KERKNIEUWS
Afscheid ds. G. Biesbroek uit Vlaardingen.
Beroepen te:
Gameren: H. K. van Wingerden te Zoetermeer — De Kaag: C. B. Roos te Gouda — Heteren, Schelluinen en Dussen: cand. W. Verboom te Culemborg — Balk: A. J. de Bie te Makkum — Wijk bij Heusden: J. H. Vlijm, te Krimpen a. d. IJssel — Reeuwijk: C. Snoei te Langerak — Zandvoort: C. Mateheru te Lemele — Ede: J. Bogaard te Emst — Rijssen: A. Noordegraaf te Oldebroek — Genderen: cand. W. Verboom te Culemborg — Rijssen: J. H. Vlijm te Krimpen a. d. IJssel — Giessendam: L. Blok te Ridderkerk — Ouddorp: E. J. Schimmel te Harderwijk — Zwijndrecht: J. L. W. Koppenhol te Haaften — Opeinde: Chr. v. d. Leede te Elim.
Aangenomen naar:
Pernis: P. E. van Oyen te Drogeham — Steenwijkerwold: W. M. van Schuylenburg te Tjerkwerd — Hei- en Boeicop: E. S. de Lint te Lienden.
Bedankt voor:
Twello: P. C. 't Hooft te Kollumerzwaag — Zwijndreht: J. Bos te Lunteren — Amsterdam (Nieuwendam-Schellingwoude): P. W. Spruyt te Amsterdam Koepelkerkgemeente — Capelle a. d. IJssel: J. L. W. Koppenhol te Haaften — Zegveld: J. H. Vlijm te Krimpen a. d. IJssel.
In memoriam Jan Brouwer.
Op zaterdag 20 januari 1.1. is te Linschoten begraven Jan Brouwer, oud 82 jaar.
De overledene heeft gedurende meer dan veertig jaren met al de gaven van hoofd en hart de gemeente van Linschoten gediend in de kerkvoogdij, in de scholen en op vele andere terreinen.
Hij was indertijd één van de oprichters van de Herv. Bond van Jeugdver. op G.G., zoals de jubileumboeken van deze Bond ons melden.
De rouwdienst in de Herv. Kerk van Linschoten werd geleid door ds. G. Boer van Katwijk aan Zee. Deze sprak uit 2 Tim. 4 : 6-9.
Onder grote belangstelling is hij daarna op de begraafplaats van Linschoten begraven. Daar sprak zijn schoonzoon ds. J. v. Rootselaar uit Barneveld een dankwoord.
Deze dank ging uit naar God, die de overledene van onschatbare waarde had gemaakt voor zijn gezin door de praktijk van de godsvrucht in zijn leven. De vruchten naar buiten waren het gevolg van zijn omgang met God. Zijn uitgang uit dit leven was ruim in Christus, die hem had liefgehad.
De gedachtenis van deze rechtvaardige zij tot zegen.
Oud-Vossemeer.
Na in de morgendienst in het ambt te zijn bevestigd door ds. B. de Graaf te Meeuwen heeft ds. G. J. Voortman die op 7 januari afscheid nam van de gemeente Dussen, zondagmiddag 14 jan. zijn intrede gedaan als predikant van de hervormde gemeente van Oud-Vossemeer. De nieuwe predikant nam zijn tekst uit Titus 1 : 4.
Na een kort welkomstwoord tot diverse vertegenwoordigers van kerkelijke instellingen werd de nieuwe predikant toegesproken door burgemeester mr. J. J. Versluijs, die de hoop uitsprak dat de arbeid van de nieuwe predikant ook tot heil van de burgerlijke gemeente zal strekken.
Ouderling P. J. Drooger uit Tholen sprak namens de classis Zierikzee en constateerde dat alle predikantsplaatsen in de ring nu zijn vervuld.
Evenals de volgende spreker, ds. P. Kolijn te Scherpenisse, die namens de ring Tholen en St. Philipsland het woord voerde, wees hij op het vele werk in classis en ring waarvan men graag ook een aandeel op de schouders van de nieuwe predikant wilde leggen.
Pastoor A. H. J. Vermeulen te Oud-Vossemeer, sprak de hoop uit op samenwerking van beide kerken.
In gelijke geest wees de heer P. B. Vogel diaken van de plaatselijke gereformeerde kerk, op een goede zondagsschool en zangvereniging.
Tenslotte sloot ouderling K. J. Moerland de rij van sprekers met de predikant en zijn echtgenote en kinderen van harte welkom toe te roepen en de consulent ds. D. Heykoop te Stavenisse te danken voor de wijze waarop hij tijdens de korte vacature de gemeente heeft gediend na 't vertrek van ds. P. J. Leenmans naar Rijnsaterwoude.
Inleiding en intrede ds. D. van der Ent Braat te Haarlem.
In een nagenoeg geheel gevulde Jacobskerk te Haarlem vond woensdagavond 10 januari j.l. de inleiding en intrede plaats van ds. D. van der Ent Braat als voorganger der hervormde evangelisatie op g.g. aldaar.
De inleider, ds. W. C. Hovius uit Katwijk aan Zee, bepaalde zijn gehoor bij het Woord Gods, gesproken tot Jona: “Maak u op, ga naar de grote stad Ninevé, en predik tegen haar."
Met als thema „Een goddelijk beroep", sprak ds. Hovius achtereenvolgens over tot wie dit beroep komt, waarheen dit leidt en wat dit vraagt.
Nadat de gemeente Psalm 119 : 65 had gezongen, betrad ds. van der Ent Braat het spreekgestoelte. In aansluiting op het laatste punt uit de inleiding van ds. Hovius sprak ds. van der Ent Braat over de vrucht der prediking, voornamelijk gezien in het werk der herschepping naar aanleiding van de woonden: Welker hart de Heere heeft geopend" (Handelingen 16 : 14).
De punten, welke achtereenvolgens werden behandeld, waren: hoe de Heere de mens bereidt, hoe Hij het hart opent en hoe Hij het hart open houdt.
Na deze eerste prediking richtte ds. van der Ent Braat woorden van dank tot het bestuur der evangelisatie, dat hem had benoemd en dat zoveel zorgen aan de pastorie had besteed, tot ds. Hovius, die hem had willen inleiden, tot de eerwaarde heer de Vos, die vóór hem negen jaren in Haarlem gearbeid had en tot afgevaardigden van de Centrale Kerkeraad van de Hervormde gemeente van Haarlem-Centrum, van de Centrale Kerkeraad van de Hervormde gemeente van Haarlem-Schoten, van de Vereniging van Vrijz. Hervormden (eigenaresse van de Jacobskerk), de Chr. Geref. kerk, de Geref. gemeente en de Oud.Geref. gemeente. Een woord apart werd gericht tot de grote groep mannen en vrouwen, die vanuit Monster, de vorige gemeente van ds. van der Ent Braat, gekomen waren. Hij wenste hen toe, dat de Heere hun naar Zijn wijze en op Zijn tijd een herder en leraar zou zenden.
Namens het bestuur der evangelisatie sprak de voorzitter, de heer Pronk, ds. van der Ent Braat toe. Hij gewaagde van de weldaden, die ook in de overkomst van ds. van der Ent Braat mogen worden gezien.
Ds. van Rhijn wilde niet alleen formeel namens de Centrale Kerkeraad van Haarlem-Centrum, maar ook persoonlijk ds. van der Ent Braat welkom heten. Moge er ondanks verschillen in modaliteit eenheid in Jezus Christus zijn.
De heer de Vos sprak er zijn vreugde over uit, dat zijn plaats reeds zo spoedig mocht worden ingenomen en vertelde, dat de woorden, die ds. Hovius had behandeld destijds voor hem het middel waren geweest om de benoeming naar Haarlem aan te nemen. Nadat ouderling C. de Gast uit Monster ds. van der Ent Braat in Haarlem een volk had toegewenst dat zou hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, sprak de heer Hovius, oud-voorzitter der evangelisatie en erevoorzitter der mannenvereniging een laatste woord. Ook hij heette ds. van der Ent Braat welkom.
Na door de gemeente te zijn toegezongen uit Psalm 134 sprak ds. van der Ent Braat te ongeveer half elf voor het eerst als voorganger der evangelisatie de zegenbede uit.
Afscheid ds. G. Biesbroek uit Vlaardingen.
Onder grote belangstelling en medeleven uit de gemeente, heeft ds. G. Biesbroek zondag 14 januari j.l. afscheid genomen van wijkgemeente Grote Kerk 2 en daarmede tevens van Vlaardingen.
In zijn afscheidspreek legde ds. Biesbroek de nadruk op de verkondiging van het Evangelie naar de Schriften, zoals Paulus bevolen heeft. Als te tekst was gekozen de doxologie uit Rom. 16 vers 25-27. De brief aan de Romeinen heeft altijd zijn bijzondere belangstelling gehad, want ook de intreetekst, nu vier jaar geleden was uit dezelfde brief, Rom. 1 vers 16-17.
Hij ging van de gedachte uit dat het beter is in majeur dan in mineur afscheid te nemen. Deze lofprijzing aan Hem, die de gemeente zal sterken en bevestigen, is belangrijker dan een afscheid. Het welzijn van een gemeente hangt gelukkig niet af van een predikant, maar het heil is gelegen in God. Het gaat om de kracht van het Evangelie.
Na de preek sprak hij nog enkele woorden van afscheid, waarin hij zei, dat het wel eens moeilijk is èn predikant voor de gemeente èn tevens modaliteits predikant te zijn. Tevens bracht hij dank aan allen en inzonderheid de kerkeraad en de medewerkers in het wijkwerk.
Namens de Centrale Kerkeraad sprak ds. A. J. Hoorn en voor de Centrale Kerkvoogdij de heer J. Thurmer. Wethouder van der Veen sprak namens de gehele Vlaardingse bevolking.
Ouderling de Priëlle besloot deze dienst door met welgekozen woorden ds. Blesbroek te danken voor alles wat hij voor de wijkgemeente en de gehele gemeente als pastor en leraar heeft gedaan.
Chr. School Wijngaarden.
Op 31 januari om 7 uur n.m. hoopt dr. H. Bout uit Utrecht in de Herv. Kerk te Wijngaarden een jubileumrede te houden in verband met het 50jarig bestaan van de Chr. School te Wijngaarden. Na deze dienst wordt er in het Verenigingsgebouw een receptie gehouden. Allen hartelijk welkom.
Giften.
In Besoyen kwam een gift binnen van ƒ 500, — voor de zending en in Rijssen een van ƒ 10.000, — voor de restauratie van het orgel in de Schildkerk.
Vlaardingen, 17 januari 1968
Aan de Centrale Kerkeraad der Herv. Gem. te Vlaardingen.
Weleerwaarde en Eerwaarde Broeders,
Hierbij hebben ondergetekenden de eer u een afschrift te dóen toekomen van een schrijven, dat onder leden van de verschillende wijkkerkeraden en belangstellenden is verspreid.
In aansluiting daarop zouden zij u dringend willen verzoeken op korte termijn een vergadering van ambtsdragers bijeen te roepen, die eveneens voor belangstellenden toegankelijk is.
Gaarne zouden zij op de agenda voor een dergelijke vergadering o.a. onderstaande punten aan de orde gesteld zien. 1. Is, naar uw mening, bezinning nodig t.a.v. de koers, die ons kerkelijk leven volgt?
a. bij de noodzakelijke verdieping in de prediking;
b. bij de opbouw van de gemeente, waar het gaat om het kennen van de Bijbel en het belijden (denk aan de Catechismus-prediking);
c. bij het gericht-zijn op de wereld.
2. Worden in Vlaardingen niet te gemakkelijk nauwe contacten gelegd tussen de Hervormde Gemeente en de kerken, die in hun officiële belijden zeer ver van de Hervormde Kerk afstaan?
3. Moet vanuit onze Gemeente niet een beroep gedaan worden op het I.K.O.R. t.a.v. de zondagse kerkdiensten, die uitgezonden worden en waarin een groot gedeelte van de gelovigen der gemeente geen geestelijk voedsel kan vinden?
Met de meeste hoogachting en broedergroet in Christus. Januari 1968
Uit liefde tot de Kerk richten wij ons als belijdende leden van de Hervormde gemeente te Vlaardingen tot de hele gemeente en in het bijzonder tot de Kerkeraden en de Centrale Kerkeraad met een oproep tot bezinning over de situatie waarin we ons als Kerk bevinden.
De Here Jezus Christus heeft zijn apostelen opgedragen de wereld in te treden met de prediking van het evangelie. In de loop der eeuwen is — met veel gebreken en gepaard met veel ontrouw — door velen die de roepstem van de Heiland uit de Bijbel hadden verstaan, deze taak met blijdschap vervuld in een oproep tot de bekering en geloof.
Op deze manier waren zij solidair met de wereld. Zij wisten immers dat zij zelf als zondaars voor God alleen behouden werden door de genade van Christus. Bewogen met allen die dachten hun lot in eigen handen te kunnen houden, smeekten zij hun hemelse Vader in de wereld te mogen staan als gemeente van Christus, opdat velen mèt hen het nieuwe leven zouden vinden in hun Heiland.
Nu heeft de gang van zaken dn de Nederlandse Hervormde Kerk, en speciaal die in onze eigen gemeente, een diepgaande verontrusting bij ons teweeggebracht.
Lééft de gemeente nog wel uit de rijkdom van het evangelie, zoals dit in de Bijbel door de Here is geopenbaard?
Wordt er op alle kansels zo gepredikt dat dit evangelie kan doorklinken in de gemeente, zodat deze gebouwd wordt in het geloof — geloof naar de Schrift?
Wordt er voldoende rekening gehouden met vele eenvoudigen in de gemeente — die heel vaak behoren tot de getrouwsten in het meeleven — en die dicht bij de Schrift leven, maar van allerlei moderne theologieën niets weten en er ook geen behoefte aan hebben?
Worden zij niet al te gauw (en te vaak?) opgeofferd aan een (al of niet vermeende) apostolaire roeping ten aanzien van de „buitenkerkelijken"?
Moet solidariteit met de wereld betekenen dat wij als leden van de Kerk ons zo gaan gedragen in de wereld dat wij niet meer in de gaten lopen?
Of moet het niet veeleer zó zijn dat we als gemeente in de wereld opvallen door de rijkdom die we in Christus hebben (uit genade), zodat velen getrokken worden tot Gods wonderbare licht?
Is het dan wel te verantwoorden dat er „oude getrouwen" zijn die geen geestelijk voedsel meer ontvangen door de manier waarop soms gepredikt wordt?
De Kerk moet vooruit — beslist. Maar de Kerk is geen organisatie waarin de koers bepaald wordt door progressiviteit of conservatisme. De koers in zulke zin ligt altijd in het horizontale menselijke vlak. Laat de Kerk toch niet blijven steken in medemenselijkheid en in een streven naar leefbaarheid! De Kerk kent toch de dimensie naar boven. We mogen toch vooruit naar de wederkomst des Héren!
Mogen we u dan vragen ernstig en biddend te overwegen of het niet nodig is èn de hoogste tijd de hele gemeente meer te betrekken bij het kerk zijn? Bij alle (nodige) gepraat over de dingen van de dag mogen we toch niet vergeten dat we, al bouwende op het fundament, zo druk aan het bouwen kunnen zijn, dat het fundament eronder verdwenen raakt.
Mogen we u tenslotte vragen de geuite kritiek te willen aanvaarden als middel om de opbouw van de gemeente te bevorderen, zodat deze werkelijk gemeente van Christus zal zijn.
Zo beogen we hetzelfde als ds. A. van Es, toen hij in Hervormd Nederland van 2 december 1967 schreef, dat er een opwekking nodig is. Ook sluiten we ons gaarne aan bij de woorden van ds. Landsman, dat hij met een sterk heimwee terugdacht aan „Gemeenteopbouw". Maar niet minder willen we uitspreken de 24 verontrusten" goed te begrijpen en de zorgen die zij kennen te delen. Met de meeste hoogachting en broedergroet in Christus. Ondertekend door 32 lidmaten. Vlaardingen, 17 januari 1968.
Studenten doen goed woord voor Open Brief.
Drie hervormde theologische studenten aan de rijksuniversiteit te Utrecht, de heren J. H. Gijsbertsen, L. Korevaar en J. K. Vlasblom, sturen ons een brief, waarin zij zich naar aanleiding van de reacties op de Open Brief van 24 verontruste hervormde predikanten afvragen of er wel de bereidheid is elkaar te begrijpen. Deze studenten willen de Open Brief serieus nemen, ze achten de diepste bedoelingen van de schrijvers juist. „Wanneer wij los van de formuleringen de beweegredenen gaan onderzoeken, moeten wij wel tot andere uitingen komen dan liefdeloze kreten", zeggen de studenten, die voorts vinden dat het tot nadenken moet stemmen dat predikanten van zo verschillende modaliteit elkaar hierin gevonden hebben. „Zoals altijd, wanneer de nood hoog is, worden de krachten gebundeld. Daarom zal dit eerder bezinning dan bevreemding moeten wekken."
De studenten, die hun brief ook naar de generale synode van de hervormde keirk hebben gestuurd, vervolgen:
„Wij menen dat de kerk op haar hoede moet zijn voor twee gevaren: het gevaar van een klakkeloze aanpassing aan de wereld en het gevaar van verharding, verstening en herhaling. Er ligt hier een spanning. Wij vragen ons af of de „Open Brief "-ondertekenaars zich niet te fel afzetten tegen de waardering van de secularisatie (verwereldlijking, red.) in het moderne denken en zich daardoor schuldig maken aan een zekere verharding, terwijl anderen in hun klakkeloze aanvaarding niet uitkomen boven het eerste gesignaleerde gevaar. Wij zijn van mening, dat de Ned. Herv. Kerk in deze tijd toe is aan een synthese van beide inzichten aan een Nieuw Réveil dat positief, maar ook kritisch zich in deze ver warde, geseculariseerde tijd gaat manifesteren. De kerk moet zeker tegenstand tegen de „wereld" plegen, maar dan niet tegen de secularisatie sec, maar tegen de onvrijheid, de oorlogen en de onrechtvaardigheid, de onkerkelijkheid, in casu tegen de werken van de „Overste van de wereld", die zich in alle tijden al tegen de kerk van Christus heeft verzet.
Daarom is het nodig, dat wij vanuit de spanning, die het geseculariseerd mens-zijn en het christen, kind van God zijn inhoudt, nogmaals over de vragen van de „(Open Brief" gaan spreken, namelijk: „Zou het ook kunnen zijn, dat wij in de wereld zijn uitgegaan zonder werkelijk geroepen en gezonden te zijn? " en „Wat is een rechte, Bijbelse prediking? " De „Open Brief" geeft al een schets van de rechte prediking. Het is de bedoeling dat iedereen in de Ned. Herv. Kerk zich daarover thans gaat bezinnen. Voor de beantwoording van beide vragen is het noodzakelijk diepgaand de Heilige Schrift te bestuderen. Een grondige exegese met behulp van een concordantie is vereist. De Schrift zelf waarborgt de actualiteit van haar boodschap. Wij mogen die boodschap over ons laten heersen in ons denken en doen. Zij corrigeert en bekeert ons dagelijks door de Geest van God, die met en in de Schrift gegeven is. Dit geeft ons kracht en wijsheid in het heden onze weg te gaan en in de spanning van wereld-kerk te staan. Zodra deze spanning wegvalt wordt men of fundamentalist of alleen omverwerper van het oude zonder meer.
In deze spanning, wetende waarlijk wedergeboren te zijn door de Heilige Geest, worden wij apostolair in de goede zin., Wij zijn dan mensen, die weten wat het is uit genade te mogen leven. Wij bidden dat de kerk op deze wijze steeds méér apostolair mag worden en deze „Love-in" gedachte verbreiden: het liefhebben van God, het je liefgehad weten door God en het elkaar liefhebben voor Gods aangezicht!" — Tot zover de Utrechtse studenten.
(Trouw).
Theologische fondsen en beurzen.
De Commissie voor het Theologisch Hoger Onderwijs der Nederlandse Hervormde Kerk richt de aandacht van theologische studenten op hel bestaan van de Centrale voor theologische fondsen en beurzen ter ondersteuning van theologische studenten. Het kan in hun belang zijn zich te richten tot hel bureau van de Generale Synode, Carnegielaan 9, 's-Gravenhage, waar men tegen de som van ƒ 1,25 een lijst in brochurevorm kan verkrijgen, waarin, voorzover genoemde commissie bekend, alle studiefondsen en beurzen vermeld staan, die Nederlandse Hervormde studenten bij hun theologische studie willen steunen. Óp deze wijze stelt men zichzelf voldoende op de hoogte.
In dit verband richt de Commissie tevens de aandacht van eerste en ouderejaars studenten op het voorschrift zich vóór 1 maart 1968 te richten met hun sollicitaties om een toelage voor de cursus 1968-1969 en wel tot die instellingen, die financieel steun willen verlenen en bij de Centrale zijn aangesloten. Hoe spoediger dit geschiedt, des te vlotter kunnen de curatoria der fondsen en beurzen hun beslissingen nemen.
Ten overvloede wijst de commissie voornoemd, de besturen en curatoria van de verschillende fondsen en verenigingen, die toegetreden zijn tot de Centrale voor de theologische fondsen en beurzen er op, dat de sollicitaties en alle in duplo ingevulde formulieren van eerste en ouderejaars studenten vóór 1 maart 1968 in het bezit dienen te zijn van de secretarissen van de fondsbesturen (zie artikel 7 van de Leidraad).
Prof. dr. W. F. Dankbaar, voorzitter.
Drs. O. V. Henkel, secretaris.
Studiefonds der Nederlandse Hervormde Kerk.
De Commissie voor het Theologische Hoger Onderwijs der Nederlandse Hervormde Kerk richt de aandacht van eerste en ouderejaars studenten die in aanmerking wensen te komen voor een boekenbeurs uit het studiefonds der Nederlandse Hervormde Kerk voor de cursus 1968-1969 op het voorschrift zich thans onverwijld met een schriftelijk verzoek te richten tot genoemde commissie, adres: Carnegielaan 9, 's-Gravenhage.
In aanmerking komen theologische studenten en kandidaten die het kerkelijke examen nog niet zullen hebben afgelegd vóór 1 september 1968.
Met nadruk wijst de commissie er op, dat vóór 1 maart 1968 de verzoeken moeten zijn ingeleverd. Te laat ingediende aanvragen zullen terzijde moeten worden gelegd.
Op grond hiervan adviseert de commissie voor het theologisch hoger onderwijs belanghebbende zo spoedig mogelijk hun verzoeken in te dienen, waarna hun een formulier in duplo ter invulling zal worden gezonden.
Prof. dr. W. P. Dankbaar, voorzitter,
Drs. O. V. Henkel, secretaris.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 januari 1968
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 januari 1968
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's