De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

5 minuten leestijd

T. G. van der Linden,
Volgenderwijs. Een theologische studie over de ’navolging ’ als ecclesiologisch motief
Boekencentrum, Zoetermeer (2000), 240 pag., ƒ 55,-.

Laat ik beginnen met een hartelijke gelukwens aan het adres van de auteur die op deze studie in dit najaar promoveerde, Volgens zijn curiculum vitae is dr. Van der Linden 33 jaar. Dat wekt niet alleen mijn bewondering voor het feit dat hij erin slaagt om binnen een betrekkelijk korte tijd vanuit de pastorie te promoveren. Maar het wekt ook verwachtingen voor de toekomst. Want de auteur kennende, denk ik niet dat het, wanneer hem de tijd gegeven wordt, bij deze studie blijft. Nu het boek zelf. Van der Linden onderzoekt de betekenis van het bijbels motief van de navolging van Christus voor de praktijk van het kerk-zijn in de samenleving. Zijn vertrekpunt is Bonhoeflfer en diens spreken over navolging en kerk-zijn in de wereld. De manier waarop Bonhoeffer dit thema behandelt doet Van der Linden een aantal bijbels-theologische vragen stellen. Hoe zit het met de navolgende gemeente en het Oude Testament? Wat betekenen de roepingsverhalen? Wat is de impact van het pinkstergebeuren voor onze omgang met de teksten die over navolging spreken? Welke plaats neemt Handelingen in tussen Paulus en de synoptici? Welk beeld van de gemeente past het best bij de notie 'navolging'? Aan deze vragen is het bijbels-theologisch exposé van hoofdstuk II gewijd. Daarbij valt op hoezeer de schrijver in het spoor van Noordmans' lezing van de evangeliën gaat - zij het niet geheel en al kritiekloos, vgl. blz. 93 - als het erom gaat wat navolging na Pinksteren betekent. In de bedeling van de Geest krijgt navolging een kerkelijke en een geestelijke inhoud. Hoofdstuk III stelt momenten uit de kerkgeschiedenis aan de orde. De les van de geschiedenis is onder meer dat personalisme en collectivisme eenzijdige en vruchteloze alternatieven zijn. De spanning tussen individu en gemeenschap wordt er niet door vastgehouden. Navolging is voorts zowel een kerkbreed als een kerkkritisch begrip binnen de contouren van de bijbelse prediking aangaande het rijk van God. Hoofdstuk IV trekt enkele systematische lijnen naar de kant van kerkleer en ethiek, terwijl in het slothoofdstuk de gemeente als navolgingsgemeenschap geplaatst wordt in de postmoderne situatie van de individualisering. De schrijver gaat hier zeer genuanceerd te werk, honoreert positieve elementen in de individualisering, maar ziet tegelijk de bezwaren. Zo zoekt hij behoedzaam een weg voor de wijze waarop de kerk getuigend en dienend in de samenleving kan staan in een kritische solidariteit met haar zoekende tijdgenoten. Tot zover enkele aspecten van dit breed opgezette boek. De schrijver stelt erg veel aan de orde. Dat maakt je kwetsbaar naar de kant van de verschillende vakdisciplines. Moedig vind ik zelf de wijze waarop de auteur in het spreken over navolging bijbels-theologisch de evangeliën en Paulus op elkaar betrekt. In een tijd waarin Paulus bij velen op weinig sympathie kan rekenen en verdwijnt achter de historische Jezus lijkt me Van der Lindens benadering van groot belang. Hoezeer een historische lezing haar recht heeft, je kunt theologisch de evangeliën niet vertolken zonder Paulus! Een vraag heb ik wel bij de tekening van de context. Waarom wordt alles toegespitst op de zaak van de individualisering? Kenmerkend voor onze tijd zijn ook het pluralisme en het relativisme. Een analyse van deze verschijnselen is mijns inziens ook van betekenis voor de gemeente als navolgingsgemeenschap. Ik denk aan de relatie tussen belijden(is) en navolging. Ik denk ook aan de vragen rondom de eenheid van de gemeente. Steekt het pluralisme in de kerk geen spaak in het wiel van de gemeente als gemeenschap? Hoe zit het met de relatie tussen de kerk als navolgingsgemeenschap en de empirische volkskerk? Ik kan de auteur volgen in zijn afwijzing van een 'kerkje in de kerk'. Maar ontkom je helemaal aan de tweeheid van kerngemeente en omtrek? En wat betekent de notie navolging voor de structuur van de gemeente als familia Dei? Het is jammer dat de schrijver voorbij is gegaan aan de studie van G. Wenzelmann, Nachfolge und Gemeinschaft (Stuttgart 1994) die vanuit de idee van de navolging een pleidooi voert voor de communiteit naast de empirische kerk. Ook het diaconale aspect van de gemeente als gemeenschap in de navolging had breder uitgewerkt kunnen worden. Ik meen dat juist dat element een belangrijk antwoord is op de postmoderne individualisering.
De conclusies waartoe de auteur komt zijn misschien niet verrassend te noemen, zij bepalen ons wel bij belangrijke bijbelse noties van het gemeente-zijn. En graag onderstreep ik de opmerking op blz. 211: 'Waar dit bijbelse motief (nl. van de navolging, A.N.) het oriëntatiekader is, zou het een denkfout zijn te menen dat individualisering de alles bepalende context van het kerk-zijn van vandaag is'. Tegenover de trend om de kerk alleen maar als een sociologische grootheid te zien vormt deze stelling een krachtig correctief.
Resumerend: Een studie die zich hier en daar wat verliest in de veelheid van onderwerpen, maar, daarom juist veel biedt, met name voor hen die als geïnteresseerden en niet zozeer uit vakwetenschappelijk oogpunt betrokken zijn bij de vragen van kerk-zijn vandaag. Zeer aanbevolen ter lezing en bestudering.

A. NOORDEGRAAF, EDE

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 januari 2001

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 januari 2001

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's