De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Een vergeten hoofdstuk uit het geloofsleven? (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een vergeten hoofdstuk uit het geloofsleven? (2)

Over het maken van een verbond met God

8 minuten leestijd

Invloed via Willem Teellinck
Willem Teellinck is een belangrijke schakel geweest om vanuit Engeland het gebruik van de persoonlijke verbondssluiting met God hier te lande bekendheid te geven. De vraag welke rol hij daarbij heeft gespeeld, kan alleen dan worden beantwoord als we iets van zijn leven weten. Hoewel Willem Teellinck in zijn jeugdjaren verlangde om theologie te studeren, lag het niet in de lijn der verwachting dat deze zoon uit een Zeeuws regentengeslacht die studierichting zou gaan volgen. Het was namelijk in zijn familie de gewoonte dat de zoons rechten gingen studeren: een uitstekende voorbereiding met het oog op het regeren van stad en land. De jonge Willem sloot zich daarbij aan. Verder werd het in die tijd voor de vorming van een student dienstig geacht als hij een tijdlang aan één of meerdere buitenlandse universiteiten verkeerde. Zo volgt er voor Willem Teellinck na zijn Leidse tijd een periode van maar liefst zeven jaar waarin hij door Frankrijk, Engeland en Schotland trekt. Hij studeert o.a. aan de gereformeerde universiteit van St. Andrews (Schotland) en rondt in 1603 zijn studie af met het behalen van de doctorstitel in de rechten aan de in die tijd vooral om zijn juridische faculteit beroemde universiteit van Poitiers (Frankrijk). Daarna is zijn reislust nog niet bekoeld, want hij vertrekt weer naar Schotland om na een kort verblijf (opnieuw) in St. Andrews vervolgens langere tijd in Engeland neer te strijken. Om precies te zijn in Banbury, noordelijk van Oxford gelegen. Zijn verblijf in Banbury is voor het verdere van zijn leven van doorslaggevende betekenis geweest. Hier kwam hij in nauw contact met het Engelse Puritanisme. Dat is een beweging die erop aandrong dat het christen-zijn met overtuiging en bewustzijn geleefd werd, zodat het hele leven door het Woord van God ge(her)vormd zou worden. Banbury was in die dagen beroemd om zijn cakes, kaas èn vurige ijver voor de dienst des Heren. Het is zeker niet teveel gezegd dat de acht à negen maanden die Teellinck in Banbury heeft doorgebracht zijn hele verdere leven hebben gestempeld als gevolg van de invloed die hij heeft ondergaan van het daar overheersende Puritanisme. De manier waarop hij van de in Banbury opgedane indrukken verslag heeft gedaan in verschillende van zijn geschriften maakt duidelijk hoe diep hij geraakt is door wat hij er heeft gezien en meegemaakt van de puriteinse invloeden met name op het gezinsleven. Tijdens zijn verblijf aldaar komt Teellinck tot bekering. Terwijl de indrukken van de vurige ijver waarmee de puriteinen in Banbury het leven naar het Woord van God pogen te vormen bij hem de gedachte wakker roept om alsnog theologie te gaan studeren en predikant te worden. Om dit voornemen uit te voeren reist hij opnieuw naar Leiden, nu om er (kort) theologie te studeren. Na twee jaar al, in 1606, ontvangt hij een beroep naar Burgh en Haamstede. In 1613 volgt Middelburg waar hij tot zijn dood in 1629 werkzaam is. Wat betreft zijn verblijf in Banbury dient nog te worden vermeld zijn vriendschap met de toenmalige hulpprediker en later predikant van die plaats, William Whately. Deze vriendschap is onder meer van belang voor ons onderwerp.

Een vertaling
In 1607 ontvangt Teellinck namelijk van Whateley o.a. een manuscript dat, zo blijkt uit een begeleidende brief, door de schrijver is opgedragen aan zijn vriend Willem Teellinck. De ontvanger laat het lezen aan enkele van zijn beste vrienden en als uit hun reactie blijkt dat zij erdoor gesticht zijn, besluit hij het in druk te laten verschijnen. Bibliografisch gezien is het unieke hiervan dat er nu in Nederlandse vertaling een boekje verschijnt dat het in zijn oorspronkelijke Engelse versie nooit verder heeft gebracht dan een manuscript. Uit het feit dat dit vierde werkje van de hand van Willem Teellinck (evenals het eerste) niet door hemzelf is opgesteld, maar een vertaling is van een puriteins geschrift van zijn vriend Whateley is verder af te leiden de grote invloed die hij heeft ondergaan van zijn verblijf in Engeland en de kennismaking met het Engelse Puritanisme (zie W. J. op 't Hof, Willem Teellinck in het licht zijner geschriften (4) in 'Documentatieblad Nadere Reformatie' 1e jrg. nr. 4, blz. 105 vv).
Wat ons echter voor ons onderwerp interesseert, is hoe wij kunnen waarnemen dat Teellinck via deze vertaling, die in Middelburg in 1609 verschijnt onder de titel 'Korte verhandeling van de Voomaemste Christelijcke Oeffeningen', het gebruik om een verbond te maken met God onder zijn Nederlandse lezers bekendheid geeft.

'Korte verhandeling van de Voornaemste Christelijcke Oeffeningen'
Wat beoogt Willem Teellinck met het vertalen en uitgeven van het manuscript dat hem door zijn vriend William Whateley werd toegezonden Dat wordt ons duidelijk uit de voorrede van het boekje. Zeer uitvoerig geeft hij daarin verslag van wat hij van het geestelijk leven in Engeland heeft waargenomen. In genoemd artikel over dit boekje in 'Documentatieblad Nadere Reformatie' vinden we de volgende beoordeling van die voorrede: 'De wijdlopigheid waarmee en de toon waarop hij (= W. Teellinck) het geestelijk leven in Engeland beschrijft alsmede het feit dat hij het geestelijk leven daar ten voorbeeld stelt aan zijn eigen vaderland zijn even zovele krachtige aanwijzingen dat hij in Engeland een voor hem nieuwe openbaringsvorm van christelijk geloofsleven vond, waarvoor hij geheel ingewonnen werd en die hij het meest bijbels achtte te zijn. Het acht of negen maanden durend verblijf in dit geestelijk klimaat drukte zo'n stempel op zijn eigen geestelijke gesteldheid dat hij, teruggekeerd in Holland, niet anders beoogde dan om ook hier dat type vroomheid te doen ontstaan en te bevorderen.' In de laatste zinsnede hebben we het doel aangeduid dat Teellinck voor ogen heeft gestaan met het vertalen en uitgeven van het manuscript van zijn vriend. Hij wilde eraan meewerken dat het type vroomheid dat hij in Banbury had gevonden ook hier te lande zou ontstaan en door zijn toedoen zou worden bevorderd.
Het boekje bevat een tiental hoofdstukken waarin een beschrijving wordt gegeven van een negental godsdienstige oefeningen die ieder christen moet doen ter bevordering van de godzaligheid. In het tiende hoofdstuk gaat het over het afleggen van godsdienstige geloften. Nu zijn de negen genoemde oefeningen niet alle van eenzelfde karakter. Er is sprake van een verdeling in ordinaire en extra-ordinaire, ofwel gewone en buitengewone oefeningen. Terwijl de gewone oefeningen weer te verdelen zijn in oefeningen die meer tot het persoonlijk leven behoren en andere die meer een plaats hebben in het openbare leven. Tot de gewone oefeningen met een strikt privé-karakter behoren o.m. het lezen èn de overdenking van het Woord, terwijl ook het gebed daaronder valt. Tot de gewone oefeningen met een publiek karakter behoren o.a. het horen van het gelezen en gepredikte Woord èn het gebruik van de sacramenten. In deze reeks behoort het doen van godsdienstige geloften samen met het vasten tot de buitengewone oefeningen. Omdat het doen van geloften als laatste genoemd wordt in de reeks van buitengewone godsdienstige oefeningen zouden we de indruk kunnen hebben dat het hier gaat om een soort aanhangsel dat alleen ter inzage voor liefhebbers ligt. Voor mensen die deze buitengewone oefening als een extra bóven de gewone oefeningen willen vervullen. Niets is echter minder waar. In het hoofdstuk over de geloften zélf wordt al duidelijk dat het afleggen van geloften niet een godsdienstige plicht is die alleen vervuld moest worden onder de wet of het oude verbond, maar evenzeer onder het evangelie. Terwijl het boekje zelf de negen geschetste godsdienstige oefeningen in hun geheel voorstelt als een zaak waarvan de uitvoering zeer bevorderlijk is voor het leven der godzaligheid. Al deze heilige oefeningen, elk op hun plaats en wijze, zijn eerste voorwaarde voor het juist functioneren van het inwendig leven des geloofs in de dagelijkse praktijk. Omdat de innerlijke beleving van het geloof nu eenmaal vraagt om praktische vormgeving in het leven van alledag. Als zodanig vormen genoemde oefeningen het skelet van het christelijk leven.
Wat de vertaler zo getroffen heeft tijdens zijn verblijf in Engeland: de praktische vormgeving van het geestelijke leven in het leven van alledag, dàt zou hij zo graag ook zien ontstaan en zo mogelijk willen bevorderen in eigen vaderland. Wat ons treft in dit vertaalde werkje alsmede in vele andere uitgaven die van zijn hand zijn verschenen, als vertaling of aan eigen geest ontsproten, is die voortdurende verbinding tussen het leven des geloofs waarin de waarheid van God innerlijk wordt beleefd èn allerlei concrete aanwijzingen die uitwaaieren over tal van terreinen waarop het leven zich afspeelt. In dit verband krijgt ook het afleggen van geloften een plaats en worden de lijnen van deze godsdienstige oefeningen doorgetrokken tot het concrete doen en laten van de mens.
Behalve in de hierboven genoemde vertaling schrijft Teellinck ook over dit onderwerp o.m. in 'Noodwendigh Vertoogh', dat een volledig uitgewerkt program voor een nadere reformatie bevat, en in 'Buren-Kout', een boekje waarin hij op populaire wijze het zogenaamd christelijk leven van zijn tijd plaatst onder de kritiek van Gods Woord.

P. van der Kraan, Bleskensgraaf

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 1994

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Een vergeten hoofdstuk uit het geloofsleven? (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 1994

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's