Financiën.

Postrekening 35683.
Toen ik nog jong was en op school ging, hadden wij tien of hoogstens veertien dagen vacantie in den zomer. Zoo'n twee volle weken vacantie, al dien tijd niet naar school en niets te doen, 't was in mijn oogen niet om door te komen. Ja, ik was aan het eind van die veertien dagen eigenlijk blij dat ze om waren, want ik wist met mijn ledigen tijd geen raad. Uit logeeren gaan bij ooms of tantes, daarvoor viel ik niet in de termen. Waarom niet ? Dat weet ik niet. Het zal misschien wel aan mij gelegen hebben. En voetballen was toen nog onbekend. Wèl heb ik in mijn jeugd dikwijls thuis een zelfde beweging met de beenen zien maken, waar echter voor mij nu juist geen aangename herinneringen aan verbonden zijn. Ik had er ten minste het grootste respect voor en zocht er voor uit den weg te gaan, want het doel was dan allesbehalve een voetbal. Dat weet ik wel. Maar die veertien dagen duurden lang, dat is zeker. Het werd echter nog erger in de laatste periode van mijn schooltijd, 't Was op een Zaterdag, den Isten Augustus, dat de vacantie begon en daar zei de meester, dat we nu niet terug behoefden te komen voor den 3den September ; we kregen geen huiswerk mee, liet hij er op volgen. Een van beide, dachten we : de man is niet goed in zijn hoofd geworden, óf we hebben het niet goed verstaan, 't Bleek echter geen van beide het geval te zijn. De meester was goed bij zijn verstand en hij zei het nog eens heel duidelijk : Nu, jongens, tot den 3den September. Sedert is het nog verergerd. Zes weken is al weinig. Ik hoorde al van drie maanden en zelfs een student van het Studiefonds vertelde mij van een vacantie van bijna 4 maanden. Ja, en verleden jaar liep ik in November eens 's morgens om half 11 door het park „Sonsbeek". Ik zag daar drie jongens van een jaar of tien bezig met takken van jonge boompjes af te rukken.
Jongens, zal je dat wel eens laten ? Waarom zijn jullie niet op school ? Herfstvacantie, mijnheer. Wat zeg je ? We hebben herfstvacantie. En de groote vacantie is pas om. Heb je dan nu weer vacantie ? Ja, acht dagen. Fijn, vindt u niet ?
Wat een onzin toch, dacht ik. Een derde of een vierde van den schooltijd wordt er vacantie gegeven. Waar is dat nu toch goed voor? Voor de jonge boompjes op „Sonsbeek" was het dien morgen slecht, dat weet ik wel. Maar laat ik er mij maar niet in verdiepen. Ik kan daar met mijn ouderwetsche begrippen tóch niet bij. En de lezers zullen met recht vragen hoe ik er toe kom om daar over te schrijven. Ik zal het u spoedig vertellen. Ik ontving een brief en daar kwam het woord „vacantie" in voor en daardoor kwam ik op dat onderwerp. De brief luidde aldus :
S 17-8-'23
WelEdele heer. In de Waarheidsvriend onder de rubriek „Financiën" kunnen we nog al eens lezen, dat er hier of daar nieuwe abonné's gewonnen worden. Ik had het voornemen opgevat om eens een deel van de vacantie nuttig te besteden. Echter niet om nieuwe lezers voor de Waarheidsvriend te winnen, maar leden voor den Gereformeerden Bond. Ik heb, kan ik wel zeggen, met succes gewerkt, want ik mocht er in slagen 7 nieuwe leden er bij te krijgen. Hun namen volgen hieronder. U wilt zeker wel voor quitanties zorgen.
Met hoogachting.
De zoon van den Secr.-penn. van de afdeeling te S.
Ziet, dat is nu iets wat mij lijkt. Ik nam dan ook den brief gretig over om hem onder de oogen te brengen van de zoons van onze leden, in de hoop. dat dit ook voor hen een aanleiding mag wezen om in de vacantie ook eens zooiets te doen. 't Is mogelijk nu al te laat, maar misschien krijgen ze ook binnenkort herfst-vacantie, en hebben zij hierdoor ook lust gekregen om hun krachten eens te beproeven om nieuwe leden of nieuwe abonné's te winnen. Misschien zou dat een middel zijn om mij met de nieuwe uitvinding „herfst-vacantie" te verzoenen.
Intusschen hartelijk dank aan onzen jongen vriend voor dezen arbeid, die met zulk een flink succes is bekroond geworden.
Wat de ontvangsten betreft, ben ik spoedig klaar. Als Kampen er niet was met zijn vele werkzame en belangstellende vrienden, dan zou het er ditmaal treurig uitzien. Maar gelukkig, ds. G. B. Holland zond mij bericht dat aldaar op Zondag 12 Augustus in de kerk een collecte was gehouden voor het Leerstoelfonds, welke het belangrijke bedrag van f 80.63 opbracht. Waarvoor onze hartelijke dank. Alsmede voor de gift uit Gouda van f 2.50, welke mij gezonden werd door den heer P. J. Spee, penningmeester van de Vereeniging „Calvijn", welke gift in de collecte was gevonden voor het Leerstoel-en het Studiefonds. Terwijl uit Berkel en Rodenrijs mij nog f5.— werd gezonden ontvangen door P. C. Koppert van N.N. en bestemd voor het Studiefonds.
Voor deze gaven hartelijk dank. Moge de Heere er Zijnen zegen over gebieden.

De Penningmeester.
J. C. FLIEHE.
Arnhem, Parkstraat 6.

Postzegels, capsules en zilverpapier.

Ontvangen van :
1. Corrie van den Brugge, Den Haag, zilverpapier ;
2. mej. M. Masmeijer, Westbroek, theelood, postzegels, capsules, zilverpapier en 73 halve centen ;
3. mej. M. Staal, Ermelo, een postwissel. groot 50 cent;
4. ds. N. van der Snoek, Kralingen, een kist inhoudende postzegels, koper, zilverpapier en een groote partij capsules.

Met zeer hartelijken dank aan allen.
Mej. J. DEN HARTOG.

Maliebaan 70a, Utrecht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen