben we mogen horen over de omgang van predikanten en predikantsvrouwen met elkaar. Dat verloopt lang niet altijd vlekkeloos. Daarom zullen predikanten door de werking van de Heilige Geest ook moeten leren dienen en de gezindheid van Christus moeten vertonen. Ze zullen niet moeten zien op hetgeen van hen is, maar op hetgeen van de ander is. Drs. G. Dekker-van der Kuif uit Harderwijk leidde dit onderwerp in en haar man, ds. D. Dekker uit Harderwijk, zorgde voor een supplement.
Mevr. Dekker belichtte de situatie vanuit de vrouw in de pastorie. Het wonen en leven in een pastorie is kennelijk anders dan in een gewoon huis. De dominese bewoont de pastorie krachtens huwelijksrelatie en niet vanwege het ambt. En waar loop je dan tegen op?
1. De pastorie is het huis van de gemeente. Het is niet je eigendom en daarom heb je te maken met een college van kerkvoogden. Dat kan vreugde geven, maar ook wel eens verdriet. Het is ook het huis voor de gemeente. Mensen komen gevraagd en ongevraagd, gelegen en ongelegen. Voorts is het ook het huis in de gemeente. Soms staat het zelfs naast de kerk en letterlijk en figuurlijk sta je te kijk. Je moet dan ook wel ergens tegen kunnen.
2. Werk en woning worden nauw met elkaar verbonden. Dat heeft naast nadelen ook voordelen, omdat je als man en vrouw veel van het leven met elkaar kunt delen en de woning bij verhuizing over het algemeen goed bewoonbaar wordt gemaakt.
3. Aard van het werk brengt met zich mee dat je man geen 38-urige werkweek heeft. Naast een bepaalde vrijheid om het werk zelf in te vullen word je ook geconfronteerd met een enorme hoeveelheid werk. Je hebt het gevoel nooit klaar te zijn. De zaterdag en zondag zijn voor de meeste mensen vrije dagen, maar voor de predikant extra drukke en spannende dagen en daarom ook voor het gezin.
Door de week stapelt het werk zich steeds meer op. Er komt wel steeds meer bij, maar er gaat vrijwel niets af. Daarachter zit vaak wedijver en concurrentie. Vroeger droeg het ambt jou, maar nu draag je het ambt. Je werkt met mensen die boeiend, maar ook wel eens vermoeiend zijn. En dat alles veroorzaakt nogal eens een burnout effect.
4. Het gezin in de pastorie is een gewoon gezin, maar er wordt toch heel anders naar gekeken. Hoe gedragen de kinderen zich en hoe kleden zij zich? Hoe ga je daarmee om? Een bepaalde nuchterheid is nodig.
5. In de pastorie ontmoet je een zekere eenzaamheid en dat heeft te maken met de aard van het werk van je man. Het is niet goed in de gemeente vrienden en vriendinnen te hebben. Zoals collega's onderling wel eens jaloers kunnen zijn, kunnen gemeenteleden ook afgunstig zijn.
Het contact met collega's is vaak goed, maar kan ook schrijnend zijn. In onze tijd is de collegialiteit informeler geworden, maar daardoor ook veel kwetsbaarder. In het verleden was er meer distantie en gebruikte men bepaalde codes in de omgang met elkaar. Dat had ook voordelen. De spanning tussen collegialiteit en solidariteit is o.a. door dat informele de laatste jaren groter geworden en de individualiserende tendensen houden niet op bij de deur van de pastorie.

Richtlijnen
Hoe sta je daar nu middenin? Mevr. Dekker gaf enkele richtlijnen en ik geef ze maar door, omdat de aanwezigen daar ook prijs op stelden en andere domineesvrouwen er misschien ook hun winst mee kunnen doen:
1. Leef met Gods Woord en neemt tijd voor persoonlijk gebed en bijbellezen.
2. Heb de mensen met wie je omgaat lief. Bid om Gods Geest. Bid of je de ander mag zien met de ogen van de barmhartige Hogepriester, Jezus Christus. Dat bewaart voor wedijver.
3. Ervaren van geestelijke groei in het leven van een christen heeft iets in zich van sterven aan. Sterven om vrucht te dragen.
4. Imiteer nooit de ander, maar wees jezelf.
5. Leer en durf nee te zeggen, als er een keus gemaakt moet worden tussen gemeente en gezin. Als je dat niet doet, kom je op een gegeven moment jezelf tegen. Leer je mogelijkheden en grenzen kennen.
6. Wees als een open haard en gesloten als een bus.
7. Heb een eerlijke en open belangstelling voor mensen, ook voor degenen die je niet zo sympathiek vindt.
8. Onderken je eigen gevoelens en spreek erover. Spreek in de eerste plaats met God over dingen die je pijn doen (eenzaamheid, jaloezie, opgejaagd worden, tekort gedaan voelen, gevoelens die te maken hebben met je karakter) en over dingen die je niet kunt en toch graag zou willen en spreek er voorts met je man over en eventueel ook met een zus of met een vriendin buiten de gemeente of desnoods met een deskundige.
9. Creëer in de pastorie rust en ruimte (geldt voor alle gezinnen).
10. Ga na welke collega-vrouw of collega je voor de ander bent.

Spiritualiteit
Ds. D. Dekker zorgde nog voor een supplement en sprak over 'spiritualiteit en attitude'. We mogen in het midden van de gemeente zijn als één die dient. Nadruk mogen we wel leggen op het 'mógen'. Het is immers een bijzondere genade van God dat Hij mensen in Zijn dienst gebruiken wil. Met nadruk wees hij op het belang van meditatieve momenten in het leven van een predikant. En het gaat er dan ook om dat er wat met je gebeurt. Nodig is niet alleen gevoed, maar ook gesnoeid te worden. Het is onze opdracht Jezus Christus te verkondigen, maar Hem ook meer en meer uit te dragen in je leven. Elk karakter en elke persoonlijkheid is bruikbaar in Gods dienst, mits geheiligd. Helaas is er wel eens veel twisting en ijdele eer in de gemeente en bij predikanten. Maar de belofte die er ligt in de navolging van Christus maakt pas echt vrij en blij.
We mogen dienen om naar elkaar te luisteren, om elkaar te helpen, om elkaar te verdragen en dan brengt dat dienen ook echt gezag met zich mee.

Vroomheid
Ten slotte sloot prof. dr. A. de Reuver de dag af door aandacht te vragen voor 'het samengaan van theologie en godsvrucht'. De theologie houdt de vroomheid bij haar bron, maar we behoren wel de vroomheid te betrachten. Een groot gevaar is vakmatig met de Heilige Schrift om te gaan en te weinig de meditatieve omgang met het Woord te beleven. De meditatieve omgang met de Heilige Schrift is de voedingsbodem voor de theologie. Vijf opmerkingen maakte prof. De Reuver over het meditatieve leven. Hij sprak over het tijdstip, de conditie, de gezindheid, de bron en het doel van de meditatie.
We mogen terugzien op een goede ontmoeting. Volgens de studenten en hun echtgenotes voor herhaling vatbaar. Er komt wel heel wat op studenten af, als zij zich op deze wijze het pastorieleven proberen in te leven. Toch zal dat degenen die zich geroepen weten tot het ambt van bedienaar van het Goddelijke Woord er niet van weerhouden voort te gaan. Ook niet om voor even en niet voor het leven predikant te zijn. Je zou kunnen zeggen als variant op de titel van de speciale uitgave van het bovengenoemde tijdschrift en horend de getuigenissen van deze mensen met 'late roepingen': 'Predikant, eventueel 'even' voor het léven!'

H. ROSEBOOM, BRUCHEM

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 februari 2001

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Predikant, eventueel 'even' voor het léven!

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 februari 2001

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's