'De gereformeerde wereld rondom ons is veranderd'
De situatie in de Christelijke Gereformeerde Kerken
'Onze kerken zijn dit jaar in een crisis terechtgekomen die haar leden met zorg vervult en de buitenstaander doet vragen: waar loopt deze storm op uit? Een samenloop van gebeurtenissen — formeel staan ze los van elkaar — brengt onze kerken in een kritische fase van haar bestaan. De feiten zijn bekend: een predikant werd afgezet; een kandidaat werd bij herhaling door meerdere vergaderingen afgewezen en niet toegelaten tot de dienst des Woords en der Sacramenten; een kerkelijke procedure tegen een andere predikant liep uit op zijn losmaking van de gemeente, die hij diende en twee predikanten kwamen in conflict met de classis waaronder zij ressorteren vanwege het standpunt dat het ziekenhuis, waaraan de één verbonden is als ziekenhuispredikant en waarvan de ander vice-voorzitter van het bestuur is, inneemt met betrekking tot het abortus-beleid — een beleid dat hun instemming heeft en naar buiten verdedigd wordt. Inzonderheid het laatste geval heeft veel deining veroorzaakt en stormen van protest zijn losgebroken als reactie op de besluiten van de betreffende classis. Onze kerken... kwamen in het nieuws... Een krant schreef: er waait een nieuwe wind in de Chr.Geref Kerken. Het is er niet zo rustig meer!'
Het bovenstaande is genomen uit een brochure van ds. J. H. Velema, chr. geref. predikant te Nunspeet, getiteld 'Verrechtsing? - Over de situatie in de Christelijke Gereformeerde Kerken Anno Domino 1985'. De titel heeft te maken met de beschuldiging van 'rechts machtsdenken' of 'de rechterzijde van het kwaad', waarover enkele christelijke gereformeerde intellectuelen hebben geschreven.
Eerlijk
Op bijzonder eerlijke wijze schetst ds. Velema de concrete situatie binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken, waarin hijzelf al zoveel jaren een toonaangevende plaats inneemt en waarvoor hij ook grote liefde heeft. Juist in de eerlijkheid komt die liefde en bewogenheid tot uitdrukking. Oorzaken van de spanningen vormen (mede) de vele vernieuwingen, die ingevoerd (of soms doorgevoerd) werden. Ds. Velema somt op de vernieuwingen waartoe de synode toestemming gaf: het toevoegen van 'de lofzang der engelen' aan de Schriftuurlijke lofzangen, de invoering van de Nieuwe Vertaling, uitzending van evangelisatiesamenkomsten via de T.V., het geven van groen licht voor de Nieuwe Psalmberijming. Maar verder constateert ds. Velema ook 'zucht naar vernieuwing', een al te snel en graag doorvoeren van vernieuwingen en verder wildgroei, b.v. als het gaat om het zingen van gezangen en het gebruik van het Liedboek. Hij merkt daarbij op: 'De indruk werd gevestigd dat het geestelijk heil van de kerken bestaat in het invoeren van allerlei vernieuwingen, in een verfrissing van de kerkdiensten en een modernisering van kerkelijke riten, een democratisering van de omgangsvormen — ouderlingen en dominees die zich bewust bij hun voornaam laten noemen door ieder gemeentelid — of in het handhaven en bewaren van het oude, zonder een allerkleinste verandering van welke aard ook, omdat het nu eenmaal altijd zo geweest is en dat valt onder het verzetten van de oude paden.'
Al deze zaken behoren tot de polariserende kwesties. Toch stoot ds. Velema ook dieper door. Hij spreekt ook over (radio-)preken, waarvan gevraagd wordt: 'is dat nog christelijk gereformeerd?' Hij noemt verder een boek van de Amersfoortse kring 'De Geest schrijft wegen in de tijd', dat ook uit een midden-orthodox gezelschap had kunnen komen. Hij signaleert dat sommige plaatse lijke kerken zich bij de plaatselijke Raad van Kerken hebben aangesloten, die op hetzelfde stramien geborduurd zijn als de landelijke Raad van Kerken, waarbij de Christelijke Gereformeerde Kerken niet aangesloten willen zijn, net zo min als bij de Wereldraad van Kerken. Verder noemt hij ontwikkelingen in het jeugdwerk (opheffing van het omstreden blad DIA), het diakonaat en het evangelisatiewerk (niet meer spreken over 'de realiteiten van zonde en genade'); kortom allemaal tekenen van verflauwing van het christelijke gereformeerde leven.
De prediking
De vertrouwenscrisis wat de prediking betreft is er niet — aldus ds. Velema — omdat er 'onder ons duidelijke afwijkingen zijn van de Schrift en belijdenis — waren die er, ze zouden moeten worden behandeld zoals ze zijn behandeld in bepaalde gevallen. Maar de crisis is er omdat we niet meer merken dat de kracht van het belijden zoals het in onze schone gereformeerde belijdenis vertolkt is over de hele linie van het kerkelijke leven nog wordt verstaan'. Maar intussen spreekt hij toch ook over de roep om verruiming — niet alléén in liturgisch opzicht maar ook als het gaat om nieuwere opvattingen en benaderingen. Letterlijk geciteerd: 'zo heel gemakkelijk wordt het kerkelijk leven geïnfecteerd met allerlei gedachten in naam van de ruimte die uiteindelijk af snoeren van het verstaan en beleven van de Schrift zoals dat in de kerk der Reformatie gedaan werd. Hier is te denken aan opvattingen over voorzienigheid, verzoening, rechtvaardiging, heiliging, erfzonde, verkiezing, die ons afvoeren van het gereformeerde spoor.' Hij preekt ook over 'het gif van het Barthianisme'.
Hoewel op dit punt ds. Velema niet geheel duidelijk is (vindt hij nu namelijk dat er wél of niét afwijkingen van de belijdenis in zijn kerk zijn?) interpreteer ik één en ander maar zó dat het hier om gevaren gaat, die zijn kerk bedreigen maar ook het geheel van de Gereformeerde Gezindte. Want ds. Velema zegt ook ergens — en dat ligt in de titel van dit artikel besloten —: 'de gereformeerde wereld rondom ons is veranderd.' Wie, die de naam gereformeerd draagt, zou zich dat niet aantrekken? Want 'rondom ons' is voor iedere gereformeerde kerk of kring een andere kring en zelf behoren we tot een kring rondom 'de ander'.
Wat de Christelijke Gereformeerde Kerken zelf overigens betreft, deze hebben zich altijd in een tussenpositie geweten. Met betrekking tot verbond en doop — aldus ds. Velema — nam men een eigen positie in tussen de Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Gemeenten. Maar 'uit reactie tegen de Gereformeerde Gemeenten werd men naar de Geref. Kerken getrokken en omgekeerd uit reactie tegen de Geref. Kerken naar de Geref. Gemeenten'. Het is duidelijk dat dit op zichzelf een polariserende factor was in de Christelijke Gereformeerde Kerken, maar dan een factor binnen de kring van de Afgescheidenen. Maar ik meen dan niet teveel te zeggen dat ds. Velema met 'de gereformeerde wereld rondom ons', die veranderd is, met name bedoelt de (theologische) wereld in de Geref. Kerken, waarmee ook velen in de Christelijke Gereformeerde Kerken de jaren door grote verwantschap hebben gevoeld en vandaag nog voelen. Slaan de ontwikkelingen binnen de Gereformeerde Kerken nu ook heel concreet over naar de Christelijke Gereformeerde Kerken?
Intussen blijft dit een zaak die de hele Gereformeerde Gezindte ter harte mag gaan. Waar het regent bij de één druppelt het bij de ander. Want in andere kerken of kerkelijke groeperingen mag misschien van al de door ds. Velema genoemde vernieuwingen (nog) geen of nauwelijks sprake zijn, tóch kan er vanwege de ontwikkelingen in de hele gereformeerde wereld en de wederzijdse beïnvloeding, omdat we nu eenmaal in een open tijd leven, ook sprake zijn van verflauwing en veralgemening, van een langzaam maar zeker losgroeien van een beslist staan op de bodem van Schrift en belijdenis, waardoor de prediking ook aan inhoud, zeggingskracht, diepte en geestelijkheid verliest. De religie van de belijdenis gaat ontbreken.
De secularisatie
Een zaak, die ons intussen ook allen raakt is de geweldige secularisatie, die om zich heen grijpt. Ds. Velema signaleert de 'zwakte' van de Christelijke Gereformeerde Kerken (vroeger), namelijk dat in de prediking weinig of geen leiding werd gegeven aan de opstelling 'in het brede leven'. Noodzakelijkerwijs moet dat thans anders. Er gaat thans een enorme zuigkracht uit van de secularisatie op iedere kerk en christen. Mensen vragen om leiding en als ze er niet om vragen zal de kerk die leiding toch moeten geven.
Genoemde secularisatie heeft ook gevolgen gehad voor van ouds christelijke, zeg ook goed gereformeerde organisaties. Daarin zijn spanningen ontstaan met als gevolg afsplitsingen en met weer als gevolg daarvan dat mensen kiezen moeten. En juist in dat opzicht is er intussen sprake van een jammerlijk verdeelde Gereformeerde Gezindte. Op politiek gebied is er het CDA, de SGP, de RPF en het GPV. Op het gebied van de media NCRV en EO, Trouw, het ND en het RD, en op het terrein van het onderwijs tekende zich 'de reformatorische school' af naast de bestaande christelijke scholen. Kiezen of niet-kiezen op één van deze terreinen is op zich vandaag al een geduchte polariserende factor.
Wie zou dit niet herkennen? Toch zullen we hier bepaald zeer voorzichtig moeten zijn. Geen kerk kan en mag op dezelfde hoogte worden gesteld met welke maatschappelijke organisatie dan ook; maar geen kerk kan of mag zich dan ook vereenzelvigen met zulk een organisatie. Mensen die vergroeid raken met bepaalde organisaties willen dat overigens altijd weer. Het gaat hier echter altijd nog om vrijheid van het gemeentelid om te kiezen, al zal in die keuze zeker ook de principiële achtergrond meespelen. Maar de keuzen op de verschillende terreinen (politiek, media, onderwijs) lopen hier grillig door elkaar heen. Met name omdat het telkens gaat om inter-kerkelijke en niet om kerkelijke organisaties of verbanden. De Vrijgemaakt Gereformeerden hebben het in dit opzicht het 'gemakkelijkst'.
Wel zal echter van doorslaggevende betekenis zijn hoe de kerk, óók in de gemeenten, óók in de prediking leiding geeft aan de principiële doordenking en bezinning van de vragen waarvoor we staan. Zal dat zijn naar de Schrift en de belijdenis der kerk of zal dat op zodanige wijze zijn dat hijgerig achter het moderne leven wordt aangelopen?
Ter bezinning
We zullen en kunnen ons geen oordeel aanmatigen over de ontwikkelingen binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken. De christelijke wereld, de gereformeerde wereld rondom ons is veranderd en daartoe behoren we zelf. Hoeveel goed-gereformeerd leven is in ons goede vaderland al niet stuk gelopen op de klippen van de tijd, de goede confessie ten spijt?
Ik onderschrijf met ds. Velema dat het zwakte kan zijn als een kerk zich niet met de vragen van het brede leven inlaat. Ik wil het sterker zeggen: het is altijd de kracht van de Reformatie geweest dat het kerkelijke leven niet beperkt werd tot de binnenkamer maar dat het zich uitstrekte tot op de straat, tot in het publieke leven. Het gaat ook om de rechte profetie naar volk en samenleving toe.
Maar de kerk kan zó in de wereld(vragen) opgaan dat ze er in ondergaat. Zodat ze het rechte isolement gaat missen, waarvoor ik dan liever de bijbelse benaming vreemdelingschap gebruik. Ik ben het eens met de opmerking dat we juist in een tijd van secularisatie de vreemdelingschap des te meer zullen hebben te beoefenen willen we niet in nieuwe organisatie(drift) ten onder gaan. Want zoals op de bodem aller vragen de (wereld)schuld ligt, zo ligt ook op de bodem van de verarming van kerk en gemeente de nood der prediking. En verschraling van de prediking begint ongemerkt. Ze begint in feite toch daar waar de rechte uitleg van de Schrift (primair noodzakelijk voor de rechte verkondiging) wordt losgelaten en wat actualiserende of vergeestelijkende opmerkingen naar aanleiding van de tekst (of zelfs dat niet eens) worden gemaakt, zonder dat het Woord nog aan het woord komt. Tenslotte gaan de dogmata der kerk — en dat is tegelijk het lied van het dogma —, de heilige leer ontbreken en wordt de prediking geestelijk-arm omdat ze niet meer gefundeerd is.
Allerlei vernieuwingen in liturgisch opzicht, met verkorting van dat deel van de eredienst dat verkondiging heet, worden dan een surrogaat om de gemeente te bevredigen. Het blijkt 'voor een tijd' te zijn. De gemeente zal echter alleen worden gebouwd door prediking van zonde en genade, van de drie stukken van de Catechismus, van uitleg en toepassing, van Geest en leven, van een rijke Christus voor een arm zondaarsvolk.
Vanuit het hart zijn de uitgangen van het leven. Een prediking, die niet meer op het hart gericht is zal dé vragen van de tijd ook niet op de rechte wijze in het vizier krijgen. Dan gaan we aan de vragen van de tijd ten onder. We worden dan met recht wereldgelijkvormig.
Het belangrijkste punt vandaag is niet voor welke organisatie we kiezen maar voor welk beginsel; of we compromissen aangaan met de tijdgeest of dat we nog van het rechte gereformeerde hout gesneden zijn: hier sta ik, ik kan niet anders.
Afsluitende vraag
De brochure van ds. Velema doet een appèl op de hele Gereformeerde Gezindte hoewel ze allereerst voor de Christelijke Gereformeerde Kerken geschreven is. Met Hoedemaker zeg ik intussen 'noch rechts, noch links maar de koninklijke weg, de weg van de Koning'. Rechts en links kunnen ook wereldse, vleselijke begrippen worden.
Eén vraag aan ds. Velema mag ik intussen niet onderdrukken. Het is hem onmogelijk de weg te gaan van de Hervormde Kerk, zegt hij. Wij begrijpen die principieel afgescheiden visie. Eerlijkheidshalve moet er worden bij vermeld dat ds. Velema met openheid spreekt over het vele naar Schrift en Belijdenis dat in haar gevonden wordt (sinds de vorige eeuw in versterkte mate). Toch zegt hij: 'deze weg niet en nooit. Liever als achterlijk en ouderwets en niet bij de tijd uitgemaakt dan ons mee te laten voeren door de stroom van secularisatie, van Schrift en Belijdenis, uiteindelijk van de waarachtige dienst en de vreze des Heeren af.' Intussen wijst hij ook op de niet begaanbare weg van Samen op Weg. Maar als een brochure als de onderhavige over de Christelijke Gereformeerde Kerken Anno Domini 1985 geschreven moet worden, juist ook vanwege de greep van de secularisatie op het kerkelijke leven binnen deze kerken (zowel als het gaat om leer en prediking als om de ethiek) zijn déze kerken dan vandaag het alternatief voor aansluiting door allen die waarachtig gereformeerd willen zijn en naar de belijdenis en de religie ervan willen leven?
Waar dan heen?
N.a.v. ds. J. H. Velema, Verrechtsing? ; over de situatie in de Christelijke Gereformeerde Kerken Anno Domini 1985, Uitgave 'Erica', Hilversum, 60 pag., ƒ 11, 75.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 oktober 1985
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 oktober 1985
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's