Boekbespreking
Ds. K. de Vries, Verkering, Tiende deel uit de Scala-reeks, uitg. De Vuurbaak, Barneveld, 1994, 112 blz.
'De bekende stelregel "geen geslachtsgemeenschap voor het huwelijk" is niet duidelijk genoeg. Het lijkt me daarom beter om het anders te zeggen: "geen onbeperkte eenwording voor het huwelijk". Of nog simpeler: "niet uit de kleren gaan voor het huwelijk". Pas als je getrouwd bent, is de tijd gekomen om je lichaam volledig aan elkaar te geven zonder de beperkingen van kleding.' Aan het woord is de Ridderkerkse predikant K. de Vries, Gereformeerde Kerk (vrijg.). Hij realiseert zich terdege dat dit overkomt als een verhaal uit een andere wereld dan de onze, maar met zijn boekje staat hij middenin deze wereld en volop in deze tijd. Hij spreekt jongeren rechtstreeks aan, heeft een groot inlevingsvermogen en liet zijn catechisanten meelezen. Ik zou graag vanwege de concreetheid en directheid de hele inhoudsopgave hier weergeven. Een enkele greep: De ware Jakob(a) – Deze bestaat volgens De Vries niet! –; Hoe krijg je verkering?; Speel geen spelletjes; Hoe vertel ik het mijn ouders?; Ik blijf alleen; Hij gelooft niet; Ze is van een andere kerk; Waar blijven de ruzies?; Hoe maak je het uit?; Vrijen is liefhebben; Hoever mag je gaan? en zo verder. Bijzonder pastoraal wordt ingegaan op 'Homoseksueel?' en 'Leven met homoseksualiteit'. Ook deze gedeelten zouden vele ambtsdragers en andere gemeenteleden eens moeten lezen. Ik sluit me aan bij wat De Vries aan het slot van dit vaak onderbelichte probleemveld schrijft: 'Wat zou er veel gewonnen zijn wanneer er onder Gods zegen niet langer een taboe rust op de homoseksuele geaardheid, doordat homofielen er uit de kracht van het geloof en gestimuleerd door liefde in de gemeente meer en meer voor durven uitkomen dat ze zo zijn! Het zou veel bittere eenzaamheid wegnemen. En het zou wederzijds begrip en steun doen toenemen'. Nagegaan wordt 'wat niet in de bijbel staat' en 'wat wel in de bijbel staat'. In de bijdrage waar tussen twee kerken gekozen moet worden, komt de kerkelijke verdeeldheid schrijnend naar voren. Een kerk waar plaatselijk goed gepreekt wordt en die toch landelijk ontrouw is haalt het bij deze vrijgemaakt gereformeerde predikant niet. Zijn kerkelijke achtergrond is hier bepalend. Weliswaar heeft ook hij voelbaar verdriet over de voortbestaande verdeeldheid tot in eigen kring. In de bijdrage 'Vrijen is liefhebben' blijkt dat de schrijver het boekje van mw. A. B. F. Hoek-van Kooten, Trouw en teder, goed gelezen heeft. Hij noemt het achterin onder de Literatuur evenals haar boekje 'Verkeringsperikelen'. In verband met vrijen buiten en ook binnen het huwelijk wordt de nadruk gelegd op liefde, trouw, zachtheid en tederheid. Tenslotte nog een veelzeggende aanhaling: 'In onze cultuur, waarin je in seksueel opzicht door allerlei beelden en geluiden opgefokt kunt raken, is het een haast onmogelijke opgave om zuiver om te gaan met je eigen lichaam en dat van de ander. Alleen wanneer de Geest je te hulp komt, kun je een begin van nieuwe gehoorzaamheid en reinheid ontvangen. De Geest wil zijn tempel zuiver houden. Daarom moet je bij Hem zijn'. Aan het slot staan gesprekspunten voor groepsbespreking en punten om in de verkeringstijd met z'n tweeën te bespreken. Jongens en meisjes, lees dit en ouders, geef het gerust aan uw kind.
C. van Sliedrecht, Nunspeet
Dr. C. van Leeuwen, Joël, De prediking van het Oude Testament, Uitgeverij Callenbach B.V., Nijkerk 1993, 261 blz., ƒ 89,50.
Wij mogen schrijver en uitgever wel dankbaar zijn dat in het beperkte Nederlandse taalgebied nog een commentaar op het boek Joël kan verschijnen van zo'n kwaliteit en omvang. Het boek laat zich als volgt karakteriseren. Aan de exegese ligt een zorgvuldige toetsing en afweging plaats van een vaak lange reeks interpretatiemogelijkheden. Details zijn afgedrukt in kleine letters. Dat bevordert de overzichtelijkheid. Wat verder opvalt is de eerbied voor de overgeleverde tekst. Dan sta je altijd weer voor verrassingen. Want wat blijkt? De opbouw van de profetieën van Joël laten zeven geledingen zien: de menora-structuur. Het herinnert ons aan de menora, de zevenarmige kandelaar uit de tempel (18). Ook in afzonderlijke teksten keert de menorafiguur weer terug (122, 152, 184, 206). Toepassingen van de logotechniek (in ons land geïntroduceerd door C. J. Labuschagne) betekent m.i. een grote stap vooruit (80). Bovendien wordt rekening gehouden met de petuchaindeling, dat is de oude, joodse indeling in perikopen. De hoofddeler ligt dan tussen 2 : 14 en 2 : 15. De keer ten goede treedt reeds in als er gemeenschappelijk boete wordt gedaan (18, 109, 145).
Al is Joël een cultus- en tempelprofeet, formele cultische of boetepraktijken zijn voor hem niet voldoende. Het gaat bovenal om het 'scheuren van het hart', 2 : 13 (20, 105). De exegese van elke perikoop wordt afgesloten met waardevolle aanwijzingen voor de prediking. Ze geven overvloedig stof tot nadenken. Een enkel voorbeeld: Als gevolg van onze zonde, waardoor wij het oordeel van God over ons hebben uitgeroepen, lijden ook de dieren en planten. Wij bederven het milieu (71 v.). Daarentegen brengt Gods heil ook zegeningen over alle geledingen van de schepping (136, 146).
Taalkundig gezien kan in 2 : 23 niet anders gelezen worden dan 'de leraar der (of ter) gerechtigheid'. De verbinding tussen goddelijk onderwijs en een paradijselijke vegetatie is in het Oude Testament een vaker voorkomend motief (136). Vanzelfsprekend wordt Joël 2 in verband gebracht met Handelingen 2: de uitstorting van de Heilige Geest (164, 167). Deze belofte is bij Joël ingekaderd in de aankondiging van de Dag des Heeren, hèt thema van dit bijbelboek (zie het register).
Over de datering van het boek Joël bestaat geen eenstemmigheid. De standpunten variëren van de 9e tot de 2e eeuw v. Chr. (10). Een vroege datering hoeft m.i. niet te stranden op 3 : 2, waar staat: Dan zal ik alle heidenen vergaderen en zal hen afvoeren in het dal van Josafat; en Ik zal met hen aldaar richten, vanwege Mijn volk en Mijn erfdeel Israël, dat zij onder de heidenen hebben verstrooid, en Mijn land gedeeld (8). Het is m.i. niet noodzakelijk om hier bij de 'verstrooiing' aan de ballingschap te denken (586-539 v. Chr.). De Sepuiaginta (de Griekse vertaling van het Oude Testament) vertaalt wel het woord voor 'verstrooien' uit de grondtekst met een werkwoordsvorm die samenhangt met de term 'diaspora'. Maar is in het Oude Testament sprake van de joodse diaspora in de specifieke zin van het woord, dan stuiten wij in het Hebreeuws op een andere terminologie. Het woord voor 'verstrooien' in 3 : 2 heeft m.i. een meer algemene betekenis. Het tekstverband bevestigt dat. Hier wordt geen volk als totaliteit gedeporteerd, maar gevangenen als oorlogsbuit verhandeld en verscheept. Daar zijn zelfs opgroeiende jongens en meisjes onder. Dat is nog het ergste. Het slavinnetje van de vrouw van Naäman is daarvan een voorbeeld. Dat verhaal dateert trouwens ook uit de 9e eeuw.
Dit commentaar is een waardevolle aanwinst voor de bekende serie 'De prediking van het Oude Testament'. Niet het minst nog om de talrijke excursen die van belang zijn voor de bestudering van het Oude Testament in het algemeen. Zij handelen over de oudsten (32v.), de sprinkhanen (36-38), het vasten (55v.), de Dag des Heeren (60-64), Israëls belijden en Gods trouw (102-104), de betekenis van het woord qahal (115v.) en de noorderling (127-131).
Deze verklaring van het boek Joël kan ik van harte onze studenten, kerkelijk werkers en predikanten aanbevelen. Ook gemeenteleden die zich wat extra willen inspannen, zullen dit boek leren waarderen. Dat is mogelijk omdat de Hebreeuwse woorden zijn getranscribeerd.
H. J. de Bie, Huizen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 1994
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 1994
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's