De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Diep verbonden maar nog  steeds kerkelijk gescheiden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Diep verbonden maar nog steeds kerkelijk gescheiden

32 minuten leestijd

In verband met Doleantie-herdenking werd door de heer R. Gort, student in de theologie van de Theologische Hogeschool van de Geref. Kerken (vrijgem.) te Kampen een dubbel interview georganiseerd met prof. J. Kamphuis, hoogleraar dogmatiek aan deze hogeschool en met de redacteur van ons blad. Het interview was bedoeld voor het nieuwe jongerenblad Zilt. Dit blad zal echter voorlopig niet (meer) verschijnen. Het vraaggesprek werd nu geplaatst in het blad Kerknieuws, dat het vanwege de actualiteit geheel plaatste, ondanks de lengte. De lezers treffen nu het stuk ook volledig in déze kolommen aan.

Redactie


Wij hebben van u, ir. Van der Graaf, begrepen, dat u over de Afscheiding positiever denkt dan over de Doleantie. Kunt u dat uitleggen?

JvdG: Ja, ik stel altijd dat de Hervormde Kerk (voortaan: HK) aan de Afscheiding groter schuld heeft. Je kunt weliswaar zeggen, dat de wortel van zowel Afscheiding als Doleantie ligt in de betreurenswaardige toestand van de HK in de vorige eeuw. Maar... als ik zie wat de HK de Afgescheidenen heeft aangedaan, al die processen en zo, dan hebben de Afgescheidenen zwaar geleden aan de kerk, ook in het feit dat ze niet meer geduld, niet meer verdragen, ja daardoor uitgeworpen werden.

Bij de Doleantie daarentegen vind ik dat er veel meer sprake is van bewuste voorprogrammering, ook van theologische voorprogrammering, van een afscheiding. En voor een tweede afscheiding na die van 1834 zie ik de directe noodzaak niet in.

U ziet de Doleantie dus niet als een daad van kerkelijke gehoorzaamheid?

JvdG: Nee. De dolerenden zullen dat zelf wel zo gevoeld hebben, maar ik bezie de Doleantie als iemand die van harte tot de NH-kerk behoort en wil het niet als een daad van kerkelijke gehoorzaamheid zien.

U zegt net: 'Ik behoor van harte tot de NH-kerk'. Wat verbindt u zo sterk aan die Hervormde Kerk?

JvdG: Het is voor mij de kerk van de Reformatie in dit land, de nationale gereformeerde kerk, de kerk waar de gereformeerde belijdenis zijn plaats heeft gekregen tot op de dag van vandaag. Maar nog liever noem ik het woord 'verbond': het verbond verbindt mij met deze kerk en in deze kerk, met het voorgeslacht. Ik hecht erg aan de uitdrukking 'kerk der vaderen': daar zit in dat element van de verbondenheid met de gereformeerde vaderen die in deze kerk vanaf het begin zijn geweest.

U noemde de gereformeerde belijdenis die tot op vandaag een plaats in de HK heeft. Maar wat doet u als de Gereformeerde Bonder dan met de plicht tot afscheiding, zoals die in de Nederlandse Geloofsbelijdenis (art. 23) beleden wordt?

JvdG: Ja, - ik weet dat dit een aangelegen punt is. Daar staat in de NGB dat je je moet afscheiden van degenen die niet van de kerk zijn en anderzijds dat je je niet mag afscheiden van hen die van de kerk zijn. Daar zit voor mij een spanningselement.

Als het in de artikelen 27 t/m 29 over de kerk gaat, dan gaat het om de kerk in haar zichtbare gestalte, maar die kerk in haar zichtbare gestalte is zeer verdeeld. Dus wij komen voor de vraag te staan waar dan vandaag de ware kerk te vinden is en dan geloof ik dat je zeggen moet dat de elementen van ware en valse kerk in principe in elke kerk aanwezig zijn of kunnen zijn. Dus ik lokaliseer de ware kerk niet in éen bepaald kerkgenootschap; ik lokaliseer de valse kerk niet in een bepaald kerkgenootschap, maar ik geloof dat er sprake is door de eeuwen heen van een strijd tussen ware en valse kerk die zich niet in onderscheiden instituten behoeft te voltrekken, maar die zich ook in één bepaalde kerk kan voltrekken.

Dus ik geloof niet in het principe, in de noodzaak, in de bijbelse noodzaak, van afscheiding. Ik geloof wèl dat de gemeente van Christus telkens weer gezuiverd moet worden van dwalingen die in haar zijn. Dus dat het er wel terdege op aan komt om de gemeente van Christus zui­ver te houden - in de leer, in het pastoraat, in de catechese, in het diakonaat, in alle elementen die aan de kerk eigen zijn. De kerk wil ik in éérste instantie, of in belangrijke mate, ook zien in de plaatselijke gemeente, waar de ouderlingen 'op de leer zitten' om zo te zeggen, zodat zij zelf ook in de gemeente tucht oefenen. Tuchtoefening is voor mij in eerste instantie een zaak van de kerkeraad.

U zei zoëven: valse kerk is voor mij niet iets wat zich identificeren laat met een bepaald kerkgenootschap. Maar nu aan de feiten: de valse kerk wordt o.a. gekenmerkt door het vervolgen van hen, die willen leven naar het gebod van God, zegt de belijdenis. Nu zien wij Hendrik de Cock in 1834 en daarvóór, bezig om te leven naar de wil van zijn hemelse Vader, en die man wordt daarin niet geaccepteerd, hij wordt uiteindelijk uit de HK verdreven.

Wat doet u daarmee? Dan kun je toch zeggen dat de valse kerk zich openbaart in het hervormde kerkinstituut?

JvdG: Ja. Ik heb daar ook geen moeite mee om dit te beamen, ik heb er grote moeite mee om te ervaren dat dit zo is. Daarom ben ik ook begonnen met te zeggen: de Hervormde kerk heeft gróte, gróte schuld aan de Afscheiding vanwege het feit dat er in haar zoveel was dat te typeren is met de elementen van de valse kerk.

Maar misschien mag ik een voorbeeld geven dat vandaag ook actueel is: apartheid. Ik zou apartheid die bijbels gefundeerd wordt, wel een ernstige dwaling kunnen noemen. Welnu: in de reële gereformeerde kerk, of kerken, van Zuid-Afrika wordt apartheid verdedigd op bijbelse gronden. Dan heb je daar te maken met symptomen van de valse kerk. Desalniettemin gaat het niet aan om te zeggen: dè Gereformeerde Kerken van Zuid-Afrika zijn op het ogenblik dè valse kerken...

JK: Mag ik misschien er tussenin komen?

Het viel mij op dat de heer Van der Graaf aan het begin zei: Ja, voor de Afscheiding sympathie; voor de Doleantie... dat is veel meer voorgeprogrammeerd .

Nu moet ik zeggen: er zit een element van waarheid in. Dat is ook betrekkelijk logisch: Kuyper en Rutgers hadden veel meer in hun theologische bagage dan Hendrik de Cock en de jonge dominees die met De Cock meegingen. Dat kan inderdaad ook de indruk van 'berekening' maken, van 'kerkelijke strategie'. Maar aan de andere kant, ik zou graag willen zeggen wat de Doleantie betreft: beter laat dan nooit!

Ik zie de Afscheiding als een zaak van gehoorzaamheid - in alle onvolkomenheid, in alle aanvechting ook, ook in alle onbeholpenheid: een zaak van gehoorzaamheid. We moeten bij de Heere blijven, we moeten bij Zijn Woord blijven, de kerk is de vergadering van de gelovigen... nou, daar heeft De Cock zich op zijn eenvoudige dorpsdomineemanier voor ingezet.

En nu is dit het punt: daarna had ik me kunnen denken dat alle gereformeerden in de NH-kerk zich bij de Afscheiding gevoegd hadden en dan was dat een Gereformeerde Kerkvergadering geworden, die de band met 1816 geslaakt had en weer de eigen weg van de Gereformeerde Kerken vervolgd had.

Maar dat is niet gebeurd. Er zijn gereformeerden in de NH-kerk gebleven en die hebben daar hun strijd voor kerkherstel gestreden. Groen van Prinsterer, waar we ook dankbaar voor zijn, en anderen o.a. ook Kuyper. Maar waar 't me nu om gaat is: als je 1886 vergelijkt met 1834, dan zit daar tussen: de opkomst van het modernisme - en tussen 1834 en 1886 zit óók, dat dat modernisme de kansel opkwam. Dat je met Pasen hoorde, dat er helemaal geen opstanding der doden was... die stormloop van het modernisme, daar heeft de Doleantie mee te doen gekregen. Vandaar dat ik zeg: beter laat dan nooit! Die loochening van de opstanding, van de hemelvaart, van alle heilsfeiten, van de Drieëenheid, van heel de christelijke leer... die was in 1834 nog lang niet zo duidelijk als die werd zo rondom 1850.

JvdG: Als ik u goed begrijp, wilt u dus eigenlijk aanscherpenderwijze zeggen: de Doleantie was nog meer nodig, nog actueler dan de Afscheiding? Omdat er dus dat modernisme tussen zat?

JK: Ja!

JvdG: Mag ik hierop reageren? In de analyse van de situatie verschillen we niet en óók niet in de waardering ervan. De vraag is alleen: wat is dan de weg tot kerkherstel?

In de jaren tussen Afscheiding en Doleantie waren er ook in de HK, die niet-aflatend juist tegen dat modernisme de strijd hebben aangebonden en niet minder dan Kuyper hebben gezegd: dat modernisme, dat kan niet en dat mag niet! Da's ook mede de aanleiding geweest tot de oprichting van de Gereformeerde Bond en ook van de Confessionele Vereniging, waar Hoedemaker aan verbonden is geweest...

Ik voel mij zeer verwant met Hoedemaker, die niet met de Doleantie meeging maar daarentegen wees op de weg van de gemeenschappelijke verootmoediging, tot herstel van de nationale kerk juist ook langs de weg van reorganisatie. Want ieder die kerkherstel voorstond in de HK van de vorige eeuw, was het hier over eens: dat we van de reglementen van de koning af moesten, dat de kerk weer ambtelijke vergaderingen moest hebben, vrijuit moest kunnen spreken naar binnen en naar buiten... maar zij hebben die strijd van binnenuit willen voeren. Het geding tussen Kuyper en Hoedemaker is helemaal door mij heengegaan en dan sta ik aan de kant van Hoedemaker... vanwege zijn zicht op het verbond.

JK: Ik ben blij dat u dit naar voren brengt - het verbond - maar daarvóór zou ik nog een andere opmerking willen maken.

Wat ik erg belangrijk vind is dit: De kerkeraad van Amsterdam had concreet met het modernisme te maken. Toen hééft die kerkeraad niét gezegd: we treden uit!, ze hebben alleen gezegd: wij willen niet attesten van goed zedelijk gedrag geven terwijl we weten, dat er loochening van de heilsfeiten bij deze jonge lidmaten is. Op grond daarvan reageerden de kerkelijke besturen met: dat mag niet! Jullie móeten aanvaarden!

En nu zou ik de heer Van der Graaf willen vragen: als u dat gezegd wordt: 'jullie móeten aanvaarden'... moet je dan ja of nee zeggen?

JvdG: Die situatie is zich natuurlijk blijven voordoen in de NH-kerk tot op vandaag, waar je dus op een zeker moment gebonden bent. Maar gelukkig nu gebonden bent aan bepalingen van de K.O., die dus door de kerk zelf is aanvaard nadat we in 1951 vrijgekomen zijn van de reglementenbundel. Ook nu komen er situaties voor dat mensen soms aanvaarden móeten. Alleen, ja ik heb tegen die situatie van Amsterdam weinig te zeggen, laat ik dat ook in alle eerlijkheid op tafel leggen.

Zo ken ik ook vandaag situaties in de HK dat ik zeg: het zou alleszins begrijpelijk zijn als men buiten de HK kwam te staan. Maar - en nu kom ik tóch weer terug op de kwestie van het verbond - is het ook zo, dat je binnen het kader van het verbond moet zeggen: laat kaf en koren samen opgroeien tot de dag van de oogst (ik weet dat er ook de uitleg voor is van: dat is dan kerk en wereld) maar... heb je niet twee kanten van het verbond, mensen die dus het verbond innerlijk ook aanvaarden en mensen die er vreemd van zijn... gaat het ook binnen het verbond niet om bekering?

Betekent dat ook niet, dat je in de kerk te maken hebt met die twee kanten, zodat er ook heel duidelijk sprake van kan zijn, dat er allerlei is in de kerk des Heeren wat zich niet met het wezenlijke van het verbond verdraagt - terwijl je toch niet kunt zeggen: het ligt buiten de grenzen van het verbond? Ik denk dat we de vraag moeten stellen, waar wij de grenzen van het verbond nemen. Ik denk bijvoorbeeld aan het gebied van de Alblasserwaard, waar in de vorige eeuw heel wat modernisme was en waar nu vrijwel elke gemeente, om niet te zeggen: élke gemeente, rechtzinnig is en waar de gereformeerde prediking is... daaruit mag je ook nog weer een keer concluderen dat de Heere God Zijn trouw bewaart. Zijn verbondstrouw, ondanks onze ontrouw. Ik denk dat dat een wezenlijk punt tussen ons is wat boven tafel moet komen.

Voordat u, prof. Kamphuis, hierop reageert, zouden wij graag duidelijk willen hebben, ir. Van der Graaf, wat nu uw antwoord is op die vraag van prof. Kamphuis m.b.t. de Amsterdamse situatie: ja of nee? Als het is 'slikken of stikken' moet je dan ja of nee zeggen?

JvdG: Ik heb dus gezegd: De Doleantie was voorgeprogrammeerd, maar mij wordt tegengeworpen: Neem nou die éne Amsterdamse gemeente... die moest 'slikken of stikken' om uw eigen woorden even te gebruiken... goed. Maar moet dan uit een situatie die zich gemeentelijk in Amsterdam voordoet, een landelijke Doleantie voortvloeien?

Als wij u goed begrijpen, wilt u dus zeggen: Gemeentelijk, daar ter plaatse, konden ze niet voldoen aan de oproep van de kerkelijke besturen, maar elders kon dat nog wel?

JvdG: In ieder geval was het zo dat, in vele, vele gemeenten er zich een kerkelijk leven bleef voltrekken, dat voluit gereformeerd was in prediking, pastoraat e.d. en waar men de strijd aanbond tegen het kerkelijk systeem van die dagen, van de synodale genootschap, èn tegen de reglementenbundel.

JK: Ja, maar... zonder nu op één onderdeel de zaak vast te zetten, of mijn gesprekspartner te willen vastzetten... maar feit is, dat in Amsterdam já gezegd móest worden tegen, meegewerkt moest worden met, de zonde. En eigenlijk zou ik op dat punt... eh... broeder Van der Graaf... eigenlijk zou ik op dàt punt door willen praten m.b.t. het verbond. Want ik vind het uitermate belangrijk, dat dit thema, de werkelijkheid van het verbond, dat die hier aan de orde gesteld wordt in verband met de kerk. Dan zeg ik: wat vraagt de Heere nu anders dan recht te doen en gerechtigheid lief te hebben en ootmoedig te wandelen met de Heere, onze God? Wat vroeg de Heere anders van de Amsterdamse kerkeraad?

Wij willen dat ook naar onze tijd toe. Ir. Van der Graaf gaat ook naar onze tijd toe, hij zegt: 'ja, er zijn streken in ons land waar de gereformeerde prediking weer toegang heeft gekregen' - je kunt net zo goed natuurlijk ook zeggen: ja, er zijn óók gemeenten waar de vrijzinnigheid opgerukt is; die gemeenten zijn óók te noemen; het één is er en het ander is er.

Maar wat er óók is - wat mij eigenlijk ook geestelijk altijd heel erg bezighoudt als ik aan mijn broeders van de Gereformeerde Bond denk - : er is een ander soort modemisme voor in de plaats gekomen dat in de loochening van de ons geopenbaarde waarheid niet minder ver gaat. Berkhof! Terwijl er een reorganisatie doorgevoerd is!

En die reorganisatie zou het dan zijn! Waar trouwens de ambtelijke vergaderingen in de NH-kerk zelf op beslissende punten ook deel aan hebben - zelfs in, nu óók, synodale uitspraken. Denk aan 'richtlijnen m.b.t. de uitverkiezing' - rechtstreeks tégen Dordrecht 1618/1619.

Daar heeft de kerk zelf toch gesproken, en wel heel duidelijk tegen het geloof der vaderen. En binnen de kerk wordt - en dat toch niet door de eerste de beste, en dat ook niet bij wijze van een experiment of een 'slip of the pen' - maar zeer nadrukkehjk gezegd: de meest elementaire dingen van het christelijk geloof... die staan eigenlijk buiten het christelijk geloof!

JvdG: Mag ik hierop reageren? Ik onderschrijf dit helemaal! Hier verschillen wij niet. Maar... vanuit uw kerk is mij een keer toegevoegd: hoe kan Van der Graaf avondmaal vieren in een kerk waar Berkhof ook avondmaal viert? Toen heb ik gezegd: ik heb me nog nooit de zegen van het avondmaal ontnomen gezien als ik in de Hervormde Gemeente van Huizen aan het avondmaal zit, wanneer daar ook iemand als Berkhof in deze kerk is die ik te vuur en te zwaard wens te bestrijden...

JK: De apostel Paulus zegt tegen de gemeente van Corinthe: 'Doet die niet deugt uit uw midden weg'.

'Wat gemeenschap', zegt hij elders, 'wat gemeenschap heeft het licht met de duisternis?' 'Trek geen ongelijk span met de ongelovigen aan.' Nu zou ik u willen voorhouden deze kwestie: Is dat nu niet naar de norm van het verbond: 'Doet dat uit uw midden weg'? Want dat wil de Heere zo niet!

Nou is mijn kwestie eigenlijk deze: Niet dat het vandaag niet weggedaan wordt, vandaag de dag bedoel ik, maar dat u als Gereformeerde Bond zegt: 'Als Bond, als instituut dus a.h.w. als Bond hebben wij ons vastgelegd op: geen afscheiding.

JvdG: Nee, dat niet, dat niet. Wij zeggen niet dat wij te allen tijde in deze kerk zullen blijven, dat zou ook een 'program-voor-de-toekomst-maken' zijn. Wij weten ook niet hoe de Heere God zijn kerk leiden zal. Maar we hebben wèl gezegd: 't Zou de zwartste dag van ons leven zijn als wij buiten de kerk komen te staan, die wij, vanwege onze beginselen: vanwege het verbond, lief hebben gehad tot vandaag. Maar het is niet zo, dat we daar een program mee maken voor de toekomst te allen tijde. Iemand als Calvijn is tenslotte ook buiten de kerk van zijn dagen gekomen. Maar helemaal overeind blijft staan, dat hij ons in zijn Institutie het Oude Testament voorhoudt en zegt: kijk eens hoe er een ontrouw was onder oud-Israël en toch, de profeten hebben geen nieuwe kerken opgericht... daarmee waarschuwt Calvijn tegen een ver doorgevoerd separatisme, of tegen de separatie in het algemeen als beginsel.

In de strijd tegen het modernisme staan wij aan dezelfde kant van de lijn; desalniettemin staan wij aan verschillende kanten van een kerkelijke lijn als het gaat om de vraag waar wij nu die strijd tegen het modernisme hebben te voeren. Ik, heb begrip voor die mensen die zeggen: 'wij kunnen die strijd in de HK niet voeren!'

Maar ik vraag nu omgekeerd: kunt u begrip hebben voor het feit, óók vanwege de geschiedenis, dat mensen die strijd toch in de HK wèl voeren, en ervaren we met elkaar dat èn in de kerken van de Afscheiding èn in de Hervormde Kerk toch de zegen van het Woord gebleven is?

En als het dan gaat over gehoorzaamheid aan het verbond, daar staan we allen voor... maar zou de Heere zijn Woord nog willen zegenen als we zijn verbond echt in absolute zin ongehoorzaam zijn?

JK: De beantwoording van dat laatste zou misschien te ver voeren in, zeg maar, theologisch opzicht m.b.t. het verbond... maar ik ben blij met deze voortgang van het gesprek...

Als u nu zegt: 'We staan aan dezelfde kant wat betreft de bestrijding van het huidige modernisme'... ja, hoe staan we nu aan dezelfde kant? Staan we nog aan dezelfde kant, voor wat betreft de erkenning dat je - zij het op verschillende plaatsen, kerkelijk gezien - toch ook allebei je laat leiden door gehoorzaamheid aan het Woord Gods? Mag ik daar een dubbel antwoord op geven? Ik dacht, ir. Van der Graaf, dat ú wèl begrip wilt hebben voor afgescheidenen, en misschien wel minder voor dolerenden... maar dat u niét zegt, dat zij in gehoorzaamheid gehandeld hebben.

Wèl dat zij het subjectief zo ervoeren, maar niét dat zij in gehoorzaamheid gehandeld hebben dus... inzoverre geloof ik dat u m.b.t. de 'gesepareerden' toch niét zegt: 'zij staan aan de kant van degenen die in gehoorzaamheid aan het verbond handelen en gehandeld hebben...'!

Aan de andere kant wil ik zeggen - terwijl ik mij verbonden voel, en tot in het diepst van mijn hart, met de gereformeerde belijders in de NHK... en dat 'tot in het diepst van mijn hart' dat meen ik serieus, ook als ik denk aan iemand als drs. Exalto - , maar als iemand als bijvoorbeeld Exalto zou zeggen: 'ik ben uit overtuiging hervormd en ik roep ook op om hervormd te worden', dan zeg ik: daar staan we tegenover elkaar. Daar staan we, óók t.a.v. wat de Heere aan gehoorzaamheid vraagt, radicaal tegenover elkaar!

JvdG: Ik wil een correctie aanbrengen op wat ik dan gezegd heb over 'ze hebben het wel als gehoorzaamheid gevóéld' - ik wil een stap verder gaan en zeggen: goed, zij zijn - ik kan toch niet anders dan erbij zeggen: naar hun inzichten - gehoorzaam geweest.

Want als ik zou zeggen: 'zij hebben de échte gehoorzaamheid betracht', dan zou ik moeten zeggen dat het voorgeslacht waartoe ik behoor - en in hun traditie wil ik ook bezig zijn - dat wij die gehoorzaamheid niét zouden hebben betracht. Wij hebben naar ons inzicht - gehoorzaamheid aan het verbond en aan de eisen, de rechten en de plichten van het verbond - onze plaats in deze kerk ingenomen. Dus dat woord 'subjectief moeten we maar vermijden, maar dan toch: naar het inzicht dat wij hebben in de Schrift - óók als het gaat om de leer van het verbond.

JK: Mag ik nou op dat punt een vraag stellen? Ik zou me kunnen voorstellen dat je zegt: je hebt 19834 gehad, je hebt 1886 gehad, nou zijn er broeders die het met 1834 niet eens zijn, die vinden het een onjuiste weg... ja, daar kun je lang over praten... diezelfde broeders zeggen ook van 1886 wellicht 'nog meer mis', kun je ook lang over praten... maar we leven in 1986 en nu zou ik aan ir. Van der Graaf de vraag willen stellen: vindt hij het geen zaak van gehoorzaamheid binnen het verbond, dat we... ja... gróót denken van Gods goedertierenheid in het verbond, héél groot... maar dat we óók heel streng denken t.a.v. onszelf wat de gehoorzaamheid betreft?

En houdt dat niet in, dat de gereformeerde belijders die er vandaag zijn in de NHK de roeping hebben om te breken met de ongelovigen?

'Wat voor gemeenschap heeft het licht met de duisternis? '

JvdG: De vraag is rechtstreeks... ik denk dat tegen de achtergrond van wat ik gezegd heb - en die twee kanten van het verbond, en ook wat ik dus van Calvijn aangehaald heb - ik ook die noodzaak van vandaag niet direct zie. Daar wil ik dit nog aan toevoegen. Ik neem die concrete Hervormde Gemeente van Huizen waar ik woon.

Een gemeente met 12000 hervormde lidmaten, waar er 4000 ook bij zijn die dus in de kaartenbakken zitten en dus niet tot de 'meelevende gemeente' behoren... 4000 van de 12000... maar de prediking en het pastoraat en de tucht rondom het avondmaal en de tucht rondom de doop en al die dingen: die functioneren - voorzover dat in de gebrokenheid van dit bestaan kan. Degenen die niet bewust tot geloof gekomen zijn, zijn onder de beademing van het Woord, of (die rand): onder de beademing van het pastoraat of van de benadering van de kerk... en dan blijkt dat ook zó de Heere God zijn trouw, de trouw van zijn verbond, gestalte geeft door de getrouwe bearbeiding ook binnen het geheel van zijn gemeente, waar sprake is van tweeërlei kinderen des verbonds. Ik heb niet begrepen waarom dat bij u eigenlijk een wat gevoelige uitdrukking geworden is, dat zal te maken hebben met de situatie rondom de vrijmaking... maar wij zeggen van harte: er is sprake van tweeërlei kinderen des verbonds, oudtestamentisch: het is niet alles Israël wat Israël heet... die twee kanten van het verbond, die zich ook manifest maken in toestanden van de gemeente die niet mógen, en waar de prediking profetisch-kritisch op zal moeten ingaan.

JK: Maar in de plaatselijke kerk geldt óók, dat er het gebod van de tucht is... Mattheüs 18! En duidelijke uitspraken van de Heere Jezus, duidelijke uitspraken van de apostel Paulus...

JvdG: Dat erken ik volledig! Als Berkhof in de Hervormde Gemeente van Huizen woonde en er zal a.s. zondag Heilig Avondmaal zijn en morgen censura morum, dan ging ik naar de censura morum om daar het geding aan te gaan t.a.v. de deelname aan het Avondmaal van Berkhof. Zo oefent ook een kèrkeraad van de Hervormde Gemeente van Huizen tucht, maar desalniettemin blijft daar dus een hele rand, of ook een deel om de kern heen, die wel kerkelijk meeleeft, maar niet aan het Heilig Avondmaal deelneemt. Het zal er ook om gaan dat de tafel des Heeren heilig gehouden wordt... natuurlijk! Dus de ambtsdragers hebben hier een hoge opdracht. Daarin denken wij gelijk.

JK: Ik wil niet verder ingaan op die plaatselijke situatie van Huizen, waar ik veel te weinig van weet... alleen, dan wil ik het doortrekken: zoals je in de plaatselijke gemeente tucht hebt te oefenen en gemeenschap met de zonde mag hebben - dat is het punt! - , zo weet ik binnen het totaal van de NHK die toch organisch verbonden is - u zegt zelf: 'Ik hang met m'n hart aan die HK' - van geen enkele procedure tegen Berkhof! 'De "maagdelijke geboorte" van de Heere Jezus, jammer dat het in het Apostolicum gekomen is!' - Berkhof... geen haan die ernaar kraait!

Ik heb graag dat u hier zo op ingaat, ir. Van der Graaf, alleen, ik moet even zeggen dat u, prof. Kamphuis, nog niet de indirecte vraag van mijnheer Van der Graaf beantwoord hebt ofu gelooft dat er tweeërlei kinderen des verbonds zijn.

JK: Nee, graag. Van Woelderink hebben wij geleerd - juist ook tegenover Abraham Kuyper! - om te zeggen: inderdaad wel tweeërlei kinderen van het verbond, maar echt allemaal: kinderen van het verbond. Allen die gedoopt zijn, zijn waarachtig gedoopt, en behoren zó tot het verbond van de genade - maar voor wat het toeëigenende werk van de Heilige Geest betreft, zijn er wel degelijk tweeërlei mensen, tweeërlei kinderen van het verbond. M.b.t. de belofte van het verbond énerlei m.b.t. de toeëigening van de belofte, door de kracht van de Heilige Geest en d.m.v. het geloof - tweeërlei.

JvdG: Ja, zijn we 't volstrekt mee eens. Eén puntje denk ik dat we verschillen, een punt dat wel wezenlijk is ook voor je kerkbegrip: voor ons weegt óók zwaar, dat God zijn verbond houdt tot in duizend geslachten dus dat ook... de geboorteleden... ook in de kringen van de Gereformeerde Bond zal men er niet aan denken om uit de kaartenbakken de geboorteleden te schrappen.

Betekent dit, dat u de kerk niet zou definiëren als 'vergadering der gelovigheid', maar als 'kring van het verbond'?

JvdG: Ik vind geen prachtiger definitie van de kerk dan art. 27: 'Heilige vergadering van ware christgelovigen, al hun heil en zaligheid verwachtende van Jezus Christus, gewassen met zijn bloed en gereinigd door de Heilige Geest'... maar daar heb je dan ook de kerk in haar wezen, in haar geloofsidentiteit; terwijl we toch moeten spreken van een gemeente waar sprake is van dat er tweeërlei is als het gaat om de toeëigening. Toch spreekt de belijdenis op deze verheven toon en op deze bijbelse toon over wat de echte gemeente van Christus is. Daar moet de gemeente ook op aangesproken worden.

'Vergadering der gelovigen' dat betekent ook, dat ieder die lid is van die 'vergadering der gelovigen', de eenheid zoeken moet met allen die tot die vergadering behoren... en mijden hen, die niet tot die vergadering behoren (Rom. 16 : 17), en de zonden bestraffen. Bent u het daarmee eens?

JvdG: Ja, daar ben ik het natuurlijk mee eens. Als zodanig heb ik dus geen enkele moeite met, nee, voel ik mij geroepen tot óók gemeenschap met... zoals wij hier als gesprekspartners aanwezig zijn. Terwijl het mij heel erg pijn kan doen op z'n tijd, dat wij kerkelijk gescheiden wegen gaan... door de gescheidenheid en de gescheurdheid van de kerk kunnen we de avondmaalsgemeenschap niet echt beleven.

Nu is onze vraag: Hoe kan het uiteindelijk, dat je gescheiden optrekt, terwijl je samen van Christus bent? Om de vraag concreet te maken: Hoe kan het bijvoorbeeld dat de Gereformeerde Bond wèl getolereerd wordt in de HK, terwijl Hendrik de Cock en de zijnen en dr. Kuyper en de zijnen niet getolereerd werden? Mogen wij de vragen even wat uitdagend formuleren? : Heeft de Gereformeerde Bond dan misschien een 'Elihouding' (1 Samuel 2 vers 22-25) en benóemt ze wel de zonde, maar niet in de zin van Hendrik de Cock en Abraham Kuyper, op zo'n manier dat ze gewoon niet langer getolereerd zou worden in de HK?

JvdG: U verwacht van mij niet, dat ik een 'oratio pro domo' ga houden... de Geref. Bond als organisatie kun je ook vergeten, want dat is maar een 'behulpsel'... de kerk is daar, waar het Woord Gods is, de kerk is daar, waar de prediking is, en ik constateer dat - ik benader het graag van de andere kant - dat de HEERE God de zegen aan zijn Woord verbonden heeft - ook in de Hervormde Kerk. Terwijl er door heel wat mensen heel zwaar geleden is aan de kerk - omdat ze hadden te zeggen wat ze van Godswege móesten zeggen, ze 't daardoor waarachtig niet makkelijk hadden.

Kijk 'es, ik moet wèl zeggen... als ik nu bijv. iemand als Ledeboer neem, die het Gezangboek verbrandt in zijn tuin... da's natuurlijk een uitdagende handeling... met alle waardering voor Ledeboer, maar met zulke dingen kun je natuurlijk ook processen oproepen... kerkhistorisch kan ik dat minder goed beoordelen. Exalto zegt altijd: d'r heeft ook bij diverse Afgescheidenen iets uitdagends gezeten. Uitdagendheid behoeft nog niet te betekenen: gehoorzaamheid! Je kunt gehoorzaamheid ook op een andere wijze gestalte geven. Diezelfde vraag moet je stellen aan Groen, aan Da Costa, aan alle mannen van het Réveil die heel scherp zich geuit hebben... die toch niet buiten het Genootschap gekomen zijn. Dus die Eli-houding... och, die Eli-houding die zal er inderdaad ook best geweest zijn... maar ik denk dat er een Eli-houding ook in andere kerken gevonden kan worden, ook binnen een afgescheiden situatie: 'Wee de gerusten in Sion', dat geldt ons allen, dat zullen we dus ook naar elkaar moeten zeggen.

Maar is het uitdragen van de vòlle waarheid - inclusief bestraffing van de zonde op de manier waarop de OT-profeten 't hebben gedaan die óók vervolgd werden door de kerk; op de manier waarop Christus het heeft gedaan (Mattheüs 23!) die zéér ver gaat in de beschuldigingen aan het adres van de Farizeeërs — is een zódanig uitdragen van de Waarheid niet inhaerent aan uitdagend zijn? Op zo'n manier dat de 'leugen' in de kerk dat niet meer tolereert, dat de leugen de volle waarheid niet verdraagt en de leugen dus de waarheid eruit zet... uit de kerk... ?

JvdG: Ik zeg alleen maar dat dat scherpe prediken van de waarheid in de HK her en der gevonden wordt zonder dat daar maatregelen van kerkelijke zijde op vallen. Of het eraan inhaerent is, dat je dus dan ook aangepakt wordt en eruitgezet wordt, dan zeg ik: kennelijk niet!

JK: Da's ook met de dwaling zo, die wordt ook gepredikt...

JvdG: Ja, zeker... dus er is in de HK een verregaande tolerantie gegroeid in de loop van de jaren... ik wil wel zeggen dat... dat ervaar ik altijd als het heilzame van de confrontatie met broeders uit de Afscheiding die wérkelijk daarvoor willen staan... dat voor ons altijd het gevaar aanwezig is van een zekere gewenning... Maar... geloof nou niet, dat het feit dat Berkhof in de HK is met zijn christologie, dat dat ons niet een enorme pijn bezorgt... de strijd met hem, die willen wij dus ook aangaan, in het geheel van de kerk.

JK: U gaat de strijd wel met hem aan, maar Berkhof gaat ondertussen wèl verder. Ik wil nog één ding zeggen in dit verband. Als u zegt: toch blijven wij ervan uitgaan dat God zijn zegen aan zijn Woord verbindt in de NH-kerk, dan moet op dit punt geen misverstand tussen u en mij zijn: waar Gods Woord klinkt, verbindt de Heere er naar zijn vrijmacht zijn zegen aan. Als ds. Kok in de Gereformeerde Gemeenten weer de trouw Gods in het verbond predikt en de genade van de Heere dan is de Heere machtig om daaraan zijn heil te verbinden... 'In zijn arm de lammeren' van Lambrechtse is een duidelijk bewijs daarvan. Heel m'n hart zegt er amen op: waar het Woord van de Heere gepredikt wordt, daar is de Heere vrijmachtig om daar zijn zegen aan te verbinden. Dat is het éérste.

En het twééde: als de Heere zijn zegen eraan verbindt, dan zal er toch óók de zegen zijn dat - daar zit tussen u en mij het verschil! - dat de Heere dan ook gehoorzaamheid verwekt - in deze zin, dat wij met de dwaling niet blijven leven. Mijn grote bezwaar tegen de Bond is... u zegt: die gewenning mag niet... maar die gewenning is structureel bij een blijven leven binnen een kerk waar Gods Woord niet richtsnoer is! We móeten scherp zijn tegenover elkaar... Bij al wat er aan téér gereformeerd leven gevonden wordt in de Gereformeerde Bond - en ik zal de laatste zijn om dat te verachten - zeg ik wel: de Gereformeerde Bond als instituut bréékt het gereformeerde leven op dat punt, dat het de gehoorzaamheid niet leert!

JvdG: En dan zeg ik - nou snijd ik het toe: de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt snijden het gereformeerde leven... snijden het af... snijden het gereformeerde leven van andere delen van gereformeerd leven af... waardoor ik zou willen zeggen: je hebt de valse kerk en beschuldigingen ook van valse kerk... maar je kunt óók daarmee de kerk van het sèktetype krijgen!

JK: Ja, dat móet uw aanklacht zijn... ja, inderdaad. Want deze twee dingen liggen er... Enerzijds dat ik zeg: hier is geïnstitutionaliseerde ongehoorzaamheid - bij véél waar wij ons hartelijk aan verbonden voelen - ú zult moeten zeggen - van uw kant - 't is sektarisch!

JvdG: Ja, precies, 't heeft zo'n nare klank, hè? Dat woord 'sektarisch', daarom ben ik er altijd wat beducht voor... er is ook zo verschrikkelijk veel waarin ik mij met de vrijgemaakte kerken verbonden voel - dat voel ik ook weer in dit gesprek - dus ik spreek zo'n woord met verschrikkelijk veel pijn uit...

JK: Ja... zoals u ook zult kunnen verstaan dat - van mijn kant, als we elkaar oog in oog zien - het moeilijk is om te zeggen: ongehoorzaamheid! Maar wij móeten elkaar die broederdienst wel doen! Daar blijft voor mij het raadsel liggen...: als je nou twéé gereformeerden tegenover elkaar ziet, zo dicht bij elkaar en zó scherp tegenover elkaar...., moet ons dat niet in beweging brengen?

JvdG: Ja... Ja... Ja...

Mogen wij u, prof. Kamphuis een vraag stellen i.v.m. wat de heer Van der Graaf al zei: Hoe komt het dat veel mensen een grote drempel voelen voor de vrijgemaakte kerken? Wanneer verontruste gereformeerden in andere kerken zich horen toeroepen: 'Wordt vrijgemaakt! Bij ons is de zuivere prediking nog...!' dan schrikken ze daarvoor terug. Ze willen van alles doen... maar vrijgemaakt worden... dat nooit! Hoe verklaart u dat? En is daar ook reden voor?

JK: Da's een heel complex... uiteraard... ik bedoel. .. uit-de-aard van de zaak dat wij zondaren zijn... uiteraard werken wij drempelverhogend, want... zonde stoot af. Dat in de eerste plaats. In de tweede plaats: Calvijn schreef al tegen degenen die zich niet bij de kerken willen voegen - de Nicodemieten - omdat die stap zo... zo moeilijk was, omdat die drempel zo hoog was. Ze wilden alles... als ze maar niet hoefden te breken met de kerk. Dus die zaak van de drempel... dat is echt niet alleen bij de vrijgemaakt gereformeerde kerken. Dat zie je voortdurend in de kerkgeschiedenis. Men wil van alles, maar net dat ene: zeggen: 'dit moet ik uit gehoorzaamheid doen' - dat niet! Maar wij bidden ook om een doorbraak naar buiten toe... maar dan bid je ook om een leesbare brief van Christus te zijn. Maar bèn je een leesbare brief van Christus, dan werkt dat in zoverre ook drempelverhogend, dat teméér de zaak van de gehoorzaamheid gesteld wordt. Dat het niet een kwestie is van 'waar voel je je thuis' maar: 'wat wil de Heere?' En dan vallen de grote beslissingen...!

Nu nog even over die drempelverhoging door de zònde... kunnen de vrijgemaakten zelf ook niet de drempel verlagen door méér contacten aan te gaan, te 'corresponderen', met méér gelovigen uit andere kerken? Toen u eens sprak voor de christelijke gereformeerde studenten in Apeldoorn hebt u er de nadruk op gelegd, dat het óók belangrijk is, wederzijds elkaar te lézen - om elkaar goed te kennen. Moet hier niet aan toegevoegd worden, dat óók met elkaar gesproken moet worden en... dat je niet alleen elkaar moet lezen, maar dat je ook - rechtstreeks! - naar elkaar moet schrijven, in brieven zoals iemand als Calvijn ook zijn correspondentie had, godsdienstgesprekken voerde... zoals u nu samen hebt... zou dat niet veel méér moeten gebeuren?

JK: Ja... je moet doen wat je hand vindt om te doen... en blijven binnen de roeping waar de Heere je gesteld heeft - ik moet mijn studenten tot het doctoraal examen brengen en daar heb ik m'n handen vol aan. Als er dan een uitnodiging komt om ir. Van der Graaf te ontmoeten, dan zeg ik: ja! Hoewel ik naar m'n agenda kijk en denk: o, dat moet er óók nog tussendoor... ik zeg ja, omdat ik eigenlijk ir. Van der Graaf zo graag een keer ontmoeten wil!

JvdG: Omdat dit laatste nu aan de orde was...: ik vind de ontmoeting heel wezenlijk. We schrijven, we lezen... maar de persoonlijke ontmoeting is onopgeefbaar... ook als je het elkaar scherp moet zeggen. 't Is vaak wel zo, dat het scherp tegen elkaar zéggen anders overkomt dan het scherp aan elkaar schrijven. Eérst zo'n ontmoeting hebben en dan een scherp artikel... ik denk dat in je ervaring dat verschillend ligt, zowel bij degene die schrijft als bij degene die leest. Deze ontmoeting... en dan: léés je. Of: je léést... en dan: die ontmoeting. Ik vond het buitengewoon fijn elkaar ontmoet te hebben. Dat is voor herhaling vatbaar!

JK: Ja. Zeker! Jazeker!

R. Gort

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 maart 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Diep verbonden maar nog  steeds kerkelijk gescheiden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 maart 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's