De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Levend gemaakt (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Levend gemaakt (2)

6 minuten leestijd

Die ons ook bekwaam gemaakt heeft, om te zijn dienaars des Nieuwen Testaments, niet der letter, maar des Geestes; want de letter doodt, maar de Geest maakt levend. (2. Kor. 3 : 6)

We ontmoetten de apostel Paulus de vorige week in zijn strijd tegen dwaalleraars, die meenden, door de Geest geleid, de wet te kunnen houden. Dit is voor de mens onmogelijk en daarom is nodig om te verstaan dat de wet geestelijk is, maar dat ik vleselijk ben. Alleen Christus kon de wet houden. Alleen door Hem en door de Geest, Die het uit Hem neemt, kan ik leven.

Immers zonder Christus wordt de wet een letter, een ijzeren regel, die vraagt wat wij niet kunnen geven. Doe dat! Maar hoe toch? Wanhoop kan er alleen overblijven als de onverbiddelijke eis van de wet op mij afkomt. Gods wet en mijn vlees in een verbond. Het is als met een huwelijkscontract dat getoond wordt aan een echtpaar dat elkaar geen liefde bewijst: aan alle kanten tekort. Het is dan ook de vreugde van Paulus te mogen getuigen dat hij een dienaar geworden is van het Nieuwe Testament, het nieuwe verbond. Een nieuw verbond d.w.z. een ander, een beter. Weliswaar afkomstig van dezelfde God, maar met een andere, hogere inhoud. Niet langer staat de eis centraal, maar de genade, die dan ook volkomen eenzijdig verworven is door Christus. Die ook volkomen eenzijdig wordt toegepast door de Heilige Geest. Onbekwaam is en blijft de mens. Zijn bekwaamheid is alleen in God.

Ook dit Testament bestaat uit letters, uit woorden. De Schrift wordt niet opzij geschoven. Nee, dat nooit. Wel wordt zij verdiept door toepassing aan het hart. Met recht mag gezegd worden: niet der letter, maar des Geestes. Daarmee is de wet niet verkeerd. Zij is gekomen uit de mond van een heilig en rechtvaardig God, geschreven in stenen tafels door Zijn eigen vinger. De tegenstelling ligt in wat mensen van de wet maken, hoe zij menen netjes uiterlijk te kunnen leven en wat de Heere eist en de Heilige Geest leert. En daartussen hgt een eeuwige kloof.

Van het nieuwe verbond is de apostel een dienaar. Van de Geest, Die naar Christus Wijst. Hij heeft de verzoening aangebracht. Hij is de tweede Adam, Die geworden is tot een levendmakende Geest. Om Hem gaat het, zonder Hem kan het niet. Dat is voluit de boodschap van Pinksteren. Levensnoodzakelijk is die boodschap voor ons. In al onze drukte geldt voor ons wat Jezus Martha toevoegde: Eén ding is nodig. Dat we toch heden bekennen wat tot onze eeuwige vrede dient.

Hoor hoe de apostel een indringend, afsluitend getuigenis geeft: want de letter doodt, maar de Geest maakt levend. De letter is het als aanwijsbaar geschrevene. En dat kan eeuwig tegen een mens getuigen. Evenals de besnijdenis van het oude verbond en de heilige doop van het nieuwe verbond het aanwijsbare teken is dat eeuwig tegen ons kan getuigen. Immers het uiterlijk waarborgt de wetsvervulling, de verbondsonderhouding niet. De letter doodt. Zij stelt schuldig en brengt tot slavernij. Zij oefent een waar doodsregime uit. Door mijn zondige vlees is de wet krachteloos geworden. Zij kan mij onmogelijk het leven geven. Is zelfs niet in staat mij schuldbewustzijn in het hart te leggen. Eén ding doet zij: mij overgeven aan de verdoemenis en uitsluiten van het heil. Ik heb de Pinkstergeest nodig. Die maakt levend. Die doet de wet in haar bittere aanklacht verstaan. Die drijft uit naar Christus. Die maakt de letter niet overbodig, de Geest hanteert het Woord, maar gebruikt de wet als tuchtmeester. Christus, de Levende, is noodzakelijk om mijn schuld te betalen en mij levend te maken. Het is het gebruik van de letter, als Woord van God, door het vrijmachtig werk van de Heilige Geest. Hij is de levensadem in de schepping. Hij is de levensadem in de herschepping. Hij bewerkt de wedergeboorte, de nieuwe geboorte van boven, die het leven tot in eeuwigheid inhoudt. Maar de Geest maakt levend. In Jeremia 31 is er al sprake van. Uit de ballingschap, het rechtvaardig oordeel over Israël, klinkt Gods verbondstrouw op. De Heere zal Zijn wet (Zijn Woord blijft onmisbaar!) in het binnenste geven en in hef hart schrijven. Hij zal hun tot een God zijn en zij zullen Hem tot een volk zijn zegt Jeremia 31 : 33. Allen zullen zij Hem kennen, van hun kleinste af tot hun grootste toe.

Slechts verwondering kan hier overblijven. Een volk, dat Zijn verbond vernietigd heeft; een gemeente, die telkens afdwaalt en ontrouw is, wordt wel ernstig gewaarschuwd. Maar toch laat de Heere de twee wegen nog onderwijzen, stelt Hij de dood en het leven voor, waarbij Hij Zelf Zijn Geest uitzond om het leven te wekken. Zo, dat de Nieuwtestamentische gemeente mag delen in de voorrechten van het oude verbond. Het is immers de Heere, Die zegt dat Hij hun tot een God zal zijn en zij Hem tot een volk. Spreekt dat dan niet van trouw vanuit een eeuwig verbond der genade. Nog steeds wil Hij een volk hebben, levend gemaakt door Zijn Geest. Een volk dat Zijn heilige wet in het binnenst ingewand draagt. Eerbied kent voor Zijn Woord en dienst. Weet heeft van vrije gunst, die eeuwig Hem bewoog. Verachting van Gods Woord als dode letter vindt u in onze tekst niet. Wel ontdekkende genade, die de mens op zijn plaats brengt als onbekwaam, nietig schepsel voor God.

En te meer gaat de levend gemaakte ziel zingen bij het horen dat God in Christus een Vader wil zijn. Die zonen en dochters wil noemen hen, die dat niet waardig zijn, noch zich dat waardig maken. De Geest maakt levend en daarmee erfgenaam van het hemels Koninkrijk. De dodende werking is teniet gedaan, de eretitel mag worden meegedragen van huisgenoten Gods. Dat is het wonder van dat onwederstandelijke werk van de levend makende Geest. Dat is de rijkdom van Pinksteren waarvan Paulus getuigt. Daarmee is hij dienaar van het Nieuwe Testament.

U bent jaloers, u vraagt: hoe kan dat toch mijn deel worden? Mag ik u een vraag stellen? Hoe staat u tegenover de Heere, Zijn Woord en Zijn dienaren? Beschuldigt u maar niet te snel van letterknechten. De Heere maakt gebruik van zondige dienaren, die dat, als het goed hgt, zelf het beste weten. Zulke dienaren hebben een opdracht. Leest u maar in 2 Kor. 5 : 18. Hun werk is bediening der verzoening. Dus onder de prediking van het Woord, in de werkplaats van de Heilige Geest, wil God de dodende letter tot een levend Woord doen worden door de levend makende geest. Zou God daar Zijn genade vergeten en nooit meer van ontferming weten?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juni 1985

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Levend gemaakt (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juni 1985

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's