De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

FINANCIËN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

FINANCIËN

6 minuten leestijd

't Is zoo heelemaal voor de hand liggend, dat na de vele preekbeurten welke gehouden zijn in deze laatste week van het jaar, de lust niet bijster groot is om dadelijk weer aan den gewonen arbeid te tijgen. Het allernoodzakelijkste wordt alleen afgedaan.
Zoo leggen we thans de hand aan 't laatste overzicht van het jaar 1931.
Wanneer dit nummer u wordt voorgelegd, zoo is het oude jaar weer achter ons weggegleden, of wilt ge , het in een vorm, waaraan oudjaar noodzakelijk doet denken: 't is bijgezet in het graf der eeuwen.
't Is voorbij, en toch zijn onze gedachten nog geheel vastgelegd aan wat achter ons ligt. Wij gedenken onze geliefden, die van ons heengingen. Wij staan stil bij tal van dingen, die ons met zorg hebben vervuld.
Want eigenaardig is zeker dit, dat wat met een rouwrand werd omtrokken, veel dieper in onze memorie werd ingegrift, dan wat de vreugde deed optrillen.
Lichtelijk wordt de opmerking gemaakt, dat het laatstgenoemde ook veel kleiner plaats inneemt, veel minder vast zich voordoet dan het eerste. En zeker zal dit onzerzijds op geen tegenspraak stuiten ; immers het Woord des Heeren zegt : „het uitnemendste van dit leven is moeite en verdriet, en het wordt snellijk afgesneden".
Maar al is dit de werkelijkheid, toch mogen de oogen niet worden gesloten voor het vele goede, dat God ons liet, voor 't machtig vele dat ons uit enkel goedheid des hemels gewerd. Ontveinst u niet welk een indruk het op ons maakt als iemand, die wij liefderijk verzorgd hebben, nooit anders dan klaagtonen laat hooren, nimmer anders dan verzuchtingen doet vernemen. Zou hierdoor de gedachte niet wakker worden geroepen van groote ondankbaarheid en van grenzenloos egoïsme ?
Wanneer ons levenspad wordt afgeblikt naar achteren, zoo komt vanzelf de bekentenis : Heere, hoe groot was Uw goedgunstigheid, hoe wijd waren Uwe vleugelen uitgespreid. Wat een booze machten hebt Gij nog afgeweerd. Wanneer ons was overkomen wat wij verdiend hebben, zoo waren onze namen uitgevaagd en wij voor altijd van het levenstooneel verdwenen.
Dankbaarheid voor het allerkleinste en geringste is en blijft voor ons gebiedende eisch.
Evenwel is het een vanzelfsprekend iets, dat we terugzien en merken de ledige plekken. Zoo is het ook, dat we naast ons hebben liggen de advertentie, waarin het overlijdensbericht van Mevrouw Fliehe ons werd gemeld, 't Is nog maar enkele weken geleden, dat ik in Arnhem moest zijn en van deze gelegenheid gebruik maakte haar een bezoek te brengen, 't Was alsof ik het aanvoelde dat het de laatste keer kon zijn.
Niet, dat hier ziekte of ouderdom het leven bedreigden, neen, volkomen gezond scheen zij mij toe. Bij deze gelegenheid werden de vele herinneringen uit het leven van haar en haren man nog eens opnieuw naar voren gebracht, doch wat het sterkste sprak : waren zijn ondubbelzinnige verklaringen omtrent zijn staan voor de eeuwigheid : „Ik weet in Wien ik geloofd heb". „Ik weet dat mijn schuld is vereffend". „Ik weet een Borg en Zaligmaker te hebben in den hemel".
Zie, dat groote, die geweldige troost, welke daarin ligt opgesloten, verlichtte haar eenzaamheid. Zij wist haar man bij God en Christus. En wat bij deze gelegenheid ook zoo duidelijk werd uitgesproken, zij hoopte op diezelfde genade. Zij had in dezelfde trouwbelofte Gods den grond gevonden van haar levende hoop.
Kan het u verwonderen, dat het my zoo innig goed deed, te lezen uit het overlijdensbericht, dat Mevrouw Fliehe in volle verzekerdheid des geloofs was heengegaan. Heerlijk, zoo hereenigd te worden.
De gedachtenis van onzen overleden vriend Fliehe noopte ons tot deze herdenking. Hun beider nagedachtenis zal bij ons in eere blijven.
Dezelfde grafsteen, waarop de Gereformeerde Bond zijn dank vastlegde voor den arbeid, verricht door onzen vriend en broeder, zal ook haar stoffelijk omhulsel dekken. Wat nog nameloos meer zegt: vereenigd zijn om nimmer geschieden te worden, want Gods beloften zijn in Christus ja en amen. Hij, Die het beloofd heeft en het ook doen zal, zal niemand, die op Hem betrouwt, beschamen. Zij ook ons leven op geen ander fundament rustend. Dan moge al het oude voorbijgaan, het nieuwe, het eeuwig-blijvende komt.
Met dezen wensch mogen wij het nieuwe jaar begroeten.
Thans leg ik u mijn weekstaat voor. Zij ziet er uit, zooals wij haar telkens — met beschaamdheid des aangezichts wil ik 't belijden — afsluiten. Als ik dit van de eene week afsluit, zegt er een stem van binnen : Wat zal nu de volgende zijn ? En lederen keer is het alweer : God zorgt voor u.

1. Het eerste wat binnenkwam was een gift, gecollecteerd in de Janskerk te Utrecht, waarvan de helft bestemd was voor de beide fondsen,
n.l. ƒ 5._
2. Uit den collectezak te 's-Grevelduin-Capelle ƒ 2.50, met de hoop spoedig een eigen herder en leeraar te mogen ontvangen ƒ 2.50
3. Een Kerstgave uit Rotterdam van Z. A. K., 15 gld. voor het Studiefonds en 10 gld. voor den Gereformeerden Bond, door ds. Van Grieken ƒ 25.—
4. Een spreekbeurt, gehouden te Lexmond, waarin voorging ds. Rijnsburger te Polsbroek. De collecte be­droeg ƒ 22.75 5. Door den Penningmeester van de afdeeling Lexmond gezonden de contributie van de leden aldaar ƒ54.75 6. Gevonden in den collectezak op 20 December voor het Studiefonds te Rijssen ƒ lo.— Ik verheug mij, dat ds. Van Voorthuizen vrijmoedigheid heeft verkregen weer naar Rijssen terug te mogen gaan.
7. Door ds. Meijers te Utrecht een gift, gevonden in zijn brievenbus als dankoffer ƒ lo.— 8. Door ds. Van der Snoek te Veenendaal van v. D. 1 gld. uit dankbaarheid voor het bedanken van ds. Van der Snoek voor Vinkeveen ƒ 1.—
9. Door den Penningmeester van de afdeeling Vlissingen de contributie van de afdeeling aldaar ƒ21.—
10. Spreekbeurt, gehouden te Voorthuizen, ''waarin voorging ds. Van Amstel te Groot-Ammers. De collecte be­droeg ƒ 43.14 11. Spreekbeurt, gehouden te Kootwijkerbroek, waarin voorging ds. Mulder te Voorthuizen. De collecte bedroeg ƒ 25.72
12. Uit de catechisatiebus van Kamperveen, opgezonden door ds. Terlouw, aldaar „ 2.50 13. Door ds. Van Ginkel te Nieuwpoort een dankoffer van N.N. ƒ2.50, en 20 stuivertjes van een belangstel­lende, samen ƒ 3.50 14. Van J. O. H. de Winter te Rotterdam abonnementsgeld voor De Waarheidsvriend ƒ 4.— 15. Ontvangen van een Bondslid als Kerstgave ƒ 2.50 voor mijn wijk, ƒ 2.50 voor de Evangel. Commissie en ƒ 6.— voor de beide fondsen, waarvan één gulden uit den spaarpot van ons dochtertje.
Hier ben ik echt blij mee. Oud en jong leeft mee. Dat is verblijdend. De ƒ2:50 voor de wyk heb ik afgeboekt en ook de ƒ2.50 voor de Evangel. Commissie zond ik op. Alzoo blijft ƒ 6.—
16. Van mej. V. te Utrecht voor den Gereformeerden Bond ƒ 2.50
17. Spreekbeurt, gehouden te Benschop, waarin voorging ds. Van den Berg te Amersfoort. De collecte bedroeg ƒ 23.72
18. Spreekbeurt, gehouden te Hulzen, waarin voorging ds. Timmer te Ermelo. De collecte bedroeg ƒ 104.10
f 367.18
Is het niet heerlijk, zooveel teekenen van medeleven in onze dagen ? De Heere wijke met Zijne genade van ons niet.
Een gezegend Nieuwjaar.

Utrecht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 december 1931

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

FINANCIËN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 december 1931

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's